J
't Vliegend Blaadje
KLEINE COURANT
No. 1708.
Zaterdag 29 Juni 1889.
Zeventiende Jaargang.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
KALENDER DER WEEK.
VERGADERING
NIEUWSTIJDINGEN.
DE KERMIS.
FEUILLETON.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post 75
Afzonderlijke nummers2
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUID8TRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
JUNI, Zomermaand, 30 dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 44 m.
Onderg. 8 u. 23 m.
Zondag 30
JULI, Hooimaand, 31 dagen.
Maandag 1
Dinsdag 2
Woensdag 3
Donderdag 4
Vrijdag 5
Zaterdag 6
Aan onze geabonneerden
wordt beleefdelijk verzocht,
't abonnementsgeld Vlie
gend Blaadje«, (tweede kwartaal 1889), te
willen overmaken in postzegels of per
postwissel, vóór 6 Joll.
DE UITGEVERS.
van den Raad der gemeente Helder,
op Dinsdag 25 Jonl 1889.
Voorzitter de heer C. A. Beukenkamp.
Tegenwoordig zijn 15 leden. Met kenniageving
van verhindering sijn afwezig de heeren Ouden
hoven en Maalsteed.
De tribune is goed bezet.
Na de opening der vergadering worden de no
tulen der vorige zitting voorgelezen en goedge
keurd.
Daarna wordt aan de orde gesteld 't verzoek,
vervat in een adres der Nationale kiesvereeniging
„Burgerplicht" alhier, strekkende om, in plaats
van één stembureau in de Bonwzaal aan de Kerk-
rht, twee stembureaux te doen zitting nemen
de a. 8. verkiezing voor leden van den ge
meenteraad en wel het tweede bureau in de na
bijheid van het Nieuwe Kerkplein. Door de ge
noemde kiesvereeniging wordt zulks verzoeht, met
het oog op de uitgestrektheid dezer gemeente en
den grooten afstand, dien vele kiezers dos moe
ten afleggen om het stembureau te bereiken.
Na de voorlezing van dit adres wordt door den
Yoorzitter verzekerd, dat B. en W. al hun best
hebben gedaan om aan het verzoek, in dit ver
zoekschrift uitgedrukt, te gemoet te komen.
Daarbij werd bij dit collegie bedacht, dat de
uitvoering van hetgeen gewenscht wordt, behoor
lijk moet worden voorbereid, teneinde verwarring
te voorkomen. B. en W. hebben zich gewend
tot H.H. kerkvoogden der Hervormde gemeente
alhier, met verzoek om van de consistoriekamer
der Nieuwe kerk te mogen gebruik maken. Die
kamer wordt echter voor het doel te klein geacht
en wellicht is het wenschelijk ook een deel van
't kerkgebouw tot dit doel te bestemmen. Doch
van kerkvoogden is nog geen antwoord ingeko
men. Mocht echter een gnnstig antwoord inko
men, dan zou het Dag. Best. in overweging
geven, om tooh ditmaal slechts éen stembureau
te houden, het aan de beslissing van den Raad
overlatende, voor het vervolg de gemeente in twee
kiezerswijken te splitsen.
Een gewichtige discussie volgt, waarbij de hee
ren Franken, Vos en Korver zich ijverige voor
standers betoonen van 't verzoek, in 't adres van
•.Burgerplicht" vervat. Eerstgenoemde spreker
is niet bijzonder ingenomen met de keuze van
een consistoriekamer en terwijl de heer Korver
het wensohelijke betoogt van een splitsing, wijst
de heer Vos op de geschiktheid van een der lo
kalen van school No. 5 (WeststraatJ, om voor de
zittingen van het stembureau gebezigd te worden,
zonder dat dit voor het onderwijs in de overige
lokalen eenigszins hinderlijk is. Slechts éen klasse
zon vrijaf moeten hebben. De Voorzitter ver
zekert, dat B. en W. hun aandacht hebben ge*
vestigd op de zaal „Concordia", doch dat de wet
verbiedt in een lokaal met „vergunning" de kie*
zers voor de uitoefening van het kiesrecht bijeen
te roepen. De commissaris des Konings, over deze
zaak geraadpleegd, had gewezen op de nabijheid
van 's Rijks werf, waar wellicht wel een lokaal
disponibel zou zijn. Wat betreft een kamer,
in een particuliere woning, voor een 1500-tal
kiezers, die achtereenvolgens kunnen komen, is
geen huiskamer geschikt te achten. Tegen het
bezigen van een schoollokaal tot dat doel hebben
de heer v. Neck en de Voorzitter bedenkingen.
