De Marine-matroos.
Het opstel van den heer Land in ons blad
van 10 April („De Marine-matroos") heeft
een uitvoerig protest uitgelokt, in „liet Va
derland van Zaterdag opgenomen, van den
oud-zeeoffiicier J. F. van Kervel. Deze schrij
ver zegt dat „de verkiezing van den heer
Land, tot lid der Tweede Kamer (voor het
district Helder), misschien reeds dadelijk niet
door allen, wier hart warm klopt voor de ma
rine, met geheel onverdeelden bijval werd be
groet", doch: „de heer L. had door zijn we
tenschappelijke kennis een goeden naam ver
worven bij het korps zee-officieren en alge
meen hoopte men toch, dat deze eenige ver
tegenwoordiger der zeemacht een figuur zou
maken, dier zeemacht waardig en haar dege
lijke belangen bevorderend".
De heer Van Kervel, in die verwachting
teleurgesteld, bepaaldelijk wegens het boven
genoemd opstel in ons blad geplaatst, naar
aanleiding van een brief' over het langdurig
verblijf van Zr. Ms. „De Ruijter" in Indië
bericht aan „Land, volksvertegenwoordiger".
De heer V. K. vond het vreemd, dat de heer
L. de bewuste zaak dan niet liever voor de
Kamer heeft gebracht. Uitvoerig gaat hij de
klachten na, welke in dat opstel worden aan
getroffen over het lot van den marine-matroos
in Indië, over de aanvulling van het perso
neel en de bevordering, en hij verschilt met
den heer Land in schier alle opzichten van
gevoelen. Hij verzekert, dat „zooveel de om
standigheden toelaten, de hand wordt gehou
den aan het aangeuomen gebruik van een
„recht" is hier geen sprake dat de duur
van dit verblijf (in de tropen) slechts weinig
of niet 3 jaar overtreffe". Tegenover de „gru
welijke verspilling van menschenlevens" stelt
hij „dat een niet te verwaarloozen aantal sche
pelingen meermalen „verzocht" langer in de
kolonie te mogen blijvven".
Wat de klachten over de voeding aangaat,
herinnert de heer V. K. dat reeds meer dan
een jaar het voedingstarief een punt van on
derzoek uitmaakt en proeven op groote schaal
met een nieuw tarief te wachten zijn. „De
medici zeiven zijn nog alles behalve eenstem-
stemraig omtrent de voor den Europeaan in
Indië meest wenschelijke voeding."
Naar aanleiding van de klacht over com
fort schrijft de heer Van Kervel:
«Zeer stellig zal ieder welgeaard mensch
den schepeling van harte gunnen, dat het le
ven aan boord voor hem zoo aangenaam mo
gelijk zij als met den aard der carrière is
overeen te brengen zooals de heer L, doet,
zie, dat acht menigeen deprimeerend voorden
ma.roo8.Dat heeft verbazend veel van over
drijving en van ziekelijke philantropie.
Het zeemansleven is nu eenmaal een leven
van ontbering en evenmin als ergens anders,
is het volmaakte bij de zeemacht te vinden
speciaal bij de zeemacht kan dit, ten opzichte
van //comfort" vooral nooit gevonden worden.
//Juist die ontberingen, juist dat gemis aan
z/comfort" enz. zijn de onafscheidelijke ken
merken van het zeemansleven, die zoo dik
werf den zeeman stempelen tot den flinken,
overal bruikbaren, onzelfzuchtigen man, die
zijn eigenaardige populariteit zeker niet het
mimst te danken heeft aan de verhoudingen
waaronder hij per se te arbeiden heeft.
«Gelukkig dat Nederland onder zijn zonen
steeds vele degelijke kerels geteld heeft,
en vermoedelijk nog telt die het zoo nauw
niet nemen met dat //Comfort" enz., en door
zóó te denken en te handelen, Nederland tot
een krachtigen Staat hielpen maken."
Vervolgens toont de heer V. K. aan, dat
ten onrechte aan den minister van marine is
verweten, als zou de jaarlijksche werving van
400 tot 240 zijn verlaagd. Dat laatste getal
betreft enkel de lichtmatrozen, die van het
opleidingsschip komen; bovendien worden voort
durend nog jongens en lichtmatrozen te Wil
lemsoord aangeworven. Het zou verkeerd zijn
alles van de opleidingsschepen te verwachten.
