't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1688.
Zaterdag 20 April 1889.
Zeventiende Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
Atoonnem ent
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
BureauxSPOORSTRAAT an ZUIDSTRAAT.
Aavertentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VKIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
APRIL (Grasmaand) 30 dagen.
Opkomst der Zon 4 u. 47 m.
Onderg. 7 u. 11 m.
Zondag 21 Eerste Paaschdag.
Maandag 22 Tweede Iraëlitische
Paschen. Laatste kwartier.
Dinsdag 23 Israëlitische Paschen.
Woensdag 24
Donderdag 25
Vrijdag 26
Zaterdag 27
HELDER, 19 April 1889.
De ten vorige n jare alhier gestichte Na
tionale Kiesvereeniging „Burgerplicht", hield
j.1. Dinsdagavond in „Tivoli" hare eerste jaar-
lijkache algemeene vergadering, 't Verslag over
1888 werd door den President, den heer W.
J. Harms, uitgebracht. Blijkens dat verslag, ii
het ledental van 53 tot 104 toegenomen. Met
veel instemming deelde de President een en
ander mede uit het dezer dagen verschenen
eerste nommer van het weekblad »De Vader
lander", welk blad te Wagenïngen wordt uit
gegeven en strijd voert tegen de inmenging
van godsdienst en kerk op het gebied der Staat
kunde. Door den Penningmeester, den hr. J.
J. Baert, werd verslag gegeven van zijn be
heer in 1888. Na onderzoek door eene Com
missie, werd de aangeboden rekening en ver
antwoording goedgekeurd, onder dankbetuiging
aan den heer Baert. De President was, vol
gens den bestaanden rooster, aan de beurt om
af te treden. Op verzoek van de vergadering,
werd de verkiezing van een nieuwen President
verdaagd tot eene volgende bijeenkomst, terwijl
de heer Harras, die bezwaar maakte om eene
nieuwe keus te aanvaarden, zich bereid ver
klaarde tijdelijk deze functie te blijven waar
nemen. Met bijna algemeene stemmen werden
daarop als bestuursleden herbenoemd de h. h.
C. Maters en^jL.-Baert. Als candidaat der
Vereanigrng bij de a.s. verkiezing van een lid
der Provinciale Staten, werd gatoren het aftre
dend lid dier Staten, de heer Dr. T. Rakker.
Eenige discussie volgde. Daarby werd o. a.
door den heer B. F. van Eek gewezen op de
wenschelykheid, dat, in 't belang der volks
gezondheid, aan 't Huisduiner strand een bad
inrichting mocht tot stand komen.
De heer J. C. Geelhuysen, Hersteld,
Ev. Luth. predikant alhier, is door de
Synodale Commissie beroepbaar verklaard.
Bij beschikking van den minister
van waterstaat is in overleg met het
departement van marine besloten, in het
belang van de kustwacht te Terschelling,
den bootsman van het reddingstation der
Noord- en Zuidhollandsche reddingscom
missie te Midsland telephonisch te ver
binden met de bestaande lijn Midsland
en Oosterschelling en toegang tot het tele
graafkantoor te verleenen aan de leden
der plaatselijke reddingscommissie aldaar,
om bij strandingen zich met de bootslieden
van Midsland en Oosterend in betrekking
te stellen, terwijl den kustwachtposten
van Vlieland en Ameland is opgedragen,
bij voorkomende strandingen in de Ter-
schellinger gronden, per telephoon den
voorzitter der plaatseljjke reddingscommis
sie te Terschelling daarvan te berichten.
Terschelling, 14 Aptil. Bij de aan
komst van de postboot hadden zich heden
alle eilanders aan de fraai met vlaggen
versierde landingsplaats verzameld. Alle
schepen in de haven hadden de vader-
landsche driekleur in top. Het gold schip
per W. Klein, die veertig jaren lang als
postschipper had gefungeerd en die een
halve eeuw geleden als knecht bij zijn
vader in dienst kwam. Door den burge
meester hartelijk aan boord toegesproken,
werd de brave Klein naar het logement
van den heer Swart geleid, waar hem
door den directeur van het postkantoor
met een hartelijke toespraak een aantal
kostbare geschenken werden overhandigd,
waartoe een groot aantal ingezetenen
hadden bijgedragen. Ook van elders ont
ving de ferme zeeman, die zoo trouw op
zijn post stond ook bij 't redden van
menschenlevens en kostbare ladingen, tal
van gelukwenschen en souvenirs,
Naar aanleiding der nieuwe arbeids
wet schrgft meester Constantijn in den
Spectator
Wat baat een arbeidswet? Zg kan den
armen lieden
■Het werken wel, maar 't hongren niet
verbieden."
