't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1700.
Zaterdag 1 Juni 1889.
Zeventiende Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
OPROEPING!
NationaleMilitie.
Inspectie voor ie Verlofgangers.
NIEUWSTIJDINGEN.
.A.TDonn©m©nt
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>8 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
JUNI, Zomermaand, 30 dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 43 m.
Onderg. n 8 u. 11 m.
Zondag 2
Maandag 3
Dinsdag 4
Woensdag 5 Isr. Pinksteren.
Donderdag 6 1 ste kwartier.
Vrijdag 7
Zaterdag 8
JACOB PRONK,
milicien-verlofganger van het lste regiment
veld-artillerie van de lichting 1887, en
PIETER BUIS,
milieien-verlofganger van het 4de regiment
vesting-artillerie van de lichting 1886, worden
opgeroepen, zich zoo spoedig mogelijk per
soonlek of schriftelijk aan te melden ter Se
cretarie der gemeente Helder.
Helder, 29 Mei 1889.
De Burgemeester der gemeente
Helder,
C. A. BEUKENKAMP.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der gemeente Helder, brengen ter openbare
kennis
Dat het onderzoek over de verlofgangers
van de Milttie te land, bedoeld bij art. 138
der wet op de Nationale Militie, voor deze
gemeente is bepaald op Vrijdag den 7n Juni
1889, des voormiddags ten 10 ure, in de
Bouwzaal, achter het Bureau voor Gemeen
tewerken, naast het Weesbuis alhier.
Aan dat onderzoek moeten deelnemen alle
verlofgangers der Militie te land, die vóór
den eersten April 1889 in het genot van on
bepaald verlof zijn gesteld, onverschillig tot
welke lichting zij behooren.
De belanghebbenden worden herinnerd aan
de volgende wetsbepalingen:
Artikel 140. De verlofganger verschynt by
het onderzoek in uniform gekleed, en vooraien
van de kleeding- en uitrustingstukken, hem by
zijn vertrek met verlof medegegeven, van zyn
zakboekje en van zyn verlofpas.
Artikel 141. Behoudens het bepaalde in art.
130 kan een arrest van twee tot zes dagen,
te ondergaan in de naastbij gelegen provoost
of het naastbynzijde huis van bewaring of
arrest, door den militie-commissaris worden
opgelegd aan den verlofganger:
1°. die zonder geldige redenen niet by het
onderzoek verschijnt
2°. die, daarby verschenen zijnde, zonder
geldige redenen, niet voorzien is van de
in het voorgaand artikel vermelde voor
werpen
3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij
het onderzoek niet in voldoenden staat
worden bevonden;
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan
een ander toebehoorende, als de zijne
vertoont.
Artikel 142. Is de verlofganger, wien krach
tens het voorgaand art. arrest is opgelegd,
by het onderzoek tegenwoordig, dan kan hy
dadelijk onder verzekerd geleide in arrest wor
den gebracht.
Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij
zich aan de hem opgelegde straf, dan wordt
hij op schriftelijke aanvrage van den militie
commissaris, te richten aan den Burgemeester
der woonplaats van dien verlofganger, aange
houden en onder verzekerd geleide naar de
naastbijgelegen provoost of het naastbijzijnde
huis van bewaring of arrest overgebracht.
Artikel 143. Onverminderd de straf, in art.
141 vermeld, is de verlofganger verplicht, op
den daartoe door den militie-commissaris te
bepalen tijd en plaats, en op de in art. 140
voorgeschrevene wijze, voor hem te verschij
nen om te worden onderzocht.
Artikel 144. De verlofganger, die zich by
herhaling schuldig maakt aan het feit sub 4°.
van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig
art. 143 voor den militie-commissaris verschijnt,
of, aldaar verschenen zynde, in het geval ver
keert, sub 2°. en 3°. van art. 141 vermeld,
wordt onder de wapenen geroepen en van drie
tot zes maanden gehouden.
Artikel 145. De verlofganger der militie,
die niet voldoet aan eene oproeping voor den
werkelijken dienst, wordt als deserteur be
handeld.
Artikel 130. Het Crimineel Wetboek en het
Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk
te lande zijn op de manschappen der Militie
te land, die zich onder de wapenen bevinden,
van toepassing en met opzicht tot de verschil
lende gevallen van desertie op al de bij de
Militie te land ingelyfden.
