't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT.
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Eerste Blad.
No. 1649.
Woensdag 5 December 1888.
Zestiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
3e Winter-Concert op Dinsdag 4 Dec. 1888
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderljjke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBEHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Aavortentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 4 Dec. 1888.
Vrijdagavond hield de Ch. Jonge-
lings-Vereeniging »Uw heil komt," een
buitengewone vergadering in 't kerkge
bouw der Chr. Geref. Gem., tot herden
king van Neêrlands 75-jarige onafhan
kelijkheid. De kerk was geheel met
belangstellenden gevuld. De president
der vereeniging, de heer L. Rumpff, opende
de bijeenkomst en leidde die verder ge
durende den avond. Als sprekers traden
op de hh. N. Oosterbaan, D. Kok en J.
de Koning; ze behandelden respectie-
le. De ondergang van de Republiek
der zeven Provinciën, de vernedering van
ons volk gedurende de Fransche over-
heersching, en 't herstel van ons volks
bestaan bij de terugkomst van 't in 1795
verdreven Oranjehuis.
2e. Prins Willem I als grondlegger
onzer vrijheid in den tachtigjarigen strijd
met Spanje (1568), en Prins Willem III
als de held, die ons van de Fransche
overheersching verloste (1672).
3e. Prins Willem III als voorvechter
en beschermer van 't Protestantisme in
Engeland (1688).
Alle sprekers deden ten duidelijkste
uitkomen den band, die er sinds drie
eeuwen tusschen 't Huis van Oranje en
't Nederlandsche volk bestaat.
De heer F. de Boer, organist, voerde
tot opluistering der bijeenkomst eenige
stukken op 't orgel uit, waarbij 't lied
>0 God, verlaat mijn Neerland niet,"
een bijzonderen indruk maakte. Ook
werden door alle aanwezigen van tijd tot
tijd vaderlandsche en geestelijke liederen
aangeheven.
Ook in het lokaal voor Evangeliesatie
in de Palmstraat, werd door de Chr.
Jongelings-Vereeniging Spreuken 9 10a,
met medewerking van de Zangvereeniging
Zingt den Heere", de 75-jarige onaf
hankelijkheid van Nederland, en de terug
komst van Oranje op 30 November 1813,
op feestelijke wijze herdacht. Ds. Moeton
trad aldaar als spreker op en hield een
treffende rede, naar aanleiding van Psalm
44, vers 15. Afwisselend werden door de
Zangvereeniging en de aanwezigen feest
liederen gezongen. Het gebouw was ook
daar stampvol.
Zaterdag is alhier door experts een
onderzoek ingesteld naar den toestand van
het Eugelsche stoomschip Balcarres Brook,
hetwelk Vrijdag in de Zuidergronden
strandde en hier werd binnengesleept.
Het schip bleek in voldoende zeewaar-
digen staat te verkeeren, om de reis naar
Hamburg te kunnen vervolgen.
Vrijdag heeft ten Raadhuize alhier
de verkiezing plaats gehad van drie leden
der Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Door 26 stemgerechtigden werd aan deze
verkiezing deelgenomen. De uitslag is
geweest als volgtHerkozen zijn de hee-
ren L. W. F. Oudenhoven, C. D. Zur
Mühlen en S. Schellinger, respectievelijk
met 23, 21 en 19 stemmen. Opdenkeer
A. S. Manheim werden 8 stemmen uitge
bracht.
Op het drietal bij de Evang. Luth.
gemeente te Medemblik komt voor de heer
J. C. Geelhuijsen, predikant alhier.
Amsterdam, 1 Dec. Volgens opgave
van Bureau Veritas zijn in de maand
Oct. 1888 verongelukt 76 zeilschepen,
alsvan Duitschland 10, Amerika 12,
Engeland 22, Oostenrijk 1, Denemarken
4, Frankrijk 4, Griekenland 2, Neder
land 2, Italië 1, Noorwegen 12, Portugal
1, Rusland 3, Zweden 2. Door stranding
verongelukten 34, door aanvaring 5, door
brand 4, gezonkeD zijn er 10, verlaten
12 en afgekeurd 10, terwjjl er 1 werd
vermist. In dezelfde maand verongeluk
ten 18 stoomschepen, alsvan Duitsch
land 1, Amerika 2, Engeland 11, Frank-
rjjk 1, Griekenland 2, Rusland 1. Door
stranding verongelukten 8, door aanva-
ring 4, door brand 1, gezonken zijn er
2, verlaten l en 1 afgekeurd, terwijl er
1 werd vermist.
