't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
YOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1646.
Zaterdag 24 November 1888.
Zestiende^Jaargang.
KALENDER DES WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
ZEERAMPEN.
Abonnemen t
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afaonderlgke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BESEHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagen.
Opkomst der Zon 7 u. 43 m.
Onderg. w n 3 u. 52 m.
Zondag 25
Maandag 26 Laatste Kwartier.
Dinsdag 27
Woensdag 28
Donderdag 29
Vrijdag 30
DECEMBER, Wintermaand, 31 dagen.
Zaterdag 1
HELDER, 23 Nov. 1888.
Woensdagavond voerde de Rotter-
damsche Schouwburg-Maatschappij, onder
directie van A. Faassen, in Tivoli ten
tooneele 't blijspel »Een dolle Streek,"
van Carl Laufs. De opkomst van 't pu
bliek hadden we grooter verwacht't
weer was intusschen niet uitlokkend. De
aanwezigen, die 't gure weder getrotseerd
hadden, hebben zich niet beklaagd, want
ze hebben gelachen, den geheelen avond
door. De toestanden in 't stuk zijn vaak
zoo kluchtig en de verwarring is zoo
groot, dat men lachen moet, of men wil
of niet en zich dus uitstekend amuseert.
Wat de spelers aangaat, die verdienen
een woord van lof, zoowel wegens de
goede opvatting als 't juist weergeven
hunner respectieve rollen. Meermalen
volgde dan ook een welverdiend applaus.
Omtrent het ongeluk, in den nacht
van Zondag op Maandag voorgevallen
aan het strand in de nabijheid van Pet
ten, het stranden van de bomschuit
Fierman Eduard (van Katwijk, schipper
B. van Beelen), meldt men het volgende:
Met het opkomen van den vloed sloeg
het schip vol water en rolden de golven
onophoudelijk over het dek, met het treu-
rig gevolg, dat eerst de schipper en daarna
achtereenvolgens nog zes der opvarenden
over boord sloegen. Toen men 's mor
gens het vaartuig van den wal bemerkte,
zag men hoe drie schepelingen zich nog
aan den gaffel hielden vastgeklemd.
Spoedige hulp was noodzakelijk, want
elk oogenblik dreigde de bom uit elkander
te slaan en de ongelukkigen schenen het
niet lang meer te kunnen volhouden.
Met de reddingsboot kon men, van wege
de steenen hoofden van de Hondsbossche
zeewering, geen hulp bieden. Gelukkig
wist men een lijn aan boord te brengen
en zoo mochten de Petteners het genoe
gen smaken, de ongelukkigen behouden
aan land te krijgen.
De namen der geredde schipbreukelin
gen zijn Krijn Toet, Jacob van Beelen
en Pieter Geut.
Naar uit Scheveningen gemeld wordt,
zou dezer dagen nog een andere Kat-
wjjksche visschersschuit op de Noordzee
verongelukt zijn. Het vaartuig werd
overzeild door een Engelsch schip en is
met man en muis vergaan.
Het stoomschip Irene c, van de Kon.
Ned. Stoomb.-Maats., van Smirna bestemd
Daar Amsterdam, is bij Kaap Matapan
gezonken, tengevolge van aanvaring met
het Fransche stoomschip »Euxine«, het
welk mede belangrijke schade leed. De
equipage en passagiers van de Irene*
werden gered en in de Piraeus geland
door het genoemde stoomschip »Euxine.«
Omtrent het verongelukken van het
Hollandsche stoomschip »Astrea" nabij
Pillau, wordt aan de »N. R. Ct." het
volgende gemeld
»Het schip was met koffie en wijn be
vracht, en naar Koningsberg bestemd. Op
Zaterdag in de vroegte geraakte het bij
slecht weder te dicht onder de Pruisische
kust en liep op een rif. De bekomen
schade was zoo groot, dat het stoomschip
terstond zonk. De geheele bemanning
van 17 koppen werd van het naburige
reddingsstation met groote moeite gered,
met achterlating van alles, en keerde
over Koningsberg per spoortrein naar baar
land terug Een hevige storm schijnt
het wrak uiteen te slaan, zoodat de kost
bare lading waarschijnlijk geheel verloren
zal zijn."
De heer J. de Jong, hoofd der
school te Midden-Eierland op Texel, is
bonoemd tot onderwijzer aan de rijks
normaallessen aan den Burg aldaar.
Op Vlieland is aangespoeld een
lijk, met rossig haar en knevel, flink ge
bouwd, naar gissing 34 jaar, hebbende
bij zich een zilveren horloge, waarin ge
graveerd staat: I. Akins 1888.
