't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1802. Zaterdag 24 Mei 1890. Achttiende Jaargang. KALENDER DER WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. ZEEVISGH! Programma van het 2de Zomer-Goncert, Abonnement per 8 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post 75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Aavertentlcm van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. MEI, Bloeimaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 3 u. 49 m. Onderg. Zondag 25 Maandag 26 Dinsdag 27 Woensdag 28 Donderdag 29 Vrijdag 30 Zaterdag 31 i, 8 u. 6 m. Pinkster. Tweede Pinksterdag. - E. K. Quatertemper. id. id. HELDER, 23 Mei 1890. In de zitting van den Raad der gemeente Helder, jl. Dinsdagavond gehouden, is goed gekeurd en vastgesteld het 2e gedeelte van het voljaarskohier van den lioofdelijken omslag, dienst 1890, tot een bedrag van f 3233.235, en is, op voorstel van B. en W., besloten tot aankoop van eene kleine strook grond, gele gen aan den ingang der Palmstraat. Naar aanleiding van een schreven van HH. Gcdep. Staten, is het plan der te sluiten geldleening zoodanig gewyzigd, dat 's jaarlijks, in plaats van f 2000, f 2500 zal worden afgelost. Ondanks de bedenking, daartegen door genoemd Colle ge ingebracht, handhaafde echter de Raad, op voorstel van B. en W., zijn besluit, om met de aflossing op 1 Juli 1892 aan te van gen. HH. Gedep. Staten wilden den lsten termijn van aflossing reeds op 1 Juli 1891 bepaald hebben. Benoemd zyntot lid der Commissie vaa Toezicht op het Lager Onder wijs de heer F. S. C. M. Wijs, tot onderwij zer aan de gemeenteschool no. 3, de heer W. Krynen en tot candidaten voor 't lidmaatschap van het College van zetters de heercn A. Klik en P. Van Twisk. De vergadering ontving mededeeling van de vereische goed keuring van het le gedeelte van't kohier voor den hoofd, omslag en van die der bepaling van 't eindcijfer van dat kohier, verder werd medege deeld, dat de benoodigde grond in hunr is afge staan voor den bouw van een afslaglokaal en dat de kosten der invordering van de gemeentelijke opcenten voor de Rijksbelasting beloopen f858. Naar aanleiding van het advies, door den heer mr. A. P. de Lange, te Alkmaar, uit gebracht, omtrent de quaestie der verbinding van den particulieren weg van den heer Ver- faille met den weg naar de algemeene begraaf plaats, werd, op voorstel van den ljeer Fran ken, besloten, in eene volgende zitting een voorstel van B. en W. in te wachten, ten einde al of niet tot het instellen eener pro cedure over te gaan. Met het openbaren van een aantal Vrome wenschen, door onderschei dene leden, eindigde de zitting. ('t Uitvoerig verslag dezer zitting hebben wij reeds Woensdag aan onze geabonneerden binnen deze gemeente medegedeeld.) De zomerdienst op de moorwegen zal aanvangen 1 Juni a.s. Dl loop der treinen van deze gemeente zal Jan zijn als volgt: Van Helder 5.50 en 9.15 's morgens en 1.12, 4.05 en 7.35 's namiddags. De markttreinen tot Schagen en Alk maar zullen van hier gaan op Donderdag, Vrijdag en Zaterdag ten 7.55 's morgens. 