't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1629.
Woensdag 26 September 1888.
Zestiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaus bezorgd zijn.
Aan onze geabonneerden
buiten de gemeente, wordt
beleefd verzocht, *t Abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje," 3de kwar
taal 1888, te willen overmaken in post
zegels of per postwissel vóór 5 October
e.h., zullende anders daarover met 10 Cent
verhooging per post worden beschikt.
DE UITGEVERS.
HELDER, 25 Sept. 1888.
De minister van marine heeft inlich
tingen verstrekt op het adres van G. Tiets,
gepensionneerd vuurstoker der 1ste klasse
bij de Koninklijke Nederlandsche Marine
alhier, houdende verzoek om toekenning
van het volle aan dien rang verbonden
pensioen.
Voornoemde vuurstoker is bij genees
kundig onderzoek ter zake van in en door
den dienst ontstane lichaamsgebreken (be
staande in misvorming van de linkerhand
met samentrekkiug der viugers, waardoor
deze niet gestrekt noch gebogen kunnen
worden, tengevolge van vernietiging van
pezen, ontstaan na verwonding op den 15
October 1887 aan boord Zr. Ms. stoomschip
Bonaire, toen hij, als olieman dienstdoende,
door het slingeren van het schip' met de
hand in de machine beklemd geraakte) voor
altijd ongeschikt bevonden voor den mi
litairen dienst. Hij wordt voortdurend buiten
staat gesteld om door handenarbeid in zgn
levensonderhoud te voorzien.
Op grond van een en ander viel hij in
de termen van art. 39 der wet van den
28sten Augustus 1851 (Stbl. no. 127) en
had de regeling van zijn pensioen dien
overeenkomstig plaats tot een bedrag van
f 336,50.
Volgens de wettelgke bepalingen kon
hij geen aanspraak op hooger pensioen
maken.
Bij het vervoeren van een wagen
hooi van Den Hoorn op Texel naar de
haven van dat eiland, is de veehouder
S. H. onder zijn voertuig gevallen en
overreden. De ongelukkige, een oppas
send man, is kort daarop aan de gevol
gen bezweken.
Men leest in het »N. v. d. D."
Deelden wij de vorige week mede, dat
's Konings gezondheidstoestand van dien
aard was, dat er hoegenaamd geen reden
tot ongerustheid meer bestond, thans mag
men zeggen, dat Z. M. ten volle hersteld
is. Vóór eenige weken nog waren de
sporen der ziekte op 's Konings gelaat
te zien, door min of meer ingevallen
wangen, doch het krachtig gestel van
Z. M. en het voortdurend werkzame leven
hebben spoedig de oude gezonde tint
weder te voorschijn gebracht.
In Noord-Holland hebben de
makers zich aangesloten tot een veree-
niging ter bevordering en verbetering
van de kaasbereiding. In een dezer da
gen te Schagen gehouden vergadering is
besloten dat het bestuur der Vereeniging
zich per adres zal wenden tot den Mi
nister van Financiën, ter verkrijging van
vrijstelling der belasting op het zout, be-
noodigd voor de zuivelbereiding.
De inspecteur van het geneeskundig
staatstoezicht in Noord-Holland, dr. Dozy,
zendt aan het Handelsblad c het vol
gend schrijven
»Daar ernstige ziektegevallen bij ver
scheidene personen in verschillende fa-
miliën zijn voorgekomen, die melk ge
bruikten van eenzelfden leverancier, en er
waarschijnlijkheid bestaat, dat de melk
smetstof van zieken kan hebben opgeno
men, acht ik mjj verplicht het publiek
nogmaals te waarschuwen tegen het ge
bruiken van melk in „ongekookten" toe
stand, wanneer men, zooals in Amsterdam
het geval is, de herkomst der melk niet
kan nagaan.
»Om zich zooveel mogelijk te vrij waren
tegen de gevaren, die het gevolg zijn van
het verdunnen der melk met onrein water,
als van het voorkomen van besmettelijke
ziekten in woningen van de melkboeren
en melkverkoopers, stelle men zich tot
regel steeds de melk te koken voordat
men ze gebruikt'*.
