't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Ut
No. 1668.
Zaterdag 9 Februari 1889.
Zeventiende Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
iLlDonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Gent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nnmmers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
FEBRUARI, Sprokkelmaand, 28 dagen.
Opkomst der Zon 7 u. 25 m.
Onderg. n u 5 u. 5 m.
Zondag 10
Maandag 11
Dinsdag 12
Woensdag 13
Donderdag 14
Vrydag 15 Volle Maan.
Zaterdag 16
HELDER, 8 Febr. 1889.
Bij de verschillende korpsen van
het leger zullen op 19 Februari a.s., ter
gelegenheid van 's KoniDgs verjaardag,
aan hen, die als onderwijzer op de huis
houdelijke school, bij het schermen, enz.,
zich hebben verdienstelijk gemaakt, zoo
mede aan hen, die bjj die lessen als leer
ling hebben uitgemunt, geldelijke beloo
ningen worden uitgereikt.
Na den storm van jl. Zaterdag is
de zeekust bjj Workum als 't ware be
zaaid met wrakstukken, blijkbaar van een
of ander groot schip afkomstig. Door
sjouwerlieden zijn reeds vele voorwerpen,
zooals kasten, een gedeelte tuig, enz., aan
wal gebracht. Ook moet een losdrijvende
boot gevonden zijn.
Ook bij den noorder havendam te Sta
voren is vrij wat wrakhout aangespoeld,
vermoedelijk van een in den laatsten
p storm vergaan schip.
Een vi8scherman uit Laaxum heeft een
ljjk in zee gevonden.
Met ingang van 16 dezer maand,
ievorderdtot hoofdingenieur der marine,
de ingenieur 1ste kl. C. L. Lodertot
ingenieur 1ste kl., de ingenieur 2de kl.
F. S. C. Wijstot id., de ingenieur 2de
kl. H. Cop, hoogleeraar aan de Polytechni
sche school te Delft, met bepaling dat hij
bij het korps ingenieurs der marine pro
memorie zal gevoerd bljjven.
De Rechtbank te Amsterdam, 5de
kamer, deed Woensdag uitspraak in de
zaak tegen den gewezen reserve-conduc
teur Franciscus van Hom, beklaagd van
doodslag op wijlen den hoofdconducteur
Ekker. Zij verklaarde hem schuldig aan
het ten laste gelegde misdrjjf, achtte zijn
bewering, dat hy Ekker alleen heeft willen
laten schrikken, onaannemelijk en legde
hem 10 jaren gevangenisstraf op.
De kantonrechter te 's-Gravenhage
heeft de twee Scheveningers, die verleden
week terechtstonden wegens het kappon
van netten nabij de Engelsche kust, op
eenigen afstand van Yarmouth (de een van
een Engelsch schip, de ander van den
Maassluiser »Francina"), vrijgesproken.
Bjj dit vonnis werd o. a. overwogen dat
niet uit wettige bewijsmiddelen is geble
ken dat de bekl. pp andere wijze uit de
nettenverwarring hadden kannen geraken,
zonder schade toe ie brengen.
De schipper van de >Eben Haëzer«,
die bjj 't voor anker liggen nabjj »Kjjk-
duin" des nachts twee lichten voerde in
plaats van een, werd tot f 10.boete
veroordeeld op grond dat hoezeer, zooals
bekl. tot zijne verdediging heeft aange
voerd, het een zeemansgebruik is twee
lichten te voeren, evenwel een wettelijk
voorschrift, ter voorkoming van aanvaring,
niet is in acht genomen.
Het zeevisschersvaartuig »Zee- en
Landbouw" was omstreeks de helft der
maand Oct. in de Noordzee ter visch-
vangst, toen er ongenoegen ontstond
tusschen schipper H. en den matroos v.
D. De matroos mopperde nogal, als het
opgedragen werk niet erg naar zijn zin
was en de schipper, vrij driftig van aard,
trachtte dit met handtastelijkheden te
verdrjjven. Zoo ook in den nacht van 17
op 18 October, toen v. D. de opmerking
maakte dat het binnenhalen van het volle
net in het ruim niet gemakkelijk was en
hierover een woordenwisseling ontstond,
welke tengevolge had dat de schipper v.