De bevordering geschiedt, blijkens de feiten
wel degelijk ook uit de matrozen. Maar men
raag niet vergeten dat de //opleiding tot on
derofficieren a/b. //Nautilus" het onbetwistbare
voordeel heeft marine-onderofficieren te ver
schaffen, van wie met recht een hooger peil
van moraliteit kan verwacht worden, omdat
zij tot hun bevordering steeds onder speciaal
toezicht stonden en eenigszins afgescheiden
leefden van het gros der bemanning van de
vloot, ten gevolge waarvan zij later oek hun
standpunt als superieur beter zullen weten te
kiezen en te handhaven."
Wat eindelijk de zorg voor het personeel
betreft, schrijft de heer Van Kervel
//Tenzij onlangs een geheel andere dienst
regeling is ingevoerd, vergist de heer L. zich
m. i. schromelyk daar waar hij zegt, dat, bij
de mariniers, hun eigen chef, ook ten opzichte
der tijdige aflossing voor hen zorgt. Ik weet
zeker, dat dit voorheen niet het geval was en
geloof bepaaldelijk, dat dit nu evenmin ge
schiedt. Een en ander behoort tot de taak
van den chef van 't personeel."
Des schrijvers slotsom is, dat de verwach
ting „bitter is teleurgesteld", en de heer Land
door hes ongegronde en zeer overdrevene van
menige, zijner grieven, in sommige opzichten
onberekenbaar veel nadeel aan de zeemacht
berokkent."
(Handelsblad).
Correspondentie.
In het ingezondene van een «toehoorder"
voorkomende in No. 1801 van dit blad, staat
op regel 20 het woord «nettigheid," dit moest
zijn «wettigheid," hetgeen aandachtige lezers
zullen begrepen hebben.
Red.
Stoomvaartberichten.
Het stoomschip «Sumatra," van Batavia,
arriveerde 24 Mei te Genua.
Het stoomschip «Prins Alexander," van
Batavia, vertrok 24 Mei van Padang.
Het stoomschip «Prinses Marie," vertrok
24 Mei van Amsterdam naar Batavia.
Marktberichten.
Alkmaar, 23 Mei. Kleine Kaas f 31, Com
missie f 26, Middelbare f 27, aangevoerd 466
stapels, wegende 124824 K..G.
Op de graanmarkt werden aangevoerd 194
mudden. Tarwe f 7,50 a 7,90, Gerst f 6, id.
Cliev. f6.10, Haver f3,50 a 4,40, Bruine dito
f 6,75 a 8,50, Citroen dito f 11, Witte dito f 12,
Erwten: Groene f 10 a 13, Grauwe f 14.
24 Mei. Aangevoerd 7 Paarden f 150 a 300,
22 Koeien en Ossen f 70 a 230, 34 nuchtere
Kalveren f8 a 16, 250 Schapen f 20 a 32,
1415 Lammeren f10 a 18, 215 magere Var
kens f 18 a 23, 287 Biggeu f 10 a 12, 17
Bokken en Geiten f4 a 10, 13 Kleine Bokjes
f0,50 a 1, Boter per kop f0,70 a 0,70, Kip
eieren f3 a 3,50. Eendeieren f3 per 100.
Hoorn, 24 Mei. Aangevoerd Tarwe f 6,25
a 8, Gerst f4,75 a 6, Haver f3,75 a 4.50,
Witte Erwten f9,50 a 11, Groene dito f 10
a 12, Grauwe dito fll a 14, Vale dito f 10,50
a 13, Bruine Boonen f 7,25 a 11, Karweizaad
f 10 a 10,50, Mosterdzaad f 18 a 18,50, 29
Paarden f 60 a 300, 12 Koeien f 180 a 280,
386 Schapen f28 a 38, 377 Lammeren f 14
a 18, 29 Kalveren f 14 a 28, 84 Varkens f 10
a 24, 130 Biggen f5 a 10, 3000 Kipeieren
f3 a 3,50 per 100, 1500 koppen Boter f 0,60
a 0,65 per kop.
Petroleum-Noteering van A. KLIK.
Amerik. Petroleum f9.25 per 100 KG
zonder verbinding
Visscherijberichten.
Nieuwediep, 24 Mei. Aangebracht van Texe
laars en vletten te zamen 700 roggen p. st. 40
a 45 cent.
Van Wieringen 6-tal geep per tal f 18.
