KLEINE COURANT voor lijf Helder, Nieuwediep en Texel. Gemeenteraad van Helder. 'T VLIEGEND BLAADJE. Dit bijvoegsel behoort bij het nommer van Zaterdag 1 Maart 1890. Uitgever»BERKHOUT Co. Zitting van Dinsdag 25 Febr. 1890. Voorzitter de Heer C. A. BEUKENKAMP. Tegenwoordig aanvankelijk 12, later 14 leden. De heeren Van Neck en Hordijk kwamen ach tereenvolgens na de opening ter vergadering. Afwezig zijn de heeren Franken, Van Twisk en Oudenhoven. De tribune is slechts matig bezet. Na de opening der vergadering worden de no tulen der zitting van 30 December 11. voorgelezen en goedgekeurd. Aan de orde wordt gesteld de benoeming eener onderwijzeres aan de Herhalingschool. Door onder scheidene leden wordt gevraagd of B. en W. geen voordracht ter tafel brengen. De Voorzitter ant woordt daarop, dat het Dag. Best. zulks thans niet jioodig acht. Er zijn zes sollicitanten, nl. de dames Vis Dieperink, Felkers, Rijkers, Waldenmaier, Metzelaar en Meijers, allen onderwijzeressen, aan openbare scholen in deze gemeente werkzaam. Uit dit zestal, zegt de Voorzitter, kan eene keuze gedaan worden. Op eene vraag van den heer Kor- ver, of het Dag. Best. de voorlichting van de Com missie van Toezicht op het Lager Onderwijs niet heeft ingeroepen, ontvangt hij, zoowel van den Voor zitter als van den heer Vos, de verzekering, dat zulks niet noodig was. De heer Van Neck ver zet zich tegen deze wijze van behandeling der zaak. Hij wil de benoeming, in afwachting eener voordracht, uitgesteld hebben en verzekert, dat hij, wordt tot stemming overgegaan, een blanco briefje zal inleveren. Spreker wil gelet hebben op de meerdere of mindere geschiktheid der sollici tanten voor deze eigenaardige, moeilijke betrekking. Ook (Te heer Kor ver acht voorlichting in deze noodig. De heer Vos dringt op dadelijke be noeming aan. Z. i. mag men zulks niet uitstellen, met het oog op de belangen van het onderwijs. De heer over de Linden is voor onmiddellijke benoeming. Dat de keuze iets ruimer is dan in de vorige zitting acht hij zeer goed. Nadat de heer Vos nog gewaarschuwd had tegen de benoeming van onderwijzeressen, die in de dagschool herhaal delijk door ziekte absent zijn, zoodat zelfs eene der sollicitanten in dit jaar nog in 't geheel geen dienst heeft gedaan, wordt overgegaan tot de stemming. Bij de eerste stemming verkrijgen de dames Vis Dieperink, Waldenmaier en Metzelaar achtereen volgens 4, 3 en 2 stemmen, de dames Rijkers en Felkers ieder 1 stem en waren 2 briefjes in blanco. De tweede vrije stemming had deze uitkomst: de dames Vis Dieperink, Waldenmaier en Metze laar verkregen respectivelijk 5, 4 en 2 stemmen, en 2 briefjes waren ook nu in blanco. Nog geene volstrekte meerderheid verkregen zijnde, werd overgegaan tot eene herstemming tusschen de da mes Vis Dieperink en Waldenmaier. Eerstgenoem de werd gekozen met |8 stemmen. Op mej. Wal denmaier werden 4 stemmen uitgebracht en 1 briefje was in blanco. Door B. en W. wordt ter tafel gebracht een voorstel, strekkende om het personeel der gemeente school no. 4 (aan de Hoofdgracht) met een onder wijzer te vermeerderen. Het aantal leerlingen op 15 Jan. 11. op die school ingeschreven bedraagt 374 en volgens het wettelijk voorschrift moet dus het aantal onderwijzers, thans 6 bedragende, op 7 gebracht worden. B. en W. stellen voor tot oproeping van sollicitanten voor die betrekking over te gaan. Na eenige toelichting door den Voor zitter en den heer Vos, waaruit blijkt, dat de maatregel noodig is, wordt dit voorstel met een parige stemmen aangenomen. Voorlezing geschiedt van een voorstel van B. en W., de strekking hebbende om te besluiten tot het bouwen van een lokaal voor den afslag van zee- visch aan de buitenhaven, van een nieuw politie bureau op het Molenplein en van een brug over het Heldersch kanaal bij de Windsteeg. Daar deze werken uit de gewone middelen niet kunnen worden bekostigd, stellen B. en W. voor eene leening aan te gaan van f 100,000, tegen eene rente van 3§ °/0 en de bestaande schuld, alsnog f74,000 bedragende en rentende 4%, af te lossen. En eindelijk wordt voorge steld om, mothetoogopde gewone onderhoudswerken en ter vermeerdering van het benoodigde kasgeld, over te gaan tot verhooging der opcenten op de Rijks personeele belasting van 60 op 70 en tot verhoogiug van den hoofdelijken omslag van f 30,000 op f 33,000. Aan de discussie over deze belang rijke, ingrijpende voorstellen, wordt door onder scheidene leden deelgenomen. De heer over de Linden beaamt de dringende behoefte aan een brug nabij de Windsteeg volstrekt niet en