't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1766.
Zaterdag 18 Januari 1890.
Achttiende Jaargang.
Atoonnoraient
KALENDEB DER WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afaonderlgke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
AdLvortentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer 5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOHGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
JANUARI, Louwmaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 8 u. lm.
Onderg. t, 4 u. 2ni.
Zondag 19
Maandag 20
Dinsdag 21 Nieuwe Maan.
Woensdag 22
Donderdag 23
Vrijdag 24
Zaterdag 25
HELDER, 17 Jan. 1890.
Woensdagavond werd in den schouw
burg, Koningstraat, door 't Hollandsch
Tooneelgeze]schap, directie A. van Lier,
met veel succes opgevoerd 't tooneelspel
»Eva".
De titelrol was toevertrouwd aan Mevr.
Róssing Sablairolles, die zich van hare
moeielijke taak uitmuntend heeft gekwe
ten. Haar schoon spel tegenover baar
echtgenoot, gewezen minnaar, en schoon
moeder werd met de meeste belangstel
ling gevolgd en zeker hadden de toe
schouwers 't einde gaarne minder tra
gisch gezien. Op waardige wijze stond
tegenover haar de heer Henri van Kuijk
in de rol van Harturg, alsook de heer
Tartaud, die als Elimar optrad. Als knor
rige, ontevredene schoonmoeder was mevr.
Albregt goed op haar plaats. Mevr. van
BeemKapper heeft de rol van »Door-
tje", de vrouw van Hempel, zóó eigenaar
dig voorgedragen, dat haar spel aan 't
geheel inderdaad relief gaf. De overige
spelers werkten mede tot 't verkrijgen
van een goed geheel.
De zaal was vrg goed bezet.
Het ontvangkantoor der directe be
lastingen, invoerrechten en aecgnzen alhier
blijft gerangschikt in de vierde klasse,
terwijl daaraan vermoedelijk een vergoe
ding van f 1340 's jaars voor bureaukosten
zal worden verbonden.
Over de thans heerschende griep schrijft
de //Geneeskundige Courant" van 12 dezer het
volgende
Deze epidemie grijpt tegenwoordig zoo snel
om zich heen en maakt zooveel slachtoffers,
dat men bijna ten einde raad zou worden, als
de ziekte niet de eigenschap had, zeer voor
bijgaande te zijn, d. i. spoedig te genezen en
daarenboven in hare verschijnselen weinig af
wisselend is. Daarom zou het misschien, om
den geweldigen stroom te matigen van lijders,
die hulp verlangen, niet ondoelmatig zijn, dat
door het een of ander geneeskundig lichaam
(bv. het Staatstoezicht) algeraeene regelen van
hygiënischen en voorbehoedenden aard werden
voorgeschreven, om tegen de pas opkomende
ziekte aan te wenden. Van een individueele
behandeling toch êan bij zoo'n storm van aan
vragen om hulp, o. a. bij de ziekenbussen,
wel geen sprake z;jn, terwijl de reis van den
lijder naar den dokter en het verblijf in de
lang niet altijd doelmatige wachtkamer eerder
na- dan voordeelig voor de lijders kan zijn.
Indien echter door eenig gezag een voorbe
hoedende leefregel werd aangeraden, en te
vens bij den aanval een voorloopig genees
middel, dan zullen gewis de gemoederen meer
bevredigd worden en de ziekte met meer kalmte
worden afgewacht. Hiertoe zou dan ook vol
strekt behoorendat althans in de openbare
apotheken, steeds zonder recept van een ge
neesheer sommige voorloopige middelen moes
ten verkrijgbaar zijn, plus de aanwijzing van
den te volgen leefregel.
