KLEINE COURANT voor llf Helder, Nieuwediep en Texel.
Gemeenteraad van Melder.
'T VLIECEND BLAADJE.
Dit bijvoegsel behoort bij het nommer van Zaterdag 14 September 1889.
UitgeversBERKHOUT Co.
Zitting van Dinsdag 10 September 1889.
Voorzitter de heer C. A. BEUKENKAMP.
Tegenwoordig 14 leden. Afwezig, met kennis
geving van verhindering, de heeren Franken, Maal-
steed en Hoogenbosch.
Buiten de vertegenwoordigers der pers, bevindt
zicli slechts dén persoon op de tribune.
Na de opening der zitting worden de aanteeke-
ningen van het verhandelde in de vorige vergade
ring voorgelezen en goedgekeurd.
Daarna wordt aan de orde gesteld de behandeling
der door B. en W. aangeboden rekening en ver
antwoording der gemeente over het dienstjaar
1888, welke rekening en verantwoording in de af-
deelingen is onderzocht, tegelijk met die van 't
Burgerlijk Armbestuur, 't Algemeen Weeshuis en
de d.d. Artillerie-Schutterij. Door de Commissie
van rapporteurs, bestaande uit de heeren Vos, Kor-
ver en over de Linden, wordt, bij monde van eerst
genoemde, verslag uitgebracht nopens het gehouden
onderzoek en de bespreking, die daarna door de
Commissie met B. en W. heeft plaats gehad. De
Commissie verzekert in haar rapport, dat de stuk
ken met bijbehoorende bescheiden aan een nauw
keurig onderzoek zyn onderworpen. Eenige op
merkingen zijn aan 't Dag. Bestuur medegedeeld,
als: de hooge kosten van vergaderingen en voor
het vervoer der leden per rijtuig, herziening van
de verzekering der gemeente-gebouwen tegen brand
schade, betere inning der gelden bij verkoop van
compost, enz. Aan de Commissie voor de gemeente
reiniging wordt in 't rapport hulde gebracht voor
hare vele bemoeiingen in 't belang der gemeente.
Mede wordt aan de werkzaamheid der leden van
het Burgerlyk Armbestuur hulde gebracht. Om
trent deze rekening werden enkele opmerkingen ge
maakt, o. a. die, om van het Bestuur der Spaar
bank huur te eischen wegens het gebruik van het
vergaderlokaal. De rekening van 't Algem. Weesh.
had aanleiding gegeven tot deze opmerkingen:
de voor 't gebruik afgekeurde kleedingstukken
behooren aan 't Armbestuur te worden afgege
ven, ten einde ze onder de behoeftigen uit te
deelen; de geneeskundige hulp zou zeer geschikt
door de geneesheeren, belast met de armen-practijk,
verleend künnen wordenen de kosten voor boe
ken van een schoolleerling en die voor dekens
worden te hoog geacht. Ook omtrent deze instel
ling wordt betuigd, dat zij door Bestuurderen met
zorg en toewijding wordt beheerd.
Ten- aanzien van de rekening der Schutterij werd
opgemerkt, dat al te veel personen hun uniform
gratis ontvangen. Men meende, dat H.H. wijk
meesters meer nauwlettend moesten zijn in het af
geven van bewijzen, waarin te lezen staat, dat de
persoon, aan wien het bewijs is afgegeven, in zoo
danige behoeftige omstandigheden verkeert, enz.
De Commissie concludeert ten slotte om de aange
boden rekeningen alle goed te keuren en vast te
stellen, die van de Schutterij behoudens nadere
goedkeuring van H.H. Gedep. Staten. Overeen
komstig de conclusie van dit rapport wordt met
eenparige stemmen besloten, de noodige con
cept-besluiten worden na voorlezing aangenomen
en aan de Commissie van rapporteurs wordt door
den Voorzitter, namens de vergadering, dank ge
zegd.
De rekening der gemeente heeft in de verschil
lende hoofdstukken deze eindcijfers:
Hoofdstuk. Inkomsten. Bedrag.
1. Ontvangsten wegen vroegere
diensten11,719,10
II. Inkomsten van gemeente
eigendommen en bezit
tingen - 901,66
III. Opbrengst van belastingen
en heffingen - 151,479,09
IV. Ontvangsten van verschil
lenden aard en toevallige
baten - 24,523,29
V. Buitengewone ontvangsten - 834,50
Totaal ƒ189,457,64
Uitgaven.
I. Kosten van huishoudelijk
bestuur - 14,005,39
II. Kosten van invordering van
de plaatselijke belasting
en teruggave deswegens - 8,890,92
III. Kosten van onderhoud aan
gemeente - eigendommen
en de deswege verschul
digde lasten - 19,864,88
IV. Kosten der openbare veilig
heid en brandweer - 25,818,45
V. Kosten der plaatselijke ge-
zondheidspolitie - 11,521,76*
VI. Kosten voor het onderwijs - 57,916,92*
VII. Kosten voor het armwe
zen, mitsgaders subsidiën
en bijdragen aan onder
scheidene daarmede in
verband staande instel
lingen - 28,291,11*
VIII. Rente en aflossingen - 5,080,
IX. Pensioenen en wachtgelden - 1,150,
X. Andere uitgaven, niet onder
de vorige hoofdstukken be-
hoorende- 606,46*
XI. Buitengewone uitgaven van
allerlei aard - 12,148,60
XII. Onvoorziene uitgaven - 405,38
Totaal 185,699,89
Balans.
