't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1795.
Woensdag 30 April 1890.
Achttiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Abonnement
per 8 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlyke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 29 April 1890.
De jaarlyksche vergadering van de R.-C.
Kiesvereeniging „de Eendracht", had plaats
Vrijdag jl. in het lokaal Die port von Cleve,"
Centrum.
Periodiek zouden aftreden drie bestuursle
den, waaronder ook de President, de heer H.
Janzen Ez., die de vergadering leidde.
Hy kon zich niet herkiesbaar stellen, daar
het veranderd domicilie het kiezer zyn, ook
in dit district, uitsloot. Ook de heer J. Hoo-
genbosch wenschte als bestuurslid af te treden.
Herkozen werd de heer F. Snel, en als nieuwe
leden van 't bestuur werden benoemd de
heeren C. Mulders en T. Terra.
De Voorzitter, de heer H. Janzen Ez., hield
daarna een lezing, onderwerp«de pas ver
schenen brochure van Dr. Schaepman." De
rechterzijde en de persoonlijke dienstplicht",
en over „het vraagstuk der Sociale Orde",
een lezing onlangs gehouden door Jhr. van
Nispen tot Sevenaar, in 't gebouw der Vrije
Gemeente te Amsterdam. Beide lezingen wer
den met onverdeelde aandacht gevolgd.
Een voorstel daarna, door een der leden
gedaan, om den afgetreden President tot
Eere-Voorzitter te benoemen, welke benoeming
door hem werd aangenomen, werd luide toe
gejuicht.
Ongeveer 50 kiezers woonden deze verga
dering bij.
De winterconcerten, gegeven door het
Stafmuziekkorps der K. N. Marine, zijn voorby,
maar leven voorzeker nog in de herinnering
der bezoekers voort.
Er is, onder de uitstekende leiding van den
kapelmeester, den heer J. Koning, goed ge
studeerd en de hh. musici hebben zich bij de
uitvoeringen voortreffelijk van hunne taak ge
kweten. De vaak talrijke opkomst der be
zoekers gaf blijk dat die concerten meer en
meer gewaardeerd worden. Om ieder recht
te laten wedervaren, mogen we niet vergeten
melding te maken van de talenten van den
onderkapelmeester, den heer L. A. Schouten,
die een krachtigen steun verleent tot de vor
ming van een goed geheel. Niet alleen hoor
den we stukken die reeds meermalen op 't
programma waren voorgekomen, maar ook
vele nieuwe, die getuigenis aflegden, dat men
steeds met ijver voorwaarts streeft. De win-
tercampagne, die nu achter den rug ligt, gaf
alweer 't bewijs dat ons Stafmuziekkorps, een
der eerste plaatsen inneemt onder de militaire
muzïekvereenigingen en op een aantal zeer
gewaardeerde solisten mag bogen.
Eerstdaags beginnen de zomerconcerten. 't
Zoele lenteweder tooit boom en struik met
frisch, jeugdig groen en doet 't park van
Tivoli in lentedos prijken. Is de Meimaand
nu geen „Noordsche Mei", maar zacht en
liefelyk, zooals de dichters haar gaarne be
schrijven, dan kunnen we ons voorbereiden
op 't genot van de aangename tonen der muziek
te hooren ruischen onder 't loof der boomen.
Na 't gehoorde van dezen winter, hebben
we grond iets schoons op muzikaal gebied te
verwachten.
Zaterdag jl. werd door den kapitein-
eerstaanw. genie-ingenieur alhier openbaar
aanbesteed: 1. Het doen van voorzieningen
aan en by militaire gebouwen aldaar, on
der bet beheer der genie (raming f 4230).
Ingekomen 7 biljetten. Minste inschrijver
was H. Wyker, ad. f3767. 2. Het doen
van verbeteringen aan het fort op de
Harssens, (Raming f 2400.) 3 biljetten j
Minste inschrijver J. A. Zoetelief, ad f 2138.
Zaterdagavond gaf de Scherm- en Gym
nastiek-Vereeniging „Oefening kweekt Kunst"
een uitvoering in Tvioli, onder leiding van
den directeur, en met medewerking van den
onder-directeur.
