't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1661.
Woensdag 16 Januari r1889.
Zeventiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlgke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Aavortentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 15 Jan. 1888.
Tot ontvanger der Registratie en
Domeinen alhier, is benoemd de heer A.
Gordon, thans te Weert.
Met ingang van 15 dezer is benoemd
tot gezagvoerder van de loodstransport-
■toomboot „Schelde" de loods P. De Jong,
alhier, ter vervanging van kapitein J. De
Waard, die met dien datum op zijn ver
zoek wordt gepeusionneerd.
De heer R. Onnes is niet benoemd
tot gezagvoerder, maar tot stuurman op
het lichtschip »Terschellingerbank".
De loting voor de lichting der nati
onale militie van 1889 zal alhier plaats
hebben op Donderdag 21 Februari voor de
ingeschrevenen in deze gemeente en op
Vrgdag 22 Februari voor de ingeschrevenen
in de gemeenten Texel, Vlieland, Terschel
ling en Wieringen.
Morgenavond zal, volgens aankon
diging, in Tivoli door de Schouwburg-
maatschappij onder directie van Alex.
Faassen Co. worden opgevoerd
Vrienden van ons," van Victorien Sar-
dore. Reeds meermalen mocht dit too-
neelgezelschap voor ons optreden en
telkens met uitmuntend succes. Ook nu
hebben we de beste verwachting, daar de
hoofdrollen aan erkende specialiteiten zijn
toevertrouwd, en wenschen den onder
nemer een ruime opkomst van 't publiek
toe.
Naar wij vernemen zal de heer Fabius,
lid van de Tweede kamer der Staten Gene
raal, behoorende tot de anti-revolutionaire
xichting op 5 Februari a. s. in Tivoli
alhier als spreker optreden*
Vrijdagavond trad in Tivoli als
spreker op Dr. J. Zaajjer Az., lid der
Tweede Kamer, daartoe uitgenoodigd door
't Dep. Helder, »Tot Nut van 't Alge
meen". Spreker had tot onderwerp ge
kozen »Vrghandel en Protectie" De op
komst van belangstellenden was niet zoo
ruim, als we dit hadden verwacht.
Dr. Zaag er toonde een flink redenaar
te zgn, die zgn onderwerp wel meester
was en er behoorljjke studie van gemaakt
had. Met de tabellen der statistiek in de
hand, vergeleek spreker 't stelsel van
vrijhandel, dat door Engeland en Neder
land wordt gevolgd, tegenover 't protec
tionisme, dat door groote rijken, o. a.
Amerika en Duitschland, wordt gehul-
digd. De nadeelen van 't protectionisme
werden in 't licht gesteld, waarbij werd
aangetoond hoe handel en nijverheid
daardoor juist zgn achteruitgegaan. Voor
een kleine staat als Nederland achtte
Bpreker den vrghandel onontbeerlgk en
zou, volgens hem, 't een ramp wezen
wanneer daarmede gebroken werd.
Na afloop werd den heer Zaaijer dank
toegebracht door den heer E. Bron, voor
zitter van 't departement Helder.
Twee visschersvaartuigen, de bla
zerschuiten T X 75 en 2, liepen Donder
dag met schade te Texel binnen. De
eerste had den mast verloren door een
aauvaring van Zr. Ms. stoomschip ♦Alk
maar". De andere schuit was op de
steenen van den Helderschen zeedgk ge-
loopen. De mastelooze schuit werd door
andere vaartuigen binnengesleept.
Het onderzoek met het duikertoe-
Btel van de visschers Van Gelderen, uit
Goêree, naar het wrak van de ♦Ango",
heeft geen gunstigen uitslag opgeleverd.
De duiker heeft waargenomen, dat het
wrak veel te diep in 't zand ligt om 't
los te krijgen. Verder ontdekte dat
het sterk gekoperd was en vond veel
staal, touwwerk van het want, ankers,
kettingen, trossen en meer tuigage, maar
alles ligt zoo verward, dat 't niet naar
boven te krijgen was. Reeds Vrgdag is
het personeel met den duiker terugge
keerd. Wellicht dat de kooper nog zal
beproeven met een oude schuit bg 't wrak
te gaan ligggen om er uit te halen wat
er uit te krijgen is.