D. op den grond wierp, hem op het lichaam
ging zitten en een kabeltje om den hals
wond, waardoor v. D. vrij ernstig onge
steld werd. Deze feiten werden behan
deld. Daar de schipper C. H. niet ver
schenen was, werd de zaak bjj verstek
behandeld en 14 dagen gevangenisstraf
geëischt.
Op 1 Nov. kreeg schipper S., van de
Maatschappij voor zeevisscherjj te Maas
sluis last om met den stoomlogger »Satoe",
inhoudeude een partij visch, naar Ant
werpen te gaan en deze visch daar aan
den man te brengen. Onderweg echter
mocht niets van de lading worden afge
nomen, en zeker niet ten nadeele der
Maatschappij verkocht. Tegen deze last
geving zondigde de schipper, toen hij te
Dordrecht aankwam en aldaar aan den
cargadoor N. twee schelvisschen verkocht
voor f 1,welk bedrag hjj aan borrels
en vleesch voor de bemanning opmaakte.
Daar van den schipper meer oneerlijkhe
den bemerkt werden, werd dit feit ver
volgd en had heden de terechtBstelling
plaats.
De beklaagde, het feit bekennende ge
pleegd te hebben, verontschuldigde zich
met de woorden »dat er van de lading
ook voor eigen gebruik mocht woeden
afgenomen en dat hij daarom gedacht
liad, »dat de verkoop van deze twee
vischjes zoon vaart niet zou loopen".
De off. v. Just. achtte de te laste ge
legde verduistering" bewezen en eischte
een maand gevangenisstraf.
GENEZING DER TERING.
De heer J. Nord, arts en officier van ge
zondheid te Amsterdam, heeft bij de firma
Scheltema en Holkema een vertaling in het
licht gegeven van een klein vlugschrift, waarin
dr. L. Weigert, te Berljjn, de door hem ge
vonden nieuwe geneeswjjze der tering beschrjjft.
Deze geneeswijze berust op de ontdekking
van prof. Koch, dat de tering wordt veroor
zaakt door bacteriën. Het onderzoek heeft ge
leerd dat deze kleine organismen afsterven
wanneer zij aan hooge warmte worden bloot
gesteld. Van deze gegevens maakt dr. W.
gebruik, om de teringljjders zeer verwarmde
lucht te doen inademen, door middel van een
toestel dat in het vlugschrift wordt afgebeeld
en duidelijk verklaard. Door proeven, eerst op
zichzelf genomen, heeft dr. W. de overtuiging
verkregen, dat de mensch zonder pijn gedu
rende vrij langen tijd lucht tot 160 a 180
graden Celsius verhit kan inademen. Bjj te
ringljjders verkreeg hij daardoor een afneming
der ziekteverschijnselen de bacteriën verdwij
nen allengs geheel en daarmede is de volko
men genezing bereikt.
De vertaler, de heer Nord, zegt in zijn
korte voorrede, dat hij de eerste is geweest
die hier te lande met de toepassing dezer
nieuwe geneeswjjze heeft mogen kennis maken,
en dat hij er veel heil van verwacht. Naar men
verneemt, is die methode reeds in het militair
hospitaal te Amsterdam toegepast.
Tot het uitspreken van een oordeel over
die behandeling van teringlijders zijn wij on
bevoegd. De ervaring zal uitspraak hebben
te doen, of daarmede inderdaad het middel
is gevonden, om een der meest verspreide en
vreeseljjkste ziekten met goed gevolg te be
strijden.
- X. verhaalt in »De Post" de volgende
nog weinig bekende bjjzonderheden uit het
leven van den dezer dagen overleden directeur
van het Rijksentrepót, jhr. H. O. Wichers:
Op 20 Augustus 1879 gevallen als minister
van marine met Kappeyne, trad jhr. Wichers
weder in actieven dienst en werd spoedig be
noemd tot bevelvoerder op Zr. Ms. Atjeh".
Twee dagen vóór den dag waarop het schip
zee zou kiezen, reisde hjj in civiel van den
Haag naar Haarlem. Met hem zat in de
overigens onbezette coupé een adelborst le
klasse, wiens fonkel-nieuwe uniform van fon-
kel-nieuwe waardigheid getuigde, en voor wien
het zwanendons op de tanden, in plaats van
haar, verschooning vroeg voor onervarenheid
zoowel als voor overmoed.
wIs de jonker pas aangesteld?" dus vroeg
Wichers.
