't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1661. Woensdag 16 Januari r1889. Zeventiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlgke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Aavortentlön van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 15 Jan. 1888. Tot ontvanger der Registratie en Domeinen alhier, is benoemd de heer A. Gordon, thans te Weert. Met ingang van 15 dezer is benoemd tot gezagvoerder van de loodstransport- ■toomboot „Schelde" de loods P. De Jong, alhier, ter vervanging van kapitein J. De Waard, die met dien datum op zijn ver zoek wordt gepeusionneerd. De heer R. Onnes is niet benoemd tot gezagvoerder, maar tot stuurman op het lichtschip »Terschellingerbank". De loting voor de lichting der nati onale militie van 1889 zal alhier plaats hebben op Donderdag 21 Februari voor de ingeschrevenen in deze gemeente en op Vrgdag 22 Februari voor de ingeschrevenen in de gemeenten Texel, Vlieland, Terschel ling en Wieringen. Morgenavond zal, volgens aankon diging, in Tivoli door de Schouwburg- maatschappij onder directie van Alex. Faassen Co. worden opgevoerd Vrienden van ons," van Victorien Sar- dore. Reeds meermalen mocht dit too- neelgezelschap voor ons optreden en telkens met uitmuntend succes. Ook nu hebben we de beste verwachting, daar de hoofdrollen aan erkende specialiteiten zijn toevertrouwd, en wenschen den onder nemer een ruime opkomst van 't publiek toe. Naar wij vernemen zal de heer Fabius, lid van de Tweede kamer der Staten Gene raal, behoorende tot de anti-revolutionaire xichting op 5 Februari a. s. in Tivoli alhier als spreker optreden* Vrijdagavond trad in Tivoli als spreker op Dr. J. Zaajjer Az., lid der Tweede Kamer, daartoe uitgenoodigd door 't Dep. Helder, »Tot Nut van 't Alge meen". Spreker had tot onderwerp ge kozen »Vrghandel en Protectie" De op komst van belangstellenden was niet zoo ruim, als we dit hadden verwacht. Dr. Zaag er toonde een flink redenaar te zgn, die zgn onderwerp wel meester was en er behoorljjke studie van gemaakt had. Met de tabellen der statistiek in de hand, vergeleek spreker 't stelsel van vrijhandel, dat door Engeland en Neder land wordt gevolgd, tegenover 't protec tionisme, dat door groote rijken, o. a. Amerika en Duitschland, wordt gehul- digd. De nadeelen van 't protectionisme werden in 't licht gesteld, waarbij werd aangetoond hoe handel en nijverheid daardoor juist zgn achteruitgegaan. Voor een kleine staat als Nederland achtte Bpreker den vrghandel onontbeerlgk en zou, volgens hem, 't een ramp wezen wanneer daarmede gebroken werd. Na afloop werd den heer Zaaijer dank toegebracht door den heer E. Bron, voor zitter van 't departement Helder. Twee visschersvaartuigen, de bla zerschuiten T X 75 en 2, liepen Donder dag met schade te Texel binnen. De eerste had den mast verloren door een aauvaring van Zr. Ms. stoomschip ♦Alk maar". De andere schuit was op de steenen van den Helderschen zeedgk ge- loopen. De mastelooze schuit werd door andere vaartuigen binnengesleept. Het onderzoek met het duikertoe- Btel van de visschers Van Gelderen, uit Goêree, naar het wrak van de ♦Ango", heeft geen gunstigen uitslag opgeleverd. De duiker heeft waargenomen, dat het wrak veel te diep in 't zand ligt om 't los te krijgen. Verder ontdekte dat het sterk gekoperd was en vond veel staal, touwwerk van het want, ankers, kettingen, trossen en meer tuigage, maar alles ligt zoo verward, dat 't niet naar boven te krijgen was. Reeds Vrgdag is het personeel met den duiker terugge keerd. Wellicht dat de kooper nog zal beproeven met een oude schuit bg 't wrak te gaan ligggen om er uit te halen wat er uit