22.000 ansjovis per 1000 f 3.50.
47 korders met 20 tot 150 groote tongen
p. st. 40 a 45 eent, 10 tot 100 middelm. ton
gen p. st. 20 cent, 2 tarbotten p. st. f 7 a 8,
1 tot 3 mand kleine schol per mand f 3.50,
1 tot 2 mand schar p. m. f 4, 1 tot 10 rog
gen per stuk 45 cent.
26 Mei. Van vletten 220 roggen p. st. 50 a
55 cent.
27Meiv.m. 8 u. Van vletten 225 roggen per
stuk 50 a 55 cent.
333a" Staats-Loterij.
5e klasse— 8e lijst.
No. 1293. 4114,9611, 17484, 19207, 20895
f1000. No. 549, 6858, 10101, 16443, 16530,
f400. No. 633, 15417, 19714 f200. No. 938,
3287, 4044, 4557, 6011, 7338, 7365, 10669,
14567, 18143, 19319, 20201 f 100.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Van 23 tot 27 Mei.
ONDERTROUWD: A. Rietvelt, timmerman,
en D- Weel.
GETROUWD: Geene.
BEVALLEN: A. M. Hoogerwerf, geb. Ruh
land, d. A-. M. van Rijswijk, geb. Strikker, z.
M. Kramer, geb. Van Pelt, z. J. Gerritsen, geb.
Pormer, d. W. E. Sandijck, geb. Van der Wolfc,
z. J. La veil, geb. De Ruyter, d. C. J. Kuijper,
geb. 81eiboom, d. C. Dienaar, geb. Muije, z. E.
Scbönlau, geb. Hagen, d.
OVERLEDENM. de Boer, geb. Schuurman,
84 jaren. E. J. Pluijmers, 3 maanden. A. W.
Wiersma, 14 maanden.
POLITIE.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Adres Bureau II1 notitie-boekje.
Adres Bureau 1: 1 pak scherpe patronen.
Adres: J. COLLET, 2e Vroonstr. 99,
1 bos sleutels.
Vervolg der Berichten.
Naar wij vernemen heeft zich de zaak
van het doodgaan van een aantal boomen
in het plantsoen aan den Stationsweg reeds
opgehelderd. De oorzaak is gelegen in de
aanwezigheid van gasbuizen in den grond
aldaar en van moedwillige beschadiging
is dus in 't geheel geen sprake., 't Is
evenwel zeer te bejammeren, dat het ge
boomte aldaar zoozeer is geschonden. En
de bewoners van het nabijgelegen perceel
hebben daarover wel het meest te klagen,
daar de verstorven stammen wel kunnen
worden weggenomen, doch vooreerst nog
geene voldoende plaatsvervangers zullen
hebben.
Bij de Herv. Gemeente alhier is tot
predikant beroepen Ds. T. B. Granpré Mo
lière O. I. predikant met verlof.
Zr. Ms. opleidings-korvet «Nautilus,"
kwam Zaterdagmorgen alhier in de haven,
komende uit de Noordzee. Aan boord van dien
bodem zullen hier eenige adelborsten le kl.
embarkeeren.
De heer F. C. H. Schlamilch, pre
sident en eerste voorturner der Gymnastiek-
en Exercitie-Vereeniging »Pro Patria"
alhier, genoot dezer dagen de onderschei
ding, benoemd te worden tot jurylid bij
de groote Bonds-uitvoering van het Neder-
laudsch Gymnastiek-verbond, in Augustus
e. k. te Breda te houden.
De heer Gust. Buhse geeft in een
bij de H. en N.-Courant ingezonden stuk
't denkbeeld aan de hand onze gemeente
te verfraaien door, hoofdzakelijk langs den
Huisduinerweg, maar toch ook op andere
plaatsen, boomen te planten. Voorzeker
zouden de omstreken daardoor verfraaid
worden en meer tot een bezoek van vreem
delingen uitlokken, wajmeer de omgeving
minder kaal was. Dat boomen hier kun
nen groeien heeft de ondervinding geleerd
en behoefde reeds lang te voren aan des
kundigen niet bewezen te worden. De
heer B. wenscht een bond op te richten
tot verfraaing der gemeente, waarvan men
lid zou kunnen worden tegen betaling
van fl per jaar en noodigt belangstel
lenden, die hierin eensgezind met hem
denken, uit ten zijnen huize op eendaar-
toe ingerichte lijst te teekenen.
