KLEINE COURANT voor B Helder, Nieuwediep en Texel.
Gemeenteraad van Helder.
'T VLIEGEND BLAADJE.
Dit Bijvoegsel behoort bij het nommer van Zaterdag 17 Augustus 1889.
Uitgevers: BERKHOUT Co.
De versluiten der zittingen van
den Raad der gemeente HEI,DER,
zullen door ons in 't vervolg den dag, op de
zitting volgende, aan onze akonné's i n de
gemeente worden verstrekt. Aan nbouné's
buiten de gemeente zullen die verslagen op
daartoe door hun uitgedrukt verlangen wor
den toegezonden.
Aan onze bureaus Spoorstraat en Zuidstraat
zijn die verslagen, tegen den prijs van één
cent per exemplaar, op den dag' der uitgifte
verkrijgbaar.
DE UITGEVERS.
Zitting van Dinsdag 13 Augustus 1889.
Voorzitter de heer C. A. BEUKENKAMP.
Tegenwoordig zijn 13 leden. Afwezig de heeren
over de Linden, Hordyk, Franken en Janzen.
Van den heer Franken is kennisgeving ingeko
men, dat hij door afwezigheid buiten de gemeente,
een gevolg van ambtsbezigheden, verhinderd is deze
vergadering by te wonen. Van den heer Janzen
was een brief ingekomen, waarin hij, weldra aftre
dende als lid van den Raad, als zoodanig afscheid
neemt van zijne medeleden, onder dankbetuiging voor
de van hen ondervonden welwillendheid en de beste
wenschen uit, voor den bloei dezer gemeente.
De tribune is tamelijk bezet.
De notulen der vorige zitting worden na de ope
ning der vergadering voorgelezen en goedgekeurd.
Daarn wordt aan de orde gesteld het onderzoek
der geloofsbrieven van de op 16 en 30 Juli 1.1. ge
kozen Raadsleden. Tot onderzoek dier stukken wordt
eene Commissie benoemd, bestaande uit do heeren
Vos, Klik en Oudehoven.
De Commissie begeeft zich naar een ander lokaal
om zich van hare taak te kwyten. Gedarende dien
tijd is de zitting geschorst. Na de heropening der
zitting brengt de Commissie, bij monde van den heer
Oudenhoven, rapport uit. Zij verklaart, dat zij de
geloofsbrieven van de heeren E. Franken, P. S.
Hordijk, W. J. Van Neck, L. F. over de Linden,
W. J. Maalsteed en W. Bakker Hz., in orde heeft
bevonden en voorstelt genoemde heeren als leden
van den Raad toe te laten. Dienovereenkomstig
wordt besloten, en aan de leden der Commissie
wordt, bij monde van den Voorzitter, dank be
tuigd.
Door den Voorzitter wordt, namens het Dag.
Best., ter tafel gebracht de rekening en verant
woording der gemeente over het dienstjaar 1888.
Tot onderzoek daarvan splist zich dè Raad bij
loting in drie afd., Ie afd.Voorzitter de heer Beu
kenkamp, liden, de hh. Van Twisk, Klik, Hoogen-
bosch, Franken en over de Linden; 2e afdee-
ling: Voorzitter de heer Maalsteed, leden de heeren
Korver, Vos, Verfaille, Govers en Jan zen 3e af-
deeling: Voorzitter de heer Groen, leden de heeren
Oudenhoven, van Neck, van Wijngaarden en Hor
dijk. De vergaderingen dezer afdeelingen zullen
plaats hebben den 26, 28 en 30 dezer.