te krijgen is. Twee afgevaardigden uit het werk- liedenpersoneel bg 'srgkswerf te Amster dam zgn ter audiëntie toegelaten bg den minister van marine, om hem te verzoeken den aanbouw van het nog benoodigde schip voor de verdediging binnenslands, en wel op gemelde rijkswerf te doen plaats hebben. Men schrgft uit Medemblik Sedert 1 Januari is er. in onze oude veste een oud gebruik afgeschaft. De nachtwacht of klepperman, welke zoovele jaren heeft dienst gedaan, behoort tot het verledene. Het typische »ellef heit de klok, de klok heit ellef« enz., wordt niet meer gehoord, en onze goede bewoners worden niet meer door- zgn eentonig geklepper en geroep in de zoete rust gestoord. Omtrent de te Groningen plaats gehad hebbende brandstichting, deelt de N. Gron. Ct. de volgende nadere bij zonderheden mede Reeds kort nadat er brandalarm was gemaakt, was er ook politie op de plaats des onheils aanwezig. Al terstond bij het binnentreden van bet brandende per ceel kwam haar de brand verdacht voor, te meer nu men duidelgk kon waarne men, dat het huis op drie verschillende punten brandende was, die volstrekt niet met elkander in verband stonden. Voorts werd men gewaar, dat de bewoners van het huis uit de stad waren en dat kort te voren een zoon, die tgdens hunne af wezigheid hunne winkelzaak zoude waar nemen, de woning had verlaten. Nu werd die zoon, die met zgn vrouw aan den Noordbinnensingel, niet ver van bet bran dende perceel woonde, opgehaald, ten einde zoo mogelgk in dit raadselachtig geval eenige opheldering te geven, maar zgn vreemde houding, gepaard met zgn tegenstrijdige antwoorden, gaven aanlei ding, dat hg en zgn vrouw als verdacht van moedwillige brandstichting werden gearresteerd en naar het politiebureau overgebracht. Achteruitgang van zaken moet hen tot die daad hebben gebracht. De brandstichter is bereids naar de cel overgebracht, terwijl het echtpaar W., dat Woensdagavond met den laatsten trein te dezer stede van zgn noodwendig uitstapje terugkeerde, onmiddellijk na aankomst door de politie werd gearres teerd. Daartoe door het gs in de Zuiderzee genoodzaakt, nemen de van Amsterdam naar Friesland bestemde stoombooten haren weg langs het Noordh. kanaal en Nieuwe- diep. Voor zeil vaartuigen is een groot deel der Zuiderzee geheel onbevaarbaar. Te Heteren is in een armoedig hutje, bewoond door twee gezusters, die haar leven sleten met dagelijks te vechten, de oudste op een hoop asch, onder den schoorsteen, dood gevonden. Vroeger had den zg zich al eens voorgenomen den hongerdood te sterven, doch thans was er bg het overigden geld en brood in huis. Aangezien de omwoners korten tijd te voren nog een vechtpartij hebben gehoord, en de vader en moeder ook steeds op vreemde manier hebben geleefd, hoort men allerlei vermoedens uiten. De overledene, die vroeger geregeld be delde, was in den laatsten tgd maar zelden meer gezien. Zg, die in de laatste dagen de hut bezochten, waren verbaasd over den beklagenswaardigen aanblik, dien zg van binnen opleverde. In den vooravond van Vrgdag had te Stadskanaal een inbraak en diefstal plaats bg de weduwe Kievits. De dief of dieven moeten voor een waarde van f 25,000 aan geldswaardige papieren, goud, zilver en geld hebben medegenomen. Te Vucht heeft zekere Van Enge len een moordaanslag gepleegd op de vrouw van den herbergier v. H. Door te bukken werd zg niet getroffen, maar drong bet mes, waarmede hg naar haar stak, zeer diep in een deur. Het kappen van netten op zee.' Den 4n November 1888 lag de Maassluische logger M. A. 97, vUtrecht" in de Noordzee op 53° N.B., ongeveer 8 mijlen van de Eng. kust, buiten de territoriale wateren om