We kunnen onze adhaesie aan dat plan
niet onthouden en wekken daarom gaarne
tot deelneming op.
Kijkjes op den zeebodem!
Wegens de doorschijnendheid van het zee
water gebeurt het tegenwoordig niet zelden,
dat men in de haven van het Nieuwediep,
den bodem hier en daar kan zien. 't Is vaak
interessant het woelen en krioelen van vis-
schen en andere waterbewoners daar in de
diepte gade te slaan.
Dezer dagen kon men op een diepte van
ongeveer 21 voet, niet slechts de vischjes langs
den bodem zich zien voortbewegen, maar zelfs
de schelpjes op den grond waarnemen.
Ongeveer 70 jaren geleden bepaalde zich
dc bebouwde kom der gemeente Helder tot
het gedeelte, thans door jden naam «de oude
Helder" aangeduid. Sedert is aangebouwd het
veel grootere deel, gelegen ten Oosten en
Zuidoosten van het Westplein. Al de gebou
wen in het nieuwe gedeelte der gemeente zijn
geplaatst op gronden, die vroeger onbebouwd
waren, en die, weinig beschermd door de
toenmaals zeer onvoldoende bedijking, vaak
door het zeewater werden overstroomd. Er
zou bij het graven in den grond daar ter
plaatse al heel weinig kans zijn, dat er kost
baarheden zouden gevonden worden. Er heb
ben daar in ouden tijd nimmer menschen ge
woond. Anders kon het zijn in den ouden
Helder, waar sedert het begin der 16de eeuw
niet onbelangrijke gebeurtenissen hebben plaats
gehad, waar een bevolking zieh bewoog, die
gedeeld heeft in al het lief en leed, dat ons
vaderland in don loop der tijden overkwam.
't Zou mogelijk zijn, dat bij het slechten
van oude gebouwen het een en ander ont
dekt werd, in oude tijden daar onder den
grond verborgen. Niet zoo heel vreemd klonk
het daarom velen in 't oor, toen dezer dagen
verhaald werd, dat, bij de amotie van een
zeer oud huis in de Middenstraat, nabij de
Kromme-Elleboogsteeg, een som [gelds (f 5000)
in den grond was gevonden, 't Blijkt thans,
dat van het verhaal niets waar is, en dat er
dus geen aanleiding bestaat om, bij uitzicht
op meerdere zulke verborgen schatten, zich
op het doorzoeken van den grond toe te leg
gen. Het ambt van schatgraver vraagt hier
alsnog geene beoefenaars. Doch wellicht sluit
dit gerucht zich aan bij den leerzamen in
houd van Gellert's bekende fabel, dat het
doelt op een nuttig, een oordeelkundig gebruik
maken van den grond, die, ook zonder gra
ven naar goud, schatten kan voortbrengen.
Personen, geboren in bet jaar 1865
wordt herinnerd, dat zij zich nog deze
week voor de Schutterij aan het Raadhuis
alhier moeten aanmelden. Bij verzuim
hiervan wordende nalatigen ingedeeld
zonder loting en voor den tijd van vijf
jaren.
In »De Echo" van 17 Mei kwam
een artikel voor, waarin de luitenant ter
zee le kl. S. T. Land, lid van de Tweede
Kamer, op krachtige wijze protesteert tegen
de willekeurige handelwijze van den com
mandant van het torpedoschip »Marnix,"
die het den gehuwden onderofficieren van
rijkswege toekomend rantsoen inhoudt,
wanneer de mannen aan wal bij vrouw en
kind gaan eten.
Naar aanleiding hiervan meldt een der
schepelingen van het wachtschip te Nieuwe
diep aan de »Echo," dat de commandant,
zoodra genoemd artikel was verschenen,
alle onderofficieren tot zich riep en o. a.
zeide»dat schrijven in de couranten zal
ik jelui wel afleeren; ik heb oogluikend
toegestaan, dat jelui het rantsoen mee
naar huis neemt, maar nu je slapende
honden wakker maakt, zal ik hem ten
strengste met provoost of degradatie straf
fen, die voortaan zijn rantsoen medeneemt."
In de door ons vermelde uitspraak van
de Arr. Rechtbank te Alkmaar op 20
Mei 11., in ons vorig nommer, staatA.