Die manschappen worden geacht onder de
wapenen te zijn
1°. zoolang zij zich bij hun corps bevinden
2°. gedurende den tijd, dien het in art. 143
bedoeld onderzoek duurt;
3°. in het algemeen, wanneer zij in uniform
zijn gekleed.
HELDER, den 18 Mei 1889.
Burgemeester en Wethouders,
voornoemd,
C. A. BEUKENKAMP, Burgemeester.
C. BOON, Secretaris.
HELDER, 31 Mei 1889.
Door den eerstaanwezend ingenieur
der Genie alhier zal op Dinsdag 11 Juni
a.s. worden aanbesteed:
1. Het verbeteren van gemeenschaps
wegen in de stelling van den Helder
(raming f 8000), en
2. Het doen van verbeteringen van
ondergeschikt belang aan bet fort op de
Harssens (raming f 5500).
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Helder brengen ter kennis, dat,
indien buitengewone omstandigheden zulks
niet verhinderen, de kermis of jaarmarkt
in deze gemeente dit jaar aanvangt den
1 Juli a.s., en eindigt op Maandag den
8n Juli.
De aanwijzing der plaatsen voor tenten
van groote afmetingen geschiedt op Maan
den 17 Juni a.s., des namiddags ten
drie ure.
De loting voor de kramen, stalletjes,
enz. beeft plaats op Donderdag den 27
Juni a.s., des voorm. 10 ure
Berenleiders, doedelzakspelers, kreupele
of verminkte liedjeszaugers en bedelaars
worden niet toegelaten.
Het oorlogsstoomschip le kl. Atjeb
beeft, volgens particulier bericht, een ge
brek aan bet stuurtoestel gekregen en is
bezig dit te Gibraltar te herstellen, De
aankomst in het vaderland zal hierdoor
vermoedelijk ongeveer veertien dagen wor
den vertraagd, zoodat het schip in dat
geval eerst tegen half Juni kan worden
binnen verwacht.
Door bet Bestuur der Domeinen
werd j.1. Woensdag in „Tivoli" openbaar
verpacht, eenige wierwaarden, in de Zui
derzee gelegen, verdeeld in zestien per-
ceelen, voor den tyd van 3 jaren. Pacb-
de beer
ter van:
perc
1
•4
O
O
N
f
15.
2
-
15.
7
2
6.
10
2
210.
14
70.
2
5.
3
2
200.
5
2
116.
6
75.
8
2
700.
11
2
57.
12
800.
15
29.
16
-
15.
9
520.
13
-
54.
de beer
D. Asjes.
de beer
C. Kaan.
Totaal der pachtsom f2887. In 1884
was het totaal der opbrengst over bet
zelfde aantal perceelen f 5289.
Het beruchte buurtje van Amster
dam, bet zoogenaamde Kolkje, aan het
einde van den Zeedyk, waarop reeds zoo
menige verdenking van misdaad rust, is Za
terdagnacht weer bet tooneel geweest van
een daad van geweld, die de vraag doet rij
zen, of voor die buurten, welke in een
kwaden reuk staan, het politietoezicht wel
voldoende is.
In een vechtpartij, die baar oorsprong
vond in een der daar aanwezige verdachte
huizen, grepen 3 kerels Zaterdag-nacht
een jongen man aan en slingerden hem
over de leuning in bet water, waarna zij
bet hazenpad kozen. Na geruimen tijd
met gewone dreggen gevischt te hebben,
haalde de politie den drenkeling eindelyk
met een sleepdreg op. De levensgeesten
waren toen echter reeds uitgebluscht.
Het slachtoffer is een p. m. 27-jarige
manzyn lyk werd naar bet politiebu
reau aan de Oudebrug gebracht en daar
gekist, waarna het Zondagavond onder
politietoezicht naar bet Gasthuis werd
vervoerd. Verscheidene personen zyn
reeds in verhoor geweest. De daders zyn
echter nog niet gevat.
Naar aanleiding van dit ongelukkige
geval verzoekt de politie aan de Onde-
brugsteeg inlichtingen omtrent de her
komst van den drenkeling. Als kentee-
kenen geeft zy oplengte 1,7 meter,
donkerblond haar, blauwe oogen, gekleed
met donkerkleurige kamgaren jas, gryze
gestreepte bukskin pantalon, gestreepte
boezeroen, wit linnen hemd, witte borst
rok, blauwe keperen onderbroek, paarsche
kousen en molière schoenen.
