crisis de lust tot bouwen zeer is afgeno
men, Woningen, waarmede eenmaal een
begin was gemaakt, worden voltooid, maar
tot nieuwe werken wordt slechts op be
scheiden schaal overgegaan. Naar zeer
flinke timmerlieden is op dit oogenblik
nog wel vraag, maar het daggeld bedraagt,
naar den tegenwoordigen geldkoers bere
kend, niet meer dan f 3 a t 3.50, oen loon,
dat slechts aan ongehuwde lieden, of aan
hen, die een klein huisgezin vormen, ge
legenheid tot sparen biedt.
Op het vinden van passend werk on
middellijk na aankomst, mag trouwens in
't algemeen niemand rekenen, behalve be
kwame dienstboden, dia ook goed be
taald worden (een keukenmeid verdient
van f 40 tot f 60 per maand, een tweede
meid van f 25 tot f 40.)
Uit Joure wordt gemeld:
- Een alhier wonende weduwe had een zoon,
die als korporaal bij het Indische leger dien
de op Atjeh. Geregeld werd er briefwisse
ling gehouden, doch deze werd plotseling af
gebroken, doordien een brief in de maand Sep
tember van het. vorige jaar van hier naar At
jeh (Segli) afgebonden, ongeopend bij de fa
milie terug ontvangen werd, voorzien van
den stempel décédé, en bovendien van bet ge
schreven woord overleden. Die tijding was
natuurlijk voor de betrekkingen des overlede
ne smartelijk. Men twijfelde niet aan het
doodsbericht, en daarom werd het overlijden
bij advertentie in sommige nieuwsbladen be
kend gemaakt en ook de gebruikelijke aan
zegging gedaan.
Maar even plotseling als de doodstijding,
werd thans het levensbericht dij de familie
vernomen. Yan de betrokken militair zelf
kwam een brief, waaruit bleek, dat hij in
blakenden welstand verkeerde.
Een Italiaansche reus van 7 voet,
Gatoni, is dezer dagen overleden. Zijn
geraamte had hg reeds voor f 10,000
francs verkocht aan een ontleedkundig
museum te Rome.
New-York, 28 Maart. In de 0-
hio-vallei heeft een geweldige orkaan ge
woed, welke van Cincinnati tot Caïro
vreeselgke verwoestingen heeft aangericht.
Onder anderen zijn te Louisville twee
a driehonderd huizen vernield, Het aan
tal dooden in de stad wordt geraamd op
800, waarvan er 300 zich op een feest
bevonden in het stadhuis, op het oogen
blik dat het gebouw instortte.
Brussel, 28 Maart. De rechtbank
te Neufchateau heeft heden den heer Al-
fred Allard, wegens het door onvoorzich
tigheid op de jacht veroorzaken van den
dood van den heer Bergmann, veroor
deeld tot f1000 frs. boete en tot een
schadeloosstelling van 150,000 frs. aan
de nagelaten betrekkingen.
Als ik het wel heb, zeide hij dat zijne familie
een groot landgoed in Cumberland bezit."
„Is hij de oudste zoon
„Op een na de oudste, geloof ik."
„Wat komt hij in Amerika doen
«Dat weet ik niet. Maai' er komen hier
tegenwoordig een massa jongelui uit Engeland,
dat behoort zoo tot hun opvoeding."
Ja, maar sommigen zijn al aardig opgevoed
voor dat zij hier komen, en dikwijls verzui
men zij niet ons iets te leeren voor zij weer
heengaan. In Engeland bestaat, tusschen een
oudsten zoon en de andere zoons hetzelfde
onderscheid als tusschen een rijk en arm man.
