«'t Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
EINDELIJK ONTDEKT.
No. 1667.
Woensdag 6 Februari 1889.
Zeventiende Jaargang.
Aan onze Lezers!
VIJFTIG CENTEH.-
NIEUWSTIJDINGEN.
G„ ----
per 3 maanden binnen de gemei311^650 Cent.
>3 franco per post75
Afaonderlgke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Tot 15 Februari a. swordt d0or 0118 de inteekening opengesteld op den prach-
tigen, r(jk ^illustreerden PREMIE-ROMAN
Deze Premie zal ditmaal worden aiSe^everd» gebonden in keurig linnen Stempel-
band, met zwart en goud. In bet gë^one ge^al kost zulk een Boek f 3.
Uitsluitend voor onze Lezers stellen bet verkrijgbaar voor slechts
Gelieve zoo spoedig mogelijk achterstaande BON uit te knippen, en, -2Let bijvoe
ging van öO Centen, aan ons Bureau in te zenden. Lezers buiten de
ontvangen het boek franco per post, tegen inzending van een Postwissel van
60 Centen:
W Begin Maart a. s. wordt deze premie aan alle inteekenaren verzonden.
DE UITGEVERS.
HELDER, 5 Febr. 1889.
„Benbrack". Texel, 1 Pebr. Het
roer en een sloep van de „Benbrack"
zjjn in de afgeloopen nacht door de bran
ding weggeslagen. Het schip werkte
zwaar en is nog meer naar het strand
geschoven. Sedert een week reeds heeft
men geene lading kunnen bergen.
Een van het detachement schepe
lingen der marine, hetwelk na jaren ver
blijf in Indie verleden week te Amster
dam terugkeerde, werd behalve door zijn
ouders, ook door zjjn grootmoeder, aan
de DeÉuyterkade afgewacht. De oude vrouw
verbeidde met ongeduld de aankomst der
mailboot en sprak er over dat de klein
zoon zijn grootvader zóó zou missen,
wiens overlijden hem nog onbekend was.
Naarmate de boot naderde en zy op een
afstand de schepelingen in de sloep zag
gaan, waarmede zij naar het wachtschip
werden vervoerd, vermeerderde haar span
ning. Van de brug waaronder de sloep
doorvoer, ontdekte zij haar kleinkind spoe
dig, en haar wuiveu werd door den aan
gekomene dadelijk gezien en beantwoord.
Op hetzelfde oogenblik wankelt de oude,
zjjgfc ineen en zonder meer te hebben
kunnen spreken, overleed zij kort daarop.
Te Amsterdam zijn nog drie huiden
met een luifel, nl. op bet Damrak, op
den hoek Kloveniersburgwal en Barnde-
steeg, en op de Nieuwmarkt hoek Bloed-
straat. Van laatstgenoemd perceel, waarin
gedurende bijna een eeuw een winkel in
gemaakte kleeding en zeemansuitrusting
werd uitgeoefend (de bekende Witte
Molen") wordt thans de luifel gesloopt.
Naar men verneemt, worden den
15 Februari voor de arr. rechtbaok te
Alkmaar de strafzaken behandeld, welke
voortgevloeid zijn uit de te Schagen voor
gevallen ongeregeldheden in zake Guurtje
Borst.
Een heer heeft Donderdag te Am
sterdam in het Weteringplantsoen op een
bank achter de kiosk een kind van het
mannelijk geslacht, van circa 4 maanden
oud, gevonden. Een agent werd naar
de woning van dien heer gezonden, ten
einde het kind naar het bestedelingen-
huis te brengen, doch men weigerde het
af te geven.
De C ommissaris van Politie te 's-Her-
togenbosch vestigt de aandacht op een
persoon, zich noemende Jhr. Valkenburg
v.Zwet, luit, t. z. op non activiteit, lengte
middelmatig, haar, knevel en kinbaardje
blond, kleur gezond en kaalhoofdig. Hg
draagt een halfsleten blauwe lakeusche
pelsjas en een ridderorde.
