hooging van 't maximum, waarop de hoofdelijke
omslag voor 1889 geraamd en met goedkeuring
der Hoogc Regecring is vastgesteld, van ƒ30.000
tot ƒ31.500, een gevolg van suppletoire aangiften
en het 1ste supletoire kohier van den hoofdelijken
omslag, dienst 1889, tot een bedrag van ƒ997.36'.
Voorlezing geschiedt van een adres van den brug
wachter D. Van Otteren, die. met betoog op zijne
dure woning (de man betaalt 's jaarlijks ƒ130 huur
en ƒ18 personeele belasting), verhooging vraagt van
de som voor huishuur, hem toegestaan, ad ƒ50.
Door 't Dagelijksch Bestuur wordt, met het oog op
de omstandigheid, dat adressant in de onmiddel
lijke nabijheid der brug moet wonen voorgesteld een
verhooging van 50 toetestaan. Na eenige.gedach
ten wisseling, wordt door den lieer Govers voorge
steld ƒ75 verhooging te geven. Dit voorstel wordt
aangenomen met 9 tegen 6 stemmen. Tegen stemden
de heeren over de Linden, Korver, Van Wijn
gaarden, Groen, Maalsteed en de Voorzitter, die
het bedrag op ƒ50 wilden bepaald hebben.
Voorlezing geschiedt van een adres van bewoners
der Spoorstraat en nabijgelegen straten, houdende
verzoek, dat door het Gemeentebestuur gevolg worde
gegeven aan de bestaande bepalingen omtrent het
afschutten van onbebouwde terreinen, ten opzichte
van het terrein hoek Spoor- en Breewaterstraat.
De Voorzitter verzekert, dat door den tegen woor-
digen eigenaar de vigeerende bepalingen zullen
worden nageleefd. De heer Verfaille deelt mede,
dat hg niet meer eigenaar is van het bedoelde
perceel. De hr. Van Neck dringt aan op een spoedige
voorziening in de behoefte aan afschutting en de
heer over de Linden merkt op, dat adressanten zich
niet tot den Raad, doch tot B. en W. hadden moe
ten wenden. Dit adres behoort hier niet tehuis.
Als leden der Commissie van bijstand in zake de
Gemeentewerken, worden herkozen de heeren Hoo-
genbosch, Govers en Verfaille, en gekozen de heer
Van Wijngaarden, respectivelijk met 14, 11, 10 en
9 stemmen. De heeren Klik en over de Linden
verkregen resp. 5 en 4 st., de hh. Korver en van
Neck ieder 2 st. en de heeren Oudenhoven en
Franken ieder l st. De benoemden lieten zich
deze keuze welgevallen.
Als leden der Commissie van bijstand in zake den
Gemeentereinigingsdienst werden herkozen de heeren
Klik, Hoogenbosch en Van Wijngaarden, respect,
met 14, 13 en 9 stemmen. De heeren Van Neck
en Korver verkregen ieder 3 st., de heeren Verfaille,
Oudenhoven en Franken ieder 1 stem. De heeren
Klik en Hoogenbosch namen, laatstgenoemde na
eenige aarzeling, de benoeming aan. De heer Van
Wijngaarden bedankte. In zijne plaats werd bij
eene volgende stemming gekozen de heer Van
Neck met 8 st. De benoeming wordt door den hr.
Van Neck voorwaardelijk aangenomen, in afwachting
van den uitslag der herstemming, iu zake een post
der begrooting, die in de volgende zitting moet
plaats hebben.
Thans wordt aan de orde gesteld de behande
ling van een 9-tal adressen, ingekomen met het
verzoek tot afschaffing der kermisviering op Zon
dag, waartegen zijn opgekomen ruim een 500-tal
adressanten, die bestendiging van de tegenwoordige
regeling wenschen.