H., te Texel, diefstal, 1 maand gevan
genisstraf dit is onjuist, en moet zijn
v r ij g esproken.
Het in het Marinedok te Amsterdam
liggende oude afgekeurde houten stoomschip
Prinses Marie" zal binnenkort worden
verkocht. Dit schip werd in 1858 op de
Landswerf te Willemsoord op stapel gezet.
Een handelaar uit Sneek, die met
een Duitscher had gecontracteerd voor de
levering van Friesche natuurboter, heeft,
in plaats daarvan, geruimen tijd marga-
rineboter, verpakt in Friesche botervaten,
afgeleverd. De Duitscher heeft een aan
klacht bij de justitie ingediend en de Snee-
ker koopman heeft voor den rechter-com-
missaris te Leeuwarden reeds een volle
dige bekentenis afgelegd.
Bij de Holl. IJzeren Spoorw. Mij.
is een nieuw abonnements-systeem inge
voerd van een abonnement 1ste kl. op de
hoofdlijnen en 2e kl. op hare lokaalspoor
wegen, geldig over een geheel jaar op al
die lijnen, tegen betaling van f500 in
eens. Het reisbiljet bevat aan de ach
terzijde een photographisch portret van den
houder.
Eenige Scheveningsche matrozen
zijn thans vertrokken naar Engeland,
om voor de rechtbank te Yarmouth ge
tuigenis af te leggen tegen den schipper
en den reeder van de smak Dountless, van
Lowestoft, welke in November van het
vorige jaar de netten vernielde van een
Nederlandsch vissehersschip.
Is het jaar 1889 in vele opzichten
een goed jaar geweest voor den landman,
1890 zal, met het oog op den gunstigen
stand der veldgewassen en de gunstige
weersgesteldheid, een niet minder voor-
deeligen oogst opleveren.
Terwijl de haver reeds schoon is opge
schoten, staat de rogge prachtig te velde,
heeft lang stroo en draagt zware aren.
De vroege aardappelen beloven een flink
beschot, en de late komen reeds goed op.
Polders en uiterwaarden zien er welig uit,
en bet vee, dat volop te grazen heeft,
loopt tot aan de knieën in het malsche
gras. De vruchtboomen geven geen uit
zicht op een goeden uitslag immers pruim
en pereboomen dragen weinig vrucht en
de appels zijn meest door de rupsen ver
nield. Tuinvruchten als doperwten, peul
tjes, boonen, enz. staan schoon. Op vele
plaatsen is men reeds bezig met houtschil-
len. Men besteedt voor schors per 500
KG. f25 a f28 en voor het akkermaals
hout f7 a f7.50 per vim van 104 bos.
De influenza, die te. Padang-Pand-
jang zulke groote verhoudingen heeft aan
genomen, doet zich sedert eenige dagen
ook te Padang gelden, niet slechts
onder de troepen van het garnizoen, doch
ook onder de Europeesche ingezetenen en
de inlandsche bevolking. De ziekte is
echter van een goedaardig karakter en
verloopt meestal binnen drie tot vier dagen
in een schier volkomen herstel.
Uit Brussel is een oproeping gezon
den aan het volk van Duitschland, Enge
land, Noord-en Zuid-Nederland, om den
vijfenzeventigsten verjaardag van den Slag
bij Waterloo (18 Juni) te vieren door
een bezoek aan dien gedenkwaardigen
veldslag, evenals daar 25 jaren geleden
op den 50sten gedenkdag werd gebracht.
Leden van letterkundige, tooneel- mu
ziek- en zangvereenigingen enz die aan
den plechtigen optocht naar Waterloo (22
Juni a. s. wensehen deel te nemen, moe
ten zich vóór 12 TTuni, e. k. aanmelden
bij den Heer A. Schamelhout, lid der „in-
richtings-commissie", Troonstraat 16, te
Brussel.
De stoomboot „Telegraaf" bracht
oulangs bij aankomst te Antwerpen een
vrouw mee, die te Rotterdam aan boord
gesprongen was op het oogenblik toen de
boot vertrok en men niet meer ophouden
kon om haar weder aan wal te zetten.
De vrouw, die zich onderweg zeer zon
derling gedroeg, werd te Antwerpen naar
het gasthuis gebracht, waar zij bevonden
werd aan ijlende koorts te lijden.