Twee afgevaardigden uit het werk-
liedenpersoneel bg 'srgkswerf te Amster
dam zgn ter audiëntie toegelaten bg den
minister van marine, om hem te verzoeken
den aanbouw van het nog benoodigde
schip voor de verdediging binnenslands,
en wel op gemelde rijkswerf te doen plaats
hebben.
Men schrgft uit Medemblik
Sedert 1 Januari is er. in onze oude
veste een oud gebruik afgeschaft.
De nachtwacht of klepperman, welke
zoovele jaren heeft dienst gedaan, behoort
tot het verledene. Het typische »ellef
heit de klok, de klok heit ellef« enz.,
wordt niet meer gehoord, en onze goede
bewoners worden niet meer door- zgn
eentonig geklepper en geroep in de zoete
rust gestoord.
Omtrent de te Groningen plaats
gehad hebbende brandstichting, deelt de
N. Gron. Ct. de volgende nadere bij
zonderheden mede
Reeds kort nadat er brandalarm was
gemaakt, was er ook politie op de plaats
des onheils aanwezig. Al terstond bij
het binnentreden van bet brandende per
ceel kwam haar de brand verdacht voor,
te meer nu men duidelgk kon waarne
men, dat het huis op drie verschillende
punten brandende was, die volstrekt niet
met elkander in verband stonden. Voorts
werd men gewaar, dat de bewoners van
het huis uit de stad waren en dat kort
te voren een zoon, die tgdens hunne af
wezigheid hunne winkelzaak zoude waar
nemen, de woning had verlaten. Nu werd
die zoon, die met zgn vrouw aan den
Noordbinnensingel, niet ver van bet bran
dende perceel woonde, opgehaald, ten
einde zoo mogelgk in dit raadselachtig
geval eenige opheldering te geven, maar
zgn vreemde houding, gepaard met zgn
tegenstrijdige antwoorden, gaven aanlei
ding, dat hg en zgn vrouw als verdacht
van moedwillige brandstichting werden
gearresteerd en naar het politiebureau
overgebracht.
Achteruitgang van zaken moet hen tot
die daad hebben gebracht.
De brandstichter is bereids naar de cel
overgebracht, terwijl het echtpaar W.,
dat Woensdagavond met den laatsten
trein te dezer stede van zgn noodwendig
uitstapje terugkeerde, onmiddellijk na
aankomst door de politie werd gearres
teerd.
Daartoe door het gs in de Zuiderzee
genoodzaakt, nemen de van Amsterdam
naar Friesland bestemde stoombooten haren
weg langs het Noordh. kanaal en Nieuwe-
diep. Voor zeil vaartuigen is een groot
deel der Zuiderzee geheel onbevaarbaar.
Te Heteren is in een armoedig
hutje, bewoond door twee gezusters, die
haar leven sleten met dagelijks te vechten,
de oudste op een hoop asch, onder den
schoorsteen, dood gevonden. Vroeger had
den zg zich al eens voorgenomen den
hongerdood te sterven, doch thans was er
bg het overigden geld en brood in huis.
Aangezien de omwoners korten tijd te voren
nog een vechtpartij hebben gehoord, en
de vader en moeder ook steeds op vreemde
manier hebben geleefd, hoort men allerlei
vermoedens uiten.
De overledene, die vroeger geregeld be
delde, was in den laatsten tgd maar zelden
meer gezien. Zg, die in de laatste dagen
de hut bezochten, waren verbaasd over
den beklagenswaardigen aanblik, dien zg
van binnen opleverde.
In den vooravond van Vrgdag had
te Stadskanaal een inbraak en diefstal
plaats bg de weduwe Kievits. De dief
of dieven moeten voor een waarde van
f 25,000 aan geldswaardige papieren, goud,
zilver en geld hebben medegenomen.
Te Vucht heeft zekere Van Enge
len een moordaanslag gepleegd op de
vrouw van den herbergier v. H. Door
te bukken werd zg niet getroffen, maar
drong bet mes, waarmede hg naar haar
stak, zeer diep in een deur.
Het kappen van netten op zee.'
Den 4n November 1888 lag de Maassluische
logger M. A. 97, vUtrecht" in de Noordzee op
53° N.B., ongeveer 8 mijlen van de Eng. kust,
buiten de territoriale wateren om de O.N.O.