//Voor een paar maanden", meneer; //over
morgen ga ik voor het eerst in zee, op de
Atjeh"".
//Zoo, zoo, en heb je daar schik in?"
//O zeker, ik ben in mijn hart al een oude
waterrot, en hoop dat ik eens spoedig een
flinken storm mag meemaken, en daarna de
//Atjeh" eens naar Atjeh koers moge kiezen".
/,Wel, jonker, dat staat je flink", zei Wi
chers vriendeljjk en vroeg verder, of zjjn jeug
dige reisgenoot niet opzag tegen de ontberin
gen, aan het leven van den zeeman op zee
verbonden.
z/Neen", was het antwoord, «daar zie ik
niet tegen op, als wij maar een anderen com
mandant hadden".
z/Hoe dat zoo? Wie commandeert de //At
jeh?""
wWie WichersHij moet een plt zjjn,
een echte beul, even onmenscheljjk en klein
geestig als willekeurig".
Wichers vroeg nog verder en hoorde eenige
bjjzonderheden over zjjn eigen levenswandel,
die men alleen in het bewustzijn van eigen
onschuld glimlachend kan hooren uiten.
//Haarlem!" klonk het op het perroD.
De kapitein ter zee groette zijn reisgenoot,
wiens reis tot Amsterdam voerde, en vroeg:
z/En wanneer, jonker, moetje aan boordzijn?"
//Vandaag nog, meneer".
«Geef dan dit kaartje aan den eerstaanwe-
zigen officier op de //Atjeh," en zeg hem dat
die mijnheer morgen om twaalf uur aan boord
komt".
Dit zeggende, verdween de hoofdofficier, in
de handen van den bevenden jonker zijn vi
sitekaartje achterlatende.
Twee dagen verliepen. De commandant van
de //Atjeh" inspecteerde zijne bemanning, en
na de officieren werden ook de adelborsten le
klasse aangesproken. Onze jonker beefde van
het hoofd tot de voeten, maar de comman
dant deed alsof hij hem nooit gezien had.
z/Hij zal zijne gelegenheid afwachten om
zich te wreken", dacht onze adelborst.
Ja, Wichers had zijne wraak reeds voorbe
reid. Zooals bekend is, eet een bevelvoerder
op een oorlogsschip altjjd alleen, d.i. niet aan
de officierstafel, maar soms vraagt hij een of'
meer van zijne ondergeschikten te gast. Zoo
dra de hooge dignitarissen hunne beurt gehad
hadden, werd onze jonker genoodigd, en toon
hjj met een zweetdroppel aan elk haar ten
disch aanzat, bemerkte hij dat hij de eenige
gast was. Wichers was vriendeljjk als altijd,
sprak over alles, alleen niet over zijne reis
van Den Haag naar Haarlem.
De adelborst is thans officier, een sieraad
onzer marine, even kloek en bescheiden als
voorzichtig. ffNa het voorgevallene", getuigde
wijlen de edelaardige Wichers aan onzen zegs
man, //zou hjj voor zijn dienst en voor mij
door het vuur zijn gegaan in den letterlijken
zin des woords hij kon niet dulden, dat over
mjj boe of ba werd gezegd.
Woensdagnacht heeft er op de rivier,
nabij Rotterdam een aanvaring plaats
had tusschen een Duitschen tweemast
schoener en de naar Grimsby vertrekken
de stoomboot >Brandford". De schoener,
geladen met pijpaarde, is gezonken midden
in bet groote seheepvaarwater, dwars van
den Schiedarn8chen watertoren, even be
neden de witte ton. De stoomboot, die
mede groote schade bekwam, is in het
dok opgenomen. De schoener was in het
Scheur over het kruithuis bij Maassluis
aan den grond geraakt, maar met den
vloed vlot gekomen.
Drie meisjes te Oldebildtdijk (Fr.),
welke uit school kwamen, besloten hand
aan hand met gesloten oogen naar huis
te gaan. Bjj de boerderij van den heer
Hoekstra liepen echter alle drie in de
Noordervaart. Gelukkig zag dit een vrouw,
die spoedig twee der kinderen op bet
droge had. Het derde meisje, dat mid
den in de vaart was geraakt, werd niet
dan met veel moeite gered.