Laatstgenoemde wil het stembureau liefst op het
Molenplein doen zitting nemen. De bespreking
dezer zaak eindigt zonder een bepaald besluit te
nemen. Wegens den korten tijd van voorberei
ding zal er bij de eerstvolgende verkiezing voor
den Raad éen stembureau zijn, doch B. en W.
zullen later, een geschikt lokaal gevonden heb
bende, een voorstel tot een nieuwe regeling bij
den Raad indienen.
Er wordt overgegaan tot de benoeming van
een regentes van het Algemeen Weeshuis, ter
vervanging van mevr. de wed. Stakman Bosse,
die wegens vertrek heeft moeten bedanken. Door
het Bestnur van genoemd gesticht werden op de
voordracht geplaatst mevr. A. A. Beukenkamp
Swerver en mevr. J. C. M. Hattinga Raven
Groote. Gekozen werd mevr. Beukenkamp,-met
13 stemmen. Op mevr. Raven was 1 stem
uitgebracht en 1 briefje was in blanco.
Voorlezing geschiedt van een adres van den
heer J. H. Mens, alhier, houdende verzoek om,
even als door adressant jaren lang ongehinderd
was gedaan, met fuiken te mogen visschen in het
Heldersche kanaal, meer bepaald op het vak tus-
schen den mond van 't kanaal en de Botbrug.
't Prae-advies van B. en W. luidt ongunstig
voor het toestaan van dit veezoek. 't Dag. Best.
verzekert, dat ook andere personen zich met der
gelijk verzoek zullen aanmelden en dat het on
geraden is, met het oog op de ervaring, aldus
verkregen, op dergelijk verzoek gunstig te be
schikken. Bij de toelichting van dit advies wijst
de Voorzitter er op, dat de gemeente van de
schipperij rechten heft en dat het daarom niet
aangaat, het vaarwater tot een ander doel aan te
wijzen. De heeren v. Twisk, Franken en Kor
ver bestrijden het gevoelen des Voorzitters. Met
7 tegen 6 stemmen wordt ten slotte beslist, dat
het visschen anders dan met krnisnetten op het
Heldersche kanaal niet wordt toegestaan.
Voor het visschen met fniken stemden de hh.
Govers, Verfaille, Klik, van Twisk, Korver en
van Wijngaarden. De heeren Hordijk en Fran
ken hielden zich buiten stemming. Op het
adres van den heer Mens werd alzoo ongunstig
beschikt.
Er wordt voorgelezen een adres ingezonden
door de Chr. Jongelings-Vereeniging. „De vreeze
des Heeren is het beginsel der wijsheid, afdee-
lingvan den Nederlandschen Jongelingsbond, in
houdende het verzoek, dat de kermisvermakelijk
heden op den Zondag zullen worden verboden.
De Vereeniging grondt haar verzoek op de over
weging, dat het hoe langs hoe meer blijkt, dat
het streven der Vereeniging voor Zondagsrust
sympathie vindt bij ons volk, terwijl ook de
Hooge Regeering dit streven op krachtige wijze
zoekt te steunen; dat een groot doel der inge
zetenen tegen de kermisviering op Zondag ern
stig bezwaar heeft en dat zelfs de openbare vie
ring van 's Konings jubileum in de vorige maand
een feest waarbij de kermis niet is te verge
lijken met aller goedkeuring alhier op Maan
dag heeft plaats gehad. Op voorstel van het
Dag. Best* wordt omtrent dit adres besloten,
het later in behandeling te nemen, zoodat het te
nemen besluit eeret in het volgende jaar van
kracht kan zijn* Voor de aanstaande kermis
wat het te laat, na eene beslissing te nemen,
daar de ondernemers van vermakelijkheden zich
op de bestaande voorwaarden tegenover de ge
meente hebben verbonden, 't Besluit tot latere
behandeling werd genomen met algemeene stem
men op 1 na. De heer Klik wenschte onmid
dellijke afdoening.
Aan de orde wordt nu gesteld een voorstel
van het Dag. Best. om, afgaande op een ver
klaring van den geneesheer Bitter, eervol ontslag
met jaarl. onderstand te verleenen aan den ge
meente-veldwachter K. Kouseband, die herhaal
delijk en vrij langdurig ongesteld geweest en
voor den dienst ongeschikt is. Bij de discussie
over dit onderwerp wordt er op gewezen, dat in
deze niets blijkt van een verzoek om ontslag
door den belanghebbende zeiven ingezonden,
evenmin van eene schriftelijke verklaring omtrent
's mans ongeschiktheid, door den Commissaris
van Politie afgegeven. Op grond van een en
ander wordt de beslissing in deze verdaagd tot
eene volgende zitting.