de O.N.O. Des avonds te 5 uren werd de vleet uitge worpen en een volgenden dag bevond men, dat de vleet vast zat aan de inmiddels bijge komen bom Sch. 208. Dien dag en den vol genden was het te rnw weder om iets te doen den 7n des avonds werd 't weer iets beter en men trachtte de vleet binnen te halen. Van alle netten kwamen er 18 binnen, de reep was in en ook aan enkele brails, die op gepikt werden, zag men dat ze gekapt waren. Waarom? Tot behoud van eigen vleet? Of uit moedwil? In elk geval: 20 netten, ter waarde van f 1700, waren verloren. En schipper Pronk van de Sch.bom 208 stond Donderd. terecht voor het kantongerecht te 's Gravenbage, ter zake van het kappen van netten. Hij erkende, tot het behoud van eigen vleet, de brails van de andere vleet te hebben doorgesneden. Maar de opvarenden van de /Utrecht" verklaarden, dat ook enkele touwen, waarmede de netten aan de reep waren bevestigd, afgesneden waren. Door wien? Er was in de nabijheid geen andere bom dan de Sch. 208; de verdenking der bemanning van de «Utrecht" viel dus op die van de Sch. 208. De getuigen h charge verklaarden nog, dat de ontwarring der beide vleten zonder kappen had kunnen geschieden. Getuigen h décharge ontkenden dit en ver klaarden tevens, dat er meer schuiten in de buurt waren geweest. Doch alleen met de vleet van de Sch. 208 was de verwarring. De getuigen k charge verklaarden dat de reep zeer gaaf in zee is gegaan, en stuk er uit is opgehaald. Het uiteinde bleek, althans ten deele, te zijn afgesneden, maar door wie dit was geschied kon geen van allen verklaren. Wel werd verklaard, dat bij 't inhalen van de vleet op de «Utrecht" 't want zeer ver ward was, en men enkele deelen los moest snijden. Het O. M. meende, dat 't moeilijk was uit den chaos der verklaringen wijs te worden. Is er gekapt en wanneer? Door wie en hoe? Het stond vast dat er gesneden is, en even zeer dat dit is gebeurd tusschen 't uitwerpen en 't ophalen der vleet. Door wie? ZEA. meende dat redeneering leiden moest tot de overtuiging dat, behalve de brailtouwen, ook de reep en andere touwen door de beman ning van de Scheveningsche bomschuit zijn gekapt. In elk geval stond het kappen van 4 brailtouwen vast. Hij vorderde tegen schipper Pronk 25 gulden boete of 5 dagen hechtenis. Uitspraak over 8 dagen. Den 29en dezer maand zullen voor het kan tongerecht, in een buitengewone strafzitting, weder 2 zaken van soortgelijken aard dienen. Aan een particulier schrijven van een onzer jeugdige plaatsgenooten, die naar Transvaal is getrokken, ontleenen wij het volgende, het ook nuttig achtende dat sommige opmerkingen omtrent de reis, ter meerdere kennis gebracht worden: Als u wil kunt u misschien velen een dienst bewijzen, die naar de Transvaal wenschen te gaan. Ik heb hier een dertigtal Hollanders ge sproken die over Port-Natal zijn gekomen. Allen klaagden zeer over die reis, allen zijn er ook slecht afgekomen, 5 of 6 weken heeft da landreis met den ezelwagen geduurd, en een slechten weg is het. Yooreerst duurt de reis met de boot naar Port-Natal 3 dagen langer dan zij die de reis tot de Kaap doen, twee dagen blijft de boot te Kaapstad voor zij de reis naar Port-Natal vervolgt, ook nog andere stations doet de boot aan. Van Port-Natal is de reis eerst per spoor naar Lady-Smith, dan kan het zijn dat men daar 3 weken op een ezelwagen moet wachten; men kan dan wel met den postwagen mede, maar dit is vrij duur en dan nog moet de bagage achterblijvener zijn personen die zulks gedaan hebben en die van drie tot zes maanden op hun goed ge wacht hebben, waar bij komt dat het bescha digd aankomt. Te Lady-Smith aankomende ge durende den