't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1805. Woensdag 4 Juni 1800. Achttiende Jaargang. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Ad.vortentLën NIEUWSTIJDINGEN. 't Verfraaiingsplan. A"bonn©m©nt per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. 3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 Buresux: SPOORSTRAAT en ZUiDSTRAAT. van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd_z\jrn_ HELDER, 3 Juni 1890. De offerbussen, in den vorm van reddingsbooten, door 't Bestuur van het Heldersche Fonds tot het verleenen van on dersteuning ter aanmoediging van redders van Schipbreukelingenhier en elders geplaatst, zijn vrij algemeen bekend. Men treft die bussen aan in onderscheidene kantoren, Sociëteiten en Café's. Dezer dagen is er ook een geplaatst in het Bad-Paviljoen te Huisduinen, 't Is daar, op die plek, naar 't oordeel van't Bestuur, een bij uit stek geschikte plaats, om tot het verlee nen van geldelijke bijdragen voor het Fonds aan te sporen. Aan de westzijde van het Paviljoen heeft men het uitzicht op het schijnbaar onbegrensde watervlak der Noordzee, en op de uitgestrekte zandban ken, waarop in den loop der jaren menige kiel is vergaan, in wier nabijheid zoo me nige grootsche daad van moed en men- sehenmin is volbracht, 't Is of de wind ons daar de wèlklinkende namen der be roemde menschenredders Martinus van der HamenCornelis Dito in de ooren doet klinken. In den regel bezoekt men het Bad-Paviljoen zeker niet bij storm, doch bij fraai, stil zomerweer. Toch zal men zich dan wel kunnen verbeelden, dat het daar, in de nabijheid der kust, bij fei len storm, hoogst gevaarlijk voor den zee man moet zijn. Toch kan men zich daar wel voorstellen, hoeveel moed, beleid en naastenliefde gevergd worden van de be manning eener reddingboot, die heengaat naar de gevaarlijkste plekken, om arme schipbreukelingen in den bulderenden storm aan de klauwen van den dood te outruk- ken. En terwijl men vervuld is van er kentelijkheid, bij de bewustheid, dat er aan onze kust steeds kloeke menschlievende mannen gevonden worden, die hun leven willen wagen, ten einde in doodsgevaar verkeerende schepelingen te redden kun nen we ons heel licht voorstellen, dat me nigeen in zijn beurs zal tasten, om daar, op de plek, die aan tal van heldendaden onzer dappere menschenredders herinnert, een grooter of kleiner geldstuk in de of ferbus te doen glijden. We zullen tot het Bestuur van het Fonds de uitnoodiging richten, om aan 't einde van het bad-seizoen de opbrengst der bus, op 't Bad-Paviljoen geplaatst, afzonderlijk te vermelden. Niet waar, lezeressen en lezers, we willen bij voorkomende gele genheid toonen te weten, dat er op het Bad-Paviljoen te Huisduinen een bus is te vinden voor het Heldersche Reddings fonds Heden ia het de 50ste verjaardag van de stichting der Christelijke Gereformeerde ge meente alhier, 't Ontstaan dier gemeente was een gevolg van de kerkelijke beweging, welke in onderscheidene deelen des lands, tnsschen de jaren 1880 en 1840, viel op te merken en veroorzaakt werd door veler ongezindheid om mede te gaan met het loslaten der oude Belijdenisschriften van de Nederl. Herv. kerk. Aanvankelijk kwam men hier in de woningen van gelijkgezinden bijeen, doch toen hun getal grooter werd, kwamen zij in strijd met de toenmalige, zeer bekrompene bepalingen der Rijkswet, die samenkomsten van meer dan 19 personen verbood. Herhaaldelijk werden de z. g, Afgescheidenen door hunne me deburgers verontrust en mishandeld, en door 't openbaar gezag uiteengedreven. Zelfs werden eenigen hunner door de Arrondissements-Recht- bank te Alkmaar tot een geldboete veroordeeld; Thans kan men zich znlk een toestand nauwe lijks denken. Sinds die dagen is de vrijheid van denken, gelooven en vergaderen hier te lande gelukkig ten volle verzekerd. Op den 3 Juni 1840 hebben zij, die geregeld tot onderlinge stichting samenkwamen, zich als gemeente gevestigd, onder den naam van Gere formeerde gemeente onder het kruis. De ge meente