De Marine-matroos. Het opstel van den heer Land in ons blad van 10 April („De Marine-matroos") heeft een uitvoerig protest uitgelokt, in „liet Va derland van Zaterdag opgenomen, van den oud-zeeoffiicier J. F. van Kervel. Deze schrij ver zegt dat „de verkiezing van den heer Land, tot lid der Tweede Kamer (voor het district Helder), misschien reeds dadelijk niet door allen, wier hart warm klopt voor de ma rine, met geheel onverdeelden bijval werd be groet", doch: „de heer L. had door zijn we tenschappelijke kennis een goeden naam ver worven bij het korps zee-officieren en alge meen hoopte men toch, dat deze eenige ver tegenwoordiger der zeemacht een figuur zou maken, dier zeemacht waardig en haar dege lijke belangen bevorderend". De heer Van Kervel, in die verwachting teleurgesteld, bepaaldelijk wegens het boven genoemd opstel in ons blad geplaatst, naar aanleiding van een brief' over het langdurig verblijf van Zr. Ms. „De Ruijter" in Indië bericht aan „Land, volksvertegenwoordiger". De heer V. K. vond het vreemd, dat de heer L. de bewuste zaak dan niet liever voor de Kamer heeft gebracht. Uitvoerig gaat hij de klachten na, welke in dat opstel worden aan getroffen over het lot van den marine-matroos in Indië, over de aanvulling van het perso neel en de bevordering, en hij verschilt met den heer Land in schier alle opzichten van gevoelen. Hij verzekert, dat „zooveel de om standigheden toelaten, de hand wordt gehou den aan het aangeuomen gebruik van een „recht" is hier geen sprake dat de duur van dit verblijf (in de tropen) slechts weinig of niet 3 jaar overtreffe". Tegenover de „gru welijke verspilling van menschenlevens" stelt hij „dat een niet te verwaarloozen aantal sche pelingen meermalen „verzocht" langer in de kolonie te mogen blijvven". Wat de klachten over de voeding aangaat, herinnert de heer V. K. dat reeds meer dan een jaar het voedingstarief een punt van on derzoek uitmaakt en proeven op groote schaal met een nieuw tarief te wachten zijn. „De medici zeiven zijn nog alles behalve eenstem- stemraig omtrent de voor den Europeaan in Indië meest wenschelijke voeding." Naar aanleiding van de klacht over com fort schrijft de heer Van Kervel: «Zeer stellig zal ieder welgeaard mensch den schepeling van harte gunnen, dat het le ven aan boord voor hem zoo aangenaam mo gelijk zij als met den aard der carrière is overeen te brengen zooals de heer L, doet, zie, dat acht menigeen deprimeerend voorden ma.roo8.Dat heeft verbazend veel van over drijving en van ziekelijke philantropie. Het zeemansleven is nu eenmaal een leven van ontbering en evenmin als ergens anders, is het volmaakte bij de zeemacht te vinden speciaal bij de zeemacht kan dit, ten opzichte van //comfort" vooral nooit gevonden worden. //Juist die ontberingen, juist dat gemis aan z/comfort" enz. zijn de onafscheidelijke ken merken van het zeemansleven, die zoo dik werf den zeeman stempelen tot den flinken, overal bruikbaren, onzelfzuchtigen man, die zijn eigenaardige populariteit zeker niet het mimst te danken heeft aan de verhoudingen waaronder hij per se te arbeiden heeft. «Gelukkig dat Nederland onder zijn zonen steeds vele degelijke kerels geteld heeft, en vermoedelijk nog telt die het zoo nauw niet nemen met dat //Comfort" enz., en door zóó te denken en te handelen, Nederland tot een krachtigen Staat hielpen maken." Vervolgens toont de heer V. K. aan, dat ten onrechte aan den minister van marine is verweten, als zou de jaarlijksche werving van 400 tot 