De palingschuit Sippe Visser," toe-
behoorende aan den heer W. S. Visser,
te Gaastmeer, is op de terugreis van En
geland, terwijl zij voor anker lag, in de
nabjjheid van Harwich door een stoom
boot overvaren. Aan het schip werd be
langrijke schade toegebracht.
Men leest in „De Tijd":
Wij vernemen dat de boerenwoning,
waar het gepeupel van Schagen zoo
dapper heeft huisgehouden, het eigendom
is van den Belgischen prins De Chimay,
wiens rentmeester voor Nederland jl. Vrij
dag te Schagen een bezoek heeft gebracht
en een eisch tot schadevergoeding tegen
de gemeente Schagen in handen heeft
Geld van mr. Kraakman, advocaat te
Alkmaar.
Voorts wordt ons uit alleszins ver
trouwbare bron verzekerd, dat de grooten-
deels katholieke bevolking van Warmen-
huizen zich, op het vernemen der aan hun
geloofsgenooten te Schagen gepleegde ge
welddadigheid, gereed maakte in grooten
ile en gewapend de taak op zich te
nemen, die men door de overheid op
schandelijke wijze verwaarloosd achtte.
Alleen de tusschenkomst van den eer
waarden pastoor dier plaats moet feite
lijkheden hebben voorkomen, welke zeker
op moord en doodslag waren uitgeloopen.
Omtrent de wanordelijkheden te
Schagen, meldde de N. Rott. Courant nog
het volgende.
Bij de wanordelijkheden alhier werden
ook de ruiten ingeworpen bjj een winke
lier, door wiens toedoen een protestantsch
meisje buiten weten harer ouders katho
liek was geworden. Hieromtrent wordt
ons het volgende medegedeeld: Bedoeld
meisje, Geertje Kok, geboren te Schermer-
horn, thans 23 jaar oud, was ten huize
van den winkelier sedert eenige jaren als
modiste werkzaam. Hare ouders, streng
orthodoxe protestanten, te Rustenbrug
woonachtig, werden door vrienden gewaar
schuwd, dat het meisje katholiek was ge
worden, of zou worden, waarop haar va
der, die daarvan tot dusverre niets ver
nomen had, zich zoo spoedig mogelijk
naar Schagen begaf. Hjj kwam daar juist
op den dag, welks avonds zoo rumoerig
zou zjjn, en wist zjjne dochter te bewegen,
met hem mee te gaan naar het ouderljjke
huis te Rustenburg, Vier dagen daarna
echter is zij 's avonds te 6 uren, quasi
om hare zusters, mede aldaar wonende, te
bezoeken, de deur uitgegaan, en men heeft
haar niet weergezien. Spoedig daarop
ontvingen de bedroefde ouders een brief
van haar, waarin zij berichtte in Amster
dam te zjjn, maar dat het vruchteloos zou
wezen, hare verblijfplaats op te sporen
dat zij tot geen prjjs afstand zou doen
van het door haar aangenomen katholieke
geloof, en dat zjj, eenmaal op de plaats
harer bestemming gekomen, geregeld zou
schrjjven.
Aan een particulieren brief van 2
Aug. uit Kota Radja is het volgende ont
leend
Ondertusschen zitten de vjjandeljjke
Atjehers niet geheel en al stil. Dit leer
den we de vorige week, toen eenige vlam
men aantoonden, dat de brug in den Pe-
derdjjk in de asch werd gelegd.
Den 30n Juli, terwgl een groot aantal
menschen zich aan het station Lambaroe
had verzameld, werd uit den tegenover-
gestelden bosch-rand een schot gelost.
De kogel sloeg tegen de kolf van het
geweer van een nabjjstaanden schild
wacht, ricochetteerde en drong in de heup
van een Chinees.
Den schutter kon men toen zien weg-
loopen, want hg vertrouwde, naar het
schijnt, 't terrein niet. De wachten van
Lambaroe en Lamsajoen werden juist
verwisseld.