Aardig was 't optreden der vrij talryke
adspiranten-afdeeling met vrije- en ordeoefe
ningen. Ouders en familieleden zagen met
belangstelling hoe de knapen, uniform ge
kleed, 't beste beentje voor zetten om te too-
nen dat ze niet tevergeefs „ter oefening zyn
gegaan." Ook hunne oefeningen aan de werk
tuigen verwierven grooten byval. Aan de
werkzaamheden der voorbereidingsklasse kon
men zien dat de gymastiek aan eiken leef-
tyd eischen stelt, waarop door een goed in
structeur moet gelet worden. De werkzaam
heden der voorbereidingsklasse komen die der
hoofdafdeeling uit den aard der zaak naderbij.
De hoepelfantasie was een aardige en ge
waardeerde afwisseling tusschen de meer ern
stige werkzaamheden. Met groote ingeno
menheid werd no. 9 van 't programma, grocp-
oefeningen aan de brug, aanschouwd. De
leden toonden bij die gelegenheid dat ze nog
niets van hunne kracht en vlugheid hebben
verloren. De schermoefeningen toonden aan,
dat de lust tot behandeling der wapenen steeds
onverflauwd blyft. Een komische scène, die
een uitbundige vroolijkheid teweegbracht, be
sloot 't eerste gedeelte van den avond. Dat
de gymnasten niet te moe waren om aan 't
bal y verig deel tenemen, spreekt van zelf.
De samenstelling van den Raad der ge
meente Helder levert stof tot staving van de
waarheid, dat alles wisselt en verandert op
dit benedenrond. Vóór ons ligt een lijst der
leden van den gemeenteraad ten jare 1875,
dus 15 jaren geleden. Genoemd college was
toen samengesteld als volgt: Mr. K. J. C.
Stakman Bosse, BurgemeesterJ. Graat en
R. Boomsma, WethoudersLedenW. J.
Maalsteed, A. J. van Kelckhoven, D. de
Lange, L. Jelgersma, J. S. Janzen, P. Groen,
S. Braaksma, B. R. de Breuk, C. Giltjes, C.
van Veen, A. P. C. Hugenholtz, C. Berghuis,
B. K. Boom en B. Werendlijn Smit; Secre
taris L. Verhey. Van al deze personen
zyn thans slechts twee nog op hun post, nl.
de tegenwoordige Wethouders, de heeren
Maalsteed en Groen. Deze zijn dus de pè-
res nobles van onzen Gemeenteraad
Een der by het bergen der lading
katoen van bet op de Texelsche gronden
gezonken stoomschip „Newnham"in dienst
zijnde duikers beeft Vrydag in groot ge
vaar verkeerd. Terwyl de man in bet
ruim van de stoomboot zyn arbeid ver
richtte, kwam tot de pompers aan boord
van het bergingsvaartuig bet sein meer
lucht te geven. Toen dit, niettegenstaan
de uit alle macht gepompt werd, aan-'
hield, vermoedde men een ongeluk. Dit
vermoeden bevestigde zich, toen men ee-
nige oogenblikken later alleen de lacht-
slang boven water baalde, welke op kor
ten afstand boven den helm was afge
knepen. Toen de duiker uit zyn neteli-
gen toestand werd bevrijd, was hy reeds
bewusteloos, doch gelukkig slaagde men
er vrij spoedig in hem weder tot bewust
zijn te brengen.
Uit overweging dat het noodzake
lijk is de ingelyfden by de militie te land
der lichtingen van 1884 en 1885 en de
ingelyfden bij de zeemilitie der lichtin
gen van 1885 en 1886, na bet verstrij
ken van hunne by dé wet bepaalden
diensttyd alsnog in dienst te houden, is
bij koninklijk besluit van 21 dezer, op
de voordracht der ministers van oorlog,
marine en binnenl. zaken, bet volgende
bepaald
„De aangifte van bet bewijs van ont
slag uit den dienst aan de ingelyfden
bij de militie te land der lichtingen van
1884 en van 1885 en van de ingelyfden
by de zeemilitie der lichtingen van 1885
en 1886 wordt gcschorscbt, totdat zal
zyn beslist omtrent de by de Staten-Ge-
neraal ingediende voordracht van wet,
strekkende om ben tot langeren dienst
te verplichten."