De Voorzitter leidt de behandeling van dit on
derwerp in. Namens B. en W. merkt hij op, dat
het openstellen van kramen en tenten op kermis-
Zondag wel, dat het openstellen van café's enz.
op dien dag niet kan verboden worden, 't Gevolg
zal zijn: groote toeloop van allerlei raenschen in
de bestaande gelegenheden tot ontspanning en nog
meer onrust en rumoer dan gewoonlijk op den Zondag
van kermis. Daarom stellen B. en W. voor be
stendiging der bestaande regeling, of afschaffing
der kermis geheel en al. De heer Oudenhoven
bepleit de vrijheid voor allen en dringt aan op on
veranderd behoud der regeling, zooals die sinds
ouden tijd bestaat.De hr. Korver toont in breede
trekken aan het streven van de voorstanders van Zon
dagsrust, zoo in het Buitenland als hier, en onder
steunt op nadrukkelijke, krachtige wijze het ver
zoek, in de bedoelde 9 adressen nedergelegd.
De heer Oudenhoven wijst op de weinige belang
stelling der leden van Zondagsrust. In de verga
dering, waarin tot een adres van den Raad is be
sloten, waren slechts 11 leden tegenwoordig, waar
van nog 5 tegenstemden, 't Aantal leden bedraagt
toch ruim 100. Spreker wil, terwijl er nog geen
andere gelegenheden tot ontspanning voor 't volk
zijn, de kermis behouden, ook op Zondag als de
werkman met vrouw en kinderen langs de kra
men wandelt. De heer Vos sluit zich bij den
heer Oudenhoven aan. Hij verzekert, nimmer ern
stige wanordelijkheden op kermis te hebben op
gemerkt.
De afschaffing der kermis op Zondag wordt door
den heer Franken bepleit, op andere gronden dan
door den heer Korver aangevoerd. Spreker wensohtc
dat de werkgevers hunne werklieden op Zaterdag
uitspanning deden genieten, opdat zij des Zondags
konden uitrusten of ter kerke gaan. De Voor
zitter geeft zijne vrees te kennen, dat bij het af
schaffen der kermisviering op Zondag wanordelijk
heden de rustverstoringen zouden ontstaan. De
heer Van Neck merkt op, dat er bij afschaffing
der kermisviering nog niets anders in de plaats
wordt gesteld. Betere volksfeesten zouden z. i.
zeer gewenscht zijn. De stoornis der godsdienst
oefeningen op Zondag, acht spreker niet van be
lang. Op 51 Zondagen is er geen kermis; op den
52sten stelle men die, in plaats van 's avonds, op
's middags tnssclien 2 en 4 uur.
Door den heer Korver worden de verschillende
sprekers kortelijk beantwoord, waarna op de adres
sen tot afschaffing der kermis op Zondag met 11
tegen 4 steramen afwijzend wordt beschikt. Vóór
stemden de heeren Franken, Korver, Van Wijn
gaarden en Govers.
De kermisviering op Zondag blijft dus ge
handhaafd.
Voor kennisgeving worden aangenomen deze me-
dedeelingen lo. van mej. de wed. A. J. Leijer,
houdende kennisgeving van het plotseling overlijden
van haren echtgenoot, in leven onderwijzer in de
wis- en zeevaartkundeen 2o. van H.H. Gedep.
Staten, de mededeeling inhoudende, dat zij zich on
bevoegd verklaren tot het nemen eener beslissing
in zake het recht tot het aanslaan in den hoofde
lijken omslag van personen, die hunne woning
hebben aan boord van 's Rijks oorlogsschepen.