ARBEIDSWET.
Het wetsontwerp, bevattende bepalingen tot het
tegengaan van overmatigen en gevaarlijken arbeid
van jeugdige personen en vrouwen, is Maandag
door de Tweede Kamer aangenomen.
De voornaamste bepalingen nit die arbeidswet
laat men hieronder volgen:
Artikel 3 luidtHet is verboden een kind be
neden 19 jaren arbeid te doen verrichten.
(Nu moet men niet denken, dat men een kind
beneden 12 jaren geen boodschap mag laten doen
of op broertje of tasje passen, neen, de wetgever
heeft aan znlk een „arbeid" niet eens gedncht,
maar onder arbeid verstaat deze nieuwe wet alle
werkzaamheden in of voor eenig bedrijf, bthalve-.
lo. werkzaamheden in of voor de bedrijven van
landbouw, tuinbouw, boschbouw, veehouderij of
veenderij$0. werkzaamheden buiten fabrieken en
werkplaatsen in of voor het bedrijf van hem, bij
wien degene die zt verrioht inwoont, voor zoover
die werkzaamheden ook buiten ««nig bedrijf in
een huishouding of stalling plegen voor te komnnj.
Artikel 4 luidt: fiij algemeen en maatregel van
bestuur, wordt door Ona, hetzij onvoorwaardelijk,
hetzij voorwaardelijk, verboden een persoon be
neden zestien jaren en in fabrieken en werkplaat
sen een vrouw bepaalde soorten van arbeid te
doen verrichten, op grond van de gevaren voor
de gezondheid of het leven, welke die soorten
van arbeid, hetzij in het algemeen, hetzij bij niet
inachtneming van zekere voorwaarden, door de
wijze waarop zij verricht worden of door de ver
werkt wordende stoffen, voor een persoon bene
den de zestien jaren, of voor een vrouw opleveren.
Artikel 5. Het is verboden den arbeid van een
persoon beneden zestien jaren of van een vrouw
in fabrieken en werkplaatsen vroeger te doen aan
vangen dan te 5 uren des voormiddags, of later
te doen eindigen dan te 7 uren des namiddags,
met dien verstaande, dat het aantal uren, gedu
rende welke die arbeid wordt verricht, niet meer
dan elf per etmaal bedrage.
Artikel 6. Hij die een persoon beneden zestien
jaren of een vronw arbeid doet verrichten in fa
brieken en werkplaatsen is verplicht te zorgen,
dat die arbeid ten minste worde afgewisseld door
één rusttijd van een unr tusschen 11 uren des
voormiddags en 3 uren des namiddags.
Artikel 7. Het is verboden een persoon bene
den zestien jaren of een vrouw op Zondag arbeid
te doen verrichten in fabrieken en werkplaatsen.
Artikel 8. Het is verboden een vrouw arbeid
te doen verrichten in fabrieken en werkplaatsen
binnen vier weken na haar bevalling.
Artikel 22. Het voorschrift dat voor personen
beneden zestien jaren of vrouwen, en dat voor
vrouwelijke personen van eiken leeftijd, het begin
van den arbeid (Van bepaalde bedrijven) niet
vroeger dan te 6 uren des voormiddags en het
einde niet later dan te 10 uren des namiddags
mag worden gesteld, gelden niet gedurende de
eerste twee jaren na het in werking treden van
deze wet.
Artikel 27. Deze wet treedt in werking den 1
Januari 1890.
Op hetzelfde tijdstip vervalt de wet van den
19 Sept. („Staatsblad" No. 130).
Wet tot regeling van het
Lager Onderwijs.
De Regeering beeft bij de Tweede Kamer een
wetsontwerp omtrent gedeeltelijke herziening van
de wet tot regeling van bet lager onderwijs in
gediend.