Uit vele plaatsen in Friesland ver
nemen wij, dat bonderden arbeiders, uit
verscheidene gemeenten, met hunne vrou
wen Zondag a. s. naar Leeuwarden zul
len optrekken ter by woning van de groo
te provinciale,, meeting," waar propagan
da zal gemaakt worden van beperking
van den arbeidsdag. Yele stoombooten
zyn er voor afgehuurd, en het staatsspoor
geeft gezelschapsbiljetten af. Yele afdeelin-
gen van den bond voor algemeen kies- en
stemrecht hebben, in aanleg met andere
vereenigingen, programma's voor de-reis
vastgesteld. De vereenigingen van ar
beiders worden in groepen, deze weder
in sectiën afgedeeld, onder leiding van
bestuurslieden of andere daartoe aange
wezen personen. Om den herbergiers, die
men zal voorby trekken, het bedienen ge
makkelijk te maken, zullen slechts 8 a
10 personen tegelyk de herberg bin
nenkomen. Er zal voor worden gezorgd
dat alléén koffie of bier, geen sterken
drank zal worden gevraagd. Waar ver
eenigingen vaandels bezitten, zullen deze
wel meegenomen, maar langs den weg
niet ontplooid worden. Het zingen op
den weg en eveneens te Leeuwarden op
straat is volstrekt verboden. Aan goed-
de voornemens, schrijft men, om de orde
en regelmaat te handhaven, ontbreekt bet
alzoo niet. Als men zich daaraan maar
weet te houden
Vrijdagavond hield te Enschedé de
commissie van fabrikanten een vergade
ring met eenige afgevaardigden van de
werkstakers. De besprekingen leidden tot
geen resultaat, daar de werkstakers eisch-
ten dat allen weder in de fabriek der
firma Ter Kuile Morsman zouden wor
den toegelaten. De commissie van fa
brikanten verklaarde echter, dat aan
dien eiscb onmogelyk kon worden vol
daan, daar eenige der belhamels onvoor
waardelijk uit de fabriek zullen worden
geweerd. De afgevaardigden zullen hier
van in een te beleggen vergadering der
werkstakers kennis geven en daarna aan
de commissie van fabrikanten bet be
sluit der vergadering mededeelen.
Het is gebleken, dat by het stran
den der stoomboot Brankelow op de zand
banken van Gunwalloe, misdaad in het
spel was. Toen het schip gestrand was,
nam de kapitein onmiddellijk bet kom
pas waar en bet bleek toen dat dit op
zettelyk uit zyn stand gebracht was, ten
gevolge waarvan in een verkeerde rich
ting was gestuurd. De matroos, die dit
gedaan beeft, is nog niet gevonden, maar
een streng onderzoek is ingesteld. Men
hoopt het schip, dat slechts gedeeltelijk
verzekerd was en 3000 ton steenkool aan
boord bad, nog vlot te krijgen.
Door de burgerlijke en militaire
autoriteiten te Leeuwarden worden, met
bet oog op de onverwachte samenkomst
van duizenden menschen,uitgebreide maat
regelen van voorzorg genomen tegen de
verstoring van de openbare orde.
Volgens de „New-York Herald" zou
men in een gebeimzinnigen vreemdeling
die verleden week te New-York zelfmoord
pleegde, Eyrand, den moordenaar van
den Paryschen deurwaarder Gouffé, ber
kend hebben. By de justitie is echter
daarvan nog niets bekend en men acht
het bericht onwaarschijnlijk.
Een opzienbarend proces is thans
te Oporto in behandeling. De beschul
digde is een geneesheer, Dr. Urbino Frei-
tas, die getracht beeft, al zyn naaste bloed
verwanten om het leven te brengen, ten
einde in bet bezit te komen van een
groote erfenis. Twee der door hem ver
giftigden zyn gestorven.
Een vreeselyk ongeluk heeft op een
stoomboot op de Saginaw-rivier plaats
gehad. Op de boot, die een pleiziertocbtje
zou maken, hadden een menigte menschen
plaats genomen.
De kapitein, die ook met het innen
van het geld was belast, verliet eenige
oogenblikken bet stuurrad, dat bij in
banden van een machinist achterliet. Door
den hoogen waterstand kon de boot niet
onder den laagsten boog van de spoorbrug,
die over de rivier is aangelegd, door. De
man aan bet roer scheen dit echter niet
te bemerken, althans hy stuurde er op
aan, met bet gevolg, dat de boot tegen
de brug aanvoer, en het dek bijna geheel
werd verbrijzeld. Een groot aantal pas
sagiers viel in het water, en twaalf ver
dronken of werden door de aanvaring
gedood.
Reeds dikwijls werd gewag gemaakt
van middelen; die tegen de tering waren
uitgevonden. Totnogtoe boorde men echter
weinig van hun succes.