Des avonds te 5 uren werd de vleet uitge
worpen en een volgenden dag bevond men,
dat de vleet vast zat aan de inmiddels bijge
komen bom Sch. 208. Dien dag en den vol
genden was het te rnw weder om iets te doen
den 7n des avonds werd 't weer iets beter en
men trachtte de vleet binnen te halen. Van
alle netten kwamen er 18 binnen, de reep was
in en ook aan enkele brails, die op
gepikt werden, zag men dat ze gekapt waren.
Waarom? Tot behoud van eigen vleet? Of
uit moedwil? In elk geval: 20 netten, ter waarde
van f 1700, waren verloren. En schipper Pronk
van de Sch.bom 208 stond Donderd. terecht voor
het kantongerecht te 's Gravenbage, ter zake
van het kappen van netten. Hij erkende, tot
het behoud van eigen vleet, de brails van de
andere vleet te hebben doorgesneden. Maar
de opvarenden van de /Utrecht" verklaarden,
dat ook enkele touwen, waarmede de netten
aan de reep waren bevestigd, afgesneden
waren.
Door wien? Er was in de nabijheid geen
andere bom dan de Sch. 208; de verdenking
der bemanning van de «Utrecht" viel dus op
die van de Sch. 208. De getuigen h charge
verklaarden nog, dat de ontwarring der beide
vleten zonder kappen had kunnen geschieden.
Getuigen h décharge ontkenden dit en ver
klaarden tevens, dat er meer schuiten in de
buurt waren geweest. Doch alleen met de
vleet van de Sch. 208 was de verwarring.
De getuigen k charge verklaarden dat de
reep zeer gaaf in zee is gegaan, en stuk er
uit is opgehaald. Het uiteinde bleek, althans
ten deele, te zijn afgesneden, maar door wie
dit was geschied kon geen van allen verklaren.
Wel werd verklaard, dat bij 't inhalen van
de vleet op de «Utrecht" 't want zeer ver
ward was, en men enkele deelen los moest
snijden.
Het O. M. meende, dat 't moeilijk was uit
den chaos der verklaringen wijs te worden.
Is er gekapt en wanneer? Door wie en hoe?
Het stond vast dat er gesneden is, en even
zeer dat dit is gebeurd tusschen 't uitwerpen
en 't ophalen der vleet. Door wie? ZEA.
meende dat redeneering leiden moest tot de
overtuiging dat, behalve de brailtouwen, ook
de reep en andere touwen door de beman
ning van de Scheveningsche bomschuit zijn
gekapt. In elk geval stond het kappen van
4 brailtouwen vast. Hij vorderde tegen
schipper Pronk 25 gulden boete of 5 dagen
hechtenis.
Uitspraak over 8 dagen.
Den 29en dezer maand zullen voor het kan
tongerecht, in een buitengewone strafzitting,
weder 2 zaken van soortgelijken aard dienen.
Aan een particulier schrijven van
een onzer jeugdige plaatsgenooten, die naar
Transvaal is getrokken, ontleenen wij het
volgende, het ook nuttig achtende dat
sommige opmerkingen omtrent de reis,
ter meerdere kennis gebracht worden:
Als u wil kunt u misschien velen een dienst
bewijzen, die naar de Transvaal wenschen te
gaan. Ik heb hier een dertigtal Hollanders ge
sproken die over Port-Natal zijn gekomen.
Allen klaagden zeer over die reis, allen zijn
er ook slecht afgekomen, 5 of 6 weken heeft
da landreis met den ezelwagen geduurd, en een
slechten weg is het. Yooreerst duurt de reis
met de boot naar Port-Natal 3 dagen langer
dan zij die de reis tot de Kaap doen, twee
dagen blijft de boot te Kaapstad voor zij de
reis naar Port-Natal vervolgt, ook nog andere
stations doet de boot aan. Van Port-Natal is
de reis eerst per spoor naar Lady-Smith, dan
kan het zijn dat men daar 3 weken op een
ezelwagen moet wachten; men kan dan wel
met den postwagen mede, maar dit is vrij duur
en dan nog moet de bagage achterblijvener
zijn personen die zulks gedaan hebben en die
van drie tot zes maanden op hun goed ge
wacht hebben, waar bij komt dat het bescha
digd aankomt. Te Lady-Smith aankomende ge
durende den regentijd, dan is het wachten op
een vervoermiddel somtijds twee maanden.