De opperste gezondheidsraad te Weenen heeft
het uitgesproken, dat de griep een overwe
gend catarrhaal karakter heeft en dus, ofschoon
zij soms met een aanval van koorts gepaard
gaat, een vrij goedaardig karakter in den re
gel wordt opgemerkt, terwijl de verschijnselen
als zeer tijdelijk worden beschouwd. Eenige
weinige dagen het bed te houden, zich niet
aan koude bloot te stellen, een paar giften
chinine te gebruiken, zal in den regel spoedig
beterschap aanbrengen, terwijl de gemoedsrust
zal terugkeeren, als de lijder overtuigd is dat
de kunst zich met hem bemoeit en hy dus
niet aan zijn lot wordt overgelaten.
Weldra zal de ondervinding leeren, dat men
tegen deze ziekte meer laten moet dan doen
en dat natuurlijke voorzorgen meer bcteekenen
dan kunstmatige, voorbehoedmiddelen meer dan
directe. Individualisceren is bij een epidemie
als de onderwerpelyke niet mogelijk, dus ge
neraliseeren is de eenige en ook algemeen
bekende weg om onze kunst, in dit geval, aan
de lijdende menschheid dienstbaar te maken.
Hoewel de heerschende ziekte te
Amsterdam aan het afnemen blijft, is
het aantal harer slachtoffers nog groot
en worden ook velen ten grave gebracht.
In de maand December 1889, toen de
ziekte daar ter stede uitbrak, zijn te Am
sterdam overleden 824 personen. Met
73 levenloos aangegevenen beteekent het
sterftecijfer een verhouding van 26.44 op
de 1000 inwoners. Over het geheele jaar
1889 was de verhouding 24.26.
liet aantal overledenen (zonder leven
loos aangegeven) bedroeg 60 meer dan
in December 1887. De vermeerdering
komt vooral voor bij de rubrieken long
en keel tering en ziekten der ademha
lingswerktuigen. Aan die ziekten over
leden in Dec. 1887 186 personen, in Dec.
1889 265.
Op de begraafplaatsen is het dezer
dagen druk. De voor begraven vastge
stelde uren worden eiken dag overschreden.
Door den dirigeerenden officier van
gezondheid in het tweede district van den
militairen geneeskundigen dienst, zijn de
chefs van dion dienst in de garnizoenen
uitgenoodlgd, om met den noodigen tact
de herstelde influenza-lyders gedurende
enkele dagen voor te dragen voor vrij
stellingen van sommige diensten, meer
bepaald vermoeiende diensten. Naar aan
leiding daarvan is aan de chefs der korp
sen verzocht, de herstelde militairen, ge
durende genoemde vrijstelling, de ka
zerne en hare onmiddellijke omgeving niet
te doen verlaten, daar de kazerne met
hare omringende terreinen voor vrije be
weging in de lucht genoegzame gelegen
heid oplevert, en hun aldus de gelegen
heid wordt ontnomen, zich in de stad
opnieuw aan besmetting bloot te stellen.
Ook wordt voorkomen, dat men zich ter
wille van bedoelde bepaling ziek zal mel
den, zonder bepaald ziek te zijn, waar
door de gelegenheid wordt ontnomen,
zich onnoodig ten koste van anderen aan
den dienst te onttrekken.
Uit Den Haag meldt menHoe
het ten gevolge van de heerschende ziek
te in sommige huishoudens uitziet, kan
blijken uit de bijzonderheid dat een ge
neesheer aldaar in het bezit is van de
huissleutels van een tweetal families, om,
als hij die komt bezoeken, zichzelf den
toegang tot de woningen te verschaffen,
daar er geen van de huisgenooten in
staat is hem de denr te openen.
Ofschoon het eiland Schiermonnikoog
in den winter weinig verkeer met den
vasten wal heeft en het eiland rondom
met frissche zeelucht is omgeven, toch
heeft dit uiet verhinderd, dat ook de in
fluenza daar haar scepter zwaait, Bijna
geen huisgezin waar zich niet een of meer
aangetasten bevinden. De school is voor
twee derde gedeelte ontvolkt en ook 't
hoofd der school is door de ziekte aan
getast, zoodat B. en W. besloten de O.
L. S. voor onbepaalden tjjd te sluiten.
Daarenboven kou daar op twee Zon
dagen achtereen geene openbare gods
dienstoefening gehouden worden.