regentijd, dan is het wachten op een vervoermiddel somtijds twee maanden. De reis over Kaapstad naar Pretoria is veel beter. Den 2n Nov. kwamen wij te Kaapstad aan en vertrokken 4 Nov. per spoor naar Kim- berley, welke reis 2 dagen duurde. Kimberley is eene nieuwe stad bij de dia mantmijnen; wij logeerden in het Transvaal- hótel, waar wy het zeer goed hadden en wat ik iedereen kan aanradenwij bleven daar 2 dagen, per dag betaalden wij f6. Gedurende ons verblijf daar hadden wij gelegenheid om eenige bijzonderheden te zien; wij hebben daar juist het instorten van een Diamantmijn gezien, waar ge«n ongelukken bij kwamen naar het mij voorkomt, zijn er tc Kimberley onder die vele diamantdelvers en goudgravers vele verdachten. Wij vertrokken 8 Nov. per ezelwagen, een zeer moeielijke weg voor die beesten de reis was anders goed, wij hadden goede voerlieden, ons gezelschap was 8 reizi gers, de reis duurde 12 dagen tot Pretoria, wij sliepen 's nachts onder den wagenmaar gedurende een verschrikkelijk onweer en he vige regenbuien kropen we allen in den wagen. Voor wij te Pretoria aankwamen, hadden we ook nog een dag gelogeerd te Johannesberg, in het hótel «De Duitsche Keizer". Het is daar ook zeer aan te bevelen, goede voeding en ligging, en niet duur. 's Middags ten 5 ure kwamen we in de hoofdstad Pretoria aan, mooi hongerig. Onze eerste zorg was eten machtig te worden, dat gelukte ons volkomen, want in de stad bemerkten wij wel 11 liótels en huizen voor kostgangers. Alles was bezet en gezamenlijk konden we geen logies vinden met veel moeite gelukte het mij en ook de anderen hier of daar een plaatsje te krijgen. Wij waren alzoo op de plaats onzer bestem ming, waar wij den volgenden dag door de welwillendheid van Ds. Postma gedurende 8 dagen herberging vonden in een der vele le dige huisjes, die bij de kerk gebouwd zijn, ten dienste van de boeren als zij van verre komen ter nachtmaal. Er bestaat hier een vereeniging, de ,/Union- Club« genaamd, welke uitsluitend Hollanders zijn en voor de belangen van hen die pas aankomen waken, opdat zij niet vallen in de handen van gelukzoekers, en ieder zooveel mogelijk aan een betrekking helpen. Ik heb u nu iets van mijn reis verteld; mijn doel ia, dat ook anderen dat zullen weten die de reis naar Transvaal willen doen, dat zij niet de reis nemen over Port-Natal, maar over Kaapstad de reis is dan goedkooper en beter en korter. P. S. Voor de onderwijzers is het hier nog niet te best, daar zijn er die hier 2 maanden gewacht hebben, alvorens zij een plaats kre gen, en wel bij een boer met 10 kinderen hiervoor ontvangt hij 5 pond per maand, zijn er meer kinderen, b.v. 20, dat is van dicht bij wonende buren, dan is liet salaris 10 pond met kost en inwoninghet gouvernement be taald hiervan de helft. Nog eens de Argentynsche Republiek. In de Allgemeine Schweizer Zeit. wordt geen verkwikkelijk tafereel opgehangen van de toestanden, die in Argentinië heerschen. Ook daar, waar de arbeid zoo goed betaald heet, zijn werkstakingen aan de orde van den dag, en dat, als overal, van wege de lage loonen. Merkwaardig is in dit opzicht een verzoek, gericht door 400 werkstakers tot zekere Spoorwegmaatschappij in wier fabrieken ze tot dusver arbeidden. Het luidt aldus: »De stijgende prijzen der levensmiddelen, der buren en noodwendige behoeften, waar mee de verdiensten hoegenaamd geen tred hielden, hebben onzen toestand sinds lang onhoudbaar gemaakt; sparen kunnen we slechts dhn, als we honger en dorst willen lijden. Wat wij beweren is zoo algemeen als waar erkend, dat we geen nadere verklaring be hoeven te geven. Onze toestand wordt ïederen dag ongunstiger. Do