Dezer dagen werden door een land
bouwer te Anna-Paulowna, die bezig was
met diepploegen op de Schorgronden in
het Oostdeel, vijf doodkisten gevonden,
welke evenveel geraamten bevatten). Van
tijd tot tijd worden ook in andere deelen
van de gemeente in den grond bewijzen
gevonden, dat deze plaats in vroeger eeuwen
is bewoond geweest. Voor geschiedvor-
schers is het wellicht niet van belang
ontbloot, eens na te gaan in welken tijd
deze lijken aldaar aan den schoot der
aarde zijn toevertrouwd.
Na afloop van de Maandagavond
gehouden bijeenkomst in »Plancius«, te
Amsterdam, alwaar Domela Nieuwenhuis
een lezing gehouden had, vormde zich
een troep van omtrent een tweehonderdtal
personen, die zich, in de richting van de
woning des burgemeesters, naar de Keizers
gracht voortbewogen. Toen reeds van
verre de kreten: »Weg met van Tienho
ven »Leve Nieuwenhuis!* gepaard met
het werpen van steenen, zich deden hoo-
ren, wilde de agent, die bij het huis van
den burgemeester geposteerd was, zich
naar het nabijgelegen hulpbureau van
politie op den Prinsengracht begeven om
versterking te halen. Nauwelijks werd dit
van uit den tierenden troep bemerkt, of
men zette den agent achterna om dit te
verhinderen. Op de Westermarkt bracht
men hem niet slechts tot staan, maar hij
werd daar mishandeld, op den grond ge
worpen en getrapt, zoodat de man, erg
gekneusd en gewond, naar het gasthuis
moest worden vervoerd, terwijl de me
nigte door de inmiddels aangerukte ver
sterking met sabel en stok werd uiteen
gedreven.
De »Amst. Ct.« meldt nog:
Een groep sociaal-democraten trok, de
socialistische liederen zingende, de stad
in. Bij de Hortusbrug werden liedjes
verspreid. Op de Joden-Breestraat geko
men, schoot eensklaps een inspecteur toe
met eenige agenten, die voor »Plancius«
vergeefs beproefd hadden de lui tot zwijgen
te brengen, uit de Nazarethsteeg en ver
spreidde de menigte met getrokken sabel
en den stok in de Joden-Breestraat en de
Markenssteeg.
Een steen viel tusschen de agenten, deze
maakten een charge, doch daarmede was
het afgeloopen. Achter de agenten zong
men Oranje boven*, terwgl de sociaal
democraten, hunne liederen zingend, ver
der trokken naar den Dam en den Jor-
daan.
Uit Nijmegen wordt van 20 Nov.
gemeld
Hedenavond omstreeks half zes ure ont
lastte zich boven deze stad een zoodanig
geweldig onweder met hagel en regen
vlagen, als men zich hier niet herinnert
ooit te hebben bijgewoond. Door een der
donderslagen schudden de huizen op hun
grondvesten, terwgl in vele huizen van
eenige straten der nieuwe bovenstad in de
omgeving der rijkskweekschool voor on
derwijzers de gaslichten uitdoofden, het
geen de ontsteltenis en den schrik nog
verhoogde. Sommige personen wierpen
zich op de knieën en zonden smeekge
beden hemelwaarts, terwgl kinderen en
zenuwachtigen aan het schreien gingen.
In de rijkskweekschool voor onderwijzers
sloeg de bliksem en richtte aan het
torentje groote schade aan, terwgl een
schoorsteen verpletterd werd. In de keuken
van den conciërge van het schoolgebouw
sloeg de bliksem een gat in den muur,
onder de kraan der waterleiding, ver
nielde de gasleiding en verbrijzelde veel
keukengereedschap. De bliksem zocht uit
de keuken een uitweg door een raam,
waarvan een glasruit verbrijzeld werd, en
ging rakelings langs het lichaam der
keukenmeid, zonder haar evenwel te de
ren. Een koetsier sloeg door den lucht
druk van den bok van zijn rijtuig, doch
kwam met den schrik vrij.
De gewezen sergeant-majoor en de
fourier van de compagnie jagers, waarbij
onlangs het geval van kwade administra
tie heeft plaats gehad, zgn naar het huis
van burgerlijke en militaire verzekering
op de Prinsegracht te 's-Hage overge
bracht en ter beschikking van den auditeur
militair gesteld om voor den krijgsraad
in het 1ste arrondissement aldaar terecht
te staan.
De compagnies-commandant zal insge
lijks, wegens niet voldoend toezicht op de
administratie, worden vervolgd.