In IJ- en Haarlemmermeerpolders
heerscht de influenza dermate onder het
vee, dat koeien en paarden op enkele
stallen bij twintigtallen ziek liggen; eeni
ge sterfgevallen zijn reeds voorgekomen,
terwgl de herstelde paarden de eerste we
ken geen of slechts geringe diensten kun
nen doen.
Terwijl de griep in de laatste da
gen te Breda een weinig aan het afnemen
was, nemen thans de gevallen weder sterk
toe. Het aantal lijders beliep Dinsdag we
der ruim 2000. Eukele scholen zijn ge
sloten, op andere worden heele klassen
naar huis gezonden.
Onder het opschriftVijandelijke lan
ding op onze Hollandsclie kust wordt door
„Nautilus" in het „H.blad" het vraagstuk
overwogen of zulk een landing door de ma
rine of door de landmacht moet worden ver
ijdeld. Schrijver tracht te ontzenuwen de
meening van den kapit. ter zee Mac Leod,
dat deze taak behoort te worden opgedragen
aan de landmacht, die de met vijandelijke
troepen naar laud varende lichte vaartuigen
van achter den duinrand met gedekt opgesteld,
snel vurend, licht geschut zal hebben te besto
ken. Het zal bezwaarlijk zijn, meent Nauti
lus, om onze troepen en onze duin-artillerie
tijdig uit de centrale stations Alkmaar, Haar
lem, 's-Hage, Poeldijk en Naaldwijk (zie Den
Beer Poortugael, onze Kustverd. bl. 40) ter
plaatse te hebben. Vooral de te verwachten
schynaan vallen van den vijand zyn een be
letsel. Hy lokt daardoor de troepen naaree-
ne bepaalde plaats en stoomt intusschen, met
slechts 6 mijls vaart, in een uur tienduizend
meter verder.
Onze marine zou, met het oog op het verhin
deren eensr landing, minstens moeten kunnen
beschikken over een zes- of achttal flinke,
zwaar gepantserde zeeschepen, met een zestal
torpedobootjagers en een twintig a dertig zee
waardige vischtorpedobooten. Met drie zulke
schepen en een tiental torpedobooten kunnen
wij 't zekér niet. Onze regeering en volks
vertegenwoordiging verklaren echter, zegt de
schr., dezen eisch te hoog.
Wat wij dan kunnen doen De landing
vertragen, ten einde aan de landmacht gele
genheid te geven om den vijand te beletten
op een voor hem gunstig terrein binnen de
duinen stelling te nemen. Schr. is niet zoo
optimistisch als de Heer Den Beer Poortu
gael, die de landing verijdeld ziet, indien „het
slechts aan enkele snelloopende ondieptreden-
de scheepjes, met schrootkanonnen gewapend,
gelukt tusschen de met landingstroepen be
mande sloepen heen en weer te stoomen."
Nautilus verwacht geen verijdeling, maar
slechts vertraging der landing, en bepleit voor
dit doel den aanbouw, in plaats van de zoo
teere torpedobooten, van even snel loopende,
even weinig diepaande, met iets meer kanon
nen bewapende, minder teere vaartuigjes, die,
zonder torpedo-materiaal, ook misschien zelfs
nog goedkooper zouden zijn. (N. v. d. D.)
Naar aanleiding van de ongunstige
uitkomsten der koloniale werving in 1889
heeft de minister van oorlog het noodig
geoordeeld, aan de plaatselijke en garni
zoenscommandanten een schrijven te rich
ten, waarin de belangen dier werving bij
vernieuwing en met den meesten nadruk
aanbevolen worden.
Volgens den minister van oorlog is een
dier middelen gelegen in het op goed zicht
bare wijze doen aanplakken, ter plaatse
waar zulks te doen gebruikelijk is, van
de zoogenaamde blauwe biljetten, bevat
tende de voorwaarden tot dienstneming
bij het Indische leger.