eisch naar vervulling onzer nooden dwingt ons om een verhooging der loonen te verzoeken. Wij hopen dat onze chef het rechtmatige van ons verzoek der maatschappij onder de oogen zal brengen." Inderdaad zijn, als bier beweerd wordt, de levensmiddelen in Argentinië de laatste jaren zeer gestegen. Vóór den aanvang van den goud- of //dwangct-koers betaalde men voor een groote ongemeubelde kamer 9 nacionales per maand (22.50 ongeveer), thans moet meu 20 nacionales betalen. Een halve liter wijn kostte vroeger 20 etsthans 50, en dan is hij nog niet van de beste soort. Terwijl men vroeger voor f 30 per maand kost en inwoning bekomen kon, eischt men thans reeds 90; en zoo gaat het in alles. De loonen zijn niet noemenswaard verhoogdwel zijn vele be hoeften tot het dubbele drie- en viervoudige in prijs gestegen. Zoo is sedert den 1 No vember het brood aanmerkelijk duurder ge worden en.... kleiner. Voor het beste brood betaalt men per halt kilo 25 eentneemt men het van mindere hoedanigheid, dan bekomt men voor dien prijs bijna s/4 kilo. Nu zal men vragen, zegt de berichtgever van het blad, hoe in een land met meer dan 200 landbouwers-koloniën, zoo iets mogelijk is? Het antwoord daarop kan kort zijn Er heerscht in Argentinië een formeele //Carnaval" in het speculeeren, in het op touw zetten van ondernemingen en in het bedriegen zoowel als in het opnemen van geld en schul den maken. Indien deze speculatie en leen- woede, die haar voelhoorns over heel laPlata uitstrekt, niet door de gunst die men haar bewijst daaraan was vastgeketend, zouden de toestanden ganscb anders zijn en stond de goudkoers, de ondergang des lands, al lang zeer laag of beneden pari. Ten slotte maakt de correspondent nog ge wag van vele rampen, die de landbouwende bevolking daar treffen, waaronder de over stroomingen van groote rivieren, die tal van menschenievens kosten en zeer groote schade aanrichten. In waarheid kan hij dan ook zeggen, geen voor Europeanen aanlokkelijk beeld van Argentinië te hebben geschetst. Doch verklaart hij de agenten, die de landverhuizing naar La Plata aanraden, zul len zich wel wachten zulks openbaar te maken. (R. N.) In het jongste Militair Blad wordt thans medegedeeld, dat de ontwerpen voor de brug over het Engelsehe kanaal door de gemengde commissie der beide na tiën (Frankrijk en Engeland) zijn goed gekeurd. De lengte zal 37 KM. bedra gen, de spanningen 550 a 600 M., ter wijl het dek 50 M. boven den waterspie gel moet komen. Op eiken pijler zal een vuurtoren, voorzien van electrisch licht, worden opgerichtvoor mistig we der zullen seinen en klokken worden aangebracht. Het blijkt dat de Italiaan Succi te Madrid, gedurende de dertig dagen is voortgegaan met vasten, gelijk hij aange nomen had. Wel is gemeld dat hg stil letjes het hazepad had gekozen, maar dit was een »ui« van de »Epoca« op den 28en December, Allerkinderendag, waar op men in Spanje verzonnen sensatie berichtjes de wereld inzendt, gelijk hier te lande op 1 April. Succi denkt van Madrid naar Cadix, Sevilla en Lissabon te gaan, om ook al daar een vastentgd van dertig dagen te ondernemen. New-York, 31 December. Het stoomschip >Veendam« der N.-A. S.