Onder voorgeven van H. M. de Koning
in opdracht te hebben, biedt hij bij hof
leveranciers albums te koop aan, waarin
platen met afbeeldingen van menbelen,
gebouwen, dieren enz., zeggende dat de
opbrengst ten goede komt aan de Prins
Hendrik-Stichting.
Voor het kantongerecht te Haarlem
had zich te verantwoorden Wijntje Stam,
huisvrouw van Jan Groen, wonende te
IJmuiden, en wel wegens het uitoefenen
van de practijk als vroedvrouw, zonder
daartoe het recht te hebben. Wat was
het geval? In de gemeente IJmuiden
was tot voor een korten tjjd geen ge
ëxamineerde vroedvrouw aanwezig, en
vrouw Groen was, zoo dit noodig werd
geoordeeld, de aangewezen persoon, die
steeds, zonder eenige geldelijke belooning
te genieten, hare hulp verleende. Niet
beter wetende of dat was geoorloofd, had
zij er geen kwaad in gezien eveneens
hulp te bieden, ook nadat zich de ge
ëxamineerde vroedvrouw in de gemeente
had gevestigd, doch deze klaagde haar
aanvandaar dat zij terechtstond. Ver
schillende getuigen, onder welke de dok
ter, legden echter omtrent vrouw Groen
en hare bekwaamheid, al is zij dan ook
niet geëxamineerd, zulke gunstige getui
genissen en verklaringen af, dat zij door
den kantonrechter werd vrijgesproken.
Uit Kampen wordt gemeld
Zaterdag is op een uur buiten den
Ketel in de Zuiderzee gezonken de praam
genaamd Herstelling", schipper H. Vis
ser, beladen met 30 last rogge, komende
van Amsterdam en bestemd voor Meppel.
De schipper, vrouw, 2 kinderen en knecht
hebben zich in de roeiboot weten te red
den en zijn bier aangekomen.
Nog is Zaterdagmiddag nabij den Ke
tel in de Zuiderzee gezonken een praam,
bevaren door schipper Boon, en beladen
met 30 last rogge, komende van Am
sterdam en bestemd naar Deventer. De
schipper en zijn knecht hebben zich in
de roeiboot gered en zyn hier aangeko
men.
Weenen, 1 Februari. (Particulier tele
gram). Officieel wordt nu bevestigd, dat de
kroonprins zich door zelfmoord van het leven
heeft beroofd, na eerst geleden te hebben aan
ziekelijke overspanning der zenuwen en hoofd
pijn, ten gevolge van een val van het paard
in het vorige najaar. Dat een wond in het
hoofd aanwezig was, werd door geen der per
sonen betwijfeld, die ter bezichtiging van het
lijk werden toegelaten, want het hoofd van
den overleden prins was omhuld met een zwar
ten doek, die van het voorhoofd naar achte
ren tot over de ooren reikte.
De lijkschouwing duurde van 9 u. 's avonds
tot middernacht. Het protocol was eerst in
den ochtend gereed. Eerst na de begrafenis
zullen de quaesties, welke in verband staan
met de troonopvolging, worden geregeld.
Vermoedelijk zal aartshertog Karei Lode-
wijk als troonopvolger den titel van aartsher-
tog-troonsopvolger verkrijgen.
De officieële «Wiener Zeitung" deelt de
aanleiding van kroonprins Rudolfs dood aldus
mede
wDe mededeelingen, welke wij in het niet-
officieele gedeelte van ons blad over het ver
pletterend overlijden van kroonprins Rudolf
hebben gedaan, berustten op de eerste waar
nemingen, welke uit de naaste omgeving van
den prins onder den geweldigen indruk der
ramp hier bekend werden gemaakt. Nadat
de deur van het slaapvertrek was opengebro
ken, vond men den kroonprins levenloos te
bed liggen.
Op dezen eersten indruk berustten de be
richten, welke naar Weenen werden gezonden,
dat de prins aan een aanval van beroerte was
gestorven.