nam de belijdenisschriften der Gerefor meerde kerken in Nederland als de hare aan, namelijk de 37 Artikelen des geloofs, den Hei- delbergschen Catechismus en de 5 Hoofdstukken tegen de Remonstranten, alsmede de kerkorde van Dordrecht, der jaren 1618 en 1619. Later sloot zich de gemeente aan bij de Christelijk Afgescheidene Kerk, die in 1869 haar naam met dien van Christelijke Gereformeerde kerk ver wisselde en door den 8taat als kerkgenootschap werd erkend. Deze aansluiting bracht geen ver andering in 't vasthouden der bovengenoemde belijdenisschriften. Aanvankelijk was het bedehuis der gemeente een vroegere timmermanswerkplaats, die, door de werkzame toewijding van eenige gemeenteleden, weldra in een van binnen behoorlijk ingericht kerkgebouw werd herschapen. Later is op dezelfde plek het tegenwoordige bedehuis verrezen. Steeds nam, terwijl onderscheidene predikanten elkaar hier afwisselden, het ledental der gemeente toe. De eerste leeraar der gemeente was ds. W. C. Wüst (1840-1846). Daarop volgden ds. W. H. van Leeuwen (1846 1858), dr. J. van der Werp, (1859 1861), ds. H. Op 't Holt (1861-1864), ds. A. S. Entingh (1865-1867), ds. B. C. Felix (1867-1873), ds- J. J. De Visser (1873-1878) en ds. J. A. Klercq, die gedurende 11 jaren als herder en leeraar alhier werkzaam is. Ten blijke van de werkzaamheid der leden van deze kerkelijke gemeente, kan de volgende opgaaf dienen. In den boezem vnn deze gezindte zijn achter eenvolgens een 8 tal godsdienstige Vereenigingen gesticht, die niet weinig hebben toegebracht en nog toebrengen, om door eendrachtige samenwer king den bloei der gemeente te bevorderen. De namen dier Vereenigingen zijn: 1. Christelijke Jongelings-Vereeniging „Uw heil komt," opge richt 29 Oct. 1862; 2. Christelijke Jongedochters- Vereeniging „Lydia," opgericht 14 Februari 1870; 3. Christelijke Knapen Vereeniging „Ben jamin," afdeeling der Chr, Jongelings-Vereeniging „Uw heil komt," opgericht 25 Januari 1869; 4. Christelijke Meisjes vereeniging „Onderzoek de schriften," afdeeling der Chr. Jongedocbters- vereeniging „Lydia," opgericht 25 Janaari 1869; 5. Christelijke Zang vereeniging „Hallelnjalv' opgericht 10 Ootober 1875; 6. Zondagsschool „Breng ze tot Jezus," afdeeling der Christ. Jon- gelings-vereeniging „Uw heil komt." opgericht 5 December 1862, tellende ruim 500 leerlingen; 7. Cents-vereeniging ten bate van de School met den Bijbel, afdeeling der Chr. Jongelings-vereeni ging „Uw heil komt," opgericht 15 December 1881en 8. Christelijk Leesgezelschap „Onder zoek kweekt kennis," afdeeling der meergenoemde Jongel. Vereeniging opgericht 14 November 1882. In October 1884 werd het 50 jarig bestaan van het Kerkgenootschap in ons Vaderland in den boezem dezer gemeente door het houden van eene plechtige godsdienstoefening gevierd. Onder begunstiging van vrij goed weder had Zondagmiddag in »Tivoli" het derde zomer-concert door 't stafmuziek der K. N. Marine plaats, onder directie van den kapelmeester J. Koning. Voor 't samenstellen van 't programma maken we den directeur een compliment, want dat was uitstekend. Een zevental nummers werd uitgevoerd. Waren 't groo- tendeels bekenden, ze werden met genoe gen gehoord. No. 2, »Nachklange von Ossian", van Niels Gade, verdient door de meesterlijke opvoering een woord van bijzondere vermelding, alsmede Zwei Lie- der", waarinde trombonistWernecke toonde zijn instrument volkomen machtig te zijn. Ook de nos 4 en 5 boden een zeer gewaar deerd muzikaal genot aan. Was de opkomst in den aanvang niet groot, dat verbeterde later. Te Delfzijl is door Z. M. stoomgaf- felschooner Dolfijn", binnengebracht een Engelsch visschersvaartuig, waarmee is ge- vischt in water, waarin geene vreemde visschers hunne netten mogen uitwerpen. Vrijdagavond arriveerden te Amster dam van Manchester 12 stuks locomotie ven voor de lijn AmsterdamOberhausen en die bestemd zijn voor de zoogenaamde bliksemtreinen. De conducteurs zullen, gelijk men weet, voortaan, inplaats van tot Emmerik, tot Oberhausen doorrijden. Met