Te Meppel loopt het gerucht, dat
Geert Roo, veroordeeld wegens moord op
zjjn zoontje gepleegd, en thans verblijf
houdende in de gevangenis te Groningen,
krankzinnig is geworden.
Een verrassing!
Een jeugdig paartje, dat dezer dagen
in het huwelijksbootje zou stappen, werd
daarin verhinderd door een bijzonder ge
val. Het huweljjk zou voltrokken worden
op het Nieuwer-Amstelsche raadhuis.
De tjjd der geboden werd, zooals bjj
alle huweljjken, in eenigszins gespannen
toestand doorgebracht. Eindeljjk brak de
30ste Januari aan, de lang verwachte
Woensdag zou de jongelieden aan kete
nen leggen. Alles was reeds den vorigen
dag in orde gebracht. De bruidskleeren
lagen gereed. De kasten verborgen ach
ter de deuren een schat van lekkernjjen.
In de groote voorkamer zaten velen recht
vrooljjk in feestgewaad uitgedost, als
Pinksterbloemen, om de feestvreugde eer
aan te doen. In één woord, alles was
voor 't plechtige in gereedheid gebracht.
Nog maar één enkel uurtje en de
trouwkoetsen zouden voorkomen. Som
migen mompelden van: »Als alles maar
goed afloopt!" Nu daar hadden ze wel
reden toe, want 't duurde geen half uur
of een gansche ommekeer had er in de
bruidswoning plaats. Men zond den een
naar 't raadhuis om te zeggen, dat het
huwelijk niet door kon gaan en den an
der naar den stalhouder om te zeggen,
dat hjj geen trouwkoetsen behoefde te
zenden, want de bruid had juist haar
bruigom, buiten zjju weten, een lieven
aanstaanden zoon geschonken
Door een der lezers van „de Tjjd1
(Amsterdam) is te zijner bureele gedepo
neerd een „kunstei," dat met nog eenige
andere voor een gewoon ei werd verkocht.
Het surrogaat-ei, groot van stuk en fraai
van vorm, heeft de dubbele zwaarte van
een ei van gewone grootte. Volgens ver
klaring van den zegsman, die, niet wetende
met kunsteieren te doen te hebben, be
gonnen was er een gekookt te verorberen,
is het wit witter en compacter dan dat
van een natuur-ei en heeft een onaange-
namen geurwat den dooier betreft,
bestond weinig of geen verschil. Aan een
der punten van het ei is een witte vlek
waar te nemen, die wanneer het ei tegen
het licht wordt gehouden, zich donker
afteekent.
Bjj iemand te De Bildt is ingebro
ken en een aanzienljjke geldswaarde ge
stolen. Den volgeude nacht werd bjj den
bestolene, naar men meldt, een couvert
onder de deur gestoken, waarin f300
waren. Een raadselachtige historie!
Waarschuwing!
Volgens een Engelsch blad wordt tegen
woordig in het oosteljjk deel van 't
graafschap Kent veel handel gedreven
in oude afgeleefde paarden. Iemand uit
Canterbury schrjjft aan het blad, dat
deze dieren alle worden uitgevoerd naar
Nederland, waar men ze slacht en uit
hun vleesch een vëelgezoclit vleesch-
extract bereidt.
Ook naar muilezels is veel vraag. Een
oude muilezel, werd onlangs op de markt
te Ashford door den eigenaar voor f 180
overgedaan aan een agent, die met boven-
^genoemden handel zjjn brood verdient.
Deze kreeg op zijn beurt voor het dier
te Vlissingen niet minder dan f 260.
Door wijlen mevrouw de weduwe
J. E. De Boer, onlangs te Amsterdam
overleden, is aan de Weesinrichting te
Neerbosch gelegateerd de som van f 4000,
vrjj van successierechten.