240 zijn verlaagd. Dat laatste getal betreft enkel de lichtmatrozen, die van het opleidingsschip komen; bovendien worden voort durend nog jongens en lichtmatrozen te Wil lemsoord aangeworven. Het zou verkeerd zijn alles van de opleidingsschepen te verwachten. De bevordering geschiedt, blijkens de feiten wel degelijk ook uit de matrozen. Maar men raag niet vergeten dat de //opleiding tot on derofficieren a/b. //Nautilus" het onbetwistbare voordeel heeft marine-onderofficieren te ver schaffen, van wie met recht een hooger peil van moraliteit kan verwacht worden, omdat zij tot hun bevordering steeds onder speciaal toezicht stonden en eenigszins afgescheiden leefden van het gros der bemanning van de vloot, ten gevolge waarvan zij later oek hun standpunt als superieur beter zullen weten te kiezen en te handhaven." Wat eindelijk de zorg voor het personeel betreft, schrijft de heer Van Kervel //Tenzij onlangs een geheel andere dienst regeling is ingevoerd, vergist de heer L. zich m. i. schromelyk daar waar hij zegt, dat, bij de mariniers, hun eigen chef, ook ten opzichte der tijdige aflossing voor hen zorgt. Ik weet zeker, dat dit voorheen niet het geval was en geloof bepaaldelijk, dat dit nu evenmin ge schiedt. Een en ander behoort tot de taak van den chef van 't personeel." Des schrijvers slotsom is, dat de verwach ting „bitter is teleurgesteld", en de heer Land door hes ongegronde en zeer overdrevene van menige, zijner grieven, in sommige opzichten onberekenbaar veel nadeel aan de zeemacht berokkent." (Handelsblad). Correspondentie. In het ingezondene van een «toehoorder" voorkomende in No. 1801 van dit blad, staat op regel 20 het woord «nettigheid," dit moest zijn «wettigheid," hetgeen aandachtige lezers zullen begrepen hebben. Red. Stoomvaartberichten. Het stoomschip «Sumatra," van Batavia, arriveerde 24 Mei te Genua. Het stoomschip «Prins Alexander," van Batavia, vertrok 24 Mei van Padang. Het stoomschip «Prinses Marie," vertrok 24 Mei van Amsterdam naar Batavia. Marktberichten. Alkmaar, 23 Mei. Kleine Kaas f 31, Com missie f 26, Middelbare f 27, aangevoerd 466 stapels, wegende 124824 K..G. Op de graanmarkt werden aangevoerd 194 mudden. Tarwe f 7,50 a 7,90, Gerst f 6, id. Cliev. f6.10, Haver f3,50 a 4,40, Bruine dito f 6,75 a 8,50, Citroen dito f 11, Witte dito f 12, Erwten: Groene f 10 a 13, Grauwe f 14. 24 Mei. Aangevoerd 7 Paarden f 150 a 300, 22 Koeien en Ossen f 70 a 230, 34 nuchtere Kalveren f8 a 16, 250 Schapen f 20 a 32, 1415 Lammeren f10 a 18, 215 magere Var kens f 18 a 23, 287 Biggeu f 10 a 12, 17 Bokken en Geiten f4 a 10, 13 Kleine Bokjes f0,50 a 1, Boter per kop f0,70 a 0,70, Kip eieren f3 a 3,50. Eendeieren f3 per 100. Hoorn, 24 Mei. Aangevoerd Tarwe f 6,25 a 8, Gerst f4,75 a 6, Haver f3,75 a 4.50, Witte Erwten f9,50 a 11, Groene dito f 10 a 12, Grauwe dito fll a 14, Vale dito f 10,50 a 13, Bruine Boonen f 7,25 a 11, Karweizaad f 10 a 10,50, Mosterdzaad f 18 a 18,50, 29 Paarden f 60 a 300, 12 Koeien f 180 a 280, 386 Schapen f28 a 38, 377 Lammeren f 14 a 18, 29 Kalveren f 14 a 28, 84 Varkens f 10 a 24, 130 Biggen f5 a 10, 3000 Kipeieren f3 a 3,50 per 100, 1500 koppen Boter f 0,60 a 0,65 per kop. Petroleum-Noteering van A. KLIK. Amerik. Petroleum f9.25 per 100 KG zonder verbinding Visscherijberichten. Nieuwediep, 24 Mei. Aangebracht van Texe laars en vletten te zamen 700 roggen p. st. 40 a 45 cent. Van Wieringen 6-tal geep per tal f 18. 22.000 ansjovis per 1000 f 3.50. 