24 Mei a. s., herdenkt een nuttige vereening alhier, haar löjarig bestaan. Het is de Vereeniging Ontwaakt bij Tijds," als rechtspersoon door Z. M. den Koning erkend. Het was totnutoe bij de leden dezer vereeniging gewoonte een jaarfeest te houden, ter afwisseling van den moeie- lijken arbeid, die ieder der leden in zijn bedrijf ondervindt, en het was voor hen een aangename verpoozing, dit gezellig bijeen zijn, waarbij dan ook de vrouwen en eenige genoodigden tegenwoordig waren. Dit jaar zal het jaarfeest geen plaats kunnen heb ben en wel tengevolge van den min gun- stigen toestand der kas. De ziekte, welke men influenza noemt en die in 't vorig jaar in alle landen heerschende was, heeft ook deze plek, anders van epidemiën bijna vrij, aangetast en onder hen vele lijdenden gemaakt. De nuttige werkkring van Ont waakt bij Tijds" is daarbij glansrijk ge bleken, want velen onder hen, door die ziekte aangetast, genoten uit de kas der vereeniging onderstand. Het gevolg was, een inbreuk op de middelen, van dien aard, dat men elk denkbeeld aan feestvieren mi est uitsluiten. Hoewel dus geen jaarfeest 1 in worden gevierd, toch geeft het nu afg i- legd tijdperk voor het Bestuur een aan genaam oogenblik ter overdenking in kleinen kring. Op een waardige wijze vervult de Vereeniging O. W. B. T. hare taak herinneren wij slechts ter loops aan de sommen, door haar in benarde tjjden voor weduwen en weezen bijeengebracht. Laten we dus den wensch uitspreken, dat de vereeniging, onder 't Bestuur van den hr. A. G. J. De Vries, een vernieuwden en krachtigen bloei tegemoet gaat. De jaarlijksche algemeene vergade ring van de onderwijzers en onderwijzeres sen in het arrondissement Helder, onder voorzitterschap van den Schoolop ziener, den heer mr. M. Büchner, op Maan dag 16 Juni a.s., des voormiddags ten half 11 uren, gehouden worden te Schagen, in het lokaal van de heer Johs. de Beurs, aan het Marktplein, aldaar. Behalve de gewone huishoudelijke werk zaamheden, zullen in deze bijeenkomst be sprekingen plaats hebben over de navol gende onderwerpena. De vrije- en orde oefeningen. In te leiden door den heer J. C. Reijersb. De toekomst van den onderwijzer. In te leiden door den heer P. Uurbanus, en c. Het teeken-onder- wijs op de lagere school. In te leiden door den heer W. Kloeke. Verder zal door den heer S. Gazan een voordracht worden ge houden, die getiteld is Onze kinderen. Een paedagogisch kritische studie. De ergadering zal worden opgeluisterd door uitvoeringen van een Zangkoor. Woensdagavond trad als spreker op in 't lokaal voor evangelisatie, de heer Boas, vertegenwoordiger van den Ned. Militairen- Bond. Spreker had tot onderwerp: „De wreedheden tegenover den militair en rekende daartoe eerstens, de minachting, die burgers gewoonlijk tegenover mindere militairen toonen, en vervolgens de onbeschofte uitdrukkingen, hun soms door hnnne superieuren toegevoegd, benevens 't tappen van sterken drank in de cantine, waardoor den jeugdigen militair 't drinken geleerd wordt. De Tehuizen voor Militairen waren ontstaan, door dien enkele militairen hadden verzocht dat er in de kazerne een kamer mocht worden ingericht, waar ze den bijbel konden lezen, aan welk verzoek doorhun overste (Wrangel,alsweden naam goed gehoord hebben) was voldaan. Daar de toen malige minister van Oorlog echter zoo iets verbood, had genoemde officier zelf een par ticuliere kamer gehuurd, waar men zich met stichtelijke lectuur kon bezighouden. Een korte beschrijving van de Militaire Tehuizen en hunne bedoeling werd nu gegeven, waarna de opwekking volgde om de zaak zoowel zedelijk als geldelijk te stennen, hetgeen door spreker zelfs als christenplicht werd beschouwd. Van de gelegenheid tot debat werd gebruik gemaakt door de h.h. Swart en Haak. Beiden hadden vermeend nog grootere wreed heden tegenover, den militair te zullen hooren behandelen. De eerste vond 't nog erger, dat den militair te weinig brood werd verstrekt en de rats grootendeels ongenietbaar was. De ander haalde aan dat 't eerst noodig was te letten op de bepaling in de krijgswetten, waarbij een mindere wanneer hij zich over onrechtvaardige handelingen