Door het recht van eerstgeboorte komt het
landgoed, en gewoonlijk ook het grootste ge
deelte van het kapitaal, aan den oudsten zoon
de andere jongens krijgen, als zij kunnen, een
plaats in het leger, den civielen dienst of de
kerk, zij zijn zelden geschikt voor een geleerd
beroep, en men vindt het niet passend voor
den zoon van een gentleman om in den han
del te gaan. Natuurlijk is er in het leger en
de kerk geen plaats voor al de liefhebbers
en het gevolg is, dat zich ieder jaar een aan
tal jongen Engelschen over de wereld ver
spreidt, die door gewoonte en neiging voor
niets deugen dan voor een lui leven, en toch
geen middelen hebben om op eerlijke wijze
zulk een leven te leiden. Sommige hunner
komen naar hier, om redenen die hun alleen
bekend zyn; bet zijn heele prettige menschen
in de conversatie, maar men moet ze niet al
te veel vertrouwen. Zij hebben geen vaste
plaats in de wereld en geen veranüwoordelijk-
Berlijn 28 Maart. De arbeidsconferen-
tie heoft heden hare zittingen gesloten. Zij
vereenigde zich met de voorstellen harer com-
missiën, waarbij in hoofdzaak de volgende ge
zichtspunten worden ontwikkeld of wenschen
uitgesproken.
Aan meisjes en vrouwen boven zestien jaar
zijn de nachtelijke en Zondagsarbeid verboden.
Haar werkelijke arbeid mag ten hoogste 11
uren duren, met anderhall uur rust. Bij ar
beid welke voor de gezondheid nadeelig is,
worden nog verdere beperkingen gemaakt.
Bij zekere bedrijven worden uitzonderingen
toegelaten. Gehuwde vrouwen moeten na de
bevalling vier weken rust nemen. De beide
laatstgenoemde besluiten zijn met eenparige
stemmen genomen.
Kinderen van beiderlei geslacht, onder 12
jaren, moeten van allen arbeid, bij welken tak
van bedrijf ook, worden uitgeslotenin zui
delijke landen kinderen onder 10 jaren. De
kinderen moeten, voo dat zij tot den arbeid
worden toegelaten, aan den wettelijken school
plicht hebben voldaan. Kinderen onder 14
jaren zullen noch Zondags noeb 's nachts wer
ken de werkelijke dagarbeid zal ten hoogste
zes uren duren, met een rust van een half
uur. De kinderen mogen geen arbeid ver
richten, welke schadelijk is voor de gezond
heid, of althans slechts onder zekere bescher
mende bepalingen.
Jeugdige arbeiders van beiderlei geslacht
tusschen 14 en 16 jaar mogen noch Zondags
noch des nachts arbeiden. Hun" werktijd is
10 uren, met anderhalf uur rust. Zekere uit
zonderingen worden toegestaan.
Voor jongelieden van 16 tot 18 jaren moe
ten ook nog bijzondere beperkingen aangaan
de duur en aard van den arbeid worden vast
gesteld.
De Nederlandsche gevolmachtigde, de beer
Snijder van Wissekerke, nam aan de stem
ming over den schoolplicht geen deel, omdat
in Nederland geen verplicht schoolbezoek be
staat. Hij wenschte dat aan niet-christelijke
kinderen, bijv. aan Iraëlieten, in plauts van
den Zondag een andere rustdag werd toege
staan, en verklaarde dat hij een werkdag on
der elf uren voor jeugdige arbeiders niet kon
aannemen.
Met betrekking tot den arbeid van mijn
werkers werd de wensch uitgedrukt, dat zoo
veel mogelijk arbeiders onder 14-jarigen leef
tijd zouden zijn uitgesloten, in zuidelijke lan
den onder 12 jarenen dat de arbeid van
yrouwen geheel zou worden verboden.
Voor het geval, dat de schadelijkheid
van mijnarbeid niet door technische inrichtin
gen kan worden verholpen, wordt aanbevolen
den werktijd te verkorten, waarbij het eiken
staat naar de bijzondere verhoudingen wordt
overgelaten, deze verkorting op de een of an
dere wijze in te voeren, Verder is hetwen-
schelijk, dat de gezondheid der mijnwerkers
worde bevorderd door alle middelen, welke
de techniek aan de hand doet, en dat daar
voor schikkingen worden getroffen onder op
zicht van den Staat. De verhouding tusschen
de arbeiders en de ingenieurs behoort zoo in
nig en vertrouwelijk mogelijk te zijn. Alle
inrichtingen tot verbetering van het lot der
heid."
„Je bedoelt toch niet dat mr. Martin een
avonturier is?" vroeg mevrouw Nolen op
een toon van groote teleurstelling.