Met het oog op het opmaken van de rekening
en verantwoording der gemeente over het dienst
jaar 1888, wordt overgegaan tot eenige af- en
overschrijvingen van en op onderscheidene posten
der begrooting voor dat jaar en tot rangschikking
van onderscheidene posten van uitgaaf in het
hoofdstuk „Onvoorziene Uitgaven". Na eenige
toelichting werd deze flnanciêeie regeling eenpa
rig goedgekeurd.
De Verordening tot het heffen van reohten
op het gebruik van het Heldersche Kanaal, in
dertijd voor den tijd van drie jaren vastgesteld,
wordt nu opnieuw voor een gelijk tijdvak be
krachtigd.
De beslissing omtrent een voorstel van het
Dag. Best., betreffende de verlenging der con
cessie voor het houden eener Bank van Leening
wordt verdaagd, terwijl het reglement voor die
inrichting inmiddels voor de leden zal worden
ter visie gelegd.
Aan de orde komt een adreB van de heeren
J. R. Buys en 8. Krijnen alhier, houdende aan
bieding van 't eigendomsrecht aan de gemeente
van de bestrate openbare wegen in de nieuwe
wijk nabij het Stations-terrein. Op voorstel
van het Dag. Best. wordt besloten, dit aanbod
alsnog niet te aanvaarden, in afwachting dat
bedoelde straten geheel of nagenoeg geheel vol
bouwd- zijn. Bij de discussie over dit onder
werp wordt door den heer Korver met nadruk
gewezen op de wenschelijkheid, dat de vuile slooten
in de nubijheid van genoemd terrein moeten wor
den opgeruimd, ia 't belang der volksgezond
heid. De Voorzitter merkt daarbij op, dat het
zoo wenaehelijk zonde ziju, als eigenaars van
nabijliggende perceelen zeiven eens den wensch
naar opruiming bij de bevoegde macht indienden.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat,
blijkens mededeeling, hem in Maart 11. door den
Commissaris van Politie gedaan, er dringende
behoefte bestaat aan toevoer van goed drink
water in de onderscheidene politie-bureaux. 't
Verzoek van den Voorzitter tot kostelooze voor
ziening door de Directie der Duinwaterleiding-
Maatsehappij kon niet vervuld wordenwel bood
de heer Van Spall aan, het water tegen geringe
vergoeding f5 per bureau per jaar) te leveren.
De aanleg zou, volgens opgaaf van den heer
Schelhnger, f 15 per bureau, dus f45 kosten.
Na eene kosten-bespreking, wordt het voorstel
om op deze wijze in de behoefte aan goed drink
water te voorzien met algemeene stemmen aan
genomen.
Voor kennisgeving worden aangenomen de me-
dedeelingen: a. dat mej. De Bruin, te Koegras,
met ingang van 15 Juli a. s. met het onderwijs
in vrouwelijke handwerken aan de gemeenteschool
No* 1 zal aanvangen, en b. dat de Commissie
van Toezicht op het Lager Onderwijs in deze
gemeente de beschuldiging van zich afwerpt, als
zou zij bij de jongst gehouden prijsnitdeeling aan
de leerlingen der openbare scholen onwettig,
voorbarig en met vooringenomenheid gehandeld
hebben. Volgens het gevoelen der Commissie
had, ingeval de leerlingen der bijzondere scholen
in dat genot moesten deelen, de Raad vooraf
een daartoe leidend besluit moeten nemen.
Bij de gewone rondvraag wordt door den heer
Van Wijngaarden voorgesteld om, nu de Raad
zaal wordt behangen en gedeeltelijk geverfd, ook
het plafond een „verfje" te geven. Dit voorstel
wordt, terwijl de leden den blik naar boven
slaan, met applaus aangenomen.
De zitting wordt hierop gesloten.
HELDER, 28 Jani 1889.
Te Utrecht is tot arts bevorderd,
de heer Jan Timmer van Texel, met een
proefschrift getiteldEen geval van ge-
deeltelgke atrophie van linker hemispheer,
groote hersenen.
Voor de vacante betrekking van
hoofd der bewaarschool te Hypolitushoef,
op Wieringen, hebben zich 10 sollicitanten
aangemeld, waarvan is benoemd Mej.