«De hoogleeraar, dr. Widerhofer, per tele
graaf naar Meyerling ontboden, begaf zich
met den eerst mogelijken trein naar het jacht
slot. De hoogleeraar onderzocht het lijk ter
stond en vond aan het hoofd van den prins
een vrij groote wond, met een aanmerkelijke
beleediging van de schedel en het schedelbeen,
waardoor onmiddellijk de dood moest veroor
zaakt zijn. De hoogleeraar verklaarde, dat
deze wond door een kogel is veroorzaakt. Trou
wens naast het bed onder het bereik der rech
terhand werd een revolver gevonden, welke
was ontladen. De ligging van het wapen
liet geen twyfel meer mogelijk, of de kroon
prins had zichzelf het leven benomen.
«Door de omstandigheid, dat de bedienden
allen in de aangrenzende woningen verspreid
waren, daar de kroonprins hun gelast had
alles voor de jacht gereed te maken, en zy
daarom voor korten tijd het huis moesten ver
laten, kon de knal van het schot door niemand
gehoord worden.
«Aan een commissie, welke terstond naar
Meyerling werd gezonden en volgens de be
staande regels was samengesteld, werd opge
dragen de toedracht der zaak en de bijko
mende omstandigheden nauwkeurig te onder
zoeken en op schrift te brengen.
«Wij mogen niet verzwijgen, dat vele per
sonen uit de naaste omgeving van den kroon
prins in de laatste weken meermalen sporen
van ziekelijke overspanning der zenuwen bij
den prins hebben waargenomen. Men moet
dus aannemen, dat de verschrikkelijke daad
onder den invloed eener tijdelijke zinsverbijs
tering is gepleegd. Bovendien moeten wij
™eV"öp'*wij?®Q» dat de kroonprins in den laatsten
tijd herhaaldeHjX-Pver hoofdpijn klaagde, die
hij had behouden/së&tt hiJ. in het voriKe
najaar van het paard viel. T3itt-J?5geval werd
echter op uitdrukkelijk bevel van aear~fe?ÖQP-
prins strikt geheim gehouden".
In bijna alle telegrammen uit Weenen wordt
gezegd, dat deze bekendmaking een ontzetten-
den indruk gemaakt heeft, verpletterender
zelfs nog dan het eerste doodsbericht.
In hoeverre het volgende juist is, hoewel
het authentiek genoemd wordt, valt hier al
lerminst te beslissen, maar naar gemeld wordt,
opende de kroonprins Woensdagochtend te7l/z
uur de deur van zijn slaapvertrek en vroeg
den wachthebbenden bediende, of alles voor
de jacht gereed was? Daarop gaf hij hem
eenige bevelen, tengevolge waarvan deze zich
moest verwijderen. De kroonprins keerde
daarop in de kamer terug en sloot de deur af,
terwijl later het kloppen op de kamerdeur on
beantwoord bleef. Eindelijk, na verloop van
ongeveer een uur, besloten de prins van Ko-
burg en graaf Hoyos, van een angstig ver
moeden vervuld, de deur met geweld te ope
nen zij vonden op de nachttafel de kaarsen
brandende en den kroonprins, die op den rand
het bed gezeten had, achterover gevallen
een revolverkogel was in den rechterslaap
ingedrongen en in het midden van den schedel
weder naar buiten gekomen, terwijl aan den
mond een breede streep van reeds gestold
bloed zichtbaar was.
Om het hoofd van het lijk, hetwelk thans
te Weenen op een rouwbed ligt, is een met
azijn gedrenkte doek geslagen, en daarop rust
een militaire hoofdbedekking, zoodat de wond
niet zichtbaar is.
Volgens loopende geruchten zou keizer
Franz Joseph, van den oudsten zoon van aarts
hertog Karl Ludwig, aartshertog Ferdinand,
verklaard hebben, dat hij hem als troonopvol
ger beschouwt, daar diens vader te zijnen
gunste van de rechten op den troon heeft af
stand gedaan. De keizer zou namelijk voor
nemens zijn den troonopvolger te adopteeren
de naam «Este" en het vermogen der Mode-
na's gaat op den troonopvolger over.