Ontvangsten 189,457,64
Uitgaven - 185,699,89
Batig saldo
3,757,75
Rekening van het Burgerlijk Armbestuur:
Ontvangsten f 10219.54
Uitgaven t 10163.59®
itig saldo f 55.94°
Rekening van het Algemeen Weeshuis.
Ontvangsten f 13380.26°
Uitgaven13266.84
Batig saldo f 113.42°
Rekening der dd. Artillerie-Schutterij.
Ontvangsten f 1874.14
Uitgaven1578.
Batig saldo f 296.14
Op voorstel des Voorzitters wordt besloten tot
vaststelling van de lijst der oninvorderbare posten
ten aanzien van den hoofdelijken omslag en van
de belasting op de honden, over het dienstjaar
1888, respectivelijk ten bedrage van f 2997.42*
en f 185.10.
Aan de orde wordt gesteld de behandeling der
zaken van de Bank van Leening. Voorlezing ge
schiedt van eene missive van den heer M. L. van
Gelder, houdende mededeeling, dat hij met het
einde dezes jaars wenscht op te houden zich te be
lasten met de Bank van Leening. Gedurende 35
jaren is hij alzoo werkzaam geweest en, terwijl hij
nimmer klachten heeft gehad van 't Gemeentebe
stuur over het door hem gehouden beheer, betuigt
hy zijn dank voor het steeds in hem gestelde ver
trouwen. Op voorstel des Voorzitters wordt deze
missive voor kennisgeving aangenomen. Namens
het Dag. Best. stelt de Voorzitter voor om het
houden der Bank van Leening te verpachten.
Er ontspint zich na het doen van dit voorstel eene
discussie, waarin de heer Korver aandringt op wij
ziging van de art. 5 en 7 der instructie, zoodanig
dat het rentebedrag verlaagd en sluiting op chris-
telyke Zon- en Feestdagen voorgeschreven worde.
De heer over de Linden verklaart zich tegen
verpachting. Hij vindt het niet goed, dat het
geld, van behoeftigen verkregen, in de gemeentekas
worde gestort. Ook beveelt hij aan de keuze van
een beheerder, die welwillend omgaat met de men-
schen, die zich tot hem wenden. De heer Kor
ver sluit zich bij den heer over de Linden aan en
vindt het zeer goed, dat de meerdere voordeelen,
die de inschrijver biedt, ten goede komen aan hen,
die panden belcenen.
Op eene vraag daaromtrent van den heer Van
Neck antwoordt de Voorzitter, dat het Dag. Best.,
toen het besluit om tot verpachting te adviseeren,
de missive van den heer Van Gelder nog niet ont
vangen had. De Voorzitter erkent, dat het juister
is van het houden eener inschrijving, dau van het
houden eener verpachting te spreken. De heer
Van Twisk oppert het denkbeeld om in plaats van
óéne Bank er drie te hebben in de onderscheidene
deelen der gemeente. Een zou dan zijn de hoofd-
Bank, en de beide andere filialen. De Voorzitter
verzekert, dat, blijkens de vroeger over dit onder
werp met de Regeering gevoerde correspondentie, aan
de stichting van drie Banken niet te denken valt.
De Regeering heeft indertijd destichtingeenertwee-
de Bank zeer beslist geweigerd. De heer over de
Linden wil den inschrijver daarin vry laten. De
heer Vos beveelt aan om de Bank meer in het mid
den der gemeente te vestigen waarop de Voorzitter
antwoordt, dat het z. i. gewenscht is, ook dit aan
den inschrijver zeiven over te laten.
't Is toch in zijn eigen belang, dat de Bank op
een geschikte plaats gevestigd is. Ook de heer
Verfaiile acht de bepaling, door den heer Vos voor
gesteld, overbodig. Naar aanleiding eener opmer
king van den heer Van Neck over de bepaling der
rente van panden van geringe waarde op korte
termijnen, wordt nog even van gedachten gewis
seld, waarna met eenparige stemmen wordt besloten
B. en "W. te machtigen tot het houden eener open
bare inschrijving over te gaan.
Voorlezing geschiedt van een missive van den
heer Commissaris des Konings, inhoudende de her
innering aan het met het einde des jaars verstrij
ken van den termijn, waarvoor door Z. M. den
Koning is toegestaan de heffing eener plaatselijke
belasting op het gedistilleerd en van een hoofde-
delijken omslag. Ingeval de Raad mocht besluiten
om met die heffingen ook in 1890 voort te gaan,
is een nieuwe aanvraag noodig. De Commissaris
des Konings noodigt in dat geval den Raad uit,
de daarop betrekking hebbende stukken vóór 15
October a. s. by hem in te zenden. Op voorstel
des Voorzitters wordt bij acclamatie besloten, om,
behoudens hoogere goedkeuring, in het volgende
jaar de belasting op 't gedistilleerd te behouden
en een hoofdelijken omslag te heffen ad f30,000.
De concept-besluiten, op deze heffingen betrekking
hebbende, worden met eenparige stemmen goedge
keurd.
Er wordt voorgelezen een adres van den heer R.
Tienstra, commissaris bij den Vischafslag, onder
steund door een groot aantal belanghebbende koop-