heeft te beklagen, genoodzaakt is zich in arrest te begeven, en daarin somstijds weken kan doorbrengen. De heer Boas vond de aanhaling dier grie ven gegrond maar vermeende dat 't minder op den weg lag van den Militairen-Bond om hiertegen op te treden. De heer Oosterbaan richtte een waardeerend woord tot den spreker en uitte den wensch, dat de jeugdige christelijke militairen even onbeschroomd voor hunne godsdienstige gevoe lens mochten uitkomen als een der vorige spre kers voor zijn socialisme. Namens de vergadering werd den heer Boas dank gebracht door den heer L. Rumpff. De zangvereenigiging Zingt den Heere bracht een aangename afwisseling aan door 't uit voeren van een drietal zangstukken. Een heden bij het departement van Koloniën ontvangen telegram van den Gouv.-Gen. van Nederl.-Indië meldt, dat 14 dezer Edische hulptroepen hunne ben- ting te Pedawa Boentong, nabij Edi, ver lieten, welke daarna door den vijand be zet werd. Den volgenden dag werd vruch teloos gepoogd met driehonderd bajonnet- ten den vijand te verdrijven. Gesneuveld zijn drie fuseliers, terwijl gewond werden, kapitein K. F. C. v. Bijlevelt, de leluit. F. J. Oudendal, de 2e luit. A. J. P. Kes- sler, 14 schepelingen en 7 fuseliers. De vijand had 14 dooden en 15 gewonden. Grappige lui Maandagavond is in de Kalverstraat te Amsterdam een oploop ontstaan, doordien een 25-tal half beschonken schutters der artillerie „haasje over" speelden. Een agent van politie heeft er een einde aan gemaakt. De Minister van marine brengt ter kennis van zeevarenden, dat volgens me dedeeling van den schipper van logger V. L. 14, in de Noordzee, op de Doggers- bank, op 54° 24' NB„ in 12 vadem water een wrak ligt, waarvan de raasten boven water uitsteken. Het wrak ligt zeer ge vaarlijk voor de scheepvaart. Dinsdagmorgen circa half acht had te Ylissingen het volgende ongeval plaats aan boord van Zr. Ms. transportvaartuig „Coertzen", staande in het droogdok der Kon. Mij. De Schelde. Bij het aanbrengen van nieuw want op genoemd stoomschip was een tuiger een bootsmansstoeltje aan den voormast geheschen, toen de mast eensklaps begon te wankelen en omver viel, doch geluk kig op den schoorsteen bleef hangen. Bij onderzoek bleek dat de mast bij liet dek vervuurd en daardoor afgebroken was. De tuiger, zekere Visser, maakte gedurende den val eenige slingeringen en bekwam daardoor aan de beenen en andere plaat sen van het lichaam kneuzingen, die ech ter, naar men hoopt, geen ernstige ge volgen zullen hebben. Een der weinige oud-strijders van 't jaar '13, de heer Willem Wubbe, is te Leiden op 96-jarigen ouderdom plotseling overleden. Aan den eervol ontslagen commis saris der loodsen te Hellevoetsluis, J. van den Berg, is een jaarlijksch pensioen ad. f1334 toegekend. Te Drachten woedde Dinsdagnamid- g, evenals eergisteren, een hevig onwe- der. De 20jarige jongeling J. Kroeze, van Oudega, aldaar den weg passeerende, werd door den bliksem getroffen, zóó, dat hij terstond een lijk was. Een jongetje, dat hem vergezelde, viel wel ter aarde, doch bleef overigens ongedeerd. Het »Leger des Heils" zal weder an der hoog bezoek krijgen en wel van den veld-commandant Eva Booth, de dochter van den „generaal". Zij wordt in Juli verwacht. »Hoe een jongeling een meisje vraagt" is de titel van een nieuw boekje, dat een verzameling bevat van 45 diverse huwe lijksaanzoeken, geput nit de romans der est bekende vreemde romanschrijvers en eenige Hollandsche auteurs. Het is dus slechts verdichting, geene schetsen naar de natuur, wat dit boekje bevat. Wij twij felen echter niet, of vooral voor dames zal daaruit veel leering