„Voor zoover ik weet, kan hij de beste ke
rel uit heel Engeland zijn. Maar ik weet ab
soluut niets van hem. Hoe leerde Percy hem
kennen
„Hij ontmoette hem ergens in de een of
andere club, denk ik."
„Dat zal wel zoo zijn, maar in alle gevallen,
ge ziet dat het goed is om met eenige om
zichtigheid te werk te gaan. Wat voor onze
jongelui geldt, geldt niet noodzakelijk voor
vreemdelingen. Mr. Martin mag misschien
veel beter opgevoed zijn en meer beschaafde
en gemakkelijke manieren hebben dan negen
van de tien van uwe Amerikaansche kennis
sen, maar toch zon het beter kunnen zijn dat
Pauline met den minst aantrekkelijke van deze
laatsten trouwde dan met Mr. Martin."
„Ik zou wel willen dat je hem eens zag en
mij uw opinie over hem meedeelde," zeide me
vrouw Nolen.
„Dat zou ik met pleizier doen, als er niet
één bezwaar tegen was," antwoordde de
rechter, „en dat is dat ik door bijzondere om
standigheden misschien niet de aangewezen
persoon ben om een onbevooroordeelde meening
te vormen."
„O, daar ben ik niet bang voor. Mijn man
zeide altijd dat er niemand zoo onpartijdig en
rechtvaardig was als gij."
„Zelfs aannemende dat dit oordeel onpar
tijdig is, zou ik my toch, by voorbeeld, niet
mijnwerkers, de voorzorgen voor den ouden
dag en voor onbekwaamheid tot werken moe
ten door eiken Staat zooveel mogelijk worden
volmaakt. Het beste middel tegen werksta
king bestaat in de bereidwilligheid der werk
lieden en patroons, om hunne geschillen aan een
scheidsgerecht te ondei werpen. De Neder
landsche gevolmachtigde verklaarde, dat de Ne
derlandsche wet geen bepaling bevat betreffen
de den ouderdom van hen, die de mijnen werken;
dit wordt vastgesteld bij koninklijk besluit
doch feitelijk wordt niemand ouder de acht
tien jaren in dienst genomen.
Ingezonden.
EEN WOORDJE OVER ONZE
„BIDDERS."
Verre van mij, dat ik door heftige aanmer
kingen te maken bij onze aansprekers of bid
ders in een slecht blaadje wil komen, 'k Hoop
daarvoor op te passen. Deze officianten ver
vullen eene zoo hoogst ernstige betrekking
en oefenen eene zoo belangrijke functie uit,
dat het, geloof ik, best is als men hen maar
in bun humeur laat blijven. Ik wil hen daar
om zelfs in een beter humeur brengen, door hun
ne taak eenigszins lichter te maken.
Herhaaldelijk komen die beeren bij mij aan
buis om te vertellen, dat een mijner medespe
lers op het groote schouwtooneel des levens
zijn rol heeft uitgespeeld. In verreweg de
meeste gevallen echter weet onze dienstbode,
die de boodschap aangenomen en aan mijn
vrouw en mij over te brengen heeft2 volstrekt
niet wie er eigenlijk dood is. Zij zegt dan
gewoonlijk, dat er iemand overleden is, die
echtgenoot, vader, broeder, behuwd broeder,
grootvader, enz. is. Den naam van den doode
echter weet zij haast nooit. Waarvan komt
dit Doet de bidder zijn boodschap niet goed
Jawel, maar die boodschap is veel te lang,
veel te langwijlig. Er wordt veel meer in
gesproken van degenen, die de doodstijding
doen overbrengen, dan van den doode zeiven.
Wat doet het er toe wie de boodschap zendt,
als men maar weet wie er overleden is. Niet
door vreemden, niet door vijanden zal die tij
ding ons worden toegezonden, maar door de
naaste familie. Die familie behoeft daarom
niet haarfijn door den bidder genoemd te wor
den. Mijns inziens, zou het niet alleen vol
doende, maar zelfs heel nuttig wezen, als men
den bidder slechts de boodschap medegaf: Er
wordt bekend gemaakt het overlijden van
- in den ouderdom vanjaren.