Verder verdient het aanbeveling, om
trent die voorwaarden van tijd tot tijd
berichten te doen opnemen in plaatselijke
advertentiebladen, welke in grooten getale
kosteloos plegen te worden verspreid.
In de Noorderhaven te Rotterdam,
werd voor de spoorweghaven door de
stoomboot „Nelly" een roeiboot overva
ren de beide daarin zittende jongens ge
raakten te water, en terwijl de een da
delijk werd gered, verdween de andere
in de diepte.
Een buitengewoon opofferende daad
volbracht daarbij de machinist der boot,
welke met den besten uitslag werd be
kroond. Nauwelijks wetende wat er ge
beurd is, loopt hg naar boven, springt
over boord en verdwijnt in de diepte, om
eenige oogeoblikken later met den jon
gen weder boven te komen, met wien hij
al zwetnmenden de oever bereikt, en dien
hij dus door zijn moed van een anders
wisseö dood heeft gered.
In de vorige week ontmoette een
surveilleereud politie-agent te Arnhem,
des nachts een man in nachtgewaad ge
kleed, die door den agent aangespro
ken, te kennen gat, zich te willen ver
drinken om dit te voorkomen bracht de
agent den man naar huis. Den volgen
den nacht zag een andere politie-agent
dat diezelfde persoon in de Boekhorsten-
straat de bewoners opklopte en hun beer-
tonnen kwam weghalen, waarvan hij er
reeds verscheidene bg elkander had ge
zet. De man, die bg de gemeente-reini
ging werkzaam was, werd toen naar het
politie-bureau gebracht, alwaar bleek dat
hij krankzinnig was. Hij is in het zie
kenhuis aldaar, ter voorloopige verple
ging opgenomen.
De rechtbank to Zwolle heeft A. v.
E., laatst verpleegde te Ommerschans, die
den 15n Oct. 11. aldaar de 13jarige Sientje
Hogenberk zoodanig met een mes heeft
doorstoken, dat zij bijna onmiddellijk daar
op is overleden, veroordeeld tot 12 jaren
gevangenisstraf. De eisch was 20 jaren.
Van verschillende zijden en in ver
scheidene dagbladen is er op aangedron
gen, dat deu heer Basroger, den kapitein
der »Emma," die de schipbreukelingen
van de Leerdam" opnam, het Kruis van
het Legioen moge verleend worden. Maar
de >Einma" kwam te hulp aan Nederlan
ders. Is het dus niet veeleer aan Neder
land, den kapitein een dankbare hnlde
te bewgzen
Een wegwerker vond Dinsdagoch
tend bij kilometerpaal 27 onder station
Oldenzaal het lijk van een manspersoon
in de sloot liggen. Bij schouwing bleek,
dat de ongelukkige vooraf door een trein
moet zijn overreden.
Een boertje io de gemeente Erp
(N.-Bgaf aan den teller voor de volks
telling te kennen, dat hg wel wist, waar
om dat ding was't is maar om dieje
mensch te vangeu, die al die wijven ver
moord (J. the Ripper).
Een zeer vroom, alleen wonend vrouw
tje gaf te verstaan, dat zij niet bang was
voor papier en hij, de teller kon schrij
ven wat hij wilde, maor dé beloof ik oe,
ik bewaor mijn geloof toch, det er gé zo't
er wil ik hé maor een ziel en des 't
veurnaomste.
Een vrouwenkaart voor de volks
telling te 's-Hage was o. a. met de vol-
geude woorden iugevuld
Burgerlijke staat? Ongehuid gebleven.
Kerkgenootschap? Behoort tot de Ne-
derlandsche Hoog Duisze Gemeente tot
de gerifvermeerde gemeente nederduiste
Hervormde Gemeente, tijdelijk bij de ge
schorste leer, aar der afgesnijden ge
meente aldaaar aangesloten om het
gehoor out leeraar. Dat doet denken
aan den jongen, die eigenlijk Jantje heet
te, doch voor het geraak Bartholomeuske
genoemd werd.