Voorlezing geschiedt van een rapport der Com
missie voor de Gemeentewerken, naar aanleiding van
het plan tot herstel der onderwyzers-woning in de
Schoolstraat. In dit rapport wordt opgemerkt, dat
de kosten van verbouwing en herstelling p. m. f 1400
zullen bedragen, doch, dat het licht kan gebeuren,
dat nog meerdere kosten zullen noodig zijn, daar
het gebouw oud en bouwvallig is, en zich onder
het herstellen nog nieuwe behoeften kunnen voor
doen. Bovendien is het te vreczen, dat het huis,
dat indertijd door den Inspecteur van het Genees
kundig Staatstoezicht, als voor de gezondheid na-
deelig, is afgekeurd, ondanks de verbouwing de ver-
eischte goedkeuring niet kan verwerven. De Com
missie stelt daarom voor, het gebouw voor afbraak
te verkoopen en den grond met een schutting van
den openbaren weg te scheiden. Een vrij lang
durige discussie ontspint zich na de lezing van dit
rapport. De heer Van Wijngaarden, die inder
tijd had voorgesteld tot herstel van het bedoelde
huis te besluiten, kan zich met de conclusie van 't
rapport niet vereenigen. De heer Klik vraagt
of de gemeente op de bedoelde plek terrein noodig
heeft. Hij gelooft dit niet en geeft daarom in over
weging om niet slechts het huis, maar ook den
grond in openbare veiling te brengen. De Voor
zitter zegt, het terrein aldaar te willen behouden;
later mocht het eens noodig zyo. Ook kan men
het terrein aldaar altyd nog verkoopen. Hij doet
uitkomen, dat het onderzoek omtrent de geschikt
heid van het huis tot verbouwing en herstelling
zeer nauwgezet heeft plaats gehad en dat het door
de Commissie niet wenschelijk is geacht, het ge
bouw te behouden. De heer Van Wijngaarden
handhaaft zijne meening, dat het gebouw voor her
stel niet ongeschikt is en doet uitkomen, dat, nu
het lang heeft ledig gestaan, het gebouw er niet op
is verbeterd. Ook de heer Oudenhoven bestrijdt
conclusie van het rapport en wijst er op, dat
het zeer wenschelijk is, dat het Hoofd der school
naast de school woont om op dat gebouw toezicht
te houden.
Door den Voorzitter wordt hiertegen opgemerkt,
dat de hoofden der scholen in de Oostslootstraat ook
niet nabij het gebouw wonen. Verder herinnert
preker er aan, dat de goedkeuring van den In
specteur een bepaald vereischte is. De heer
Oudenhoven repliceert en acht eene restauratie van
't gebouw niet onmogelijk. Al zijn de kosten f 100
of f150 liooger dan de raming, dit kan z. i. wel
geen bezwaar opleveren. De heer V03 verzet
zich tegen de amotie van het gebouw, met het oog
op het ontwerp tot wijziging der wet op het lager
onderwijs van den Minister Mackay. In dit ont
werp wordt voorgesteld het onderwys in de gym
nastiek verplichtend te maken voor de leerlingen
der openbare scholen, 't Bewuste gebouw ware voor
't onderwijs in de gymnastiek in te richten of op
die plek kon een lokaal voor dat onderwys worden
gesticht. De heer Verfaille deelt mede, dat bij
de Commissie voor de Gemeentewerken de overtui
ging bestond, dat men bij de restauratie van het
gebouw evenveel geld zou besteden als een [nieuw
kost, terwyl men na het herstel zou bemerken toch
slechts een oud huis te hebben verkregen. De
heer Van Wijngaarden handhaaft nog nader zijn
gevoelen, waarna de heer Korver verklaart, dat hij
met den heer Klik van gevoelen is, dat men het
best doet zoowel het huis als den grond te ver
koopen, daar de bevolking zich meer en meer naar
andere wijken der gemeente verplaatst en ook om
dat de kosten voor een behoorlyke afschutting niet
uit den verkoop voor amotie kunnen gevonden wor
den.
De Voorzitter merkt hiertegen aan, dat als dit
het geval is, de opbrengst van den grond bij ver
koop ook wel heel gering zal zijn. Spreker wijst
op de wenschelykheid, het bedoelde terrein te be
houden. Als eens de financiën der gemeente het
toelaten, zou dat wellicht een plek zijn, geschikt om
er een gebouw te plaatsen tot huisvesting van be
hoeftige oude personen, die nu vanwege de gem. bij
particulieren moeten worden gehuisvest. Het voorstel
om het huis voor afbraak te verkoopen en den grond
met eene schutting te omgeven wordt daarop in
stemming gebracht en met 7 tegen 6 stemmen aan
genomen. Tegen stemden de heeren Van Neck,
Van Wijngaarden, Klik, Van Twisk, Oudenhoven
en Korver.
Mede van de Commissie voor de Gemeentewer
ken, wordt voorgelezen een rapport ter zake van
het door bewoners der Vischstraat ingezonden adres
tot verbetering van den openbaren weg en tot ver
lichting bij avond in genoemde straat. De conclusie
van het rapport strekt, om adressanten te antwoor
den, dat de weg zich in behoorlijken toestand be
vindt, terwijl het bruggetje, waarover geklaagd
wordt, geen eigendom der gemeente is, maar aan
den heer Vrieslander toebehoort. De heer Kor
ver kan haast niet gelooven, dat het der Commissie
ernst is met haar rapport. Z. i. is de toestand in
de Vischstraat door adressanten niet overdreven
voorgesteld. Naar sprekers meeniog, is dat deel
der gemeente slecht bedeeld door de zorgen van
het Gemeentebestuur. De naburige sloot moest,
volgens spreker, opgeruimd worden. De Voor
zitter handhaaft de conclusie van het rapport. Over
het geheel is de Vischstraat in goeden toestand.