De redactie van het Maandblad
tegen de vervalsching van levensmidde
len en handelsartikelen" heeft eenige nit
Hillegom afkomstige ulevellen onderzocht,
na welker gebruik zich bij kinderen vergif
tigingsverschijnselen voorgedaan hadden.
Bij onderzoek bleek het papier waarin
ze gewikkeld waren licht groen gegla
ceerd papier sterk vergiftig te zijn.
In het blad (no. 5) komt ter kennis
making een strookje van zulk papier voor.
De redactie voegt er bij, dat verschillende
leveranciers gewaarschuwd zijn en dat zij
de partyen, die zij in voorraad hebben,
zullen vernietigen.
Intusschen mogen de ouders oppassen.
Te Egmond aan Zee is een lijk aan
gespoeld, hetwelk vermoedelijk behoorde
tot de bemanning van het op 21 Nov.
jl. bij Scheveningen gestrande Fransche
schip Ango". Aangezien de geredde be
manning van dat vaartuig vertrokken
was, en alzoo de identiteit niet kon be
wezen worden, heeft de photograaf Chris-
pijn uit Alkmaar, van dat ljjk een af
beelding genomen om, door bemiddeling
van het Fransche consulaat, aan de fami
liebetrekkingen van den overledene ter
herkenning te worden opgezonden. Het
lijk werd inmiddels op de algemeene be
graafplaats aldaar ter aarde besteld. De
kist werd bereidwillig gedragen door de
verpleegden der Prins Hendrik-Stichting"
en was gedekt met de Fransche vlag.
Onder de vele belangstellenden werden
opgemerkt de Consulaire agent, de heer
C. de Groot, en het hoofd van het plaat
selijk bestuur.
Op een adres van S. P. Kuijper en
C. Kalis Jz., te IJmniden, houdende ver
zoek om op Rjjksgrond aldaar, hetzij tus
schen den steiger en de sluis, hetzij op een
gedeelte kanaalgrond vischafslag te mogen
houden, is door den minister van water
staat, handel en nijverheid aan adressan
ten te kennen gegeven, dat geen termen
zijn gevonden om in hun verzoek te treden.
Bij koninklijk besluit is „C. J. J. H.
van Kempen" benoemd tot burgemeester
der gemeente Wienngen.
Op het oogenblik worden in het
Rijks-krankzinnigengesticht te Medemblik
498 lijders verpleegd.
Uit Yenloo.
Naar men verneemt zal een gerechte
lijke vervolging wordeu ingesteld tegen
den ambtenaar van den Burgerlijken Stand
der gem. T., die vóór eenigen tijd een
huwelijk sloot binnen 300 dagen na de
ontbinding van het voorafgaande huwelijk
der bruid.
Op 4 Febr. 1889 en volgende dagen
zal te Rotterdam een examen worden af
genomen
a. voor 80 plaatsen als kommies 4e kl.
der directe belastingen, invoerrechten en
accijnzen, op een bezoldiging wegens trac-
tement en toelage van f480 's jaars, voor
welke betrekking in aanmerking komen
zij, die een gezond en sterk lichaamsge
stel hebben, ongehuwd, niet beneden 23
en niet boven 28 jaar oud zijn en vol
doende ervaren in het lezen, schrijvEn en
de eerste gronden der rekenkunde, terwijl
de hoogste leeftjjd voor gepasporteerde
onderofficieren, die minstens 12 jaren dienst
hebben, op 34 jaar, en voor gepaspor
teerde onderofficieren of andere militai
ren, die minstens 6 jaren militairen
dienst hebben, op 30 jaar is bepaald.
Nabjj Sittard heeft zich zekere D.
uit Schinnen, vader van een talrijk ge
zin, even voor het passeeren van een
trein aldaar, met zijn hals op een der
spoorwegrails gelegd, met het gevolg, dat
zijn hoofd van zijn lichaam werd afge
sneden. Bedoelde persoon had zich vooraf
van zijn jas en pet ontdaan. Hjj werd
eenige minuten daarna door den spoor
wegwachter O. gevonden, liggende op den
buik, buiten de rails terwijl zijn hoofd
midden tusschen de rails zich bevond.
Achteruitgang van zaken wordt ver
moed de aanleiding tot dezen zelfmoord
te zijn.
De zeeramp voor Scheveningen
V. schrjjft o.a. in het Vaderland:
»Ik was gisteren aan het strand en
onderzocht het aangespoeld stuk wrak
van de »Ango", maar stond verbaasd,
dat men een zoodanig rot schip naar zee
heeft laten gaan. De spanten, en vooral
de voorspanten, bij de scheg afgebroken,
waren grootendeels vermolmd, de ijzeren
binten bijna totaal verteerd, en zooals
dit stuk is, zal de rest ook wel zijn.