47 korders met 20 tot 150 groote tongen p. st. 40 a 45 eent, 10 tot 100 middelm. ton gen p. st. 20 cent, 2 tarbotten p. st. f 7 a 8, 1 tot 3 mand kleine schol per mand f 3.50, 1 tot 2 mand schar p. m. f 4, 1 tot 10 rog gen per stuk 45 cent. 26 Mei. Van vletten 220 roggen p. st. 50 a 55 cent. 27Meiv.m. 8 u. Van vletten 225 roggen per stuk 50 a 55 cent. 333a" Staats-Loterij. 5e klasse— 8e lijst. No. 1293. 4114,9611, 17484, 19207, 20895 f1000. No. 549, 6858, 10101, 16443, 16530, f400. No. 633, 15417, 19714 f200. No. 938, 3287, 4044, 4557, 6011, 7338, 7365, 10669, 14567, 18143, 19319, 20201 f 100. Burgerlijke Stand, gem. Helder. Van 23 tot 27 Mei. ONDERTROUWD: A. Rietvelt, timmerman, en D- Weel. GETROUWD: Geene. BEVALLEN: A. M. Hoogerwerf, geb. Ruh land, d. A-. M. van Rijswijk, geb. Strikker, z. M. Kramer, geb. Van Pelt, z. J. Gerritsen, geb. Pormer, d. W. E. Sandijck, geb. Van der Wolfc, z. J. La veil, geb. De Ruyter, d. C. J. Kuijper, geb. 81eiboom, d. C. Dienaar, geb. Muije, z. E. Scbönlau, geb. Hagen, d. OVERLEDENM. de Boer, geb. Schuurman, 84 jaren. E. J. Pluijmers, 3 maanden. A. W. Wiersma, 14 maanden. POLITIE. GEVONDEN VOORWERPEN. Adres Bureau II1 notitie-boekje. Adres Bureau 1: 1 pak scherpe patronen. Adres: J. COLLET, 2e Vroonstr. 99, 1 bos sleutels. Vervolg der Berichten. Naar wij vernemen heeft zich de zaak van het doodgaan van een aantal boomen in het plantsoen aan den Stationsweg reeds opgehelderd. De oorzaak is gelegen in de aanwezigheid van gasbuizen in den grond aldaar en van moedwillige beschadiging is dus in 't geheel geen sprake., 't Is evenwel zeer te bejammeren, dat het ge boomte aldaar zoozeer is geschonden. En de bewoners van het nabijgelegen perceel hebben daarover wel het meest te klagen, daar de verstorven stammen wel kunnen worden weggenomen, doch vooreerst nog geene voldoende plaatsvervangers zullen hebben. Bij de Herv. Gemeente alhier is tot predikant beroepen Ds. T. B. Granpré Mo lière O. I. predikant met verlof. Zr. Ms. opleidings-korvet «Nautilus," kwam Zaterdagmorgen alhier in de haven, komende uit de Noordzee. Aan boord van dien bodem zullen hier eenige adelborsten le kl. embarkeeren. De heer F. C. H. Schlamilch, pre sident en eerste voorturner der Gymnastiek- en Exercitie-Vereeniging »Pro Patria" alhier, genoot dezer dagen de onderschei ding, benoemd te worden tot jurylid bij de groote Bonds-uitvoering van het Neder- laudsch Gymnastiek-verbond, in Augustus e. k. te Breda te houden. De heer Gust. Buhse geeft in een bij de H. en N.-Courant ingezonden stuk 't denkbeeld aan de hand onze gemeente te verfraaien door, hoofdzakelijk langs den Huisduinerweg, maar toch ook op andere plaatsen, boomen te planten. Voorzeker zouden de omstreken daardoor verfraaid worden en meer tot een bezoek van vreem delingen uitlokken, wajmeer de omgeving minder kaal was. Dat boomen hier kun nen groeien heeft de ondervinding geleerd en behoefde reeds lang te voren aan des kundigen niet bewezen te worden. De heer B. wenscht een bond op te richten tot verfraaing der gemeente, waarvan men lid zou kunnen worden tegen betaling van fl per jaar en noodigt belangstel lenden, die hierin eensgezind met hem denken, uit ten zijnen huize op eendaar- toe ingerichte lijst te teekenen. We kunnen onze adhaesie aan dat plan niet onthouden en wekken daarom gaarne tot deelneming op. Kijkjes op den zeebodem! Wegens de doorschijnendheid van het zee water gebeurt het tegenwoordig niet zelden, dat men in de haven van het Nieuwediep, den bodem hier en daar kan zien. 