Julia van Assen, die haar opleiding ge
noten heeft aan de Kweek- en Vorm
school te Leiden.
Aan een particulier schrgven uit
Edidd. 21 Mei, ontleent men het volgende:
Edi is een benting in de Ooster-linie.
Toen ik hier kwam was het nogal rnstig,
maar twee dagen daarna werden twee
soldaten van ons zwaar gewond door
krissteken; beiden zijn er echter weer
boven op gekomen. Daarna kwam de
tgding, dat de vijand de benting zou
aanvallen, dus moesten wij op onze hoede
zgn. Onverwacht in den nacht werden
wij begroet dooi drie salvo's uit het vg-
andelgk kamp. Terstond werden maat
regelen getroffen, maar tamelgk laat, want
bijna de geheele benting was reeds door
den vgand ingesloten. Zg schoten op 400
pas van ons. Toen zg ons van uit het
schietterrein bestookten, kwamen zg leelgk
terecht, want nu zaten zg in het kanon-
en geweer-vuur van ons, terwgl een pele-
ton infanterie hen tegemoet trok en alles
neerschoot wat daar nog achter bleef.
Van alle zgden werd de benting bescho
ten. Den volgenden dag trok weer een
troep van 40 man den vgand tegemoet,
maar dat was wel wat brutaal van ons
de vgand zat in gaten en knilen en was
minstens 400 man sterk. Bg het zien van
die groote overmacht werd onmiddellijk
de afmarsch geblazen en keerden wg terug
met 6 gewonden en één doode.
De gesneuvelde was zekere De Bak uit
Rotterdam.
Van nn aan zaten wij eigenlgk opge
sloten. De commandant seinde om ver
sterking. Na 4 dagen in dien benarden
toestand te hebben doorgebracht, bracht
een oorlogsschip ons een heel bataljon
infanterie, sterk 500 man, waaronder nog
een sectie artillerie en mineurs. Nu gingen
wg met meer moed den vgand in zgn ei
gen nest bestoken. De vgand werd dan
ook teruggedreven, met achterlating van
200 dooden. De onzen kregen slechts 5
gewonden. Twee dagen later gingen 700
man van de onzen op den vgand los.
Hoe bloedig nu de strgd was, is met
geen pen te beschrgven. De menschen-
slachting was verschrikkelijk om te zien.
Verwoed streed ook de vgand, wiens
krggsgeschreenw weergalmde van voor
uit, blanda, wg willen allen dood. Met
de klewang in de hand vielen zg de on
zen aan en de arme jongens, die zg trof
fen, werden letterlijk tot gruis geslagen.
Een van hen brachten wg mee. Het
was een ridder van Dnitsche afkomst,
wiens borst de Millitaire Willemsorde
versierde. De ongelukkige had niet min
der dan 29 klewanghouwen gekregen.
Onze troepen leden geen groote verliezen.
Van den vgand bleven er minstens 400
op het slagveld achterwg hadden 4
dooden en 20 gewonden. Onder de ge
sneuvelde was luitenant Gade.
Op dit oogenblik verzamelt de vgand
zich weer, maar hondt zich op zulk een
afstand dat wg hem van nit de benting
met het kanon niet bereiken kannen.
Maandagavond opent de HolL Opera de
reeks harer voorstellingen alhier met het on
volprezen werk van Gounodde opera Faust.
Voor hen die er aan mochten twijfelen, dient
vermeld, dat de opvoeringen, zoowel wat het
personeel als koren, costumes en mise-en-scène
betreft, gelijk zijn aan de opvoeringen te Am
sterdam.
De „Dordrechtsche Courant" van Zaterdag
22 Juni 11. zegt van de voorstellingen van
bovengenoemde Opera o. m.
De opvoering der opera Hamlet was Don
derdagavond wederom een ware triomf. Het
mime lokaal, waar het, niettegenstaande de
heerschende temperatuur, luchtig en aangenaam
is, was wederom op alle rangen bezet.
De titelrol werd door den heer Orelio mees
terlijk vertolkt. Telkenmale mocht hy, zoo
wel ala mevr. Ophemert, die nevens hem een
hoofdrol vervulde, de ondnbbelzinnigste blijken
van bewondering en sympathie ondervinden.