De reis over Kaapstad naar Pretoria is veel
beter. Den 2n Nov. kwamen wij te Kaapstad
aan en vertrokken 4 Nov. per spoor naar Kim-
berley, welke reis 2 dagen duurde.
Kimberley is eene nieuwe stad bij de dia
mantmijnen; wij logeerden in het Transvaal-
hótel, waar wy het zeer goed hadden en wat
ik iedereen kan aanradenwij bleven daar 2
dagen, per dag betaalden wij f6. Gedurende
ons verblijf daar hadden wij gelegenheid om
eenige bijzonderheden te zien; wij hebben
daar juist het instorten van een Diamantmijn
gezien, waar ge«n ongelukken bij kwamen
naar het mij voorkomt, zijn er tc Kimberley
onder die vele diamantdelvers en goudgravers
vele verdachten. Wij vertrokken 8 Nov. per
ezelwagen, een zeer moeielijke weg voor die
beesten de reis was anders goed, wij hadden
goede voerlieden, ons gezelschap was 8 reizi
gers, de reis duurde 12 dagen tot Pretoria,
wij sliepen 's nachts onder den wagenmaar
gedurende een verschrikkelijk onweer en he
vige regenbuien kropen we allen in den wagen.
Voor wij te Pretoria aankwamen, hadden we
ook nog een dag gelogeerd te Johannesberg,
in het hótel «De Duitsche Keizer". Het is
daar ook zeer aan te bevelen, goede voeding
en ligging, en niet duur. 's Middags ten 5
ure kwamen we in de hoofdstad Pretoria aan,
mooi hongerig. Onze eerste zorg was eten
machtig te worden, dat gelukte ons volkomen,
want in de stad bemerkten wij wel 11 liótels
en huizen voor kostgangers. Alles was bezet
en gezamenlijk konden we geen logies vinden
met veel moeite gelukte het mij en ook de
anderen hier of daar een plaatsje te krijgen.
Wij waren alzoo op de plaats onzer bestem
ming, waar wij den volgenden dag door de
welwillendheid van Ds. Postma gedurende 8
dagen herberging vonden in een der vele le
dige huisjes, die bij de kerk gebouwd zijn, ten
dienste van de boeren als zij van verre komen
ter nachtmaal.
Er bestaat hier een vereeniging, de ,/Union-
Club« genaamd, welke uitsluitend Hollanders
zijn en voor de belangen van hen die pas
aankomen waken, opdat zij niet vallen in de
handen van gelukzoekers, en ieder zooveel
mogelijk aan een betrekking helpen.
Ik heb u nu iets van mijn reis verteld; mijn
doel ia, dat ook anderen dat zullen weten
die de reis naar Transvaal willen doen, dat
zij niet de reis nemen over Port-Natal, maar
over Kaapstad de reis is dan goedkooper en
beter en korter.
P. S. Voor de onderwijzers is het hier nog
niet te best, daar zijn er die hier 2 maanden
gewacht hebben, alvorens zij een plaats kre
gen, en wel bij een boer met 10 kinderen
hiervoor ontvangt hij 5 pond per maand, zijn
er meer kinderen, b.v. 20, dat is van dicht
bij wonende buren, dan is liet salaris 10 pond
met kost en inwoninghet gouvernement be
taald hiervan de helft.
Nog eens de Argentynsche Republiek.
In de Allgemeine Schweizer Zeit. wordt
geen verkwikkelijk tafereel opgehangen van
de toestanden, die in Argentinië heerschen.
Ook daar, waar de arbeid zoo goed betaald
heet, zijn werkstakingen aan de orde van den
dag, en dat, als overal, van wege de lage
loonen. Merkwaardig is in dit opzicht een
verzoek, gericht door 400 werkstakers tot
zekere Spoorwegmaatschappij in wier fabrieken
ze tot dusver arbeidden.
Het luidt aldus:
»De stijgende prijzen der levensmiddelen,
der buren en noodwendige behoeften, waar
mee de verdiensten hoegenaamd geen tred
hielden, hebben onzen toestand sinds lang
onhoudbaar gemaakt; sparen kunnen we slechts
dhn, als we honger en dorst willen lijden.