Een gedeelte, waar slechts één rij huizen is, heeft
nog een behoorlijke voetstraat. De Molenstraat, in
't midden der gemeente gelegen, is heel wat slech
ter bedeeld. En wat betreft de sloot, deze is eigen
dom van den heer Klein. Als de gemeente zich
met particuliere gronden en slooten gaat bemoeien,
dan zullen de lasten voor de ingezetenen nóg druk
kender moeten worden. De heer Korver voert
daartegen aan, dat het Gemeentebestuur, met het
oog op de volksgezondheid, wol recht heeft om in
zulke omstandigheden handelend op te treden.
De heer Van Twisk geeft toe, dat de straat niet
zoo slecht is, doch dringt met ernst er op aan, dat
de verlichting bij avond verbeterd en b.v, door de
plaatsing van nog een lantaarn uitgebreid worde.
De heer Van Wijngaarden dringt daar mede op aan
en ofschoon de Voorzitter aanvankelijk opziet tegen
de kosten en zelfs wijst op de huizen, hier en daar
in den Helderschen polder gebouwd, die ook van
straatverlichting zijn verstoken, gaat hy ten slotte
in zooverre met de heeren Van Twisk en Van
Wijngaarden mede, dat hij voorstelt, deze zaak nog
eens te renvoyeeren naar de Commissie voor de
Gemeentewerken, met verzoek tot nadere overwe
ging. Met eenparige stemmen wordt dienovereen
komstig besloten.
Eindelijk wordt nog voorgelezen een rapport van
de Commissie voor de Gemeentewerken, naar aan
leiding van het adres van C. Van Vliet c. s. over
den onzindelijken toestand van het terrein tusschen
de Vijzol- en Brouwerstraten. In 't rapport wordt
er op gewezen, dat de door adressanten aangeduide
plek niet is gemeentegrond en dat, als de bewoners
het vuil, dat thans in een greppel, die geen uitwa
tering heeft, nedergeworpen wordt, aan de beamb
ten van den reinigingsdienst afgeven, het bezwaar
waarover geklaagd is, voorkomen wordt. De
Voorzitter licht den inhoud van dit rapport toe
en wijst er op, dat, wanneer de bewoners dier plek
willen medewerken om den slechten toestand te doen
ophouden, er niet langer zou zijn te klagen.
De heer Oudenhoven spreekt in gelijken geest en
gelooft niet dat er anders aan valt te doen, dan
dat de politie proces-verbaal opmaakt van zulke
overtredingen der bestaande verordeningen. Met
eenparige stemmen wordt daarop overeenkomstig de
conclusie van het rapport besloten.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat by
hem 't verzoek is ingekomen van een ingezetene
dezer gemeente, genaamd W. Nannings, om van ge
meentewege te voorzien in de opleiding van zyn
dochtertje, 10 jaar oud, die doofstom is. Er bestaat
op het oogenblik gelegenheid het kind geplaatst te
krijgen op het Doofstommen-Instituut te Groningen.
De kosten daarvan zijn f 90 in ééns en f 35 's jaar
lijks. Do man kan zulks echter niet betalen en
vraagt de hulp van den Raad. De overweging,
dat dit kind, wordt er geen hulp verleend, later
door de gemeente zal moeten worden onderhouden,
en nu wellicht kan worden voorbereid om in eigene
behoeften te voorzien, geeft den Voorzitter aanlei
ding om op dit verzoek gunstig te adviseeren, met
aanduiding, dat het bedrag kan gevonden worden
uit den post voor verpleging in godshuizen hier en
elders. De heeren Korver en Klik, die over dit
onderwerp het woord voeren, uiten de vrees, dat
bij het toestaan van dit verzoek onderscheidene
dergelijke verzoeken zullen volgen. De Voor
zitter en de heer Maalsteed lichten deze zaak ach
tereenvolgens toe en doen uitkomen, dat het bij een
volgend geval opnieuw aan het oordeel van den
Raad zou worden onderworpen of aan zulk een
verzoek zou worden gevolg gegeven. Ten slotte
wordt, met algemeene stemmen, op het verzoek gun
stig beschikt.
De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde de
beantwoording der vraag of, volgens art. 82 der