Geen dienstbode zou dam in gebreken blijven
om de boodschap aan hare menschen over te
brengen, 'k Herhaalwie de tijding ons zendt,
is van weinig of geen belang 't komt er
slechts op aan wie er overleden is. Wellicht
willen onze bidders wel medewerken, om de
door mij gewenschte verbetering in voorko
mende gevallen aan te bevelen. H.
Mijnheer de Redacteur!
Het in de vergadering 22 Maart jl. Gemeenteraad
Texel, door mij gesprokene, is door uwen verslaggever
niet jnist wedergegeven. Van een gebrekkig plan is door
mij niet gesproken, maar ik heb't volgende gezegd: „Mij
„dunkt, beide plannen, bet mindere begroot op f 41,000,
in staat achten om een rechtbank te presidee-
ren, als de beklaagde beschuldigd was van
moord op een mijner vrienden."
„Ik begrijp je niet. Mr. Martin heeft toch
zeker niet iemand vermoord
„God bewaar me, neen! Ik gebruikte alleen
maar een krasse vergelijking. Maar het zou
kunnen zijn dat Mr. Martin iets wenschte te
bezitten, waar ik eveneens mijn hart op heb
gesteld."
Er was een zichtbare verlegenheid in de
manieren van den rechter. Mevrouw Nolen
keek verbaasd op zij begon te vermoeden dat
hier iets achter moest steken, maar zij kon niet
raden wat het was.
„Zooals je weet, heb ik het leven reeds
vroeg leeren kennen," vervolgde de réchter
na een oogenblik van stilte. Op mijn veer
tiende jaar moest ik al voor mij zelf zorgen.
Uit dat oogpunt beschouwd, kan ik een oud
man genoemd worden. Maar ofschoon, wat
leeftijd betreft, niet precies meer een jongen,
ben ik toch pas drie en veertig jaar, en gij
zult moeten toestemmen, beste Mary, dat ik
nog heel wat jaren voor de borst heb."
„O, gij wordt stellig tweemaal drie en veer
tig jaar oud."
„Zoo lang begeer ik niet eens te leven, als
ik maar het geluk deelachtig kan worden
waarnaar ik haak," hernam de rechter met
een flauwen glimlach.
„En kan ik er iets toe bijdragen om u dat
geluk deelachtig te doen worden
„Dat zou ik niet durven zeggen. De hoofd
zaak is, als dat geluk zou komen, dan moest
„bet boogere op f 57,000, zijn van dien aard, dat het zeer j
„moeilijk is, vooralsnog te besluiten. Ik wenschte den
„Raad nog een ander plan in overweging geven en wel
„dit. Wunuecr een schutsluis in den havendijk gemaakt
„werd, en de te maken havenkom binnen de sluis, zou-
„den die kosten waarschijnlijk niet zoo hoog komen,
„en in dat geval de uitlegging der hoofden minder
„noodig zijn. Indien het Dijkbestuur van Texel, met
„ons mede wilde werken, konde door spuien van bin-
„nenwateren, door de sluis, mogelijk meerdere diepte
„voor den haveumond verkregen worden, en behouden
„blijven. Zulk werk kou ook nog zijn goede zijde heb-
„ben, nl. gelegenheid te geven tot vervoer per
„schnit op Texel. Alhoewel dit laatste een zaak
„van lateren aard is, dacht ik, dat het zijn nut kon
„hebben, daar even op te wijzen. Met deskundigen
„hierover te spreken, acht ik zelfs zeer gewenscht."
Ziehier Mijnheer de Redacteur, het door mij ge
sprokene.
U bij voorbaat dankzeggende voor de plaatsing,
Mijnheer de Redacteur. Hoogachtend
Texel, Uwdwd.
27 Maart 1890.D. DROS Az.
Heldersche Moppen.
Jantje: „Dat groote brok tulband is zeker
voor Mientje, hè, Ma?" Mama: „Neen! Dat
is voor jouJantje„Hè ma, wat een klein
stukje."
o
„Ik heb een beetje geld om uit te zetten,
wat zoudtgij my raden?" «In welk opzicht?" i
„Ik zou wat willen koopen dat zeker is te
rijzen." „Koop thermometers."
Marine en Leger.
Ingevolge machtiging des Konings worden Zr.