Op haar daartoe gedaan verzoek wordt aan de
dames J. M. C. Waleson en J. Groot, met ingang
van 1 Januari 1890, een eervol ontslag verleend
als onderwijzeressen aan de Gemeenteschool no. 7 a.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat zich
iemand heeft aangemeld, die, bij wijze van proef,
zich wil belasten met het geven van zeevaartkun
dig onderwijs en daarvoor geadmitteerd is. Het is
de heer W. Bakker, onderwijzer aan school no. 7 b
alhier, die zich in de avonduren aan het bedoelde
onderwijs zou willen wijden, als hem verlof werd
gegeven, gedurende drie maanden, wat betreft de
lessen aan de avondschool. Den heer Van Neck
lacht het toe, de zeevaartkundige school op die
wijze voorttezetten, vooral als zulks kan geschie
den in verband met de vervulling der vacature aan
de Indrustrieschool. Spreker ontvangt de mede
deeling, dat die vervulling een zaak is, die niet
den Raad, doch het door 't Nut benoemde Com
missie van Bestuur der Industrieschool aangaat.
De heer Vos wcnscht dat er pogingen zullen wor
den aangewend om een onderwijzer aan de zee
vaartkundige school te verkrijgen. Hij vreest, dat,
in een ander geval, er geen subsidie zal worden
verleend door den Minister van Waterstaat, bij
wien nu het plan daartoe wèl bestaat. Spreker
meent echter, dat de heer Bakker niet in het be
zit is der acte voor 't zeevaartkundig onderwijs.
De heer Leijer, zoo verzekerde spreker, had de
bevoegdheid, tengevolge van onderscheidene over
gangsbepalingen, voor onderwijs in verschillende
vakken te geven, terwijl hij in de zeevaartkunde
geëxamineerd was. Uit de verdere discussie over
dit onderwijs blijkt, dat het Bestuur der Industrie
school reeds voorzien heeft in de vacature, door 't
overlijden van den heer Leijer ontstaan, door de
benoeming van den heer Westendorp. De heer
Van Neck herhaald zijne klacht over gemis van
samenwerking, terwijl de heer over de Linden doet
uitkomen, dat, terwijl de subsidie z. i. persoonlgk
aan den heer Leijer was verleend er geen sprake
van kon geweest zijn, dat B. en W. terstond zich
met het Bestuur der Industrieschool over de be
noeming hadden verstaan. Ten einde verdere
moeilijkheden voor te komen en te bevorderen, dat
pogingen worden aangewend om met een geschikt
persoon in overleg te treden, wordt nu bepaald,
dat de subsidie is verleend aan de zeevaartkundige
school.
Door den Voorzitter wordt voorgesteld, over te
gaan tot de verhuring van den onbebouwden grond
aan 't einde der Oostslootstraat, aan den aannemer
de Waard, die daar zijne werkplaats nabij heeft.
De verhuring zal geschieden voor den tijd van 1
jaar, de huurprijs zal f40 bedragen, en voor de
behoorlijke afschutting zal worden gezorgd. Dit
voorstel wordt aangenomen met 10 tegen G stem
men. Tegen stemden de heeren Oudenhoven, Kor
ver, v. Wijngaarden, Verfaille, v. Neck en Govers.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat het
plan heeft bestaan om den Paralel-wcg te beplan
ten met boomen dat die weg evenwel het eigen
dom is van het Polderbestnur van den Helder en
Huisduinen, en dat dus aan dat college is gevraagd
om toestemming. Uit ltet antwoord van 't Pol
derbestuur blijkt, dat het grasgewas van dien weg
tot December 1893 is verhuurd voor f25 per jaar
en dat het gemeentebestuur, ingeval tot beplanting
werd overgegaan, de mindere opbrengst zou hebben
te vergoeden. Na een korte bespreking wordt de
verdere behandeling dezer zaak verdaagd tot de
volgende vergadering.
Nog was ingekomen een adres van de afdeeling
Helder der Nederlandsche Vereeniging tot bevor- j
dering van Zondagsrust, betreffende de dienstrege
ling der brugwachters op Zondag. Ook de belian-
deling van dit adres, dat bij vergissing tusschen
andere stukken was geraakt, werd uitgesteld tot
de volgende zitting, en dc vergadering werd daar-
op voor gesloten verklaard.
Boek-, Courant- en Handelsdrukkerij van C. de Boer Jr., Helder.