bovengenoemde machines kan men van Amsterdam naar Keulen in 4 u. 40 minuten stoomen. Vreemde verschijnselen Het had de aandacht getrokken, dat in den laatsten tijd in een zelfde werkmans familie te Leiden betrekkelijk kort na elk ander zich verschillende sterfgevallen heb ben voorgedaan. Eerst overleed een kind, daarna de man, vervolgens werd de vrouw ziek, die ter hersteldedaarna overleed van den man de moeder, die de zieken nu en dan had opgepast, vervolgens een tante en eindelijk de vader, terwijl thans een der familieleden, die telkens van elders naar Leiden voor de begrafenis van zijn vader, broeder en verdere bloedverwanten wai overgekomen, eindelijk zelf ernstig onge steld ligt. Al die opvolgende sterfgevallen, waar van een lijk spoedig zwarte vlekjes op de borst vertoonde, bleven natuurlijk geen geheimsommigen dachten er het hunne van en de mond des volks sprak reeds van een herhaling van de vergiftigings geschiedenis van vrouw Van der Linden nu ongeveer zes jaren geleden. Een ingesteld onderzoek heeft echter aan het licht gebracht, dat men hier te doen heeft met verschillende gevallen, on der welke de influenza zich vertoont, dat wederom het bewijs is geleverd, dat deze ziekte wel degelijk besmettelijk is. Voor de rechtbank te Amsterdam stond dezer dagen terecht J. P. van den Broek, oud 23 jaren, van beroep bierbot- telaarsknecht. Hij had in de eerste maan den van dit jaar zich aan tal van zonder linge oplichterijen schuldig gemaakt. Hij bestelde namelijk bij onderscheidene ban ketbakkers taartjes en gebak of andere lekkernijen, die aan verschillende door hem opgegeven adressen moesten worden be zorgd. Hij wist dan het aldus geleverde in zijn bezit te krijgen, door zich aan de woningen te vervoegen met de boodschap, dat de dingen bij vergissing aan een ver keerd adres waren bezorgd. De beklaagde verklaarde wel eens taar tjes aan zijn vader en zijn meisje gege ven te hebben, doch „zich zeiven de be lofte te hebben gedaan" niet te zullen zeggen aan wie hij de talrijke lekkernij en heeft gegeven. Hij heeft reeds eenige veroordeelingen al wat ondergaan en ziet er alles behalve een taartjesliefhebber uit. De ledige doozen en zakjes werden in den regel door hem weggeworpen of op een stoep neergezet. Na het hooren van een groot aantal getuigen, eischte het O. M. zijne veroor deeling tot een jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. L. S. Boas, opperde de vraag der toerekenbaarheid, ook met het oog op den aard van het misdrijf. Hij meende dat beklaagde in allen gevalle be hoorde vrijgesproken te worden, omdat in de dagvaarding verzuimd is de vermelding dat het misdrijf is gepleegd om zich „of een ander" wederrechtelijk te bevoordee- len, zooals in art. 326 W. v. S. staat vermeld. Ingezonden. Met belangstelling werd door mij, en voor zeker door vele ingezetenen, het plan begroet, dat de heer Buhse ontworpen heeft, om, door de stichting eener vereeniging, te komen tot verfraaiing der gemeente, 't Plan verdient in *roote mate de medewerking van zeer velen. Er is hier zeer veel te doen om de plaats on zer inwoning een beter aanzien te geven, zoo wel door wegruiming van vuile plekken als door aanplanting van groen langs pleinen en wegen. Al te weinig is er tot nog toe aan ;edacht, dat deze gemeente, om de inrichtingen voor Leger en Vloot die men er vindt, een bezoek van den vreemdeling ten volle waar dig is. De schoone ligging aan drie zijden wordt de stad door de zee bespoeld is mede opmerkenswaardig. Wanneer nu de in gezetenen bevendien nog toonen er prijs op te stellen, dat de gemeente een schoon uiterlijk heeft, dan kan het niet uitblijven, of deze plaats, waar in den zomer toch al heel wat vreemde lingen kernen, zal meer en meer bezoekers trekken. Een verbeterde inrichting en eene uitbreiding van het badhuis, een beharding van den weg er heen een en ander zal er ze ker toe bijdragen om de belangstelling in de ze plek des lands te doen vermeerderen. Heel licht, dat de eigenaars van perceelen in deze