Maandag is een bierhuishoudster te
's Hertogenbosch in hechtenis genomen,
als medeplichtig aan het vervaardigen en
uitgeven van valsche munt.
Bg de verkiezing van een lid der
Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict
Schiedam, zijn uitgebracht 2413 stemmen
van onwaarde 15; volstrekte meerderheid
1200. Gekozen de heer mr. A. P. R. baron
van der Borch van der Wolde (a.-r.), met
1266 stemmen. De hr. jhr. mr. W. Six,
(lib bekwam er 1129.
Te Zaandam beeft de meelmolen
»de Koker", staande in de bebouwde kom
der gemeente, een der roeden afgemalen,
welke in het aangrenzende perceel, een
woonhuis, is terecht gekomen, gelukkig
zonder ongelukken te veroorzaken.
Een milicien der infanterie te Leeu
warden had, ongeveer een uur nadat hij
met groot verlof was vertrokken, gedu
rende welken tijd hij zgn uniform had
verwisseld met burgerkleeding, op straat
een korporaal zijner compagnie, naar aan
leiding van een den vorigen avond ont
vangen berisping, met woorden beleedigd.
Hij is deswege door de rechtbank aldaar
veroordeeld tot 8 dagen gevangenisstraf.
Zooals men weet, blijft een militair,
die den dienst verlaat, volgens art. 4 van
het Crim. Wetb., nog gedurende één jaar
en zes weken aan de militaire wetten
onderworpen, wegens beleediging aan
superieuren uit hoofde van vorigen dienst
gedaan. Wat velen echter niet weten is,
dat wegens een leemte in de militaire
wet, die bepaling niet van toepassing is
op lotelingen, die nog in dienst zgn en
zich met groot verlof bevinden, mits zij
slechts zorgen, dat zij, op het oogenblik
dat zij schelden of beleedigen, niet ge
kleed zgn in militaire uniform.
Een Achterhoeksch boertje had voor
een zijner kennissen op zich genomen, en
passant, in een onzer provinciesteden een
pakje aan de dienstmaagd van een rijk
heer te bezorgen. Bg diens huis geko
men, zag hg de voordeur openstaan en
stapte zonder de minste plichtplegingen,
met bemodderde schoenen, een paar me
ter den met marmer bevloerden gang
binnen. Toen maakte hij halt, draaide
zich een paar maal om, keek eens rond
en geen ander middel ziende om Hanne,
de dienstmaagd, van zgn komst kennis
te geven, begon hij te roepen: Hanne!
Kom es op de delle (dorschvloer)Hanne
Kom es op de defle!" en harder en nog
harder HanneHanne Kom es op de
delleJohanna was uit en mevrouw,
het zonderlinge geroep hoorende, begaf
zich naar de gang en maakte, hoewel
eenigszins geagiteerd, toch in beschaafde
termen ons boertje opmerkzaam op de
zonderlinge wijze van zich aan te dienen.
»Hier is nen peksken van oew vrieër,
Hanne antwoordde de zenuwsterke boer
zoo kalm mogelijk, »maar ik hadde toch
niet edacht, dat ie zoo'n kael op kos
zetten. Dag saom." (Zutph. Ct.)
De bakker H. aan het Schuitendiep
te Groningen ging, naar de N. Gr. Ct.
bericht, Zaterdagavond omstreeks 11 uur
als naar gewoonte, voordat hij zich ter
ruste zou begeven, inspectie houden over
zgn bakkerij en trof aldaar in het don
ker een persoon aan, die op zgn komst
de vlucht nam. De bewoner ging nu
naar de huiskamer om licht te halen,
maar de indringer maakte van die ge
legenheid gebruik om de plaat te poet
sen. Van deze bevinding werd daarna
kennis gegeven aan de politie, die ter
stond een onderzoek in loco instelde.
Bg dat onderzoek bleek nu, dat de
indringer aanvankelijk en hoogst waar
schijnlijk om zich te verschuilen in een
vat was gekropen, welk vat tot zgn
verderf echter gedeeltelijk met stroop ge-
vhld was.
Althans in de bakkerij vond men voet
sporen. door stroop afgeteekend, en die
sporen volgende, kon men nagaan, dat
de indringer achter de woning van H.
verschillende schuttingen was overgeklom-
men en door aangrenzende tuinen de
vlucht had genomen. Evenals Klein
Duimpje de weggeworpen steentjes volgde,
volgde thans de politie het stroopspoor
en kon dat tot aan de Poelebrug voort
zetten, zoodat de dader daar langs zgn
weg had genomen.