In de nagelaten papieren van kroonprins
Rudolf komt, naar gezegd wordt, geenerlei
aanduiding voor omtrent de beweegredenen
van den zelfmoord, maar wel dragen de laatste
brieven de duidelijkste sporen van een zeer
groote zenuwachtigheid. De kamerdienaar die
de wacht had, heeft zich, naar men verzekert,
van kant gemaakt wegens woerging, dat hij over
zijn meester niet gewaakt heeft.
De mededeelingen, door de Oostenrijksche
regeering in de «Wiener Zeitung" betredende
het overlijden van den kroonprins Rudolf ge
daan, hebben allen nog niet overtuigd. Ten
minste de geruchten, dat de aartshertog niet
door eigen hand den dood heeft gevonden,
houden stand en vinden, vooral weerklank bij
de Parijsche bladen, terwijl men ook te Berlijn
de berichten, welke de «Wiener Zeitung" heeft
openbaar gemaakt, met eenigen twijfel schijnt
aan te nemen.
Zoo o. a. ontvangt de «Figaro" van haren
correspondent te Weenen een verhaal, dat
niet zeer geloofwaardig schijnt, maar toch ver
melding verdient onder de vele geruchten,
welke over den plotselngen dood van den
kroonprins in omloop zijn.
«Zondagavond schrijft de berichtgever
was de kroonprins op een bal bij den Duitschen
gezant, prins Reuss, die een feest gaf ter eere
van den verjaardag van keizer Wilhelm. Na
afloop van het feest zou de prins nog in den
nacht naar Meyerling vertrekken gelijk het
heette, maar dit deed hij niet. De prins bleef
te Weenen en verzocht zijn jachtgenooten al
leen naar Meyerling te vertrekken. Gedurende
den nacht kreeg de prins twist met een lid
der Weener aristocratie, en eerst den vol
genden dag vertrok hij naar Meyerling, waar
hij alles liet gereedmaken voor de jacht.
Woensdagochtend liet de prins zich zijne
brieven brengen in zijn slaapkamer, ten einde
deze op zijn bed te lezen, toen de bediende
hem kwam mededeelen, dat twee mannen,
die er niets te maken hadden, in den tuin
waren.
«Dit zijn zeker jagers, zeide de kroonprins.
De bediende ging heen en verwittigde graaf'
Hoyos, dat er twee verdachte mannen in den
tuin waren. Op hetzelfde oogenblik hoorde
men een schot. De bedienden schoten toe en
zagen, dat de ruiten van het slaapvertrek
waren gebroken, terwijl de kroonprins met
een wond in het achterhoofd levenloos op zijn
bed lag. Blijkbaar was van buiten op den
prins geschoten. De prins lag met den rug
naar het venster en kon zichzelf met zijn
revolver deze wond niet hebben toegebracht".
Bovendien beweert de berichtgever, op
grond van de getuigenissen van personen uit
de omgeving van den kroonprins, dat de prins
den vorigen dag zeer opgeruimd was en blijk
baar aan geen zelfmoord heeft gedacht. Op
grond hiervan wordt beweerd, dat de wer
kelijke wyze, waarop de prins den dood vond,
niet door de regeering is medegedeeld.
Behalve dit gerucht, doen nog vele andere
praatjes van dien aard te Weenen de ronde,
doch uit den aard der zaak wordt daaraan
weinige waarde gehecht, daar een dergelijk
opzienbarend sterfgeval natuurlijk van zelf
aanl<'ing •gêêft-iCL <Je meest tegenstrijdige en
pha ..astische verklaringen; "waarbij het «eher-
chef-la femme" steeds de hoofdrol*-§Reeft-
De sterfte in Londen neemt nög
voortdurend af. In het jaar 1888 be
droeg zij slechts 18,5 pet. zijnde een la
ger sterftecijfer dan bereikt werd sinds
de aanteekeningen betreffende de sterfte
volledig en vertrouwbaar zijn. Het ge
boortecijfer bedroeg daarentegen 30,7 pet.