Wat wij beweren is zoo algemeen als waar
erkend, dat we geen nadere verklaring be
hoeven te geven. Onze toestand wordt ïederen
dag ongunstiger. Do eisch naar vervulling
onzer nooden dwingt ons om een verhooging
der loonen te verzoeken. Wij hopen dat
onze chef het rechtmatige van ons verzoek
der maatschappij onder de oogen zal brengen."
Inderdaad zijn, als bier beweerd wordt, de
levensmiddelen in Argentinië de laatste jaren
zeer gestegen. Vóór den aanvang van den
goud- of //dwangct-koers betaalde men voor
een groote ongemeubelde kamer 9 nacionales
per maand (22.50 ongeveer), thans moet meu
20 nacionales betalen. Een halve liter wijn
kostte vroeger 20 etsthans 50, en dan is
hij nog niet van de beste soort. Terwijl men
vroeger voor f 30 per maand kost en inwoning
bekomen kon, eischt men thans reeds 90; en
zoo gaat het in alles. De loonen zijn niet
noemenswaard verhoogdwel zijn vele be
hoeften tot het dubbele drie- en viervoudige
in prijs gestegen. Zoo is sedert den 1 No
vember het brood aanmerkelijk duurder ge
worden en.... kleiner. Voor het beste brood
betaalt men per halt kilo 25 eentneemt men
het van mindere hoedanigheid, dan bekomt
men voor dien prijs bijna s/4 kilo.
Nu zal men vragen, zegt de berichtgever
van het blad, hoe in een land met meer dan
200 landbouwers-koloniën, zoo iets mogelijk is?
Het antwoord daarop kan kort zijn
Er heerscht in Argentinië een formeele
//Carnaval" in het speculeeren, in het op touw
zetten van ondernemingen en in het bedriegen
zoowel als in het opnemen van geld en schul
den maken. Indien deze speculatie en leen-
woede, die haar voelhoorns over heel laPlata
uitstrekt, niet door de gunst die men haar
bewijst daaraan was vastgeketend, zouden de
toestanden ganscb anders zijn en stond de
goudkoers, de ondergang des lands, al lang
zeer laag of beneden pari.
Ten slotte maakt de correspondent nog ge
wag van vele rampen, die de landbouwende
bevolking daar treffen, waaronder de over
stroomingen van groote rivieren, die tal van
menschenievens kosten en zeer groote schade
aanrichten. In waarheid kan hij dan ook
zeggen, geen voor Europeanen aanlokkelijk
beeld van Argentinië te hebben geschetst.
Doch verklaart hij de agenten, die de
landverhuizing naar La Plata aanraden, zul
len zich wel wachten zulks openbaar te maken.
(R. N.)
In het jongste Militair Blad wordt
thans medegedeeld, dat de ontwerpen voor
de brug over het Engelsehe kanaal door
de gemengde commissie der beide na
tiën (Frankrijk en Engeland) zijn goed
gekeurd. De lengte zal 37 KM. bedra
gen, de spanningen 550 a 600 M., ter
wijl het dek 50 M. boven den waterspie
gel moet komen. Op eiken pijler zal
een vuurtoren, voorzien van electrisch
licht, worden opgerichtvoor mistig we
der zullen seinen en klokken worden
aangebracht.
Het blijkt dat de Italiaan Succi te
Madrid, gedurende de dertig dagen is
voortgegaan met vasten, gelijk hij aange
nomen had. Wel is gemeld dat hg stil
letjes het hazepad had gekozen, maar dit
was een »ui« van de »Epoca« op den
28en December, Allerkinderendag, waar
op men in Spanje verzonnen sensatie
berichtjes de wereld inzendt, gelijk hier
te lande op 1 April.
Succi denkt van Madrid naar Cadix,
Sevilla en Lissabon te gaan, om ook al
daar een vastentgd van dertig dagen te
ondernemen.
New-York, 31 December.
Het stoomschip >Veendam« der N.-A.
S.-M., van Rotterdam hier aangekomen,
heeft een opeenvolging van westel. stormen
doorstaan. Door de daardoor veroorzaakte
hooge zee werd eenige schade aan de brug
en een boot veroorzaakt, en werden twee
zeelieden zoodanig verwond, dat een van
hen aan de gevolgen overleden is.