Dat schip moest lek springen by
eenige zware werking, moest direct na
stranding uit elkaar slaan, er was geen
verhand, geen kracht in
Schande, zoo'n schip te laten varen en
daarom geef ik dringend in overweging
aan de daarvoor gestelde autoriteiten, om
voor men tot de slooping overgaat, door
deskundigen proces-verbaal te doen op
maken en dit te zenden aan de Fransche
Regeering, opdat die den reeder aanspra
kelijk stelle voor den dood der bemanning.
Dat moet mijns inziens gestraft wor
den.
Er moet een streng verhoor plaats
hebben van de beide geredden, waaruit
moet blijken of er booten aan boord wa
ren en hoe of de toestand van zeilen en
tuig was, en dat proces-verbaal moet in
alle bladen der wereld worden opgeno
men ter waarschuwing voor anderen.
Dat de bark te Egmond niet zoo spoe
dig uit elkander is geslagen, zal zeker
wel aan den beteren toestand van het
schip liggen het woei daar even hard en
de branding was er even hevig, doch het
heeft 't tot zeven uur, toen het handzamer
weer werd, kunnen houden, waardoor de
reddiug der manschappen mogelijk werd.
Was het N. schip op de Razende Bol
slechts geweest, dan zeker had 't geen
drie dagen en nachten met noodweer
kunnen uithouden.
Te Egmond had men nog tijd en ge
legenheid iets van het s- -hip te beproe
ven om gemeenschap met den wal te
krijgen, hier te Scheveningen sloeg het
schip bij het eerste stooten reeds zoo goed
als uit elkander.
Men mag nu de Reddingsmaatschappij
een grief maken, dat alles niet zoo pre
cies was als men dat zou verlangen, dat
is niet kwaad, zoo'n beetje wakker schud
den mag ik wel, maar dat is zeker, wan
neer de »Ango" het tot zeven uur had
uitgehouden, alle opvarenden door onze
Scheveningers gered waren, die even goede
zeelieden zijn als de Egmonders.
De verschillende op- en aanmer
kingen over onze kustwacht, die de laatste
dagen naar aanleiding van de schipbreuk
der »Ango« zijn te berde gebracht, blyken
niet alleen Scheveningen te gelden. Men
meldt toch uit Ouddorp, omtrent de ge
lijktijdige schipbreuk van de Atlantic c
aldaar, het volgende;
Bij het voor den dag halen der red
dingsmiddelen moet het gebleken zijn, dat
de boot onklaar was en het schiettoestel
niet te hanteeren.
Voor de aangespoelde schipbreukelingen
waren geen droge kleederen voorhanden.
Nadat ze zich by de lichtwachters wat
gedroogd hadden, werden ze in open
wagens, in storm en regen, drie kwartier
ver naar het dorp gestransporteerd. Onder
hen was er één met een gapende wond
boven het oog, een ander in bewusteloo-
zen toestand en met gebroken arm aan
gedreven en een derde zóó bewusteloos,
dat men meer dan drie kwartier werk had,
eer hij teekenen van leven gaf.
Ook was de achtste der aangespoelden
niet dood, maar moet van koude gestorven
zijn, omdat men hem te lang op het strand
heeft laten liggen. Een der geneesheeren,
die tegenwoordig waren, moet verklaard
hebben, dat men dien persoon by tijdige
behandeling ook in het leven had kunnen
houden.
Roof- en hebzucht hadden vrij spel.
Ergelyk is het, dat zelfs de aangespoelde
kisten der beroofde, half naakte schepe
lingen niet ontzien, maar ook daarvan
een paar leeggestolen werdeu.
Uit Vlissingen schryft men aan de
Midd. Ct.:
Weinig had het gescheeld of het Neder-
landsch loodswezen alhier had dezer dagen
wederom het verlies van een der leden
van zijn personeel te betreuren.
De zeeloods J. P Baljé, gepasseerden
Zaterdagnacht het Engelsch stoomschip
„Ingoldsby" naar zee gebracht hebbende,
zou door de jol van den afhaalkotter
buitengaats afgehaald worden. Daartoe
werd, toen de jol langszijde van het stoom
schip gekomen was, een touwladder buiten
boord gehangen, waarvan de loods gebruik
maakte om in de jol te komen. Nau
welijks bevond de loods zich op de ladder,
of dezo brak en hy viel daardoor tusschen
de jol en het stoomschip in zee. Bij het
heerschende stormweder en de hooge zee
was zijn toestand niet zonder gevaar, daar
hij, hoewel kunnende zwemmen, in zijne
bewegingen belemmerd werd door zijn olie
pels en zware waterlaarzen. Na ruim tien
minuten in zee gelegen te hebben, mocht
het gelukken hem aan boord der jol te
krijgen.