Het maken van een geheel nieuwe wet of bet
aanbrengen van zeer ingrijpende wijzigingen lag
niet op den weg der Regeering.
Na te hebben gewezen op de ontwikkeling van
het vrije onderwijs door bet particulier initiatief
meent de Minister van Binnenlandsehe Zaken in
zijn Memorie van Toelichting dat me* bet vrije on
derwijs niet moet tegenwerken of bemoeielijken
tot nadeel van de nationale ontwikkeling. Waar
't onmogelijk is de kosten van het openbaar on
derwijs op de gebruikers daarvan te verhalen,
moeten de openbare kassen wel een deel daarvan
bekostigen, waarin bij echter een onbillijkheid ziet
tegenover het vrije onderwijs. Op dien grond ver
dedigt hij het toekennen van een bijdrage uit
's Rijks kas aan de vrije school, mits haar on
misbare vrijheid niet worde aangetast. Die rijks
bijdrage zon dan beperkt moeten worden tot de
scholen, waarvan de onders der schoolgaande kin
deren niet bij machte zijn het grootste deel van
de kosten zelf te betalen.
Behalve tot erkenning va* de staatsrechterlijke
gelijkheid van de openbare en bijzondere school,
strekt het thans ingediende wetsvoorstel ook om
verder ep het openbaar onderwijs te bezuinigen,
ten einde vooral den zwaren druk, dien de wet
van 1878 op de gemeente legt, te verminderen.
Een betere regeling van de rijksbijdrage en
eenige beperking der eischen kan, naar de over
tuiging der Regeering, zonder schade voor bet
onderwijs veilig geschieden.
Eindelijk word«n wijzigingen voorgesteld in de
artikelen betreffende do akte van bekwaamheid
tot het geven van het lager onderwijs en de
voorschriften betreffende de examens.
Mede wordt voorgesteld om aan do bijzondere
school gelijke bijdrage voor personeel te verleeuou
als aan de openbare, maar ook met uitsluiting
van de scholen met schoolgelden van f25,per
jaar of daarboven.
De Regeering stelt verder voor één onder
wijzer zoodra het leerlingenaantal boven 30 is,
twee op 91 en verder opklimmende met éen voor
elke 55 boven de 90.
De rijkskweekscholen en rijksnormaallessen zijn
behonden.
De gemeente krijgt geen bevoegdheid tot bet
subsidieeren eener vrije school, ter voorkoming
van overbrenging van schoolstrijd in de gemeenten.
De Regeering stelt voor de herziening in wer
king te doen treden op 1 Jan. 1890.
Men meldt van Terschelling aan
de Leeuw. Ct.
Is de verwachting op de millioenen
der »Lutine" niet meer zoo gespannen
als vóór drie jaren bg den aanvang van
het werk, toch schijnen de ondernemers
van plan het visschen te hervatten.
Zoo ooit dan is ook op de thans on-
dernomene wgze het doel te bereiken
opzichtens de kosten. Wanneer toch de
stoomschelpzaigers tengevolge van ongun
stige weersgesteldheid niet kunnen wer
ken op de >Lutine," dan gaan zij bin
nengaats schelpenzuigen, zoodat alleen die
dagen welke men naar buiten gaat den
ondernemers eenige moeite en steenkolen
kosten.
Een bekend handelaar in effecten
te Amsterdam hoorde Zondagnacht geraas
in zijn woning. Toen hg een onderzoek
instelde, vond hg een onbekend man
bewusteloos bg zgn geopende brandkast
Andere personen snelden toe, men bracht
den vreemdeling bijen na kwam aan het
licht, dat men met een inbreker te doen
had. De man had de brandkast geopend
en was toen van schrik in zwjjm geval
len, omdat hij in *t meubelgeen
cent waarde vond.
De ongelukkige euveldader die, ten
onrechte afgaande op den beroemden naam
van den effectenman, zoozeer in zgn voor
uitzichten werd teleurgesteld, werd uit
medelijden niet aan de politie overgeleverd.
Hongersnood
Betreffende Cura9ao en de omliggende
eilanden ontving l)e Tijd bedroevende
tijdingen.