te putten zijn; deze, toch bij een aanvrage de lijdende partij, staan veelal in een moeielijke positie tegenover den mijnheer, die zijn plan van aanval vooruit kan overdenken en vaststellen. Het is daarom voor jonge dames zeer gewenscht, hare positie te kunnen overzien en in theorie is de tactiek uit dit boekje te be- studeeren. Hoe geheel anders zal de prak tijk wezen Arme kleine In den nacht van Vrijdag op Zaterdag is een perceel in de Pauwelaan, onder Nieuwer-Amstel, door een hevigen brand in de asch gelegd en een 4-jarig kind der bovenbewoners, dat in zijn angst naar den zolder was gevlucht, is jammerlijk in de vlammen omgekomen de overige bewoners der bovenverdieping werden slechts met de grootste moeite gered. Betreffende het stoomschip „Dacea" wordt thans het volgende medegedeeld De „Dacca" liep Vrijdagmorgen 16 Mei op Daedalus Rif, ongeveer 400 mijlen van Suez op 25° N. B„ waarvan de rotsen slechts eenige duimen boven water uitste ken, terwijl in de onmiddellijke nabijheid 240 a 360 vaam water wordt gepeild. Een vuurtoren, waarvan het vuur des nachts 14 mijlen ver zichtbaar is, is op het rif geplaatst. Aan boord van de „Dac- bevonden zich een twaalftal le kl. passagiers en ruim 400 emigranten (mee- rendeels jonge vrouwen) naar Brisbane bestemd. Ongeveer 6 uur 's morgens stoot te het stoomschip tegen de Noordzijde van het rif en bekwam een groot gat in den boeg daar het echter nog ruim 4 uur drijvende bleef, was er ruim tijd om alle passagiers op het rif te brengen. Slechts eenige vonden een schuilplaats in den vuur toren, de overigen moesten op de rotsen vertoeven, sommigen tot aan het midden in het water. Kort nadat de passagiers waren gered, zonk het stoomschip, dat ongeveer een halve mjjl was afgedreven, in diep water, en de officieren en eenigen van de bemanning, die zich nog aan boord bevonden, werden nog juist intijds door het stoomschip „Rosario" gered. Een wei nig later kwam het aan dezelfde maat schappij (de British India Company) toebe- hoorende en met kolen geladen stoomschip „Palamcotta, op de plaats des onheils aan, nam alle passagiers aan boord en keerde met deze naar Suez terug, vanwaar het, nadat de lading kolen is gelost, zoo spoe dig mogelijk de reis naar Queensland zal voortzetten. Omtrent de Zeevisch, dertig jaren geleden hier ter markt verhandeld, zijn wij in staat offlciëele cijfers mede te deelen, uit de jaren 1860, 1861, 1862. De waarde, welke deze visch, in de Noord- Zuiderzee gevangen, aan den afslag ople verde, bedroeg in 1860 1861 1862 Kabeljauw f24,069,00 f20,668.— f 11,542.— Schelrisch f32,236,— f29,020.— f 12,037.— Gr. Schol f21,531,— f 5,180,50 f 2,912.— Kl. Schol f 9,381,50 f 12,838,— f 2,730.— Bot f 2,700,25 f 1,676,50 f 5,200.— Rog f 3,190,50 f 1,484,— f 2.700.— Panharing f 4,760,— f 1,367,50 f 3.820.— Tarbot, Tong en Scharren f 2,508,50 f 2,654,— f 3,816.— f 100,376,75 f74,888,50 f 54,757,00 In deze opgaaf zijn niet begrepen de hoe veelheden vischdagelijks aangevoerd, die zonder afslag verkocht zijn, evenmin als-de viech, welke particulieren aan de schuiten koch ten en visschers zelf uitventten. Het aantal oesters, afgeleverd uit de destijds eenig bestaande bewaarplaats, bedroeg in 1861 800.000 stuks, welke gemiddeld f 12,per duizend gegolden hebben. In 1862 was dit cijfer 600.000, welke in dat jaar f 14,per 1000 stuks opbrachten. Sedert echter de spoorverbinding in 1865 naar Amsterdam een feit was, heeft de zee- vischhandel alhier een zeer belangrijke wij ziging ondergaan en wel doordat het artikel van toen af met meer spoed aan de wereld markten kon worden aangeboden. De eindcyfers