Op Edi geniet men ook geen onge
stoorde rust. Den lln Juli werden twee
gewapende dienaren van den Radja door
Atjehers overvallen, verwond en van hun
ne geweren beroofd. Een van hen werd
den neus afgehouwen en de ander kreeg
een gapende wonde over het hoofd zij
zijn in het hospitaal te Edi opgenomen
en er bestaat hoop op herstel.
In de benting Lampeneroet heeft een
soldaat den commandant van de wacht
doodgeschoten. Naar ik verneem, moet
de soldaat het niet hebben kunnen ver
kroppen, dat de wachtcommandant, ser
geant De Vries, hem heeft bevolen zich
ter ruste te begeven, daar hjj wegens
lichte dronkenschap ongeschikt was om
dienst te doen.
Een oogenblik daarna, terwgl de ser
geant zat te lezen, werd een schot a bout
portant op hem gelost, dat bijna onmid
dellijk den dood tengevolge had.
Algemeen is men met het lot van de
Vries begaan, maar meer nog met zjjne
ouders, aan wie hjj een twee weken ge
leden nog f 200 zond van zjjn handgeld,
gekregen bij het reëngagement.
De soldaat, die niet de minste poging
tot ontvluchting deed, werd gearresteerd
met het nog rookende geweer in de han
den en wacht nu in den provoost zjjn
gereehte straf af.
Te Utrecht wordt thans als curio
siteit vertoond een zesjarig meisje, Hestra
Johanna Josephina Slieken geheeten en te
Kapelle aan den IJsel geboren, dat een
zwaarte heeft van 55 kilogram, 111 cen
timeter lang is en een omvang van 113
centimeter heeft.
"Men schrijft uit Amsterdam:
Onzen tabakshandel dreigt, naar wij ver
nemen, een gevoelige slag. Een Duitsch
tabakshandelaar, die steeds groote zaken
deed, en o.a. jaarlijks de grootste lading
irima Sumatra-tabak hier aan de markt
iracht, heeft met eenige financiers te
Bremen een overeenkomst gesloten om
die lading voortaan te Bremen in veiling
te brengen. De reden hiervoor moet zjjn,
dat bedoelde handelaar tevergeefs be
proefde, hier ter stede deelneming te vin
den voor een door hem op touw gezette
onderneming, welke deelneming hem te
Bremen werd verleend op voorwaarde,
dat hij zjjn tabak voortaan daar te markt
zou brengen.
Te Scheveningen zijn door de politie,
met goedkeuring van den commissaris,
vjjf hondjes opgepakt, die een paar weken
oud waren en nog zoogden bjj de moeder,
op grond, dat deze diertjes niet ge
muilband waren!
Als jhr. d. C. het niet in het »Vader-
derland verzekerde, zou men aan een pa
rodie op de wet denken.
Het is waar, de wet geeft den leeftijd
niet aan, maar bij hen die de wet toe-
a, wordt toch wel zóóveel gezond
verstand ondersteld, om in te zien dat
voor zogende honden van een paar weken
oud, geen muilbanden noodig zjjn.
Straks ziet men te Scheveningen pro
ces-verbaal opmaken tegen doopelingen
en hen uit de kerk verwijderen, omdat zij
door schreeuwen de openbare godsdienst
oefening verstoren. Ook voor dit misdrijf
is geen leeftijd bepaald.
Het Duitsche stoomschip >Norma«,
Vrijdagochtend te IJmuiden van Riga
aangekomen, is Donderdagmorgen om
streeks vjjf uren gedurende mist bij Hirs-
hals N. O. Va N. 11 zeemjjlen van den
wal, op 9 vadem water in aanvaring ge
weest met de Zweedsche bark »Cannet«,
kapitein Anderson, van Boness naar
Ostadt bestemd.
De »Cannet« zonk direct. Al de opva
renden werden op een na gered. Het schip
zit gevaarljjk voor de scheepvaart met de
marsstengen boven water.