Aan pokken overleden slechts 7 per
sonen daarentegen veroorzaakte diphthe-
ritis vele sterfgevallen.
Gevonnisd. In de vorige week is in
Amerika voor de eerste maal de doodstraf
door middel van electriciteit toegepast,
en wel op een Duitscher, zekeren Jozef
Reitsch, die eene vrouw had vermoord.
Men had vooraf proefnemingen op een
paard en een kalf genomen, die goed
slaagden. Reitsch werd op een stoel ge
plaatst, waarvan de leuning in scheeve
richting was gebracht en die met sterke
krammen aan den grond was vastgemaakt;
men bond den veroordeelde met een riem
aan den stoel vast en een sluier werd over
zijn gelaat geworpen. Hierop legde men
een metalen ring om zijn hals en leunde
zijn hoofd tegen een kogel van metaal.
Op een gegeven teeken werd de
leiding in verbinding met den halsring
gebracht, de electrische vonk drong in
de hersenen door en de dood volgde on
middellijk, alsof de misdadiger door den
bliksem was getroffen. Bij de lijkopening
bleek dat bloed in de hersenen was door
gedrongen, maar overigens werden geen
veranderingen aan het lichaam waarge
nomen en ook hart en longen bevonden
zich in den gewonen toestand. Hoewel
de executie spoedig en volkomen slaagde,
moet het toestel toch voor nog vereenvou
digingen verbetering vatbaar zijn.
Thans wordt weder uit Tunis be
richt, dat men het mogelijk zoo niet
waarschijnlijk acht, dat de daar gevangen
genomen Engelschman, Alfred Gray, de
vrouwenmoordenaar van White-Chapel, de
lang gezochte «Jack the Ripperis. Hij
gelijkt veel op het signalement, dat de
Engelsche politie uit verschillende gege
vens omtrent het uiterlijk van den moor
denaar heeft opgemaakt.
Ook erkent hij, eenigen tijd in White-
chapel gewoond te hebben.
De eenige zoon van een rijk en aan
zienlijk Iersch edelman, een 22-jarig
jonkman, ging eenigen tijd geleden, tot
herstel van zijn gezondheid naar Italië
en kreeg als verpleegster een bejaarde dame
mee, met wier trouwe moederlijke zorgen
de familie zeer was ingenomen. Er kwa
men gunstige berichten van den zieke.
Hij werd blijkbaar steeds gezonder en op
geruimder. Maar door den laatsten brief
was efe vader alles behalve aangenaam
verrast, want zijn zoon meldde hem daarin
dat hijmet zijn oude verpleegster was
gehuwd.
Te Duiken (Pruisen) en te Yiersen
heeft de politie in de vorige week een
bende valsche munters ontdekt. In het
geheel zijn zes personen, waaronder twee
vrouwen, gevangen genomen. Het geld
was zoo slecht nagemaakt, dat men er
zich over verwondert, dat de valsche
munters het hebben durven uitgeven.
Te Bochum (Westphalen), zagen de
burgers onlangs, tot hunne groote verba
zing, een net gekleed jong heer, met een
hoogen zjjden hoed op, onder een troep
straatvegers dapper meewerken. Het was
een tooneelspeler zonder betrekking, die
op deze wijze geld voor een nachtverblijf
wilde verdienen. De jonkman was zeer
vroolijk en vermaakte al vegende zijn ka
meraden niet weinig door zijn opzeggen
van brokken uit tooneelstukken en aller
hande aardigheden.
MOEDERSMART.
Lieve doode, hoort ge 't klagen
Uwer arme moeder niet,
Die haar rouwe nauw kan dragen
Hoort gjj niet haar bang verdriet?
Och, gesloten zijn uwe oogen*
En uw oor hoort mij niet meer,
Kon de wreede dood 't gedoogen
Lieveling, keer tot mij weer.
'k Heb gestreden en gebeden,
Maar mijn beê werd niet verhoord;
Och, de smart door u geleden,
Heeft nog meer mijn hart doorboord.