Professor Tillmann, te Berlyn, moet
thans echter een teringlyder, die door alle
doktoren reeds voor ongeneeslijk was ver
klaard, een operatie hebben doen onder
gaan, waarby hij een groot gedeelte van
de linker long, die door tuberculose was
aangetast, wegnam.
De toestand van den patiënt is thans
zeer gunstig.
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur!
In liet nummer van ,,'t Vliegend Blaadje", van
16 April jl., komt een ingezonden stuk voor, ge
titeld „Stoombootverbinding WieringenNien-
wediep." Met den inhoud van dit stuk kan ik
mij op zeer vele punten niet vereenigenja, zelfs
schijnt het mij toe, dat de schrijver in geenen deele
practisch op de hoogte is van de toestanden, waar
over hij spreekt. In de eerste plaats is het vaar
tuig van schipper Bais geen „hengst", zooals hij
dit noemt. De postschuit, welke van Wieringen
vise versa van Bwijcksluis vaart, is een „jacht-
scheepje", terwijl een vaartuig, „hengst" genaamd,
van een geheel ander model is, dat m. i. vol
strekt geene overeenkomst heeft met een „jacht-
scheepje". Bedoelde postschuit met D voet diepgang
is wel oud, doch wordt steeds zeer goed onder
houden, en dat zij uitmuntend geschikt is voor
dezen dienst, is reeds menigen keer met stormweer
bewezen.
In de tweede plaats wordt geprotesteerd tegen
de „vlet"In dat stokje o. a. staat„bij (de
postschipper) was in dat ondiepe kleine ding met
elf personen van de schuit naar den wal gevaren,
terwijl bij weinig of geen wind de geheele over
tocht met dat kleine, ranke vaartuigje wordt vol
bracht, alsmede, dat dan gewoonlijk de passagiers
worden uitgenoodigd, de roeispanen te hanteeren."
Ook hieruit blijkt mij, dat schrijver het verschil
niet kent tusschen eene „vlet" en een „platboomd
bootje" (ganzenboot.) Om de passagiers van de
schuit naar den wal te brengen, gebruikt de post-
sckipper eene dusdanige boot, doch geene vlet.
Wel bezit bij eene flinke vlet, doch deze wordt
exclusief met ijsgang gebruikt, waarvoor ze dan
ook geheel is ingericht.
Deze vlet ligt al sedert een jaar op den wal,
daar zij dezen winter geen' dienst behoefde te
doen en te meer, omdat de toestanden voor de
scheepvaart te Wieringen zoo ellendig zijn, dat
het wél zaak is, zoo min mogelijk vaartuigen en
booten in het water te hebben, daar men niet
verzekerd is, dat men ze steeds in goeden staat
terug vindt.
Eene dergelijke boot, met nog geen voet
diepgang, wordt das voor dat doel gebruikt, om
reden de postschipper door de ondiepte bij de
v&n Ewijcksluis somtijds genoodzaakt is, met zijn
vaartuig een stuk uit deu wal te ankeren, om
dan het overige der reis met deze boot te vol
tooien. Dat hij met weinig of geen' wind den
geheele overtocht met deze boot volbrengt, is
onwaar, daar hiervoor eene uitmuntend ingerichte
sloep, 26 voet lang, en 7 voet wijd, dienst doet.
Dat de passagiers uitgenoodigd worden, de roei
spanen te hanteeren, gaat eveneens bezijden de
waarheid. Wel gebeurt het, dat sommige passa
giers uit liefhebberij willen mederoeien, doch,
wanneer het dan blijkt, zij niet met deze kunst
op de hoogte zijn, heeft de schipper liever, dat de
riemen zoo spoedig mogelijk worden neergelegd,
daar men er dan zeer veel last van ondervindt.
En al volbracht hij eens bij exceptie eene ge
heele reis met bovenbedoelde boot, zou dit toch
niet met levensgevaar gepaard gaan, daar deze
boot genoeg capaciteit bezit, om met goed weêr
zoo'n reisje doen. Ook schrijft hij nog, dat de
bodem dezer boot meestal rijkelijk met water is
bedekt, zoodat men er met de voeten in moet
zitten. Ook dit is eene grove lengen. Een' en
kelen keer gebeurt het, dat er een weinig water
op den bodem staat, doch nooit zóóveel, dut de
voeten nat zullen worden. Dit is dan water, dat
er bijv. 's nachts is in geregend, doch voor aleer
de passagiers in deze boot stappen, wordt ze eerst
zoo goed mogelijk uitgedroogd. Wanneer men
er dan met eenen vingerhoed bij ging, zou men
er misschien nog wel wat in kunnen vinden, doch,
daar velen der passagiers met den trein moeten,
komt hiervoor de tijd veelal wat kort.