't Is vaak interessant het woelen en krioelen van vis- schen en andere waterbewoners daar in de diepte gade te slaan. Dezer dagen kon men op een diepte van ongeveer 21 voet, niet slechts de vischjes langs den bodem zich zien voortbewegen, maar zelfs de schelpjes op den grond waarnemen. Ongeveer 70 jaren geleden bepaalde zich dc bebouwde kom der gemeente Helder tot het gedeelte, thans door jden naam «de oude Helder" aangeduid. Sedert is aangebouwd het veel grootere deel, gelegen ten Oosten en Zuidoosten van het Westplein. Al de gebou wen in het nieuwe gedeelte der gemeente zijn geplaatst op gronden, die vroeger onbebouwd waren, en die, weinig beschermd door de toenmaals zeer onvoldoende bedijking, vaak door het zeewater werden overstroomd. Er zou bij het graven in den grond daar ter plaatse al heel weinig kans zijn, dat er kost baarheden zouden gevonden worden. Er heb ben daar in ouden tijd nimmer menschen ge woond. Anders kon het zijn in den ouden Helder, waar sedert het begin der 16de eeuw niet onbelangrijke gebeurtenissen hebben plaats gehad, waar een bevolking zieh bewoog, die gedeeld heeft in al het lief en leed, dat ons vaderland in don loop der tijden overkwam. 't Zou mogelijk zijn, dat bij het slechten van oude gebouwen het een en ander ont dekt werd, in oude tijden daar onder den grond verborgen. Niet zoo heel vreemd klonk het daarom velen in 't oor, toen dezer dagen verhaald werd, dat, bij de amotie van een zeer oud huis in de Middenstraat, nabij de Kromme-Elleboogsteeg, een som [gelds (f 5000) in den grond was gevonden, 't Blijkt thans, dat van het verhaal niets waar is, en dat er dus geen aanleiding bestaat om, bij uitzicht op meerdere zulke verborgen schatten, zich op het doorzoeken van den grond toe te leg gen. Het ambt van schatgraver vraagt hier alsnog geene beoefenaars. Doch wellicht sluit dit gerucht zich aan bij den leerzamen in houd van Gellert's bekende fabel, dat het doelt op een nuttig, een oordeelkundig gebruik maken van den grond, die, ook zonder gra ven naar goud, schatten kan voortbrengen. Personen, geboren in bet jaar 1865 wordt herinnerd, dat zij zich nog deze week voor de Schutterij aan het Raadhuis alhier moeten aanmelden. Bij verzuim hiervan wordende nalatigen ingedeeld zonder loting en voor den tijd van vijf jaren. In »De Echo" van 17 Mei kwam een artikel voor, waarin de luitenant ter zee le kl. S. T. Land, lid van de Tweede Kamer, op krachtige wijze protesteert tegen de willekeurige handelwijze van den com mandant van het torpedoschip »Marnix," die het den gehuwden onderofficieren van rijkswege toekomend rantsoen inhoudt, wanneer de mannen aan wal bij vrouw en kind gaan eten. Naar aanleiding hiervan meldt een der schepelingen van het wachtschip te Nieuwe diep aan de »Echo," dat de commandant, zoodra genoemd artikel was verschenen, alle onderofficieren tot zich riep en o. a. zeide»dat schrijven in de couranten zal ik jelui wel afleeren; ik heb oogluikend toegestaan, dat jelui het rantsoen mee naar huis neemt, maar nu je slapende honden wakker maakt, zal ik hem ten strengste met provoost of degradatie straf fen, die voortaan zijn rantsoen medeneemt." In de door ons vermelde uitspraak van de Arr. Rechtbank te Alkmaar op 20 Mei 11., in ons vorig nommer, staatA. H., te Texel, diefstal, 1 maand gevan genisstraf dit is onjuist, en moet zijn v r ij g esproken. Het in het Marinedok te Amsterdam liggende oude afgekeurde houten stoomschip Prinses Marie" zal binnenkort worden verkocht. Dit schip