Hoewel dus met den schrik vrij geko
men, is hy toch onder geneeskundige
behandeling.
De 14-jarige zoon van den landbou
wer W. Hermsen, die in den avond van
10 Sept. 1.1. opzettelijk de boerderjj zijns
vaders in Neerbosch in brand stak, waar
door die boerdery geheel in de asch werd
gelegd, is door de rechtbank te Arnhem,
als hebbende gehandeld zonder oordeel
des onderscheids, ontslagen van rechtsver
volging, doch de rechtbank gelastte te
vens de plaatsing van den knaap in een
rijksopvoedingsgesticht, totdat hij den 18-
jarigen leeftyd zal hebben bereikt.
Donderdagmiddag te 2 uren kwam
een opgeschoten knaap ten kantore van
>de Amsterdamsche Bank< een cheque
presenteeren, ter grootte van f 3000 on
geveer.
De kassier, die den jongen kende als
in dienst bij iemand, wiens handteekening
aan de Bank zeer goed bekend is, koes
terde argwaan en vroeg den knaap, hoe
hij aan dit stuk, dat valsch bleek, geko
men was.
Hij zeide dit van een heer op de straat
ontvangen te hebben, voor wien hij het
tegen belooning van f0.10 zou gaan in
wisselen. Natuurlijk ging men zich nu
buiten vergewissen, waar werkelyk »de
heer« liep te drentelen, die bespeurende
dat men lont had geroken, het ijlings op
een loopen zette.
Met behulp van een politieagent werd
hij echter gegrepeu en naar de Halve
maansteeg gebracht.
Men meldt uit Wageningen
By Opheusden werd door schipper Broek-
hujjzen geschoten op visch in de rivier.
De slag was zeer geweldig en op 20 mi
nuten afstand hoorbaar.
Toen men er op afkwam vond men B.
vreeselyk gewond. Een hand was weg
geslingerd en de andere hand, benevens
een paar vingers, weggenomen. Ook aan
hoofd en beenen was hy verwond. Drie
geneesheeren verleenden hulp.
Men twijfelt of het wel een geweerschot
is geweest, waarmede hij zich zoo deerljjk
verwond heeft. (Bij deze verboden visscherij
worden ook wel dynamiet-patronen gebe
zigd).
Een oud paard van den baron Van
Pallandt van Rosendael, dat moest dood
geschoten worden, werd, daar de familie
veel met het dier had opgehad, in het
park van het kasteel, achter de oranjerie,
begraven. Dit kwam ter ooren van een
drietal personen uit Klarendal te Arnhem,
die weldra het plan hadden gevormd
en het ook hebben uitgevoerd om het
paard in den nacbt weder op te graven
en in stukken mede te voeren naar hunne
woonplaatsen.
De politie te Klarendal kwam op het
spoor van de daders van den diefstal door
de huid van het paard. Deze toch was
door een der bedoelde personen alle
drie zijn het oude bekenden der politie
verkocht, terwjjl het is gebleken, dat het
paardenvleesch gebruikt is in den mid-
dagpot.
Aan het station Nieuwersluis is de
wisselwachter B., bij het aankoppelen van
den naar Utrecht vertrekkenden sneltrein
van 4.40 uit Amsterdam, tusschen de
buffers gekomen. De dood volgde bjjna
onmiddelljjk.
Onder bijwoning van een talrijk pu
bliek had Vrijdag ter terechtszitting
der Arrondissements-Rechtbank te Mid
delburg de uitspraak plaats van het von
nis ten laste van Pieter de Koeijer, oud
44 jaar, arbeider, geboren te Akstel, wo
nende te Ierseke, gedetineerd te Middel
burg, waarbij hij ter zake van: doodslag
op de vrouw vau C. Meijaard, gevolgd vau
diefstal, waarbij de schuldige het weg te
nemen goed onder zjjn bereik heeft ge
bracht door middel van braak en gepleegd
met het oogmerk om de uitvoering van
den diefstal gemakkelijk te maken, is ver
oordeeld tot een gevangenisstraf van 20
jaren met ontzetting voor den tyd van
22 jaren van de vaderljjke macht en het
recht om te zjjn voogd of toeziende voogd,
curator of toeziende curator over eigen en
andere kinderen.