Mevr. Oreliovan Zant, nauwelijks hersteld
van hare ongesteldheid, wist ods als Opbelia
te boeien in het Duo met haar echtgenoot en
in de waanzinscène. Dat zjj de groote aria
(2e acte) wegliet, was in de gegeven omstan
digheden alleszins gewettigd. De heer Schmier
was als Koning voortreffelijkde heer Derickx,
die welwillend de partij van Laërtes op zich
had genomen, zeer verdienstelijk. De graf
stem van den overleden Koning was niet al
tijd even zuiver. Koren en orkest werkten,
op eenige kleinigheden na, uitstekend. Het
geheel verschafte, zoowel wat zang als spel
betreft, een groot kunstgenot.
't Tooneelgezelschap onder directie van den
heer Van Lier opent de reeks zijner voorstel
lingen Dinsdag met 't drama»Het geheim
van een huurrijtuig", welk stuk te Londen en
te Amsterdam met uitbnndig succes is opge-
SALYATOEE
door
34.) E. ECKSTEIN.
Door bereden politie-dieuaren begeleid, zette
het voertuig zich in beweging. Overal week
het volk op zyde met die zekere nieuwsgie
rige huivering, welke een ten dood gewjjde
misdadiger opwekt Te gelijkertijd vernam
men een half onderdrukt gemompel, dat bijna
als medelijden klonk. De openbare meening
had in de laatste weken een groote verande
ring ondergaan. Men vertelde aan ieder, die
het hooren wilde, dat Salvatore Fadovanino
door toovenaars en demonen verleid was ge
worden op deze wijze, deed het bijge-
loovige volk aan de beweringen van Antonio
Cesari recht wedervaren. De veroordeelde
verscheen daarom meer in het licht van een
slachtoffer van een samenloop van noodlottige
omstandigheden dan in dat van een schuldige,
van een misdadiger. Bovendien wist men dat
hy een in het oog loopend welgemaakt man
was, en hierdoor was, vooral by de vrouwen,
een gevoel van medelijden en sympathie op
gewekt, dat langzamerhand zyn weg had ge
vonden tot in de hoogste kringen. Salvatore
die, na da opgedane ervaring op den dag van
den aanslag, een storm van verontwaardiging
en toorn had verwacht, begreep deze kalmte
nietin zyn zenuwachtigen toestand hield hij
haar voor een bewys van de innige verach
tig» die men voor hem koesterde, een ver
achting, waaraan men in woorden geen lucht
kon geven en andermaal bekroop hem een
onbewust gevoel van angst, van kwellend be
rouw over het gepleegde bedrog.
Op het plein van den signore di Napoli
had men des nachts het schavot opgeslagen.
Een barrière, bezet met politie-dienaren, scheidde
de eigenlijke strafplaats van het publiek. Hier
vond Salvatore, toen hy den wagen verliet,
den president van het gerechtshof met twee
leden van de rechtbank, den ambtenaar van
het openbaar ministerie, den secretaris van
den Kardinaal, de hoofden van de politie en
nog eenige officiëele personen, die in een
plechtige houding de indrukwekkende gebeur
tenis, tot welker bijwoning zij hier verza
meld waren, te gemoet zagen.
Aan de andere zijde van het schavot, tegen
een vlaggestok geleund, stond meester Grego-
rius, de beul, door het volk „il signore di
Napoli" genoemd. Hij was gekleed in een
scharlaken costuum. Rechts van hem, even
eens in scharlaken gedost, stond zyn eerste
helper, een forsch gebouwde Siciliaanlinks,
in scharlaken en geel, zijn tweede helper,
Racosta's medeplichtige, Marsucci. Deze had
de groote baret diep in de oogen gedrukt.
Het was waarDe volle baard, die het breede,
welgedane gelaat omlijste, maakte een herken
ning van den pseudo-kardinaal uit het loge
ment „Het gouden kruis" zeer onwaarschijn
lijk.
De knechten, die den Apuliër uit zyn ker
ker hadden gehaald, geleidden hem nu naar
het midden van het plein. De ambtenaar
van het openbaar ministerie trad in zyn lange,
wijde toga naar voren en las nog eenmaal het
vonnis van de rechtbank, waaraan 's Konings
handteekening het recht van uitvoering gege
ven haddaarna gaf hij den signore di Napoli
een wenk en leverde den veroordeelde met de
voorgeschreven toespraak aan dezen over.
Salvatore hoorde slechts de klank van zyne
dreunende stemde zin van het gesprokene
drong niet tot hem door. Zyn blik vestigde
zich met klimmend ongeduld op de opening
van de barrière, waar de bode van den Kar
dinaal moest verschijnen met het dekreet, waar
bij den veroordeelde genade werd geschonken.