Links en rechts werd nu het onderzoek
met ijver voortgezet, en in den nanacht
vond de politie een vrij groote plas stroop
op de stoep vóór de gaarkeuken liggen,
welke vondst nieuw licht in de zaak
bracht. Men kwam toch daarna tot de
wetenschap, dat in de laatste nachten
een persoon, met name J. M., in de gaar
keuken had gelogeerd, en dat die man
vroeger bij den bakker H. dienstbaar was
geweest en reeds wegens diefstal onder
verzwarende omstandigheden een vonnis
had ondergaan. Die persoon werd nu
Maandagmorgen in de vroegte gearres
teerd en alstoen bevonden, dat zijn schoe
nen en pantalon nog met de kleverige
en voor hem noodlottige stroop bemorst
waren.
De machinist van een spoortrein te
Chestertown (Maryland, Vereen. Staten,)
wilde onlangs het water in den stoom
ketel aanvullen, doch bemerkte tot zijn
schrik dat de bij het vertrek gevulde
waterbak achter de locomotief ledig was.
Zeven olifanten van een beestenspel, die
op een open waggon achter den water
wagen vervoerd werden, hadden onder
weg het deksel van den bak opgelicht
en het water tot den laatsten droppel
opgedronken.
Een stads-ambtenaar te Stolpe
(Pommeren) heeft getracht een ontplof
fing te veroorzaken in het stadhuis al
daar, door in de groote zaal alle gaskra
nen open te zetten, nadat hij daar vooraf
in een kast een brandend nachtlicht had
gezet. Zgn aanslag mislukte, doordat hij
een paar ventilators open liet, waardoor
het gas kon ontsnappen.
De man, die vermoedelijk krankzinnig
is, werd gevat te Stolpmünde, waarheen
zich begeven had, na de uitvoering
van zgn plan.
Te Portsmouth en te Dartmoor zijn
twee onschuldig veroordeelden, Murphy
en Brannaghan, ontslagen. Negen jaar
geleden werden zij op beschuldiging van
inbraak bij den geestelijke van Edling-
ham in Northumberland tot levenslange
tuchthuisstraf veroordeeld, en al dien tijd
was het onmogelijk hun onschuld te be
wijzen, tot voor eenige dagen de wer
kelijke daders gevonden zgn. De minis
ter van binnenlandsche zaken heeft thans
de vrijlating gelast der ongelukkigen,
voor wie een geldinzameling zal worden
gehouden.
Ter jongste jubilé-tentoonstelling te
Weenen, dezer dagen gesloten, bevonden
zich weervoorspellende planten, ten aan
zien waarvan de Engelsche consul-gene
raal aldaar het volgende verslag heeft
gezonden aan het ministerie van buitenl.
zaken te Londen. Blijkens een schriftelijke
verklaring, door de hoofdcommissie der ge
noemde tentoonstelling verstrekt aan den
eigenaar dezer planten, zgn de kentee-
kenen nopens een aangeduide verandering
van het weder 96 maal van de 100 waar
genomen gevallen volkomen juist be
vonden.
Bovendien heeft die plantensoort nog
deze eigenschap, dat zij aardbevingen
aanduidt, welke op een grooten afstand
van de plaats waar zij zich bevindt, in
door haar aangeduide richting, binnen
een kort tijdsverloop te gemoet mogen
worden gezien.
Weldra zullen enkele exemplaren van
deze plantensoort te Londen ter bezich
tiging worden gesteld.
Omtrent het ongeluk nabij Noyant
in de leisteengroeven van Misengrain
worden de volgende bijzonderheden ge
meld
De gang, waarin de aardstorting plaats
had, vertoonde reeds eenigen tgd een
spleet. Dondermiddag jl. ontstond er
plotseling een tweede scheur, die met de
eerste een scherpen hoek maakte en op
hetzelfde oogenblik raakte de rots tus
schen deze scheuren los en viel met groot
geraas in de gang, waar ongeveer 60
arbeiders aan het werk waren. De lucht
druk was zoo groot, dat bijna allen ter
aarde geworpen werden en velen daaraan
hun behoud dankten.
Een twintigtal werklieden werd ge
mist en terwijl hun makkers ijverig aan
het werk togen om hen te bevrgden, had
een tweede aardstorting plaats, die de
gang zoodanig opvulde, dat het waar
schijnlijk zes maanden hard werk zal
kosten om ze te ontruimen. De onge
lukkigen, wier kermen en hulpgeschrei
men duidelijk kon vernemen, zgn dus
waarschijnlijk voorgoed tusschen de rotsen
ingekerkerd.