trekt de mo- ;elijkheid om tegen een gewenschten koers de voor- jestelde leening te sluiten in twijfel. Omtrent dit laatste punt, wordt hij door den Voorzitter gerust gesteld. Deze verzekert, dat hij vóór eenige dagen met den Commissaris des Konings over de bedoelde leening heeft gesproken en dat er alle kans bestaat, dat de leening tegen den koers van 99, waarschijn lijk zelfs van 100 pCt. kan worden gesloten. Reeds is eene aanbieding ingekomen. Ten aanzien van de behoefte aan een brug op de aangeduide plek, ontvangt de heer over de Linden van de heeren Van Wijngaarden en Korver de verzekering, dat het verkeer aldaar, den bouw eener brug hoogst wen- schelijk maakt. De heer Van Neck verklaart zich wèl vóór het converteeren der bestaande schuld, doch acht het wenschelijk, de nieuwe leening tot een bedrag van niet hooger dan f74,000 aan te gaan. Eerst dan zou er voordeel door ontstaan voor de gemeente. De heer Van Wijngaarden bepleit het wensche- lijke van den bouw eener brug en doet opmerken, dat, als men de ontvangsten van het pontveer be rekent, daaruit blijkt, dat de ingezetenen daaraan jaarlijks meer dan f 1300 betalen. (Dit is eene vrijwillige bijdrage, zegt de heer Van Neck, en geene belasting.) Men kan omloopen en zich daardoor bevrijden van betaling. De heer Korver verdedigt het voorstel van het Dagel. Bestuur en verzekert, dat de uitvoering den gemeentenaren ten goede zou komen. De heer Vos wijst op de voordeelen die de bouw van 't afslaglokaal voor de gemeente kunnen opleveren. De heer over de Linden merkt op, dat de inkomsten dei- gemeente af-, de uitgaven toenemen en vindt onder die omstandigheden geen vrijheid, vóór den bouw eener nieuwe, niet noodzakelijke, brug te steramen. De Voorzitter herinnert aan de in- en buiten den Raad geopenbaarde wenschen naar het tot stand komen der bedoelde brug en verzekert, dat B. en W. met het oog op dat herhaald uitgespro ken verlangen, den bouw der brug hebben voor gesteld. De heer over de Linden stelt nu voor het bedrag der nieuwe leening te bepalen op f85,000, en dus niet hooger dan noodig is tot af lossing der bestaande schuld en tot het bouwen van een afslaglokaal en van een politie-bureau. Dit voorstel wordt door den heer Van Neck meiwarmte gesteund. Met eenparige stemmen wordt eerst bepaald, dat tot het sluiten eener nieuwe leening zal worden overgegaan en daarna wordt, met 8 tegen 6 stem men besloten, dat die nieuwe leening ter vervan ging van de bestaande schuld, zal bedragen f 85000. Vóór het aangaan eener leening ten bedrage van f 100,000 stemden de heeren Vos, Bakker, Van Wijngaarden, Korver, Hoogenboseh en de Voorzitter. Het tweede gedeelte van het voorstel de ver hooging der opcenten op de Rijks personeele belas ting en de verhooging van den hoofdelijken om slag veroorzaakte nog eene breedvoerige bespre king. De Voorzitter toonde aan, dat de versterking der financien, vooral in 't belang van het onder houd der gemeente-eigendommen, dringend noodig is. Ook dient er geld in kas te zijn om op tijd de noodige betalingen te doen. Door beide verhoogingen te zamen zou eene som van ruim f 6000 's jaai-s verkregen worden. De wethouder, de heer Maal- steed, wees er op, dat, als de voorgestelde verhoo ging niet meer noodig bleek te zijn, men weer kon gaan verminderen, doch onderscheidene leden vreesden, dat van die vermindering heel weinig zou komen. De heer van Neck deed uitkomen, dat 's jaarlijks bij de begrooting de gemeente-finan- ciën worden besproken en geregeld en wenschte, daar nu de begrooting voor 1890 wordt uitgevoerd, tot de behandeling der raming voor het volgende jaar met de voorgestelde verhoogingen te wachten. Spre ker vreesde voor toeneming van het nu reeds groote getal reclames tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag. De heer Verfaille wilde alleen den hoofd, omslag verhoogd hebben, doch de Voorzitter achtte juist, teo einde hen te treffen, die niet vat baar bleken voor verhooging van aanslag in den hoofd, omslag, de opdrijving der percentage op de personeele belasting zeer gewenscht. De heer Korver bepleitte het nut eener reorganisatie van de schoolgelden, waartoe indertijd door hem een voorstel gedaan, doch hetwelk niet behandeld was. De heeren Vos en van Neck drongen nog aan op de bepaling om de voorgestelde verhoogingen in 1891 te doen ingaan, waarna met 8 tegen 6 stemmen de beide verhoogingen werden aangenomen. Tegen stemden de heeren Klik, Verfaille, Govers, v. Wijn gaarden, Hordijk en Korver. Vervolgens werd met 11 tegen 2 stemmen besloten om die verhoo