Volgens het „Handelsblad van Ant
werpen" is de arme vrouw Mej. G. L.
uit Amsterdam, waar zij bij haren zoon
in de Warmoesstraat, woont.
Vele inwoners van Spandau ontvin
gen dezer dagen tot hunne verwondering
brieven, welke uit 1880 dagteekenden. Dat
die brieven zoolang onderweg waren ge
weest, lag daaraan, dat tien jaren geleden
een aantal brieven in den postwagen on
der den houten vloer waren gegleden en
eerst thans, bij de vernieuwing van dien
vloer, teruggevonden werden.
Een vijftienjarig meisje te Genua
is plotseling gestorven van vreugde bij
het wederzien van haar broer, die onschul
dig verdacht was deel uit te maken van
een misdadigersbende en van wiens vrij
spraak zij onkundig was gebleven tot hij
zich plotseling aan haar vertoonde.
Volgens een Engelsche statistiek
van de menschenlevens, welke op de han
dels- en visschersvloot verloren gingen,
zijn in 10 jaren 30,000 menschen op zee
omgekomen. Het hoogste jaarcijfer 3512
is dat van 1882; het laagste 2071
dat van 1888.
Aan boord van het stoomschip »Sa-
maria", van de Cunardlijn, kwam dezer
dagen te Queenstown (Ierland) een Zweed-
sche vrouw aan, die te Liverpool was
scheepgegaan om zich naar Boston te be
geven, maar die daar niet aan land mocht
gaan omdat zij bevonden werd aan me-
laatschheid te lijden. Zij bleef nu te Bos
ton in quarantaine, totdat de »Samaria"
de terugreis aanvaardde, en zij werd aan
boord van het schip streng afgezonderd
gehouden van bemanning en passagiers.
Men zal haar nu naar Zweden terugzenden.
Het afscheid tusschen de arme vrouw en
haar man en kinderen, die zij te Boston
moest laten, was hartroerend, naar de pas
sagiers der Samaria" verhalen.
De ramp te Thurse. Omtrent dit
treurige ongeluk wordt nog gemeld, dat
de boot, die de slachtoffers over de rivier
moest brengen, nauwelijks groot genoeg
voor 30 personen was.
Frans Szogalla, de veerkriecht, had er
echter reeds 50 mee overgezet, zonder dat
er ongelukken bij voorvielen bij den laat-
sten tocht liet hij er allen, die nog over
gezet moesten worden, te getale van 51,
waarvan de meeste kinderen van 13 a 14
jaren, in plaats nemen. Aanvankelijk ging
alles goed, tot men het midden van den
stroom genaderd was, waar de tot zinkens
toe geladen boot water in kreeg. Ver
schrikt vlogen al de passagiers op, met
het noodlottig gevolg, dat de boot omkan
telde en allen in den stroom terecht kwa
men. De meisjes klemden zich aan elkan
der vast, of trachtten nog de boot te grij
pen. Men kan zich de wanhoop voorstel
len van de weinige personen, die op den
wal verzameld waren, en die een voor een
de ongelukkige kinderen in de diepte za-
fen verdwijnen, zonder hulp te kunnen
ieden. Een moeder, die het lijk van haar
dochtertje zag dry ven, sprong in den Oder.
Anderen knielden neder, om een gebed ten
hemel te zenden. De hardroerendste angst
kreten werden vernomen.
Er ontbreken nog 29 lijken de rivier
is op die plaats zeer diep. De geestelijke,
Perschke, die van Slawikau kwam, waar
hij een zieke de laatste sacramenten had
toegediend, trachtte de wanhopigen tot
bedaren te brengen, en bad geknield voor
de zielen der verongelukten.
Thans zijn honderden mannen, vrouwen,
grijsaards en kinderen in den stroom aan
het dreggen. Met moeite konden de gen
darmen den veerkneclit Szogalla tegen de
aanvallen der woedende menigte bescher
men, die hem wilde lynchen.
Een brutale roofaanval is dezer da
gen te Tisza-Bid gepleegd. Uit Pest wor
den daaromtrent de volgende bijzonderhe
den bericht. De gewezen rechter Kornis
zat op zijn kasteel 's avondste 10 uren, bij
zijn vrouw in de eetkamer, toen twee man
nen met zwartgemaakte gezichten bin
nen snelden en hem 'aanvielen. Hij bleef
bedaard, pakte de kerels in hun kraag en
wierp hen de deur uit. Maar toen hij
daar nog vier gewapende mannen vond,
zwichtte hij voor de overmacht en vol
deed aan hun verzoek, hun al het geld te
geven dat hij in huis had. Hij bracht
hen naar zijn studeerkamer en gaf hun
f1500 in bankpapier. „Wij willen meer
geld, hondriep een der roovers, „wij
weten, dat je nog f 100,000 in hnis hebt".