De Minister van Marine moet naar
men uit Den Haag verneemt te kennen
gegeven hebben, dat hjj vast besloten is
zjjn portefeuille beschikbaar te stellen,
wanneer hem de gelden tot verbetering
en aanvulling van ons marine-materieel
geweigerd werden. Het geheele Ministerie
zou zelfs homogeen zjjn en niet aarzelen
desgevorderd, de Kabinets-quaestie te stel
len bij de marine-begrooting, vast over
tuigd dat bestendiging van den toestand
onzer vloot in het belang van het land
niet langer geoorloofd is.
Dezer dagen werd de visscherman
M. De Vries te Oudemirdum gezegend
met zjjn 18e kind17 kinderen zjjn in
leven, waarvan 12 meisjes en 5 jongens.
14 scharen zich met de echtelieden
middags om den disch. Deze njjvere
man heeft waarlijk wel verdiend dat hem
bjj eiken vischtocht een rijke buit te
beurt valle. Een welbesteed leven heeft
hg reeds achter zich. Hjj redde niet
minder dan 36 schipbreukelingen van
den dood.
Te 's-Hertogenbosch stortte Vrjjdag
de steiger van een in aanbouw zjjnde
school in, tengevolge waarvan de vier
daarop zich bevindende werklieden naar
beneden vielen. Een hunner werd doo-
delijk gewond door een mede van den
steiger gevallen zwaar hardsteenen dek
stuk, twee anderen van welken een nog het
been brak, werden ernstig gekwetst, en
de vierde is met een lichte keuzing vrjj
gekomen.
In de staalgieterij van Krupp heeft
zich volgens de Rh. Westf. Ztg., een op
zienbarend geval van ontrouw voorgedaan.
Door een der beambten is namelijk een
poging aangewend, om der kanonnenfa-
briek van den hr. Armstrong, de bekende
mededinger van Krupp, een aantal teeke-
ningen van te Essen vervaardigde kanon
nen en geweren in handen te spelen. De
beambte, een zekere Hoppe, die reeds 25
jaren aan de fabriek werkzaam was, is in
hechtenis genomen.
Op de spoorweglgn FrankfortAn-
germünde, bij Werbig, is een trein met
1500 van de legeroefeningen terugkee-
rende soldaten ontspoord. Vjjf wagens
vielen omver, maar van de manschappen
bekwam geen enkele erger kwetsuren dan
eenige schrammen en lichte kneuzingen.
In de Rue Perrine te Ste Foy la
Grande staat sinds eenigen tjjd eiken
avond een groote volksmenigte in gespan
nen verwachting naar boven te turen.
Bljjkbaar moet er iets zeer bijzonders ge
beuren. Dan hoort men, ongeveer te 8
uur, het geroepDaar is zjj Daar is
zijMen springt vooruit, dringt,
schreeuwt, de ramen worden opgescho
ven, de menschen komen met lampen,
kaarsen, fakkels, lampions op stokken,
er wordt bengaalsch vuur afgestoken enz.
En te midden van al die beweging ziet
meneen zeer groote rat uit een gat
in een telegraafpaal te voorschijn komen
en doodkalm over den draad wandelen,
zoo netjes, dat geen koorddanser het haar
verbeteren zou.
Men ziet haar dat geregeld alle dagen
doen. Op een afstand van 60 meter, in
de Rue Bourget, verdwijnt de rat en nie
mand heeft haar ooit zien terugkeeren,
ofschoon zjj eiken avond haar kunstver
richting weer begint.
Dat er allerlei bijgeloovige praatjes om
trent die rat loopen is niet te verwonde
ren. De vrouwen uit de buurt houden
het er voor, dat een jonge slotenmaker
uit die straat, verleden jaar gestorven,
nu in de gedaante van een rat terugkomt.
Te Macon, in Georgia (Ver.-St.), is
een neger-prediker, die den geheel
Bjjbel van buiten geleerd heeft, van Ge
nesis af tot de Openbaring.
Inlichting op het adres van H.