Hij werd bijna krankzinnig by de gedachte,
die reeds vroeger in den kerker bij hem was
opgekomen: dat de bode eene hindernis op zijn
weg ontmoeten, dat hy verongelukken kon.
En danWel is waar had Emmanuele hem
bij zijn bezoek in de gevangenis nog verzekerd,
dat de bode zich in de onmiddellijke nabijheid
zou ophouden en dat in het ergste geval de
signore di Napoli den last had ontvangen de
handeling wat te rekkenmaar wie kon weten
of niet hier of daar iets verzuimd was, of niet
eene fout in de berekening was binnenge
slopen
Hij droomde nog, toen de beulsknechten hem
reeds bij de armen grepen en medetrokken
naar de trap van het schavot. De priester
stond reeds boven; er lag eene strakke, ang
stige uitdrukking op zijn innemend gelaat
vermoedelyk was hy nog een nieuweling in het
treurig beroep van laatsten trooster.
«Wat, wat moet dat beduiden steunde
Salvatore en keerde zich tegelijkertijd kramp
achtig om. «Waar blijft wacht toch...?"
„Houdt u goed!" fluisterde de knecht hem
in, die reeds in de gevangenis getracht had
hem moed in te spreken. «Er helpt nu niets
meer aan, en hoe vlugger gij voortloopt, hoe
eerder het gedaan is!"
„Racosta! Hy laat my in den steek!" riep
Salvatore wanhopend uit. Werktuigelijk ge
hoorzamend, besteeg hy de trappen van het
schavot. Toen hy echter de geopende dood
kist naast de guilliotine zag staan, werd hy
werkelijk door een vlaag van krankzinnigheid
aangegrepen. Hij verzette zich met boven-
menschelijke kracht. „Verraad! verraad! riep
hij nogmaals wanhopend uit. „Racosta de
Kardinaal ik ben verloren!"
De beulsknechten die aan dergelyke too-
neelen gewoon waren, hielden hem echter met
hunne stevige vuisten omklemd. Intusschen
waren de Signore di Napoli en zyne helpers
van den anderen kant op het schavot getre
den. De knechten gaven hun weerspannig
slachtoffer aan de beide ondergeschikten van
den scherprechter over, want op hen rustte
nu de taak den veroordeelde op de plank te
binden.
Marsucci trad met neergeslagen oogen op
Salvatore toe en greep hem bij de bandboeien.
De Apuliër staarde hem in het gelaat als
ontwaarde hy een spook. Onder den invloed
van zijn slecht geweten sloot Marsucci het
rechter oog en nu verdween voor den onge-
lukkigen Salvatore de laatste twijfel.
„Gy, gy kreet hij met eene hartverscheu
rende stem. «De Kardinaal... Ah! Nu be
grijp ik alles
Marsucci voelde dat van het eerstvolgende
ogenblik alles afhing. Als een razende had
hij den Apuliër naar den grond gerukt, terwyl
zijn makker den ongelukkigen den strik vast
om het lichaam sloeg.
Bij den uitroep, „De Kardinaal!" was by
den ambtenaar van het openbaar ministerie de
vrees ontstaan, dat de veroordeelde in woede
uitbarsten en beleedigingen uiten zou tegen
monsignore de Fabris. Hy gaf daarom aan
den commandeerenden officier het bevel de
trommen te laten roeren, zoodat de verdere
angstkreten van Salvatore wreed gesmoord
werden.
„De angst heeft hem het verstand doen ver
liezen," zei Marsucci tegen zyne makkers.
Met een kloppend hard trad de priester op
Salvatore toe.
„Ik ben verradenriep de geboeide hem
toe. «Ik herroep alles wat ik bekend hebl
Alles is leugen 1 Alles is bedrog! HelpDe
ellendelingen zullen mij vermoorden
Hoofdschuddend ging de priester heen. Met
gevouwen handen prevelde hy een gehed, ter
wijl Marsucci, een duivel in menschengestalte,
de plank onder de guilliotine trok.
De signore di Napoli trad naderb\j om het
touw los te maken. Een zwarte sluier daalde
op de ziel van den Apuliër neder; hy had
een gevoel van hulpeloosheid, dat balsem was
in vergelijking van de gewaarwordingen, die
hem zoo even hadden verscheurd. Nog ééne
seconde en de vlijmscherpe byl zou nedervallen
Daarin dat laatste oogenblik ver
stomde plotseling het tromgeroffel.
Wordt vervolgd.