„Dat was verleden week," antwoord
de Kornis, „Maar dezer dagen heb ik
voor die som een landgoed gekocht."
Na kort beraad stelden de roovers zich
daarmee tevreden. Een van hen rukte
Kornis zijn gouden horloge uit den zak,
maar bij gaf het, toen hij hoorde dat het
een dierbaar aandenken was, grootmoe-
diglijk terug,
Daarna sloten de roovers Kornis op in
zijn vertrek en keerden terug naar de eet
kamer, waar zij de vrouw nog vonden,
en dwongen deze, hen te brengen bij ha
ren oom, den 83 jarigen heer Dogaly, die
in den omtrek den naam van een Nabob
had. Zij trokken den grijsaard, die sinds
langen tijd ziek lag, uit zijn bed, en een
der mannen schoot hem in den mond,
zoodat hij onmiddellijk den geest gaf. De
roovers begonnen toen een ijzeren geld
kist, welke op Dogaly's kamer stond, open
te breken. Terwijl zij daarmee bezig wa
ren, gelukte het mevrouw Kornis te ont
snappen. Zij snelde naar de dienstboden-
vertrekken en maakte alarm. De roovers
namen daarop de vlucht, na eerst nog in
den blinde een paar revolverschoten ge
lost te hebben.
De roovers zijn nog niet gevat, maar
men meent hun aanvoerder op het spoor
te zijn.
Vooruitgang? Het aantal vrouwe
lijke doctoren neemt gaandeweg toe voor
al in Noord-Amerika zijn zy zeer talrijk
en wordt haar aantal op circu 3000 ge
schat, waarvan 450 in New-York, 580 in
Brooklyn, 460 in Philadelphia, enz. In
Londen practiseeren 70, in Edinburg 5 en
in Dublin 2 vrouwelijke doctoren. In Italië
zijn er 6, waaronder een in Turin, die lijf-
arts der koningin is, terwijl ook de koningin
van Rumenië een vrouwelijke lijfarts heeft.
In Oostenrijk, waar het tot dusverre
aan vrouwen verboden was geneeskundige
praktijk uit te oefenen, is onlangs aan
mev. Kerschbaumen door den keizer ver
gunning verleend in de oo gkeelkunde te
practiseeren, Mev. Kerschbaumen is Rus
sin van geboorte en was een der eerste
dames, die te Bern studeerde en promo
veerde zij is gehuwd met een Oosten
rijk sch geneesheer.
Heldersche Moppen.
EEN LASTIG GEVAL.
„Dat is me ook een geschiedenis bjj de
Jansens
„Wat dan
„Ze zijn een van de tweelingen kwijt 1"
„Een toestand Welken
,.Ja, dat is juist het slimsteze lijken zoo
op elkaar, dat niemand weet wie van beiden
't is."
O
GOED BEDACHT.
„Zal je me niet vergeten, vrouwtjeals ik
soms van je mocht worden weggenomen
„Nooit, manliefEn wat meer zegtik zal
je altijd aan myn tweeden tot voorbeeld stel
len
o
DE NAASTE WEG.
Charles. Ik aanbid u, Elize, doch helaas
ik ben arm. Maar ik heb een schatrijken
oom, van wien ik eenmaal
Elize. Is hij getrouwd
Charles. Neen lieve, gelukkig niet.
Elize. Breng „mij" dan met hem in ken
nis dat is veel eenvoudiger.
o
OOK EEN DECLARATIE.
Soldaat. Och, Bet, als je eens wist, wat
ik gevoelhoe ik me tot je aangetrokken
voel ik heb wat op men hart, dat ik je
graag zou zeggen.
Keukenmeid. Nou, jongen, zeg jij het
maar gerustje weet dat ik je goed lijden
mag.
Soldaat. Ja, maar zal je niet boos wor
den als ik
Keukenmeid. Wees niet zoo eenkennig,
zeg 't maar.
Soldaat. Ik ik heb zoo'n honger.