De Duitsche mededinging laat zich
op elk mogelgk gebied gevoelen. Liver-
pool heeft gedurende de laatste jaren
steeds een eerste plaats als katoenhaven
ingenomen, doch Bremen schijnt ook van
plan te zgn, haar naar de kroon te ste
ken. Niet minder dan 35 groote stoom
schepen toch zgn op weg naar de laat
ste haven met ladingen katoen van New-
York.
Oppassen wordt dus meer en meer het
wachtwoord.
De orkaan, die Woensdag over een der
Oostel. St. v. Amerika is gevaren, is niét alleen om
zijne hevigheid als een buitengewoon natuurver
schijnsel aan te merken. December en Januari
zijn maanden, waarin orkanen over het algemeen
het minst voorkomen. Het gedeelte van Amerika,
dat Woensdag geteisterd werd, blijft in den regel
zoozeer van deze beroeringen in den dampkring
verschoond, dat niemand te Philadelpbia of te
Pittsburg zich herinneren kan ooit zoo iets te
hebben beleefd. Het weder was sedert Kerstmis
bijzonder zacht en Btil geweest; Woensdagochtend
werd het op eens veel kouder. Dit was de voor
bode van de ramp. De storm heeft in de richting
van het Westen naar het Oosten eenen afstand
van eenige honderden mijlen afgelegd, over eene
strook lands van niet meer dan een paar honderd
voet breedte; overal op dien weg dood en ver
woesting aanrichtende, toen eenen uitschieter naar
het Noorden gemaakt en zich eindelijk op den
Oceaan verloren, waar hij het werk der vernie
ling heeft kunnen voortzetten op de schepen die
het ongeluk hadden zich in zijne baan te bevinden.
Neemt men nu in aanmerking, dat de landstreek,
waarover de dwarlwind zijnen tocht heeft gedaan,
onder de dichtstbevolkte der V. Staten behoort,
dut zij bezaaid is met groote steden, met fabrie
ken, mijnontginning, land- en waterwegen, en dat
men er niet, zooals in staten waar deze natuur
verschijnselen dikwijls voorkomen, eenigszins op
ingericht is om ze te trotseeren, dan kan men
zich, zonder moeite, rekenschap geven van de
ontzettende vernieling, die er moet aangericht zijn.
Ten gevolge van de storingen, in het verkeer
per spoor en telegraaf, zijn de berichten nog al
tijd stuksgewijs en verre van volledig. Op den
middag bereikte de storm Pittsburg, een fabriek
stad met een half millioen inwoners. Het onvol
doende gebouw, waarvan het inBtorten Zaterdag
gemeld werd, doch dat niet te Reading stond,
was een gevaarte van 8 verdiepingen, 80 voet
hoog en naar evenredigheid breed. Het aantal
slachtoffers is nog niet in zijn geheel bekend.
Reading, dat in een rechte lijn ongeveer 200 mijlen
oostelijker ligt, en 70,000 inwoners heeft, schijnt
het ergst geteisterd, want alleen van deze stad
wordt gemeld, dat de mayor een beroep op de
openbare liefdadigheid gedaan heeft ten behoeve
der vele ingezetenen, die van woning en have
beroofd zijn. In de stoom-zijdefabriek, die ver
nield werd, waren ongeveer 175 personen, meest
jongens en meisjes, aan het werk. Deze zijn allen
onder de puinhoopen bedolven. Meer dan 80 lijken
waren reeds te voorschijn gebracht. Minder nood
lottig wat het verlies van menschenievens betreft,
maar even geweldig was de vernieling van een
werkplaals vol olie en verfwaren en van een
aangrenzende loods met goederenwagens, een
en ander toebehoorende aan de Philadelphia- en
Readingsprorwegmaatschappij. Dit was een laag,
breen en lang gebouw van één verdieping. De
hoos viel vlak op het midden er van, strooide de
steenen als hagel naar alle windstreken en smeet
de wagens in de loens als blokken eener speel
goeddoos onderste boven. In iederen wagen be
vond zich een gevulde gasketel; deze ketels ont
ploften alle tegelijk; er ontstond brand; iu een
oogenblik sloegen uit het olie- en verfpakhuis de
vlammen en binnen weinige minuten was alles
verteere. Vier werklieden kwamen in de vlammen
om. De schade bedraagt bijna twee tonnen gouds.