De nadere bijzonderheden, welke om
trent de vreeselijke spoorwegramp bij Groe-
nendael gemeld worden, bevestigen ten volle
den omvang van dit onheil. Het is natuur
lijk onmogelijk, met nauwkeurigheid op te
geven het aantal personen, die bij deze ramp
lichamelijk letsel hebben bekomen, omdat er
daaronder zijn die er met een schram of buil
zijn afgekomen, maar in verband met het aan
tal biljetten, die aan den gare du Luxembourg
zjjn afgegeven 120 biljetten de raming van
het aantal passagiers, hetwelk de trein van
de stations van Schaerbeek en du Nord had
medegebracht, en eindelijk de samenstelling
van den trein, is men tot de slotsom geko
men dat er omstreeks 310 passagiers op den
trein waren, en dat er van dezen omstreeks
250 geheel ongedeerd gebleven zijn, terwjjl
Maandagnamiddag het aantal dooden 16 be
droeg, en er zich in de verschillende open
bare hospitalen nog 27 gekwetsten bevonden,
van welke de meesten aan de beenen gewond
zijn on velen één of beide beenen hebben
verloren.
De trein was als volgt samengesteldNa
de locomotief en tender volgde een bagage
wagen, waarin de hoofdconducteur en een
tweede conducteur zich bevonden, die wonder-
baarlijkerwjjze beiden ongedeerd gebleven zijn,
niettegenstaande de goederenwagen geheel is
vernield; waarschijnlijk zijn zij door den schok
uit den wagen geslingerd. Achter den baga
gewagen volgden vier rijtuigen 3e klasse, dan
twee rijtuigen le klasse, twee rijtuigen 2e
klasse en eindelijk 1 rijtuig 3e klasse, waar
aan de rem was, welke door den derden con
ducteur werd bediend. De vier wagens 3e
klasse, die vooraan waren, hebben bet meeste
geleden, en onder de daarin gezeten passa
giers waren de meeste slachtoffers. Toch is
het aantal nog betrekkeljjk niet groot, als
men bedenkt dat deze vier rjjtuigen nagenoeg
vol warenelk der rijtuigen bestaat uit 5
compartimenten voor 10 personen, zoodat zij
samen plaats bevatten voor 200 personen,
terwijl er ongeveer 180 in gezeten waren.
Ook het voorste gedeelte van het rijtuig der
le klasse is verbrijzeld, en daarin was zekere
mevrouw Pasture gezeten, die aan hare vree
selijke kwetsuren overleden is. In het tweede
rijtuig le klasse was o.a. ook gezeten de zan
geres mevr. Dyna Beumer, die met den heer
Bauwens en een paar andere artisten zich
naar Namen begaf, waar zij 's avonds op een
liefdadigheidscoiicert moest zingen, en ook
werkelijk gezongen heeft, onder de onbeschrij
felijke geestdrift der toehoorders over hare
gelukkige redding.
Ter aanvulling of verbetering, dient het
volgende nog te worden medegedeeld
In de eerste plaats dat de vernielde brug
niet op één, maar op twee bogen rustte, welke
beide ingestort zijn. Verder dafhet bericht,
ook per telegraaf gemeld, dat omstreeks mid
dernacht het werk aan de plaats des onheils
gestaakt zou zijn, geheel onjuist isintegen
deel een afdeeling genie-troepen en burger
aard-werkers hebben den ganschen nacht on
vermoeid doorgewerkt, terwijl eerst tegen den
ochtend een ander detachement troepen de
eerste is komen aflossen. Dientengevolge was
men er in geslaagd het rechter spoor tegen 9
uur geheel vrij te maken, zoodat ongeveer een
half uur later de trein naar Ottignies weder
vrij passeeren kon. Intusschen lagen de lo
comotief en het linker spoor nog onder puin
en steenen bedolven, en omstreeks 10 uur
zou de eerste dynamietpatroon worden gebe-
om de groote gemetselde steengevaarten
te vernielen, ten einde die te kunnen op
ruimen.
Het deskundig onderzoek schijnt geen twijfel
te laten, dat de ontsporing van den trein een
20 k 30 tal meter vóór de botsing tegen de
brug heeft plaats gehad, zoodat niet, zooals er
geruchten liepen, de brug, die bouwvallig en
oud was, door de laatste regens doorweekt zou
zjjn, en nu tengevolge van het dreunen, op
den trein zou zijn neergestort.