Bovenstaande in aanmerking genomen, zou het,
voor en aleer men dergelijke dingen zoo nonchalant
plaatst, zeer wenschelijk zijn, men zich eerst per
soonlijk goed van alles overtuigde, en dat men
zich niet stoorde aan praatjes van den een' of
anderen reiziger.
Wat aangaat de verbetering der communicatie
iet den vasten wal, ja, dit zou zeer wenschelijk
zijn, maar niet zooals schrijver bedoelt. Immers,
wanneer eenige verbeteringen van Wieringen met
de van Ewijoksluis werden tot stand gebracht,
was dit, dunkt mij, voldoende. Wat hebben wij
dan noodig met het Noord Bollandsch-, het Balg
kanaal enz. P Waarom dan een stoombootje, dat
moest doorvaren naar 't Nieuwediep P Veel kans
zou er bestaan, dat de postschipper langer met
zijn jachtje zeilde, dan een stoombootje de baren
kon trotseeren. Hier verder over nit te weiden,
acht ik onnoodig, daar ik vrees, reeds te veel
plaatsruimte van den heer Redacteur te hebben
gevergd. Alleen wil ik er nog op wijzen, dat,
indien er eenige verbeteriBgen te Wieringen wer
den tot stand gebracht, dit de communicatie al
zeer veel ten goede zou komen, daar hier de aan
legplaatsen, enz. zoo treurig mogelijk zijn. In
dien de postschipper soms eens eene reis staakt,
komt dit meestal, omdat hij geen kans ziet, om
behoorlijk onder zeil te komen, of, omdat hij vreest,
bij aankomst geene plaats meer te kunnen vin
den, om zijn schip heel te honden.
Ten slotte staat o. a. ook nog in dat bericht:
velen hadden dan ook verwacht, dat door de
benoeming van een' nieuwen Burgemeester hier
aan spoedig een einde zonde komen, doch in
deze verwachting is men tot nog toe teleurgesteld.
't Schijnt wel, dat schrijver van opinie is, men
hier in 't geheel geen pogingen aanwendt, om derge
lijke verbeteringen te verkrijgen. Wanneer zoo
wordt gedacht, is hij glad mis. Ik durf hem in
dat geval gerust zeggen, dat, wat de activiteit be
treft, en de pogingen, welke door onzen nieuwen
Burgemeester reeds in 't werk zijn gesteld, abso
luut niets te wenschen overlaten, 'k Geloof wel,
dat het thans niet meer zoo lang zal duren, of
Wieringen zal wel eene haven bezitten. Doch,
om dit resultaat te bevorderen, zon ik het zeer
wenschelijk aohten, er niet te veel geheel parti
culiere personen zijn, die ook plannetjes maken,
daar ik veronderstel, de hoogcre autoriteiten ge
noeg berekend zullen zijn, om eene haven te Wie
ringen te maken. Ware dit tot nog toe niet het
geval geweest, misschien hadden wij ons al in
eene haven mogen verheugen.
U, mijnheer de Redacteur dankende, voor de
mij verleende plaatsruimte, heb ik de eer te zijn,
hoogachtend,
A. Pecreboom Pzn.
Wieringen, 24 April 1890.
P. S. Mocht het soms zijn, schrijver hierover
verder met mij in correspondentie wil tre
den, gelieve hij zijnen naam roijaal vol
uit onder dergelijke stukken te plaatsen,
daar ik veronderstel, dat hij, die zoo onze
belangen, en die van 't reizend pnhliek
wil behartigen, hiervoor volstrekt niet be
ducht behoeft te zijn. A. P.
DAT KAN ER MEE DOOR.
Dat de boeren ryke zaken,
Geld voor hun producten maken,
Dat kan er mee door;
Maar als zij met waterplassen
Ruimschoots onze melk zoo wasschen,
Daar ben ik niet voor.
In het huw'lijk twee, drie kind'ren,
't Geeft wel zorg, maar 't zal niet hind'ren,
Dat kan er mee door.