De deken van Rochester, Dr. Hole,
heeft onlangs in de kathedraal van Ro
chester een reeks van preken gehouden
over matigheid, en de afschaffers van Kent
kwamen flink op om, zoo zjj dachten, de
onthouding van sterken drank te hooren
aanprijzen. Men stelle zich hunne teleur
stelling voor, toen, in plaats hiervan, Dr.
Hole, terwjjl hy in krachtige bewoordin
gen dronkenschap en alle onmatigheid
afkeurde, als zjjne overtuiging te kennen
gaf, dat zjj, die matig drinken, manneljj-
ker en edeler handelen dan zjj, die, we
gens het gemis aan zedelyke kracht, in
het geheel geene sterke dranken gebrui
ken. Er zjjn menschen, zoo zeide hy, die
de Engelsche kerk uit haar tegenwoordige
positie als een matigheidsgenootschap
willen maken tot een afschaffingsgenoot
schap maar hy zou zoo iets nooit voor
staan. Hy keurde het niet goed altjjd
de drankverkoopers te verwenschen, over
tuigd als hjj was, dat velen hunner bigde
zouden zjjn, als zjj de dronkaards kwijt
konden raken doch hjj zou een genees
middel tegen dronkenschap zoeken in be
tere woningen en vrooljjker omgeving van
den werkman.
Deze opmerkjngen werden door de
Kentsche afschaffers zwaar gegispt. Zjj
konden het Dr. Holle niet vergeven, dat
hjj een matigheidsonderwerp anders dan
als een afschaffingsonderwerp behandelde,
en dat hjj, over dronkenschap sprekende,
het redmiddel niet zocht in geheele af
schaffing, maar in matigheid. Hjj be
schouwde alcohol als éen van Gods Goede
Gaven, tot gebruik en genot geschapen.
Deze en dergelijke opmerkingen van den
deken werden als disgnnsting bestempeld
en in openbare vergaderingen afgekeurd.
Sedert dit onderwerp in de provinciale
pers besproken werd, heeft het ook in de
groote steden de aandacht getrokken; de
groote meerderheid trekt voor den deken
partjj. Zelfs wjjdt the Times een hoofdar
tikel aan de quaestie, waarin matigheid,
in tegenstelling met geheele afschaffing,
wordt aanbevolen.
Aanvang 's avonds 8 n.
1. Tivoli Marsch. Michaëlia. 2. Ouvertore zu
Vietor Hugo's Drama „Ruy Bias". F. Mendels-
aohn Bartholdij. 3. Romance „Sana paroles". A.
Klughardt. 4. Grande Fantaisie de 1'opéra „Faust".
Ch. Gounod. Pauze. Ouverture de 1'opéra
„Si j'etai8 RoiAdolphe Adam. 6. Morceaux
caractériatiqnea. d'Ernest Gillet, a. Entr'acte Ga
votte. b. Loin du Bal, fop verzoek). 7. Oceana-
Walzer. Aug. Cahubley. 8 Fantaiaie nach motiven
a. d. operette„Der Zigeunerbaron. Joh. Strauss.
Postori] en.
LIJST van brieven, enz., geadresseerd aan
onbekenden, gedurende de le helft der maand
November 1888
J. Leeger, Amsterdam. Wed. Haschagen
id. J. Hoogedoorn, id. J. van Wouw, id.
Mej. van Linden, id. G. C. Bijl, id. Apel
doorn, id. Mevr. Jehu, id. Van AnnaPaul.-
Polder. P. Roos, Hilversum. Briefkaarten,
J. Beijl, Amsterdam. Mej. S. Siesterman van
Ooijen, 's Gravenhage. Wed. van Velsen.
Haarlem. Brieven, verzonden geweest naar
Frankrijk. Mej. C. M. T. Meij, Parijs.
De Directeur van het Postkantoor,
POLVLIET.
Marine en Leger.
In tegenspraak met het bericht, per jongste
Indische mail ontvangen, verneemt de N. R. Ct.,
dat er geen voornemen bestaat om Zr. Ms.
stoomschip Zilveren Kruis uit Oost-lndiête doen
repatrieeren.
Rapporten, overdien bodem tijdens zijn reis,
rond Kaap Hoorn over Japan naar Batavia ont
vangen, moeten aanleiding hebben gegeven dat
het departement van marine te Batavia werd
aangeschreven, om het Zilveren Kruis niet zonder
nader onderzoek naar Nederland terug te zenden
en dat in geen geval tot kostbare reparatiën
mocht worden overgaan.
Is men goed ingelicht, dan is hierop zoodanig
rapport ontvangen, dat machtiging is gegeven om
genoemden oorlogsbodem buiten dienst te stellen.
Na ongeveer twintigjarigen leeftijd is dergelijk
tegenvallen niet te verwonderen.