Uit Zevenaar wordt gemeld:
De aandacht der politie alhier werd
dezer dagen getrokken door de grove ver-
teriugeD, welke een Daitscher, zekere
Sagers, maakte, en spoedig werd aanleiding
gevonden hem te arresteeren. Hij is Dins
dag gevankelijk naar Arnhem overge
bracht, en door zijn eigen bekentenis is
gebleken, dat men hier te doen heeft met
een hoogst gevaarlijken inbreker, die nog
onlangs een belangrijken diefstal van
geldswaarde, gouden en zilveren voorwer
pen te Hamburg pleegde.
Eeu 27-jarig man, wonende ten
huize zijner ouders in het Oost-Einde te
Amsterdam, is in ziekelgken toestand uit
een raam der tweede verdieping in den
tuin gesprongen. Zwaar verwond werd
hg naar het Binnen-Gasthuis vervoerd.
De smokkelhond heeft geen bepaald
ras. Meestal is hij herdershond, bulhond
en hazewind gekruist. Hg moet vlug en
listig van aard zijn.
Men heeft de honden om te smokke
len en dan hebben de commiezen het
zelfde soort om de smokkelhonden te
vervolgen.
De smokkelaars brengen de honden
eerst over de Belgische grenzendaar
worden zij opgesloten en uitgehongerd
vervolgens beladen met tabak ook wel
met kant. Over den zade1 is een balein
gespannen om te verhinderen, dat de
hond door openingen en heggen zou door
kruipen, want de commiezen hebben daar
meestal strikken gespannen. Als ze wor
den losgelaten, worden ze in België eerst
nog geranseld door iemand, gekleed in
de uniform van een Belgischen douanier.
Vandaar hun afkeer voor deze kleeding,
die ze zorgvuldig ontwijken.
Somwijlen wordt de beladeue hond ver
gezeld door losse honden, om hem, al
vechtende, te beschermen tegen de hon
den der commiezen, zoodat hij dan stil
zijn weg zal kunnen vervolgen.
Eenige dagen geleden verdronk te
Twijzel een zekere Jacob de Kempenaer
bij de pogingen, die hij aanwendde om
zijn zoontje, door het ijs gezakt, te red-
deu. Ook het kiud vond - den dood in
het water. De weduwe van De Kempe
naer verkeert, tengevolge van het dubbel
verlies, in zoodanigeu toestand van geest-
verbijstering, dat hare overbrenging naar
een gesticht noodzakelijk' is geworden.
Vier kinderen blijven hulpeloos achter.
Een moord van gelijken aard als
Jack the Rippers gruwelen is dezer da
gen te Grueune, bij Presburg (Hongarije)
gepleegd. Men heeft daar een vrouw vau
slechte zeden vermoord en verminkt ge
vonden-
Van den moordenaar was tot dusver
re nog geen spoor te vinden.
Een onlangs te Chiswisk* (Londen)
dood gevonden vrouw, wier dood men
eerst niet kon verklaren, is bg onderzoek
geblekeg te zgn gestikt door een paar
valsche tanden, welke haar in de keel
geschoten waren.
Naar aanleidsng van dit geval waar
schuwt in de Dayly News een tandarts
tegen de gevaren der thans algemeen
gedragen valsche tanden, welke te goed
koop en dus niet sterk genoeg zgn, of
welke de eigenaars onveranderd blijven
dragen, ook al zijn de echte tanden,
waaraan de valsche bevestigd waren, los
geraakt of uitgevallen.
Een 99-jarig man te Szenta, in Hon
garije, heeft onlangs de geboorte van zgn
honderdste kleinkind beleefd. Deze grijs
aard, Bernhard Pollak genaamd, heeft 7
nog in leven zijnde kinderen, 54 klein
kinderen, 46 achterkleinkinderen en 27
aangetrouwde kinderen of kleinkinderen.
Een familiedag" te zijnen huize betee
kent dus een partij 134 personen.
ONDER ONS.