Toen Donderdag de sneltrein van
Vlissingen naar Breda by een tusschen-
station in aantocht was, bevond zich een
op post staande wachteres in hevige on
gerustheid, daar zij meende haar kind,
eenige meters van haar af, spelende te
zien tusschen de rails, waarover die trein
moest voorbyryden. Wat te doen Nog
enkele oogen blikken en het was te laat.
Met de seinvlag in de hand nam zij
ijlings een sprong over de rails, struikelde
enslechts haar seinvlag werd midden
doorgereden, terwijl haar kind veilig zat
te spelen op eenige schreden buiten het
spoor. De sneltrein snorde voorbij, moeder
en kind waren ongedeerd, maar de vrouw
was zoo ontsteld, dat zy in de eerste
oogenblikken sprakeloos was.
De landbouwers hebben er eindelijk
iets op uitgedacht, om tocb over 't weer
te kunnen klagendoor de hooge tem
peratuur vallen de jonge kersen af en
ontwikkelen de rupsen zich in buitenge
woon grooten getale zeggen zy.
Voorloopig dient dit misschien om den
prijs der aanstaande kersen en aardappe
len zoo mogelyk wat op te houden
De publieke hooilandverhuringen in
Friesland brengen dit jaar wel 50 tot 60
percent minder op dan 't vorige jaar. De
eigenaars houden vele landen in, wyl er
niet hoog genoeg voor geboden wordt,
Maar of zy hooger zullen worden is niet
te verwachten, daar menige boer het dit
jaar redden kan met hooi van zyn eigen
landerijen en dus niet van anderen noo-
dig heeft.
Uit Friesland deelt men als een
bijzonderheid mede, dat op 27 Mei, door
onderscheidene veehouders hooi werd ge
oogst.
Men schrijft aan de N. Rott. Ct. van
het eiland Tolen:
Hier is een effectenkantoor gesprongen,
dat by voorkeur bezocht werd door kleine
kapitalisten. Neringdoenden, landbouwers
en renteniertjes brachten er hun zuur ver
diende penningen, aangelokt door een hooge
rente en door de joviale behandeling van
den chef der firma.
Het kantoor bestaat nog slechts enkele
jaren. Er wordt geraamd, dat er voor een
waarde van 2 a 3 ton onder beheerd werd.
Yoor een effectenhandelaar op ons eiland,
en in verband met den aard der cliëntelle,
beteekent dit nogal iets. Er zyn men-
schen, die van welgestelde thans behoef
tige lieden zyn geworden. Hun geheele
kapitaaltje is in den gefailleerden boedel.
Hoe ongelooflijk het klinke, die menschen
brachten er hun geld zonder waarborg,
zelfs zyn er zonder eenig bewys.
De teleurstelling en verbittering zyn
groot op het geheele eiland.
Het juiste cyfer van het passief is nog
niet bekend en zal vooreerst nog niet
bekend worden, daar er een schromelyke
slordigheid in het beheer moet gevonden
zyn.
Op den Amstel had Zaterdag-ochtend
een jammerlijk voorval plaats. Drie knapen
in een roeibootje kregen twist en begonnen
te worstelen, met het gevolg, dat de jong
ste, de eenige zoon van een weduwe,
overboord sloeg en verdronk. De oudste
knaap is in hechtenis genomendie welke
zijn makker den noodlottigen stoot gaf,
heeft zich uit de voeten gemaakt en houdt
zich schuil.
Te Wageningen schijnen valsche
munters te zijn. Er moeten looden of
tinnen kwartjes en guldens uitgegeven
zijn. Een der drie verdachten is Maan
dag gevangen genomen en werd Dinsdag
naar Arnhem overgebracht.
De Rechtbank te Arnhem heeft N.
Versteeg, te Renswoude, wegens het dooi
hare schuld veroorzaken van den dood
van haar kind, veroordeeld tot zes maan
den celstraf.
Door een kleinen jongen werd onder
den grond van een der onlangs afgebrande
perceelen te Giesen-Oudekerk een pot ge
vonden, gevuld met zilveren muntstukken
uit de 17e en 18e eeuw. Ze vertegen
woordigen een waarde naar schatting van
f 300 en werden aan den eigenaar van
den grond, den Heer H. Rietveld aldaar,
ter hand gesteld.
De gemeentelijke gasfabriek te De
venter behaalde in 1888 een zuivere winst
van f 17,384,75.