van de hier genoemde jaren 1860, 1861 en 1862 medegedeeld, mogen wel belangrijk genoemd worden, maar kunnen in geen vergelyking treden met den handel, die zich later ontwikkeld heeft en van wel ken wij thans dagelijks getuigen zijn. Aan nemende toch, dat de aanvoer tegenwoordig niet minder dan toen bedraagt, is de waarde van het zeeproduct, van de meeste visch- soorten zeer toegenomen; denken wij alleen eens aan de rogwaarvan de totaalsom thans een veel grooter bedrag zal te zien geven dan vroeger. Omtrent de drie laatste jaren van het der tigjarig tijdvak, 1887, 1888 en 1889, kunnen wij de besomming van de soorten niet en dé tail opgeven, maar alleen het aantal stuks, dat ter markt werd aangeboden. Ter afslag alhier werd aangebracht 1887 1888 1889 39510 25203 46806 3238 261 690494 57203 778 Het vermoeden is dan ook niet ongegrond, dat door het natuurlijk voordeel harer gunstige ligging, onze fraaie haven niet het nadeel zal ondervinden, wat velen dachten, maar den Helder wel zal blijven de grootste zeevischmarkt van ons land. Ingezonden. stuks kabeljauw 2852 1330 106 336 395726 381504 47998 82417 326 418 440941 382523 150 52 10722 8733 heilbotten r schelvisch roggen ben vleet stuks gr.Jen kl. tongen 550007 wigj. groote schol 351 kleine schol 4218 stuks tarbotten 615 559 729 manden schar 4035 5016 7098 Totaal der besomming in 1887 in 1888 in 1889 f429,228,65 f346,434,56 f384,118,54. De haring en geep worden in deze opgaven niet genoemd en ook de hoeveelheden visch, die zonder afslag verhandeld werden, zijn niet verminderd maar uitgebreid door een tak van 't bedryf, die in het eerste tydvak niet ge kend of althans niet toegepast werd. Het is het rogbeugen, hetgeen op zekere tijden van het jaar geschied met kleine vaartuigen op ondiepe gronden. Deze vangsten zyn somtijds zeer belangrijk en worden vaak zonder af slag verkocht. Vergelyken we nu de eindcyfers van het begin en einde van het afgeloopen dertigjarig tydvak, dan is het verschil zeer groot, hetgeen vooral is toe te schrijven aan de meerdere waarde van het artikel. Mogen we ons dus verheugen in het feit, dat de vischhandel hier in grooten bloei verkeert, toch zien we dat de opbrengst in 1888 be langrijk minder is dan één jaar vroeger; dit is waarsehynlijk toe te schrijven aan de nieuwheid van de haven van IJmuiden, waar groote partijen visch ter markt werden bracht; het cijfer over 1889 toont echter weder verbetering aan. T eeken-onderwij s. In No. 1799 dezer courant, komt een stukje voor, over het onderwijs in teekenen, dat wel de aandacht verdient, al was het alleeu, omdat het getuigt van belangstelling in het onderwijs een artikel, dat nog maar al te wei nig aan de mnrkt komt. Met den schrijver moet men het eens zijn, dat het onderwijs in het teekenen practisch nut hebben kan, ja, men mag zelfs verder gaan en beweren, dat het onder wijs in dat vak in den tegenwoordigen tijd gebiedend noodzakelijk is. Toch is het hoogst twijfelachtig, of men de vermeer dering der leervakken, om de wijze, waarop zij tot stand gekomen is, kan toejuichen. Immers, dezelfde wet, die uitbreiding der leervakken voorschrijft, maakt ver mindering der onderwijskrachten mogelijk, zoodat de toestand kan worden meer werk voor minder personeel, 't Is tot heden nog niet gebleken, dat de bepaling omtrent het personeel in de nu vervangen wet, te weel derig was. Maar dit daar gelaten. Goed teeken-onderwijs te geven aan eene klasse van 55 leerlingen (de toestand kan nog geruimen tijd veel ongunstiger zijn) is een werk, dat onmogelijk goede resnltaten geven kan. Er bestaat dus veel kans, dat door het opnemen van