'k Was bij een kennis laatst te gast,
Waar 'k toch niet prettig at,
Wijl 'k stof zag liggen op mijn bord,
Waarop een vetvlek zat.
Een vaatdoek kwam er uit de soep
Toen dacht ik: wat 'n slons!
Maar 'k heb het niet hardop gezegd,
Dusdat blijft onder ons.
Op de tentoonstelling te X -j
Werd veel geëxposeerd.
Medailles fraai en rijk bewerkt,
Zijn menigeen vereerd.
Men dacht aan zilver en aan goud,
Doch 't bleek verzilverd brons.
't Werd echter niet bekend gemaakt,
Dus: blijft het onder ons.
Jans was alleen haar volk ging uit
Haar korporaal klopt aan,
En wordt dra in Jan's heiligdom
Eens flink te goed gedaan.
Hij geeft voor kliekjes zoen bij zoen
Jans schenkt zelfs rauwe ponsch.
Daar komt baar volk wat toen geschiedt,
Dat blyft maar onder ons.
Twee boeren krijgen een proces
De een neemt een advocaat,
En de andre vraagt een procureur,
Die voor hem schrijft en praat.
De raadsliên deelen in 't geheim
De bankjes en coupons.
't Zijn vijanden in 't openbaar,
Maar vriendjes onder ons.
Zij was de eerste op ieder feest
En gaarne zag men haar
8teeds was zij elegant gekleed,
Maar in haar wooning, daar
Zag men geheel iets anders vaak
Daar was ze een rechte slons.
Men zag het stof er duimen dik
Doch 't blijv maar onder ons.
Partijgeest maakt ook in ons land,
Niet zelden veel gerucht
Zij drijft den geest van menschenmin,
Somwylen op de vlucht.
Hoe ook partijdrift in ons woed',
Met 't allerdolst gegons,
Och, blijve liefde en menschenmin
Steeds wonen, onder ons.
Marine en Leger.
Naar aanleiding van de krijgsverrichtingen in
Atjeh gedurende het tijdvak tan Januari tot en
met Juni 18S9, zijn bij koD. besluit dc luit.-kol.
H. J. L. de Bank Langenhorst, de kapt. J. Broos
en G. A. Hansen, de le luit. A. do Leur, de
hoornblazer H. W. Kooistra en de fuseliers H.
J. van Maele, J. A. Miokema en A. L. Schier-
hom, allen van het wapen der infanterie van het
leger in Ned.Indië, dc eerste sedert gegageerd,
benoemd tot ridder 4e kl. der Mil. Willemsorde;
is bepaald dat bij afzonderlijke dagorders, zoo in
Indië als in Nederland, eervol zullen worden ver
meld de luit. ter zee 2e kl. jhr. H. L. Wichers,
de bij het Ned. Ind. leger gedetacheerd geweest
zijnde le lnit. der inf. van hst Ned. leger J. Ph.
Weitzel, de 2e luit. der inf. (sedert bevorderd
tot le luitj M. W. E. van Bloemen Waanders,
de 2e luit. der inf. J. F. Cornclius, de sergeant
der inf. J. C. J. Brok en de fuseliers J. van
Dorp, J. J. Rovenne, J. M. Gabriels, B. Swier
en T. Grond, en dat in de registers van de kan
selarij der beide orden zullen worden ingeschre
ven de aan zijne op het slagveld hekomen won
den overleden korporaal der inf. F. H. W. Schor-
del als ridder 3e kl. der mil. Willemsorde, eu
als ridder 4 kl. dier orde, de le luit. der inf.
J. J. A. Gaadc en de sergeant-majoor der inf.
J. H. Wolvckamp.
De meeste dier onderscheidingen zijn te Edi
verdiend, en wel tijdens de insluiting en de ont
zetting van onze benting aldaar, in de helft vnn
het vorige jaar.
De le lnit. A. de Leur, die zijn opleiding
ontving aan de militaire school te Meester-Cornelis,
behoorde tot de bezetting van de benting, en