In vele streken van Indië is het een
zeer gewoon gebruik iemand, die van misdaad
verdacht wordt, in tegenwoordigheid van ge
rechtsbeambten droge rijst te laten kauwen.
Hoe zonderling het ook moge schijnen, is de
invloed van vrees op de speekselklieren zoo
sterk, dat, als hy werkelijk schuldig is, er
geen afscheiding van speeksel in den mond
is, zoodat het kauwen onmogelijk wordt. Zulke
beschuldigden bekennen meestal zonder eenige
verdere poging. Daarentegen laat het bewust
zijn van onschuld een genoegzame vloeiing van
vocht toe om de rijst week te maken.
Vrij bekend is het verhaal van den dief,
wien met eenige andere personen een stok van
eene zekere lengte werd gegeven, met de
verzekering, dat de stok van den dief door
eene bovennatuurlijke macht zou groeien. De
schuldige, die zich verbeeldde, dat zijn stok
werkelijk langer gewonden was, brak er een
stuk af, en zoo werd hij ontdekt.
Een dergelijke anecdote wordt verteld van
een boer, die ontdekte, dat er graan uit zijne
schuur gestolen was, door al zijne knechts bij
elkaar te roepen en hen eene hoeveelheid
veeren in een mand te laten doen, hun ver
zekerende, dat de veeren zeker aan het haar
van den dief zouden blijven kleven. Na een
korte poos bracht een van de knechts zijne
hand telkens aan zijn hoofd, en zoo verried
hij zich.
Een Parysche dokter, die in een huurvi-
gilante zijne patiënten bezocht, had een fleseh
echte Jamaïca-rum als monster ontvangenmaar
toen hij thuis kwam,bemerkto hij, dat hy
vergeten had die uit het rijtuig te nemen. Hij
ging naar den stalhouder, zeide dat hij een
flesch met sterk vergift in een van de rijtuigen
had laten liggen, en verzocht hem te zorgen,
dat geen der koetsiers er van dronk. Nauwe
lijks was hij weer thuis, of hij werd met
groote haast bij twee of drie van de koetsiers
geroepen, die aan een verschrikkelijke buik
pijn leden, en hij had niet weinig moeite, om
hen te overtuigen, dat zij alleen maar gestolen
rum gedronken hadden.
Het Eng. barkschip Gettysburg ver
trok 6 Febr. van Montevideo naar Pen-
sacola in ballast, bemand met 16 koppen.
Den le April, des nachts te half een,
stoote met liet stormweder op een koraalrif,
buiten Morant Cayes, en viel onmiddellijk
plat op zijde, terwijl het achterschip in
het water zonk. Twee jongens, die in
de kajuit waren, verdronken onmiddelijk
en drie man die zich op het achterschip
bevonden werden overboord geslagen en
verdronken. De overigen klemden zich
aan het op zijde liggende wrak, en in die
positie kwam een der scheepsbooten die
los geslagen was, binnen hun bereik,
doch toen deze weder weggeslagen werd
door de zee, slaagden zeven man, waar
onder de gezagvoerder, om er in te klim
men. Zy vonden er echter geen baat
bij, dewijl de boot spoedig vol water sloeg,
waardoor 2 der equipage verdronken, ter
wijl 4 man er in slaagden het wrak weder
te bereiken. De gezagvoerder hield zich
dryvende met behulp van een roeiriem
en werd door de zee weder op het rif
geslingerd. Bij het aanbreken van den
dag verkende men de Cayes en slaagde
men er in een vlot samen te stellen en
gedeeltelijk zwemmende om het vlot te
sturen, een klein eilandje te bereiken,
waar zij drie kokosnoten vonden, doch
geen water. Zij waren allen geheel naakt,
bleven daar twee dagen en vonden
eenig brakwater. Den derden dag zwom
men drie matrozen naar een grooter eiland
en bleven daar den ganschen nacht. Des
anderen daags keerden zy terug en meld
den dat zy daar meer water en kokos
noten hadden gevonden en toen vertrok
de geheele bemanning al zwemmende, de
gezagvoerder en een matroos die zwaar
gewond was, door de anderen geassisteerd,
derwaarts, waar zy drie weken bleven,
het leven rekkende door mosselen, krabben
en kokosnoten. Ook werden eenige sla
pende boobies (zeevogels) door hen ver
rast, welke zij rauw opaten, de wyl zij
geen vuur konden maken. Een groote
haai loerde voortdurend op de schipbreuke
lingen en deze trachtten vruchteloos het
zeemonster te vangen. Ten laatste slaag
den zij er in om een vlotje samen te
stellen van hout, dat zy op een naburig
eilandje vonden. Er werd van eenige
zakken en een beddelaken, dat aan land
gedreven was, een zeil te samen gesteld
en den 22sten April vertrokken 2 man
naar Jamaica om assistentie te halen.