Een hooggeplaatst geestelijke schreef:
Wg gaan op Curafao een ellendig jaar
te gemoet, en reeds bezwijken er men-
schen van den honger! Geeft de Voor
zienigheid niet spoedig uitkomst of bui
tengewone hulp, dan staat het ergste te
vreezen. De mannen verlaten reeds het
eiland (op de andere eilanden is de toe
stand dezelfde), en de kinderen big ven
weg van de school en uit de kerk. Hon
gersnood voor de denr, zoo de goede God
geen regen geeft.
Een hoogbejaard missionaris, die reeds
twee keeren op Cura9ao hongersnood bg-
woonde, schreef: nu is er compleet niets;
geen voedsel en op sommige plaatsen geen
drinken, voor menschen noch voor beesten,
en geen werk. De runderen loopen als
geraamten, de ezels in denzelfden staat,
en e- rijn reeds vele bezweken. In de
omstreken van St.-Ros» vindt men herten
of reeën dood liggen op de bergen. Waar
moet het met ons heen Nu is het nog
eerst Maarthoe lang nog eer het October
is, wanneer de regentijd gewoonlgk be
gint En dan geen zaad om te planten
Als de goede God geen regen geeft, ster
ven bgna alle runderen, alle ezels en alle
schapen; de geiten alleen kunnen in het
leven big vendoch de weinige die er zgn
werden geslacht, om de menschen voor
hongerdood te bewaren. Dit echter zal
spoedig gedaan zijn, en dan? Ik heb bin
nen veertien dagen vgf menschen bediend
en een van hen, een vronw met vier
kinderen, ligt al op het kerkhof. Zg is
gestorven van zwakte, dat is van honger.
De ziekte der anderen is ook geen andere
dan zwakte tengevolge van honger.
EEN VOORJAAR8STEM.
De wind giert nog zoo snijdend,
Alsof 't geen lente was
De bloem, den strijd vermijdend,
Schuilt diep nog onder 't gras.
Een ijzige adem blaast er
Langs bosch en beemd en veld;
De storm van 't voorjaar raast er;
't Buigt al voor zijn geweld.
o
Maar toch, een stemme dringt er
Zoo opgewekt in 't oor
Maar toch, een vogel zingt er
Zoo blij en vroolijk door:
De leeuwrik is 't, die lustig,
Yan vroeg tot laat zyn zang
Laat hooren, kalm en rustig,
Voor storm nog koude bang.
o
Hij schijnt tot ons te spreken:
Komt, jubelt met mij mee
Waarom het hoofd te breken,
Met al dat voorjaarsweel
Houdt moed maar, goede vrinden,
Bij storm en zonneschijn
Bij 't loeien van de winden
Want eens zal 't lente zyn.
Och, waarom ook zoo spoedig
Gebogen en getreurd
Waarom niet Jiever moedig
Het hoofd weer opgebeurd,
Bij alle tegen heden?
Komt, hebben wij dan moed,
En doen we op onze schreden,
Zooals de leewrik doet.
Marine en Leger.
Zr. Ms. instructieschip „Urania" zal den 7
Mei a.s. in dienst worden gesteld, onder oom-
mando van den luit. t. z. Ie kl. M. C. van
Doorn, belast met het onderwijs in de stuur
manskunst aan het Kon. Instituut voor de marine
alhier. Na afloop van bet theoretisch eindexa
men van het oudste studiejaar, znllen die adel
borsten den 11 Mei aan boord van dezen bodem
embarkeeren, ten einde den praotischen oefenings-
tocht in de Zuiderzee te volbrengen, waarna den
24 Jnli het practisch eindexamen een aanvang
neemt.
Zr. Ms. instructie-korvet „Nautilus", comm.
kapt.-lnit. t. z. P. C. Pabst, wordt den 30n April
e. k. geïnspecteerd door den schout-bij-naoht J.
P. Yan Rossom, directeur en comm. der Marine
te Hellevoetsluis.
Den ln Mei d. a. v. vertrekt deze bodem
naar de Noordzee en zal het eerst Nieuwediep
op zijn ta»»ht aandoen.
De schipper W A. J. Msopt^scu vau Zr.
Ms. „Nautilus", die met 16 dezer bevorderd is
tot opperschipper, heeft Maandag van zijn comm.,
overste P. C. Pabst. in tegenwoordigheid van de
geheele equipage, een paar gouden epauletten ten
geschenke ontvangen.