het teekenen in de wet, het aantal leervakken, die in de lagere school nooit tot hnn recht kunnen komen, weer met óén vermeerderd iserger nog, de mogelijk heid is er, dat effectbejag hier en daar oorzaak kan zyn, dat de tijd, dien de hoofdvakken met klemmenden aan- drang vragen, besteedt wordt aan zaken, die, hoe schoon, toch op de agenda der lagere school niet bovenaan kun nen staan. Er zijn vakken, die in de gewone lagere school nooit tot hnn recht komen. Men kan 'tvan alle zeggen, als de meening gedeeld wordt, dat de leertijd voor de kinderen van 't volk met den ouderdom van twaalf jaar geëindigd is. Mocht men toch hegrijpen, dat de leertijd dan eerst goed begint, dat herhaling en uitbreiding van het geleerde dringend noodig zijn, dat, waar men de kinderen met hnn twaftlfde jaar van de school neemt, men na betrek kelijk korten tijd als gebleven resnltaten van het on derwijs zal vinden, gebrekkig lezen en zooveel vaardig heid in het schrijven, dat er hij eene officiëele gele genheid geen kruisje behoeft gezet te worden. Is dit waarheid in 't algemeen, 't mag verre van over bodig heeten, zich dat goed voor te stellen, waar het geldt, de uitbreiding van het onderwijs door het opne men van het teekenen onder de verplichte vakken. Wordt het na twaalfjarigen leeftijd niet meer voortgezet, dan zijn de uren, er aan besteed, verbeuzeld; de kosten er voor gemaakt, weggeworpen. De schrijver van genoemd stukje spreekt nog van de mogelijkheidden leerlingen der lagere school eenig be grip te geven van schakeeriDg en harmonie der kleuren. Zoo iets ligt geheel buiten het arbeidsveld der lagere school. De onderwijzers, nu verplicht onderwijs in het teekenen te geven, zullen wel doen, de kleur er voor eerst maar buiten te laten, als ze nog eenige vrucht van hun werk willen zien. Is 'tden schrijver ernst, den strijd aan te binden te gen de „schreeuwende disharmonie," die we vooral in de hedendaagsche kleeding opmerken, hij bewege zich in de Maatschappij zelf. Hoeveel verwachting men moge hebben van de opvoedende kracht der school waarheid is, dat de samenleving, vooral op dit gebied, met oneindig grooter kracht werkt, en dat zij het doet veeltijds in tegengestelde richting, getuige de klacht over wansmaak en beleedigiDg van het schoonheidsgevoel. Helder, 19 Mei 1890. P. U. Burgerlijke stand gemeente Texel. van 14 tot 20 Mei. ONDERTROUWD: p OVERLEDEN^eene. GETROUWD: Carl August Ferdinand Meyer en Anna Hermina Walter. GEBORENTrijntje dochter van Christiaan Visman en Dieuwertje Visser. ArronfameDts-Reclittó te Alkmaar, Zitting van 20 Mei 1890. A. H., Texel, diefstal, 1 maand gev. R. K. en A. K., Huisduinen, diefstal enz., ieder 3 dagen gev. H. M.. Helder, beleediging 8 dagen gev. J. K„ Helder, diefstal, 6 weken gev. M. v. 'tH., Helder, mishandeling 1 maand gev. H. W., Helder, beschadiging 6 weken gey- op MAANDAG 26 MEI 1890, (Tweede Pinksterdag.) Aanvang 21/* uur. 1. „Grosser Triumphmarsch", C. Schulz- Schwerin. 2. Ouverture zu der geistlichen Oper„Joseph in Egypten", E. N. Méhul. 3. „Virgo Maria", Prière, Ch. Oberthiir. 4. Paraphrase sur „Les Rameaux de Faure", J. H. Bekker. Pauze. 5. Ouver ture „Giralda", Adolphe Adam. 6. Grande Fantaisie de 1' opera„Carmen", Géorges Bizet. 7. „Angelo", Walzer aus: „Ein Pfingsten in Florenz", Alphons Czibulka. No. 1 en 5 eerste uitvoering. Marine en Leger. De Officier Machinist 2e kl. der marine C. Boon vertcekt in Juli a. s. per particuliere ge legenheid naar Oost-Indië. Het ramschip „Buffel", behoorende [tot de re serveschepen van het zaiderfrontier, zal na de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1