Hunne proviand bestond uit een stuk
spek en negen flesschen, gevuld met water,
welke flesschen door hen op het eiland
waren gevonden en al de kokosnoten die
er aanwezig waren. In het midden zonk
het vlot 18 duim onderwater, doch voor
en achter bleef het boven. Acht-en-veer-
tig uren bleven zij op het vlot tot aan
de heupen in het water en landden toen
te Beaconpoint zeven mijlen van Morants
Bay. Zij haalden het vlot op strand,
sliepen den geheelen nacht tot des och
tends en vertrokken toen naar Whiteliorses.
Hier vonden zij een zwarten politieagent
die hen eenig voedsel gaf en hen naar
Morant Bay bracht, waar zij meer voed
sel kregen en voor hen naar Kingston
werd getelegrafeerd. Zy waren voortdu
rend geheel naakt, doch door tusschenkomst
van twee Engelsche heeren werden zy van
kleederen en een goed middagmaal voor
zien, en werden hun de middelen ver
schaft om hunne gezwollen en styve
ledematen eenigszins te verplegen. Van
Morants Bay werden de twee schipbreu
kelingen naar Jamaica vervoerd en aldaar
in het Sailors Home opgenomen. De
kanonneerboot Forward werd naar de
strandingsplaats gezonden, haalde den
26sten de schipbreukelingen van het ei
landje af en bracht hen naar Port Royal.
Per stoomschip Para werden de negen
overlevenden heden te Plymout aange
bracht.
De schade, door den brand te Lubeck
aangericht, bedraagt, volgens de Koln.
Zeitung, een millioen Mark. Er verbrand
den o. a. 2500 balen katoen, die, van
Amerika naar Rusland bestemd, te Lubeck
opgeslagen en verzekerd waren. De huizen,
die de grootste schade lijden, zyn de expe-
ditiefirmaas Minlos en Bertling, te Lubeck.
Een deserteur, die onder toezicht
van een korporaal en een soldaat ver
voerd werd, is nabij Eastwood op den
Lancashire en Vorkshire spoorweg in En
geland uit den sneltrein gesprongen. Hoe
wel juist op betzelfde oogenblik een an
dere exprestreiu voorbij kwam, is de man
ongedeerd gebleven en ontsnapt.
Te Winchester, in Kentucky, raakte
een jong meisje uit een om haar gods
vrucht algemeen geachte familie, Lydia
Strong, 16 jaar oud, verliefd op een neger,
Milton Richmond, en liet zich door hem
schaken. Haar grootvader, de rechter
Strong, zette het paar met eenige buren
na en haalde hen in. Gesommeerd om
zich over te geven, antwoordde Richmond
met een revolverschot, waardoor de oude
heer aan de hand gekwetst werd. Zijne
medgezellen vuurden terug en de neger
viel met, veertien kogels doorboord, dood
ter aarde. Als door een toeval ougedeerd ge
bleven, werd de schoone Lydia vervolgens
teruggebracht. Haar vader echter, in
middels thuis gekomen en het gebeurde
vernemende, ontstak in zulk een toorn,
dat hij zyn revolver uithaalde en op zyn
dochter schoot. Een vriend stiet hem op
hetzelfde oogenblik aan den elleboog, zoo
dat hij miste. Toen trachtte hy zichzelf
voor het hoofd te schieten, kwetste zich
deerlijk, maar niet doodelyk en werd
ontwapend.
Pastré Beaussier, de apothekersbe
diende uit Havre, die beschuldigd werd
van dertien vergiftigingen, waarvan drie
met doodelyken afloop, is door het Hof van
Rouaan vrijgesproken, wegens gebrek aan
bewijzen van zijn schuld.
Marine en Leger.
Met ingang van 1 Jnni a.s. is de machinist
der 2e kl. bij de Kon. Ned. Marine, M. Zwart,
tot de le kl. bevorderd,