Blijkens een bij het departement van marine
ontvangen telegram is Zr. Ms. ss. „Van Galen"f
DOOE
E. ECKSTEIN.
14.)
„Voor de uwe Sedert wanneer hebt gij
die dan verlaten
„Sedert eergisteren."
„Hoe kwaamt gij daartoe
■Och, zy verveelde my al vóór ik u leerde
kennen. Het is gebrek lijden, Racosta. Dag
noch nacht rustvoortdurend onder toezicht en
dan zulk een ellendig salaris! Ik bedank er
voorIn het begin dacht ik als gijik meende,
dat ik op de eerste sport stond om hooger te
komen, ik zag mij zeiven reeds als hoofd van
de politietwee, drie ontdekkingen, die mij
natuurlijk als van zelf in den schoot zouden
vallen en de zaak zou in orde geweest
zyn. Maar, jawel! Wij aijn de vossen, die
▼oor de anderen de kippen stelen en tot
belooning krygen wy de veeren en de been
tjes. Ik heb er genoeg van, signore Racosta".
„Ja, maar wat voert gij nu uit? Hebt gij
geërfd
„Dat nietmaar
■Nu Gij zijt zoo geheimzinnig1".
„O, het is volstrekt geen geheim. Gij znlt
er wel verbaasd over zijn maar een mensch
moet toch leven en heel veel achting genieten
wy toch al nietwanneer men eens heel be
leefd wil zyn, noemt men ons spionnen".
■Gij maakt mij nieuwsgierig", zei Racosta.
//Ik ben staatsdienaar gebleven", antwoordde
Marsucci, terwijl Emmanuele hem met een
spotachtigen blik onderzoekend aankeek, „ik
heb echter mijne positie verbeterd, vooral wat
het salaris betreften mijn werk, wel ik
houd niets van vooroordeelen en in geen ge
val zal ik my behoeven dood te werken. Ik
heb zelfs een titel, die bijzonder deftig klinkt
en op menigeen meer indruk maakt dan al de
waardigheden en titels van zijn Eminentie
den Kardinaal. Hoe vindt gy, Raoosta, dat
dit klinkt»Tweede helper van den lof waar-
dïgen scherprechter van zijn Majesteit den
Koning van Napels en Siciliën
„Gij schertstriep Racosta en deed een
schrede achteruit. De diep ingewortelde af
keer der Italianen van alles, wat met het
vreeselijk ambt van beul in betrekking staat,
miste ook zyn invloed niet op dezen man, die
toch bij het smeden van zijn eigene misdadige
plannen getoond had, zulke sterke zenuwen
te hebben.
■Wees niet kinderachtig, Racostazei Mar
succi. »Ik verdien er een behoorlyk stuk
brood mede en ben van alle zorgen ontheven
laat de menschen maar praten Wie van al
die lafhartigen, die een kruis maken, wan
neer de gevloekte voorbijgaat, zal my een
verroesten bajocca schenken, als ik deze ge
legenheid niet aangryp en op fatsoenlyke wijze
blijf honger lyden Ik ga toch niet om met
die soort van menschen en als ik 's Zondags
naar Piedigrotta oversteek en achtereenvolgens
alle herbergen bezoek, kan toch geen van de
mooie meisjes aan myn neus zien, welk ambt
ik bekleed. Als men jong is, wil men van
het leven genieten en kan het niet langs den
rechten weg, dan maar langs den krommen.
Denk eens aan gisteren heeft mij de betaal
meester reeds veertig goudguldens als hand
geld uitbetaald, terwijl ik toch eigenlijk eerst
in de volgende maand in dienst treed van de
regeering. Waar ter wereld vindt men een
dergelijke mildheid Nn, ik zal het er goed
van nemen Ik wil niet voor niets de boe
man zijn voor alle oude vrouwen in Napels.
De jongen zullen mij schadeloos stellen en de
goddelijke Vesnvius-wijnGij zult mij be
nijden Bovendien ik ben uit Rome af
komstig mijn uitspraak van het Italiaansch
klinkt hier vreemd ik kan dus nu en dan
den grooten mijnheer spelen bij de Engel-
schen bijvoorveeld, die hier slechts eenige
weken bly ven en niet veel in aanraking komen
met de eigenlyke bevolking. O, ik heb alles
goed overlegdWij, Romeinen, zijn heeren
in vergelyking van dat bedelpak hier. Wan
neer men een Romeinschen bedelaar een goeden
jas aantrekt, steekt hy hier menig voornaam
heer de loef af."