werd in 1858 op de Landswerf te Willemsoord op stapel gezet. Een handelaar uit Sneek, die met een Duitscher had gecontracteerd voor de levering van Friesche natuurboter, heeft, in plaats daarvan, geruimen tijd marga- rineboter, verpakt in Friesche botervaten, afgeleverd. De Duitscher heeft een aan klacht bij de justitie ingediend en de Snee- ker koopman heeft voor den rechter-com- missaris te Leeuwarden reeds een volle dige bekentenis afgelegd. Bij de Holl. IJzeren Spoorw. Mij. is een nieuw abonnements-systeem inge voerd van een abonnement 1ste kl. op de hoofdlijnen en 2e kl. op hare lokaalspoor wegen, geldig over een geheel jaar op al die lijnen, tegen betaling van f500 in eens. Het reisbiljet bevat aan de ach terzijde een photographisch portret van den houder. Eenige Scheveningsche matrozen zijn thans vertrokken naar Engeland, om voor de rechtbank te Yarmouth ge tuigenis af te leggen tegen den schipper en den reeder van de smak Dountless, van Lowestoft, welke in November van het vorige jaar de netten vernielde van een Nederlandsch vissehersschip. Is het jaar 1889 in vele opzichten een goed jaar geweest voor den landman, 1890 zal, met het oog op den gunstigen stand der veldgewassen en de gunstige weersgesteldheid, een niet minder voor- deeligen oogst opleveren. Terwijl de haver reeds schoon is opge schoten, staat de rogge prachtig te velde, heeft lang stroo en draagt zware aren. De vroege aardappelen beloven een flink beschot, en de late komen reeds goed op. Polders en uiterwaarden zien er welig uit, en bet vee, dat volop te grazen heeft, loopt tot aan de knieën in het malsche gras. De vruchtboomen geven geen uit zicht op een goeden uitslag immers pruim en pereboomen dragen weinig vrucht en de appels zijn meest door de rupsen ver nield. Tuinvruchten als doperwten, peul tjes, boonen, enz. staan schoon. Op vele plaatsen is men reeds bezig met houtschil- len. Men besteedt voor schors per 500 KG. f25 a f28 en voor het akkermaals hout f7 a f7.50 per vim van 104 bos. De influenza, die te. Padang-Pand- jang zulke groote verhoudingen heeft aan genomen, doet zich sedert eenige dagen ook te Padang gelden, niet slechts onder de troepen van het garnizoen, doch ook onder de Europeesche ingezetenen en de inlandsche bevolking. De ziekte is echter van een goedaardig karakter en verloopt meestal binnen drie tot vier dagen in een schier volkomen herstel. Uit Brussel is een oproeping gezon den aan het volk van Duitschland, Enge land, Noord-en Zuid-Nederland, om den vijfenzeventigsten verjaardag van den Slag bij Waterloo (18 Juni) te vieren door een bezoek aan dien gedenkwaardigen veldslag, evenals daar 25 jaren geleden op den 50sten gedenkdag werd gebracht. Leden van letterkundige, tooneel- mu ziek- en zangvereenigingen enz die aan den plechtigen optocht naar Waterloo (22 Juni a. s. wensehen deel te nemen, moe ten zich vóór 12 TTuni, e. k. aanmelden bij den Heer A. Schamelhout, lid der „in- richtings-commissie", Troonstraat 16, te Brussel. De stoomboot „Telegraaf" bracht oulangs bij aankomst te Antwerpen een vrouw mee, die te Rotterdam aan boord gesprongen was op het oogenblik toen de boot vertrok en men niet meer ophouden kon om haar weder aan wal te zetten. De vrouw, die zich onderweg zeer zon derling gedroeg, werd te Antwerpen naar het gasthuis gebracht, waar zij bevonden werd aan ijlende koorts te lijden. Volgens het „Handelsblad van Ant werpen" is de arme vrouw Mej. G. L. uit Amsterdam, waar zij bij haren zoon in de