-M., van Rotterdam hier aangekomen, heeft een opeenvolging van westel. stormen doorstaan. Door de daardoor veroorzaakte hooge zee werd eenige schade aan de brug en een boot veroorzaakt, en werden twee zeelieden zoodanig verwond, dat een van hen aan de gevolgen overleden is. De Duitsche mededinging laat zich op elk mogelgk gebied gevoelen. Liver- pool heeft gedurende de laatste jaren steeds een eerste plaats als katoenhaven ingenomen, doch Bremen schijnt ook van plan te zgn, haar naar de kroon te ste ken. Niet minder dan 35 groote stoom schepen toch zgn op weg naar de laat ste haven met ladingen katoen van New- York. Oppassen wordt dus meer en meer het wachtwoord. De orkaan, die Woensdag over een der Oostel. St. v. Amerika is gevaren, is niét alleen om zijne hevigheid als een buitengewoon natuurver schijnsel aan te merken. December en Januari zijn maanden, waarin orkanen over het algemeen het minst voorkomen. Het gedeelte van Amerika, dat Woensdag geteisterd werd, blijft in den regel zoozeer van deze beroeringen in den dampkring verschoond, dat niemand te Philadelpbia of te Pittsburg zich herinneren kan ooit zoo iets te hebben beleefd. Het weder was sedert Kerstmis bijzonder zacht en Btil geweest; Woensdagochtend werd het op eens veel kouder. Dit was de voor bode van de ramp. De storm heeft in de richting van het Westen naar het Oosten eenen afstand van eenige honderden mijlen afgelegd, over eene strook lands van niet meer dan een paar honderd voet breedte; overal op dien weg dood en ver woesting aanrichtende, toen eenen uitschieter naar het Noorden gemaakt en zich eindelijk op den Oceaan verloren, waar hij het werk der vernie ling heeft kunnen voortzetten op de schepen die het ongeluk hadden zich in zijne baan te bevinden. Neemt men nu in aanmerking, dat de landstreek, waarover de dwarlwind zijnen tocht heeft gedaan, onder de dichtstbevolkte der V. Staten behoort, dut zij bezaaid is met groote steden, met fabrie ken, mijnontginning, land- en waterwegen, en dat men er niet, zooals in staten waar deze natuur verschijnselen dikwijls voorkomen, eenigszins op ingericht is om ze te trotseeren, dan kan men zich, zonder moeite, rekenschap geven van de ontzettende vernieling, die er moet aangericht zijn. Ten gevolge van de storingen, in het verkeer per spoor en telegraaf, zijn de berichten nog al tijd stuksgewijs en verre van volledig. Op den middag bereikte de storm Pittsburg, een fabriek stad met een half millioen inwoners. Het onvol doende gebouw, waarvan het inBtorten Zaterdag gemeld werd, doch dat niet te Reading stond, was een gevaarte van 8 verdiepingen, 80 voet hoog en naar evenredigheid breed. Het aantal slachtoffers is nog niet in zijn geheel bekend. Reading, dat in een rechte lijn ongeveer 200 mijlen oostelijker ligt, en 70,000 inwoners heeft, schijnt het ergst geteisterd, want alleen van deze stad wordt gemeld, dat de mayor een beroep op de openbare liefdadigheid gedaan heeft ten behoeve der vele ingezetenen, die van woning en have beroofd zijn. In de stoom-zijdefabriek, die ver nield werd, waren ongeveer 175 personen, meest jongens en meisjes, aan het werk. Deze zijn allen onder de puinhoopen bedolven. Meer dan 80 lijken waren reeds te voorschijn gebracht. Minder nood lottig wat het verlies van menschenievens betreft, maar even geweldig was de vernieling van een werkplaals vol olie en verfwaren en van een aangrenzende loods met goederenwagens, een en ander toebehoorende aan de Philadelphia- en Readingsprorwegmaatschappij. Dit was een laag, breen en lang gebouw van één verdieping. De hoos viel vlak op het midden er van, strooide de steenen als hagel naar alle windstreken en smeet de wagens in de loens als blokken eener speel goeddoos onderste boven. In iederen wagen be vond zich een gevulde gasketel; deze ketels ont ploften alle tegelijk; er ontstond brand; iu een oogenblik sloegen uit het olie- en verfpakhuis de vlammen en binnen weinige minuten was alles verteere. Vier werklieden kwamen in de vlammen om. De schade bedraagt bijna twee tonnen gouds.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1889 | | pagina 1