Vader en J. de Boer, oppas
sers aan het Koninklijk Insti
tuut voor de Marine te Wil
lemsoord, houdende klacht
over eene door den comman
dant van die inrichting aan
hen opgelegde straf.
De minister van marine heeft de volgende inlich
tingen verstrekt
Op den 6en Juli jl., en niet op den 13en dier
maand, zooals in het adres staat vermeld, zijn de
oppassers aan het Koninklijk Instituut voor de ma
rine te Willemsoord H. Vader en J. de Boer door
den commandant van gemelde inrichting gestraft
geworden met drie dragen provoost op water en
brood, omdat zij den vorigen dag ongeveer een half
uur te laat aan het Instituut waren gekomen.
Genoemde commandant heeft deze in verhouding
tot de begane overtreding betrekkelijk zware straf
toegepast, omdat beide delinquenten zich aanhou
dend schuldig maakten aan te laat komen, zij daar
voor reeds jaren achtereen lichtere straffen hadden
ontvangen, die geen resultaat gaven, en hij dus door
het opleggen van eene zwaardere straf, in het be
lang van orde en tucht, daaraan een einde moeBt
maken. Hunne overtredingen dienaangaande wor
den trouwens door adressanten in hun adres zelve
erkend, doch zij vermeenen onrechtvaardig en wille
keurig te zijn gestraft gewordenzij gronden blijk
baar deze bewering op de meening, dat zij niet aan
de voorschriften van de wetten op het krijgsvolk te
water zijn onderworpen, immers vandaar hun be
roep op artikel 109 van het huishoudelijk reglement
op het Instituut, vanwaar een exemplaar hierbij
wordt overgelegd. Deze hunne meening is in-
tusschen ten eenenmale onjuist. Het minder per to
neel, waartoe volgens den staat, door den Koning
vastgesteld (zie bijlage C) volgens art. 104 van het
reglement, de oppassers (graad van matroos 1ste
Dit reglement is ter griffie van de Kamer neder-
gelegd.
klasse) behooren) gaat blijkens artikel 106 van dat
reglement bij- zijne indiensttreding eene verbinte
nis in den zeedienst aan voor onbepaalden tijd, en
worden hun de krijgsartikelen voorgelezen; inge
volge artikel 107 worden zij gepensionneerd over
eenkomstig de|jwet van 28 Augustus 1851 „Staats
blad"* no.J 127)] tot regeling^der militaire peneioenen
bij de zeemacht.
Zij worden pro memorie gevoerd in de rol van het
wachtschip te Willemsoord, en ontvangen hun soldij
en kostgeld uit de fondsen van het Instituut. Zij be
hooren mitsdien tot het krijgsvolk te water. Vol
gens art. 43 van het huishoudelijk reglement voor
het Instituut staan zij onder de onmiddellijke be
velen van den commandant van die inrichting. Het
lijdt dus geen twijfel of deze was bevoegd hun we
gens overtreding van de krijgstucht eene straf op te
leggen, bij het reglement op de krijgstucht bepaald.
Het te laat op het Instituut komen, was in deze
voor elk der genoemde oppassers het boven zijn verlof
uitblijven, en dus overtreding van artikel 14 van het
reglement van krijgstucht of discipline voor het
krijgsvolk te water. Hun werd daarvoor «ene der
straffen opgelegd, genoemd in artikel 29 van het
zelfde reglement, zooals dit is gewijzigd bij artikel
2 der wet van 14 November 1879 („Staatsblad" no.
194) voor mindere schepelingen sub 3, namelijk
„provoost-arrest voor hoogstens 14 dagen met in
houding van soldij en met of zonder vermindering
van kost."
De commandant heeft mitsdien krachtens wette
lijke bevoegdheid aan genoemde oppsssers ieder
provoost-arrest opgelegd voor den tijd van drie
dagen met inhouding van de soldij, die volgens het
wettelijk voorschrift daarmede gepaard moest gaan,
en vermindering van kost door de bijvoeging „op
water en brood".