gemeente zich dan ook zullen opgewekt en aangespoord gevoelen om, wat meer dan tot nog toe, bij voorkomende verbouwingen de schoonheidsleer te huldigen. Van goeden smaak en van bouwstyl getuigen onzer wonin gen over het geheel niet. En als dan de in gezetenen zeiven willen medewerken om rein heid en zindelijkheid op en achter hunne er ven te bevorderen, dan kan het uiterlijk van de plaats onzer inwoning heel wat verbeterd worden. Neringdoende ingezetenen mogen in deze wel bedenken hoeveel belang velen hun ner er by hebben, dat het plan, door den heer B. ontwikkeld, ten uitvoer worde gebracht. Door de aanzienlijke voordeelen, die de ge- meete Helder voorheen uit de drukke scheep vaart-beweging trok, heeft men er weinig op gelet of ook nog andere vreemdelingen dan zeevarenden hunne schreden naar hier richtten. Zulke bezoekers zijn echter zeer voordeeli^ en het is in 't geheel niet van belang ont bloot, ook hier het vreemdeling-verkeer te be vorderen. Dit zou ook meer moeten geschie den door het organiseeren van feestelijkheden, het houden van groote vergaderingen en het uitsschrijven van wedstrijden. In het kleine Schagen weet men daarvan al aardig partij te trekken. Men lokt er tal van bezoekers heen. en winkeliers en koffiehuis- en hotelhouders profiteeren er van door het grootere vertier. Daar heeft men behalve het ieder jaar druk bezochte volksfeest (harddraverij en vuurwerk) in enkele jaren gehad een groot landbouwfeest met tenstoonstelling, een turn-concours en een zangersfeest. Hier kan men by uitsluiting bo gen op de kermis, die evenwel, het moet er kend worden, toch nog tal van bezoekers uit den omtrek tot een bezoek uitlokt. 't Bovenstaande bevat heel licht 't een en ander, dat de behartiging vei'dient. De over tuiging, dat, hetgeen de heer B. met zijne te stichten Vereeniging wil, strekken kan tot bevordering van de belangen dezer gemeente, worde er door versterkt en bevestigd. Helder, 31 Mei '90K. Vereeninin»' ter bevordering van de NederlandscUe Visscherij. Vervolg op de korte mededeelingen in ons vorig nommer betreffende de -4e algemeene vis scherij vergadering in het fraai gelegen .Hotel Ponsen", te Dordrecht, gehouden op Woensdag 23 Mei. De Voorzitter, de heer T. A. O. de Ridder, opende ten elf ure de vergadering van afge vaardigden en belangstellenden, uit vele oorden van ons land, thans in het grijze Dort, bijeen om 't hoor en wederhoor te vernemen van het geen den bloei van dezen gewichtigen tak van bedrijf zou kunnen bevestigen en uitbreiden. Allereerst hulde brengende aan den bescherm heer Z. M. onzen Koning, de Koningin en het Prinsesje, schetste spreker het doel en de werk zaamheid in den afgeloopen tijdkring volbracht, zoowel als de resultaten, van Ministers verkre gen, ter wegneming van grieven of hinderpalen. Voortgaande op dien weg en gesteund door toetreding van nieuwe leden en donateurs, zou do Vereeniging meer en meer in staat worden gesteld in het belang der Ned. Visscherij werk zaam te zijn. Uit het verslag van den Secretaris, den heer A. D. Vijgh, blijkt dat de toestand der ver eeniging over het algemeen gunstig is. Het aantal donateurs is vermeerderd tot 15, het le dental bedraagt 684 dat de afdeeling Ymuiden is ontbonden, maar een blijvend correspondentschap aldaar is gevestigd. Evenzoo is ontbonden de afdee ling Texel, om rede volgens deze, dat ze niet genoeg medewerking van de Vereeniging on dervonden had. Het hoofdbestuur doet opmerken, dat eene commissie, op verzoek, bereid is bevonden om naar Texel te gaan, ten einde den mogelijken aanleg van eene haven te onderzoekendat do afdeeling het bezoek der commissie ver daagd heeften dat daarna plotseling het be sluit der ontbinding van de afdeeling ter ken nis werd gebracht. Dit acht het hoofdbestuur onbegrijpelijk. Verder vernemen we, voor dit Noorden niet zonder belang, dat het eiland Marken een draailicht verkrijgt en dat het station Ymui den is opgenomen in het buitenlandsch recht- streekschijl-en vrachtgoederentarief, bij verzen ding van visch