Maar, zoo na een tiental jaren
Twaalf zich om den disch gaan scharen,
Daar ben ik niet voor.
Dat de dames alle dagen
Keurig nette kleedjes dragen,
Dat kan er mee door
Maar, als zig op 's Heeren wegen
Met haar sleep de straat gaan vegen,
Daar ben ik niet voor.
Dat de mensch zijn godsdienstplichten
Vroom en ijv'rig gaat verrichten,
Dat ken er mee door;
Maar, knijpt men bij 't stergeflonker,
Nu en dan de kat in donker,
Daar ben ik niet voor.
Dikwijls moet de handel stilstaan.
Moet de koopman dan failliet gaan,
Dat kan er mee door;
Maar, heeft hij, na een paar dagen
Weer een tweespan voor zijn wagen,
Daar ben ik niet voor.
Zuinigheid aan vlijt te paren,
Doet voorzeker schatten garen,
Dat kan er mee door;
Maar den werkman 't loon beknibb'len,
Over een paar centeu kibb'len,
Daar ben ik niet voor.
Als gij ook eens mee wilt praten,
Lees de krant en 't zal u baten.
Dat kan er mee door;
Maar, om alles te gelooven,
Och dien tijd ben 'k lang te boven,
Daar ben ik niet voor.
Gerbit J.
Heldersche Moppen.
DE SNELSTE MANIER.
,Hoe kom ik het gauwst aan het station
vroeg een zeer dik heer aan een straatjongen.
De guit bekeek hem eerst van het hoofd
tot de voeten en gaf toen leuk ten antwoord.
„Me dunkt, het best zou maar wezen, dat
u op den grond ging liggen en er heen rolde."
EEN ALLEDAAGSCHE KUNST.
Tante: Nu, Kareltje, heb je den grooten
olifant al gezien, die zoo gedresseerd is, dat
hij een wijnflesch zelf ontkurkt en dan uit
drinkt
Karei: Wel tante, is dat zoo'n kunst? dat
kan pa ook
OP DE HOOGTE.
„Waar zal uw volgende lezing over loopen,
dokter?"
»Over den bloedsomloop, juffrouw!"
O, heerlijk! Want daar heb ik toch inden
laatsten tijd zoo'n last van!"
Rechter: „Van de hoeveelheid sterken drank,
die de beklaagde beweert gedronken te hebben,
kan hij, myns inziens, niet zóó beschonken
zijn geworden, dat hij niet meer wist wat hij
deed."
Beklaagde: „Nu maar, hoor eens, meneer
de rechter, met je permissie, maar dan, kunt
uwee nogal wat stouwen 1"
Marktberichten.
Alkmaar, 25 April. Kleine Kaas f 33, Com
missie f 27, Middelbare f 26,50, aangevoerd
239 stapels, wegende 68658 K. G.
Op de graanmarkt werden aangevoerd 723
mudden. Tarwe f 6,50 a 7,25, Rogge f6 a
6,90, Gerst f5 a 6, id. Chev. f 6 a 6,75,
Haver f 3,10 a 4,50, Paardenboonen f 5,60 a
5,75. Bruine dito f 7 a 8, Citroen dito f 11,50,
Witte dito f 12, ErwtenGroene f 8 a 13,
Grauwe f 10 a 14, Vale f 8.
26 April. Aangevoerd 35 Koeien en Ossen
f 80 a 250, 116 nucht. Kalveren f 6 a 18, 479
Schapen f 18 a 36, 201 Lammeren f 8 a 17.
145 magere Varkens f 18 a 25, 314 Biggen
f8 a 11,50, 16 Bokken en Geiten f4 a 10,
12 Kleine Bokjes f 0,30 a 0,40, Boter per kop
f 0,60 a 0,65, Kipeieren f2,50 a 3, Eenden
f 3 per 100.
Hoorrn, 26 April. Aangevoerd Tarwe f 7 a
a 8, Gerst f 5,50 a 7,50, Haver f 3,75 a 4,50,
ErwtenWitte f 9,25 a 10, Groene dito f 10,50
a 12, Grauwe dito f 11,50 a 13, Vale dito
f8,75 a 13, Bruine Boonen f7 a 10, Kar wei
zaad f9,50 a 10,25, Mosterdzaad f 16 a 18,
16 Paarden f60 a 325, 739 Schapen f 25 a
38, 36 Lammeren f 10 a 18, 82 Kalveren f 9