gingen eerst in 1891 in werking te brengen. Vóór dadelijke in werking treding stemden de heer Maalsteed en de Voorzitter. De heer van Wijn gaarden hield zich buiten stemming. Met 11 tegen 3 stemmen werd, op voorstel van B. en W., besloten, aan mej. W. Damave, voor de tijdelijke waarneming eener vacante betrekking van onderwijzeres aan de gemeenteschool No. 7a eene gratificatie toe te kennen, ad f 30.Bij de discussie over dit voorstel werd door den heer Vos opge merkt, dat de rechtvaardigheid medebrengt, dat aan nog meerdere waarnemende onderwijzers en onderwijzeressen gratificatiën worden toegekend en dat hij tegen de volgende zitting een voorstel van die strekking zal indienen. Met eenparige stemmen werd,ter berekening van het pensioen van eenige beambten der gemeente, het bedrag bepaald van den huurprijs hunner woningen. Voorlezing geschiedde van een advies van 't Be stuur van deafdeeling Helder der Vereeniging tot be vordering van Zondagsrust, houdende verzoek om aan de brugwachters der gemeente zooveel moge lijk rust op Zondag te vex-leenen. De heer over de Linden deed de vraag, of de brugwachters dit zeiven hebben gevraagd en of dit door die menschen wordt gewenscht. De heer Korver steunde het verzoek en toonde het streven van Zondagsrust aan. Hij wilde, dat ook aan die menschen de gelegenheid gegeven wordt om ter kerk te gaan, opdat de vrij heid en de rust, die wij allen op den eersten dag der week genieten, ook het deel mogen zijn van die beambten. Spreker wilde de veerschuit, die hier ook Zondags melk aanvoert, vroeger doen aan komen en wijziging brengen in het uur of in den dag van aankomst der stoomboot «Anna Cornelia". Eindelijk vroeg spreker hoe de leden van het Dag. Best. en hoe de leden van den Raad over de be hoefte aan Zondagsrust denken. Hunne gezindheid daaromtrent zou, zoo meende spreker, bij de stem ming over dat voorstel den doorslag geven. De Voorzitter gaf daarop te kennen, dat het ondoen lijk zou zijn, de aankomst van bedoelde veerschuit te vervroegen, omdat daardoor de boeren, die soms ver van 't kanaal wonen, genoodzaakt zouden zijn in het holst van den nacht te moeten opstaan, om te zorgen, dat de melk tijdig ter plaatse van vervoer zou aanwezig zijn. Ten slotte verzekerde de Voorzitter, dat B. en W. de zaak willen laten zoo als die tot nog toe was, ofschoon zij niet ongezind zijn te doen wat mo- gelyk is om Zondagsrust te bevorderen. De heer v. Neck drong er op aan om geene verande ring te brengen, omdat de schipperij er heel licht last en schade van kon hebben. Na nog eenige discussie, werd door den heer v. Neck opgemerkt, dat de heer Korver de zaak niet als Raadslid, maar als president van Zondagsrust verdedigt. Zulks komt, volgens spreker, in 't geheel niet te pas. 't Voorstel van B. en W. om in den dienst der brugwachters geene verandering te brengen, wordt aangenomen met 10 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren v. Wijngaarden, Govers, Hoogenboseh en Korver. Met eenparige stemmen wordt vastgesteld het suppletoir kohier voor den hoofdelijken omslag, dienst 1889, tot een bedrag van f96.25. Voor kennisgeving worden aangenomen de mede- deelingen, dat de Minister van Waterstaat, Han del en Nijverheid geen bezwaar heeft om de gron den tusschen de scheepstimmerwerf //De Hoop" en de Torpedomagazijnen alhier tot het bouwen van een afslaglokaal in erfpacht aan de gemeente af te staan, mits die toestemming steeds opzegbaar zij en het gebouw tot geen andere bestemming worde gebezigd, en dat Z. M. de Koning de concessie voor het houden van eene Bank van Leening voor den tijd van 3 jaren heeft verlengd. Bjj de gewone rondvraag waarschuwt de heer v. Wijngaarden tegen al te langdurige afsluiting van openbare wegen, ingeval van ziekten. De heer Korver voert ten slotte het woord om te verzekeren, dat hij zich door den heer v. Neck beleedigd acht. Hij doet uitkomen, dat z. i. het volko men op zijn weg ligt om als lid van den Raad ook de zedelijke en godsdienstige belangen te be vorderen van ambtenaren en beambten der ge meente. De heer over de Linden acht het hier niet gepast, godsdienstige zaken te bespreken. Daarvoor heeft z. i. de heer Korver geen mandaat van de kiezers ontvangen. Met dat doel zou men hem naar eene kerkelijke of godsdienstige verga- dei'ing afgevaardigd hebben. De heeren Korver en Yos willen nog het woord voeren en eerstge noemde dringt daarop met kracht aan, doch de Voorzitter laat te midden van dit tumult den hamer vallen en sluit de zitting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 5