Een groot Fransch barkschip is Woens
dagmiddag voor Scheveningen gestrand. De
wind was zóó hevig, dat de reddingsboot
tweemaal werd teruggeslagen, terwijl ook de
vuurpijlen, door de Neord- en Zuid-IIolland-
sche reddingmaatschappij afgestoken, hun doel
misten. Tot groote ontsteltenis van de duizen-
een menschen aan het strand is het schip op
ongeveer 300 meter van de kust vergaan.
Hartverscheurend was het gezicht van Jiet
strand op de laatste stuiptrekkingen van de
bemanning, welke steeds hooger en hooger,
in het want en de masten klom. Men on
derscheidde duidelijk tien man aan boord,
waarvan drie aan den fokkemast hingen een,
in de ra zat, en de overigen in de masten.
Inmiddels was het eindelijk aan de Noord
en Zuidhollandsche reddingmaatschappij, na
veel tegenspoed gelukt, twee vuurpijlen, waar
aan reddingslijnen, in zee af te schieten. De
eerste pijl sloeg door den wind terugde
tweede pijl was niet toereikend wat draag
kracht betreft, daar het schip ongeveer 500
meter van den duinvoet af in zee stond.
Trouwens, men beproefde een wanhopig mid
del, daar van het schip reeds niets meer te
zien was dan de masten. Toen ook keerde
de reddingsboot weder naar het strand, en
weinige minuten daarna was van het geheele
vaartuig niets meer te zien.
Zouden er nog menschen te redden vallen?
Dit was de algemeene kreet. De voornaamste
reeders lieten wagens met paarden aanrukken,
die de laagwaterlijn naar Katwijk volgden om
bij aanspoeling de drenkelingen te redden.
Nauwelijks was men voorbij het Oranjehotel
of twee personen werden zichtbaar op de hooge
golven. Verschillende personen waagden zich
n zee, o. a. met gevaar voor haar leven, eon
dochtertje van den boekhouder van het Kur-r
haus, den heer Van Randwijck, met het ge
lukkig gevolg dat de personen werden gegre
pen en op een paar karren naar het Kurhaus
vervoerd, waar, gelijk men wist, de directeur-
generaal, de heer Reiss, alles in gereedheid
had laten brengen, om drenkelingen te ont
vangen. De twee matrozen werden daar bin
nengebracht, en onmiddellijk wendden de heer
dr. De Niet en zijn broeder, candidaat in de
medicijnen te Utrecht, alles aan, om de in
bewusteloozen toestand verkeerende mannen
bij te brengen. Doordien de heer Reiss alles
had bijeengebracht, wat tot opwekking van
drenkelingen noodig is, gelukte dit vrij spoedig,
zoodat de patiënten liunne spraak herwonnen
en eenige bijzonderheden konden mededeelcn.
De man die het eerst was gered heet Eu-
gène Guerre, de tweede Fran<?ois Personique,
afkomstig van Quiberron nabij Lorieut, departe
ment Morbihan. Deze verhaalde aan den
hoofdcommissaris van politie, den heer Van
Schermbeek, die spoedig te Scheveningen aan
wezig was, dat het schip reeds tien dagen in
gevaarvollen toestand verkeerde, dat het sedert
Dinsdagochtend 8 nur een lek had bekomen,
en de bemanning van dien tijd af den gehee
len nacht door had gepompt, zonder ander
resultaat dan dat men hier voor de kust kwam.
Toen was men bet schip niet meer meester,
en hield men volle zeilen op om zoo mogelyfe
den wal ts bereiken totdat men vast raakte,
en de bemanning bet schip aan geluk of on
geluk overliet. Men zag de pogingen die van
het strand tot redding werden aangewend.
De twee geredden, die niet zwemmen konden,
hadden zich in zee geworpen. De kapitein,
die met de papieren in een ra zat, viel over
boord bij het kappen van den middenmast.
De kapitein was genaamd Louis Grouelle.
Het schip, dat 26 jaren oud is, was geladen
met kolen, kwam van Grimsby en was voor
Fransche rekening in Engeland gekocht. Het
was bestemd naar Buenos-Ayres. De beide
geredde personen zijn 32 en 26 jaren oud.
Nadat de beide drenkelingen in het Kurhaus
waren gebracht en daar in een der logeer
kamers te bed waren gelegd, werden zij met
de meeste inspanning verpleegd en dr. De
Niet en dr. v. d. Mandele meenden gerust
stellende verzekeringen te kunDen geven voor
het behoud van het leven.
Van het schip is niets overgebleven. Van