Racosta merkte zeer goed, dat Marsucci wat
veel gedronken hadtoch kwam het denkbeeld
in hem op, of hij in dien gowezen geheimen
politie-beambte niet den man gevonden had,
dien hij voor zijn plannen met Salvatore noo-
dig had.
Het sloeg negen uur. Hij moest thans
zonder dralen naar de afgesproken plaats.
Het gesprek zou niet lang duren tegen kwar
tier vóór tienen kon Emmanuele terug zijn
en wellicht zou de nachtlucht Marsucci's hoofd
voldoende afgekoeld hebben, om, zoo voorzich
tig mogelyk, een eerste poging te wagen. Het
van haat, dat hij in den laatsten tijd
voor Marsucci gekoesterd had, verminderde
bij de gedachte aan de mogelijke gevolgen van
deze toevallige ontmoeting.
■Gij hebt gelijk, Marsucci," sprak hij op
levendigen toon. „De vooroordeelen van de
dwazen, die ons in den weg staan, zijn geen
paolo waard. Gy moet my eens nauwkeurig
vertellen hoe gij 't gedaan hebt gekregen en
waar gij de kennis hebt opgedaan, die er
toch noodzakelijk voor vereischt wordt. Ga
hier aan dit hoektafeltje zitten en neem een
glas limonade, maar zoo gij mij een genoegen
wilt doen, drink dan geen wijn meer".
„In vertrouwen gezegdik heb u ook heel
wat te vertellen en uw raad noodig. Nu gij
niet meer jaloersch behoeft te zyn op den
sluwen Emmanuele ja, ja, dat zijt gy ge
weest spreek het maar niet tegen nu kun
nen wij vrienden zijn, werkelijke vrienden.
Binnen één uur ben ik terug. Ik zal het u
maar bekennenik heb een belangrijke sa
menkomst, die met de zaak in verband staat,
welke ik n wilde meedeelen. Het is een
hoogst ernstig geval, maar er is geld mede
te verdienen als water."
Terwijl Marsucci voor het naastbijzijnde
koffiehuis plaats nam, sloeg Racosta met haas
tige schreden den weg in naar de kade van
Santa Lucia.
Aan het zuidelijk uiteinde van de nit ba-
zalt opgetrokken kade, die bier een eindweegs
in de golf doorloopt, leunde een hooge, don
kere gestalte over de borstwering roerloos,
als uit brons gegoten. Niettegenstaande de
gebrekkige verlichting men was uiterst
spaarzaam met de stedelijke olielampen
herkende Emmaunele onmiddellijk den Apu-
liër; zoo lang was geen der schippers, die
hier wel eens een liefdesavontuurtje hadden.
„Eindelijkmompelde Salvatore, zich uit
zyn onbewegelijke houding oprichtende.
Thans kon men uit zijn eigenaardig tril
lende stem opmaken, dat hij zich in zyn een
zaamheid met geweld tot kalmte had moeten
dwingen. Emmanuele begreep er echter uit,
dat de jonge man het plan nog volstrekt niet
had opgegevendat Crispina gelijk had, toen
zy achter den wensch van den Apuliër, om
zyn opdracht persoonlijk van den -Kardinaal
te ontvangen, geen bedrog vermoedde noch
een bedekt verlangen, om het plan te laten
varen, noch een bedenkelijk wantrouwen
slechts overgroote voorzichtigheid, die eiken
duim van het terrein onderzoekt, maar dan
ook den sprong over den afgrond met koene
vastberadenheid ten uitvoer brengt.
■Ik kon niet vroeger komen," zei Racosta,
den Apuliër de hand reikende. «Goede
vrienden hielden my op, en te groote haast
zou verdenking hebben kunnen opwekken.
Wy bevinden ons thans te midden van het
weefsel der samenzwering, en dus moeten wy
het spreekwoord in acht nemen Voorzich
tigheid is de moeder van de wysheid!
(Wordt vervolgd).