Een afschuwelijke bijzonderheid vermeldt
de Indépendance. Terwijl op eiken trein van
den Belgischen en den Franschen Nord, zegt
zij, een verbandkistje aanwezig is met de al
lernoodzakelijkste eerste hulpmiddelen bij een
spoorwegongeval, schijnt de administratie van
de Belgische staatsspoorwegen dit onnoodigte
achtten, zoodat dan ook Zondag in de eerste
oogenblikken, ten einde bij de ernstigste ver
wondingen het bloed te stelpen, bij gebrek
aan pluksel het paardenhaar uit de kussens
gebezigd is moeten worden. Dat een ver
band met zulke hulpmiddelen de vreeselykste
gevolgen kan hebben, behoeft wel niet te wor
den gezegd.
Een der reizigers van den bij Groenendael
verongelukten trein beeft het volgende ver
haal gedaan
»Van Brussel naar Groenendael had niets
buitengewoons plaats. De trein reed met ma
tige snelheid en schudde niet.
«Voorbij het eerste blok na Groenendael
jevoelden wij voor het eerst slingeringen, die
geen dertig seconden duurden. Daarna begon
de trein met duizelingwekkende snelheid te
rijden. Wij zagen elkaar angstig aan en
lichtten instinctmatig onze voeten op. Eenigen
wilden uit den trein springen. Een der rei
zigers zeide tot zijn buurman «Wjj gaan te
snel, heeren wy zullen ontsporen."
Nauwelijks had hij de woorden geuit of
een verschrikkelijk gekraak werd gehoord.
Het was alsof de bliksem in den trein sloeg.
De wagens werden op en over elkander ge
worpen. Overal hoorde men angstkreten en
in korter tijd dan ik het kan verhalen, werd
ons rijtuig opgetild en aan alle zijden verbry-
zeld."
Het is meer dan waarschijnlijk dat nalatig
heid de oorzaak van het ongeluk is geweest.
Over een lengte van 20 meter vóór de brug
was het zand van de dwarsliggers, waaraan
gewerkt werd, weggegraven. Vijf minuten te
voren was echter nog een beambte er heen
aan om te zien of alles in orde was.
Ipmerkelijk was, dat betrekkelijk zulk een
groot aantal wagens, nl. de 5 achterste van
den trein, gespaard bleven. Het schijnt dat
dit moet worden toegeschreven aan het breken
van den luchtcylinder van den Westinghouse-
rem onder den tender, waardoor de lucht in
de buizen drong en de remtoestellen werden
vastgezet.
Tot nog toe was men in onzekerheid om
trent het lol van mevrouw Briuson en haar
zoon, die zich in den trein bevonden. Het
blijkt, dat zij met gebroken beenen en wonden
over het geheele lichaam naar haar woning
te Cureghem vervoerd was. De zoon was
kort nadat men hem bevrijd had, overleden.
Velen der gewonden zjjn aldus aan de gevol
gen van de bekomen kwetsuren gestorven.
Maar ook een dame, die volkomen ongedeerd
uit het puin werd gehaald, was zoo geschrikt,
dat zij denzelfdec nacht overleed.
Een der gedooden, mevr. Grosjean, is Dins
dag begraven. De lijkkist, die met bloemen
en kransen bedekt was, werd door een langen
stoet gevolgd en op aller aangezichten was
het diepste medelijden zichtbaar. Woensdag
en volgende dagen zullen de lijken der andere
slachtoffers ter aarde worden besteld.
De treinchef Landrin en een der conduc
teurs, die als door een wonder ontsnapten aan
het gevaar, dat hen allereerst bedreigde, zijn
op bevel van den rijksprocureur gehoord. Zij
bevonden zich in den goederenwagen die on
middellijk achter den tender volgde en be
kwamen niet het geringste letsel.
Afschuwelijk is het, dat de slachtoffers der
ramp op de plaats zelve door laaghartigen be
roofd zijn. Aan het lijk van den heer Wal-
ter Hainaut, die nagenoeg onmiddellijk is dood
gebleven, zijn de portefeuille roet 600 en een
portemonnaie met 50 fr. ontroofdden heer
Depaturc, die in den loop van den avond in
zijn eigene woning is overleden, waren, toen
hij te huis gebracht werd, het horloge met