Bloemknop in des levens gaarde,
U werd beter lot bereid.
gjyimer in den schoot der aarde
niet dat moeder schreit.
God moog' mij tof EN ;ster wezen
'kWeet, dat HijJAKKü^iet.
Och, waartoe dan '.en groote
Hij vergeet zijn/EZEROENEN"
Dit gelooven, bic
Schenkt mij kalmte, biei
Kan slechts tot berust.
Lieve doode, sluimer 5
De storm uit het nou.
eenige dagen had gedreigd en-
met hevigheid kwam opzetten, heei*
zijn offers geëischt. In den nacht van Vrijaa,b
op Zaterdag had in de onmiddellijke nabyheid
van onze kust een drama plaats, welks afloop
daarvan overtuigend deed blijken.
Terwijl de storm op zijn hevigst was, en
al wat zich in zijn macht bevond met onder
gang dreigde, strandde in de Noordergronden
de Duitsche bark «Theodor Behrend", kapitein
Paptist, die zich met een lading steenkolen
op reis bevond van Shields naar Porte Grande
(Zuid-Amerika), doch door de stormvlagen tot
op onze kust buiten zyn koers was voorlge-
zweept. Te midden van de hevige bran
ding, waarin het schip was terechtgekomen,
geteisterd door wind en golven, beseften de
in nood verkeerende schepelingen zeker spoe
dig in welk ontzettend gevaar zij zich bevon
den. Door het afsteken van vuurpijlen poogden
zij de opmerkzaamheid aan den wal tot zich
te trekken en de noodseinen werden ook ge
zien, maar helaas te laat. Want nauwe
lijks was er een uur sedert de stranding ver-
loopen, toen het schip voor de overmacht van
de woedende elementen moest zwichten en
het onder den last van wind en water ver
brijzelde. Zeven der schepelingen, benevens
de vrouw en twee kinderen van den gezag
voerder, die zich mede aan boord bevonden,
vonden hierbij hun graf in de golven. Aan
de zeven overgebleven schipbreukelingen ge
lukte het nog zich in de kleine scheepsboot
te redden en hiermede op goed geluk af zee-
kiezende, bereikten zij als door een wonder
behouden, de zandplaat Onrust. Aanvankelijk
waren zij hier veilig, maar daar zy tot aan
het hoofd onder water stonden, konden de
ongelukkigen het in deze benarde positie niet
lang uithouden. Onbekend als zij waren met
den plaatselijken toestand, schenen zij niet te
begrijpen, dat de op Onrust geplaatste red
dingskaap hun een veilige schuilplaats bood,
waarin zy zonder gevaar nadere hulp konden
afwachten. Bij het aanbreken van den dag,
toen men van den wal gewaar werd dat zich
menschen op Onrust bevonden, werd onmid
dellijk de reddingsboot in gereedheid gebracht
en, met elf wakkere gasten bemand, door de
«Hercules" naar buiten gesleept. In de nabij
heid van Onrust gekomen, bleek echter reeds
spoedig, dat de redding niet gemakkelijk zou
zijn te volbrengen, want de boot, die te diep
ging om over Onrust heen te roeiën, moest
op grooten afstand van de schipbreukelingen
verwijderd blijven. Aan terugkeeren mocht
echter niet worden gedachter moest gered
worden, wat er dan ook van mocht komen.
Drie der roeiers bevestigden een lijn om hun
middel en waaddeD, zoo uitgerust, door bet
water, tot op de plaats waar de schepelingen
zich bevonden. Op deze wijze werden vier
hunner achtereenvolgens in de boot overge
bracht de drie anderen (waaronder ook de
kapitein) bonden hunne redding niet afwach
ten, uitgeput door de doorgestane ellende,
verdwenen zij voor de oogen hunner redders
onder water, waar zij hun graf vonden. Toen
de sleepboot en reddingsboot met de vier gered
den in de haven terugkeerden, was de schip
breuk reeds vry algemeen bekend en stonden