Warmoesstraat, woont. Vele inwoners van Spandau ontvin gen dezer dagen tot hunne verwondering brieven, welke uit 1880 dagteekenden. Dat die brieven zoolang onderweg waren ge weest, lag daaraan, dat tien jaren geleden een aantal brieven in den postwagen on der den houten vloer waren gegleden en eerst thans, bij de vernieuwing van dien vloer, teruggevonden werden. Een vijftienjarig meisje te Genua is plotseling gestorven van vreugde bij het wederzien van haar broer, die onschul dig verdacht was deel uit te maken van een misdadigersbende en van wiens vrij spraak zij onkundig was gebleven tot hij zich plotseling aan haar vertoonde. Volgens een Engelsche statistiek van de menschenlevens, welke op de han dels- en visschersvloot verloren gingen, zijn in 10 jaren 30,000 menschen op zee omgekomen. Het hoogste jaarcijfer 3512 is dat van 1882; het laagste 2071 dat van 1888. Aan boord van het stoomschip »Sa- maria", van de Cunardlijn, kwam dezer dagen te Queenstown (Ierland) een Zweed- sche vrouw aan, die te Liverpool was scheepgegaan om zich naar Boston te be geven, maar die daar niet aan land mocht gaan omdat zij bevonden werd aan me- laatschheid te lijden. Zij bleef nu te Bos ton in quarantaine, totdat de »Samaria" de terugreis aanvaardde, en zij werd aan boord van het schip streng afgezonderd gehouden van bemanning en passagiers. Men zal haar nu naar Zweden terugzenden. Het afscheid tusschen de arme vrouw en haar man en kinderen, die zij te Boston moest laten, was hartroerend, naar de pas sagiers der Samaria" verhalen. De ramp te Thurse. Omtrent dit treurige ongeluk wordt nog gemeld, dat de boot, die de slachtoffers over de rivier moest brengen, nauwelijks groot genoeg voor 30 personen was. Frans Szogalla, de veerkriecht, had er echter reeds 50 mee overgezet, zonder dat er ongelukken bij voorvielen bij den laat- sten tocht liet hij er allen, die nog over gezet moesten worden, te getale van 51, waarvan de meeste kinderen van 13 a 14 jaren, in plaats nemen. Aanvankelijk ging alles goed, tot men het midden van den stroom genaderd was, waar de tot zinkens toe geladen boot water in kreeg. Ver schrikt vlogen al de passagiers op, met het noodlottig gevolg, dat de boot omkan telde en allen in den stroom terecht kwa men. De meisjes klemden zich aan elkan der vast, of trachtten nog de boot te grij pen. Men kan zich de wanhoop voorstel len van de weinige personen, die op den wal verzameld waren, en die een voor een de ongelukkige kinderen in de diepte za- fen verdwijnen, zonder hulp te kunnen ieden. Een moeder, die het lijk van haar dochtertje zag dry ven, sprong in den Oder. Anderen knielden neder, om een gebed ten hemel te zenden. De hardroerendste angst kreten werden vernomen. Er ontbreken nog 29 lijken de rivier is op die plaats zeer diep. De geestelijke, Perschke, die van Slawikau kwam, waar hij een zieke de laatste sacramenten had toegediend, trachtte de wanhopigen tot bedaren te brengen, en bad geknield voor de zielen der verongelukten. Thans zijn honderden mannen, vrouwen, grijsaards en kinderen in den stroom aan het dreggen. Met moeite konden de gen darmen den veerkneclit Szogalla tegen de aanvallen der woedende menigte bescher men, die hem wilde lynchen. Een brutale roofaanval is dezer da gen te Tisza-Bid gepleegd. Uit Pest wor den daaromtrent de volgende bijzonderhe den bericht. De gewezen rechter Kornis zat op zijn kasteel 's avondste 10 uren, bij zijn vrouw in de eetkamer, toen twee man nen met zwartgemaakte gezichten bin nen