Ten aanzien van de vermelding in het adres:
__.dat zij den volgenden dag bij den officier der wacht
verzochten dat te dier zake een raad van onderzoek
zon mogen worden belsgd; dat zij in plaats van een
toestemmend antwoord, op het naar hunne meening
billijk en gepermitteerd versoek, direet daarop in de
provoostkamer van het Instituut zijn gebracht, waar
zij 3 dagen en S nachten op water en brood moes
ten blijven", wordt opgemerkt, dat uit een hierom
trent ingesteld onderzoek het navolgende is geble
ken.
Toen de bedoelde oppassen zijn gestraft gewor
den, hebben zij daaromtrent geene reclames inge
bracht; daar echter de provoostlokalen aan den wal
bezet waren, zoodat zij hunne straf niet dadelijk
konden ondergaan, heeft de commandant order ge
geven, dat zij voorloopig arrest moesten honden.
Den volgenden dag zijn zij toen bij den officier
van dienst gekomen om hunne bezwaren in te bren
gen tegen het arrest honden, en hebben zij toen
eene commissie gevraagd,omdat zij vermeenden bur
gers te zijn, en de commandant das alleen recht had
hen te straffen volgens artikel 109 van het huishou
delijk reglement en zij die provooststraf dus niet
willen ondergaan.
Toen de officier van dienst hun daarop, onder
voorlezing der bestaande bepalingen, aan het ver
stand had trachten te brengen, dat zij geen burgers
maar militairen waren, zij geheel in overeenstem
ming met de bestaande wetten gestraft waren, en zij
dus hnnne straf hadden te ondergaan, maar daar
over natuurlijk volgens de regelen der wet hunne
klachten konden inbrengen, hetgeen hij hun, aange
zien zij werkelijk straf verdiend hadden, ontraadde,
hebben zij noch vóór noch na het ondergaan hunner
straf eenige bezwaren meer tegen die straf inge
bracht of een onderzoek gevraagd, waartoe hun de
weg door den officier van dienst was aangewezen.
Hun bezwaar gold dan ook niet het feit, dat zij ge
straft waren, maar dat zij als bnrgers volgens de
militaire wet gestraft waren.
Toen de officier van dienst het voorgevalle aan
den commandant gerapporteerd had, heeft deze,
hnnne bedenkingen tegen het voorloopig arrest, tot
de gelegenheid bestond hnn de opgelegde straf te
doen ondergaan, hun toen dadelijk de straf in een
der provoosten voor de adelborsten doen ondergaan.
De minister vermeent met de mededeeling van
het bovenstaande aan het verlangen der Kamer
te hebben voldaan en heeft de eer het adres
hierbij weder over te leggen.
Ingezonden.
In den loop dezer week zullen de ouderlin
gen der Herv. Gem. alhier, een collecte doen
aan de huizen van de leden dier gemeente, ten
behoeve van het Fonds voor Noodlijd. kerken-
en personen. Dat fonds, bestemd om nage
laten betrekkingen van predikanten, die dit
behoeven en noodlijdende gemeenten, door
kleine, zoo mogelijk, jaarlijksche toelagen te
steunen, alsmede om buitengewone en nood-
zakelyke uitgaven van gemeenten zonder eigen
middelen, voor het stichten of herstellen van
kerkelijke gebouwen, te helpen bestrijden door
grootere toelagen voorééns, heeft buitengewone
ondersteuning dringend noodig, tot een bedrag
van minstens f 10,000.
Het verminderen van 't bedrag der gewone
jaarlijksche collecten, de toenemende gemeente-
aanvragen, o. a. van gemeenten, die tengevolge
van de kerkelijke beweging onzer dagen, een
zwaren kamp hebben voor haar bestaan, en
daarom op hulp dubbele aanspraak hebben en
het sedert enkele jaren zich onthouden der
regeering van het geven van subsidiën voor
herstel van kerkelijke gebouwen, verklaren
die groote behoefte van meergenoemd Fonds
en rechtvaardigen zeker ook den genoemden