Ms. schroefstoomschip le kl. „Koningin Emma
der Nederlanden" en monitor 2e kl. „Bloedhond"
met 15 Mei a.s. in dienst gesteld en het bevel
over die bodems opgedragen, respectievelijk aan
den kapt. t. z. H. Quispel en den kapt.-luit. t.
z. P. C. Pabstterwijl met gemelden datum
worden geplaatst aan boord van eerstgenoemden
bodem, de kapt.-luit. t. z. D. L. M. E. Keus,
als le off. de luit. ter zee le kl. J. C. Cramer.
do luit. t. z. 2e kl. C. van Rijn, of folio van
luit. ter zee le kl., de luits. ter zee 2e kl. F.
J. Stam, J. W. Bos Janszen, F. J. Goedkoop
en A. H. C. Heydeman, de le luit. der mari
niers J. A. van Toorenburg, de eff. van gez. le
kl. dr. A. W. M. van Deventer, de off. van
gez. 2e kl. G. O. Snijders, de off. van adm. le
kl. F. W. Sprenger en de adjunct-administrateurs
J- H. v. Trooijen, C. Mathol en J; van Rijn
van Alkemade en aan boord van laatstgenoemden
bodem, de luit. ter zee le kl. Slot als le offy
de luits t. z. 2e kl. A. M. P, C. van de Laar.
J. H. van Leent en P. Swaters van Schaum-
burg, de off. van gez. le kl- J. A. Portengen
en de off. van adm. 2e kl. C. Y. Vuldman.
De état-major van Zr. Ms. schroefstoomschip
4e klasse „Sommelsdijk", dat 1 Mei a.s. bij de
de directie der marine te Amsterdam in dienst
zal komen, wordt samengesteld als volgtkapt.-
luit. t. z. G. H. van Steijn, commandantluit.
t. z. le kl. W. P. A. M. Kluit, le offic.luit.
t. z. 2e kl. W. Houwing, H. W. de Jonckheere
en L. P. de de Stoppelaar; offic. van gez. le
kl. H. G. J. van Doesburgh en off. van adm. 2e
kl. H. W. Bauer. Het machine personeel zal
bestaan uitde mach. le kl. v. c. J. C. A. Gij
zen idem 2e kl. J. Verschoor idem 3e kl. J.
P. Kersbergen en J. J. de Jong, en de machi
nist-leerlingen le kl. J. M. Driessen, C. G.
Weers en J. de Jong, benevens 16 vuurstokers.
het geheel spontaan en zonder iemands toedoen
komen, evenals de zonneschijn van den hemel.
Desniettegenstaande, ben ik verplicht u van
myn hoop te spreken, opdat gij in staat zijt
mij positie te beoordeelen en mijn gedrag te
begrijpen." Hij hield een oogenblik op, en een
blos kleurde zyn gelaat. „Ik bemin Pauline," J
zeide hij, met een sterke aandoening in zijne
stem. «Ik hoop het zoover te brengen, dat
zij mij ook bemint en tot haar man wil heb-1
ben."
„O, Ketelleriep mevrouw Nolen uit, een
en al verrassing. Zij keek hem een poos aan
dachtig aan, en toen werd baar verbaasde blik -
zachter en begon zij te glimlachen. Zij stond
op, ging naar hem toe en legde hem de hand
op den schouderen toen hij naar haar op-
zag, kuste zij hem op het voorhoofd. Zij glim-
lachte nog, maar de tranen stonden haar in
de oogen.
„Vindt gij het dwaas?" vroeg de rechter.
„Ik vind dat gij groot gelijk hebt," antwoord
de zij. „Eerst kon ik het niet gelooven
ik had u altijd als een ouderen broeder be
schouwd maar nooit als de man van mijn
dochter, als mijn eigen schoonzoon. Maar ik
vindt nu dat gij groot gelijk hebt. Pauline
is nu geen klein meisje meer behalve in ja
ren, is zij in vele opzichten even oud als ik
zij zou juist een goede vrouw zijn voor een
man, die zooveel ouder dan zij is, als gij zijt.
Iemand van haar eigen leeftijd zou niet zoo
goed bij haar passen."
Wordt vervolgd.