snelden en hem 'aanvielen. Hij bleef bedaard, pakte de kerels in hun kraag en wierp hen de deur uit. Maar toen hij daar nog vier gewapende mannen vond, zwichtte hij voor de overmacht en vol deed aan hun verzoek, hun al het geld te geven dat hij in huis had. Hij bracht hen naar zijn studeerkamer en gaf hun f1500 in bankpapier. „Wij willen meer geld, hondriep een der roovers, „wij weten, dat je nog f 100,000 in hnis hebt". „Dat was verleden week," antwoord de Kornis, „Maar dezer dagen heb ik voor die som een landgoed gekocht." Na kort beraad stelden de roovers zich daarmee tevreden. Een van hen rukte Kornis zijn gouden horloge uit den zak, maar bij gaf het, toen hij hoorde dat het een dierbaar aandenken was, grootmoe- diglijk terug, Daarna sloten de roovers Kornis op in zijn vertrek en keerden terug naar de eet kamer, waar zij de vrouw nog vonden, en dwongen deze, hen te brengen bij ha ren oom, den 83 jarigen heer Dogaly, die in den omtrek den naam van een Nabob had. Zij trokken den grijsaard, die sinds langen tijd ziek lag, uit zijn bed, en een der mannen schoot hem in den mond, zoodat hij onmiddellijk den geest gaf. De roovers begonnen toen een ijzeren geld kist, welke op Dogaly's kamer stond, open te breken. Terwijl zij daarmee bezig wa ren, gelukte het mevrouw Kornis te ont snappen. Zij snelde naar de dienstboden- vertrekken en maakte alarm. De roovers namen daarop de vlucht, na eerst nog in den blinde een paar revolverschoten ge lost te hebben. De roovers zijn nog niet gevat, maar men meent hun aanvoerder op het spoor te zijn. Vooruitgang? Het aantal vrouwe lijke doctoren neemt gaandeweg toe voor al in Noord-Amerika zijn zy zeer talrijk en wordt haar aantal op circu 3000 ge schat, waarvan 450 in New-York, 580 in Brooklyn, 460 in Philadelphia, enz. In Londen practiseeren 70, in Edinburg 5 en in Dublin 2 vrouwelijke doctoren. In Italië zijn er 6, waaronder een in Turin, die lijf- arts der koningin is, terwijl ook de koningin van Rumenië een vrouwelijke lijfarts heeft. In Oostenrijk, waar het tot dusverre aan vrouwen verboden was geneeskundige praktijk uit te oefenen, is onlangs aan mev. Kerschbaumen door den keizer ver gunning verleend in de oo gkeelkunde te practiseeren, Mev. Kerschbaumen is Rus sin van geboorte en was een der eerste dames, die te Bern studeerde en promo veerde zij is gehuwd met een Oosten rijk sch geneesheer. Heldersche Moppen. EEN LASTIG GEVAL. „Dat is me ook een geschiedenis bjj de Jansens „Wat dan „Ze zijn een van de tweelingen kwijt 1" „Een toestand Welken ,.Ja, dat is juist het slimsteze lijken zoo op elkaar, dat niemand weet wie van beiden 't is." O GOED BEDACHT. „Zal je me niet vergeten, vrouwtjeals ik soms van je mocht worden weggenomen „Nooit, manliefEn wat meer zegtik zal je altijd aan myn tweeden tot voorbeeld stel len o DE NAASTE WEG. Charles. Ik aanbid u, Elize, doch helaas ik ben arm. Maar ik heb een schatrijken oom, van wien ik eenmaal Elize. Is hij getrouwd Charles. Neen lieve, gelukkig niet. Elize. Breng „mij" dan met hem in ken nis dat is veel eenvoudiger. o OOK EEN DECLARATIE. Soldaat. Och, Bet, als je eens wist, wat ik gevoelhoe ik me tot je aangetrokken voel ik heb wat op men hart, dat ik je graag zou zeggen. Keukenmeid. Nou, jongen, zeg jij het maar gerustje weet dat ik je goed lijden mag. Soldaat. Ja, maar zal je niet boos wor den als ik Keukenmeid. Wees niet zoo eenkennig, zeg 't maar. Soldaat. Ik ik heb zoo'n honger.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 2