in iedere hoeveelheid. Een fout in het vorig jaarverslag«dat de heer C. D. Zur Muhlen zou gezegd hebben dat het Politietoezicht op de Noordzee te wenschen overliet, werd door den Secretaris gerehabi liteerd. Alleerst aan de orde, na het uitgebreid ver slag van den Secretaris, is het voorstel, punt VII, van het hoofdbestuur, om den Minister te verzoeken publiciteit te doen geven aan de journalen der oorlogsschepen, belast met het politietoezicht op de Noordzee, en de wensche- lijkheid van op ieder dergelijk dienstdoend schip een ervaren visscher als loods aan te stellen, ten einde den Commandant de juiste plaats aan te wijzen, waar zich de vloot op houdt. De heer J. W. J. van Harwegen den Breems, Lid van 't Hoofbestuur, brengt op dit voorstel «en uitvoerig rapport ter toelich ting uit, dat in 't algemeen aan de werkzaam heid der schepen, met het toezicht belast, wei nig hulde brengt. Van de 1800 circulaires, in 1888 en 89 aan schippers verzonden ter beantwoording van de vraag waar en wanneer de oorlogschepen door hen gezien zijn, kwamen 254 antwoorden invan deze hadden 125 in geen enkel geval een schip gezien, de overige eenmaal, ook enkele twee en driemaal. Dit laatste gaf den Heer van Lidt de Jeude aan leiding tot de niet onjuiste opmerking, dat daarom het rapport zeer negatief was, dat: daar één schip iets gezien heeft, het niet zien door tien of meer onbewezen laat. Volgens den heer S. W. Stooker, afgevaardigde van de afdeeling Helder, was de betrouwbaarheid der verklaringen van visschers niet altijd zonder twijfel en wist hij te verzekeren, dat meermalen door Commandanten informatiën was gedaan bij vischhandelaars, waar zich de vloot kon bevinden. Na eenige discussiën, welke de algemeene toestand als ongunstig kenschetste wordt het voorstel gewijzigd in dier voege, dat onder «publiciteit der journalen" alleen begrepen zal worden de publiciteit om trent het nummer der geziene schuiten en de data; dat «loods" veranderd wordt in wgids", en er nog gewezen zal worden op de wen- achelijkheid, dat de schepen belast met het politietoezicht zich vooral doen zien in de maanden Sept., Oct. en Nov., wat de haring- visscherij betreft; en ook zooveel mogelijk gedurende de wintermaanden, met het oog op het politietoezicht over het beug-visschen. Voorstel VIII van Scheveningen betreft, dat pogingen worden aangewend bij den Gemeen teraad van 's Hage ter verkrijging van een visschershaven en IX verbetering te brengen tegen de misbruiken die bestaan bij de nale ving der bepalingen betreffende het vinden van netten en het aanbrengen in en uit zee. Uit de discussiën omtrent dit laatste blykt, dat bij de visschers niet altijd denkbeelden heerschen, die strooken met het begrip van «brave visscherman." De afgevaardigde van Ierseke was niet tegenwoordig, waarom voorstel X niet werd behandeld. De punten door de afdeeling Volendam ter behandeling voorgedragen, zullen evenals de voorgaande door het Hoofdbestuur onderzocht of krachtig ondersteund worden. Het betreft voor deze afdeeling een locaalspoorlijntje van Edam tot Volendam, doorgetrokken van de ontworpen lijn KwadijkEdam, en zij acht het wenschelijk, dat ook niet visschersvaar- tuigen van nommers worden voorzien, om dat het onbillijk is met het oog op plaats ge had hebbende overzeilingen, dat visschers vaar tuigen geen onderscheidingsteeken bezitten. Ten laatste de herhaling van den uitgedrukten wensch, dat een wrak, dat in de Koerslijn der schepen ligt, op de Zuiderzee, weggeruimd zal worden. Het voorstel van den Afdeeling Helder ge noemd onder No. XH is a. De afdeeling den Helder aeht het wen schelijk dat de directie van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-maatschappij besluite, ver- «che visch vanaf het station den Helder als ijlgoed te verzenden met alle treinen naar alle stations van het Nederlandsche spoorwegnet en dat de visch geadresseerd moge worden aan wie ook, hetzij aan particulier of firma. b. Dat de versche visch, bestemd voor Duitschland via Amsterdam, van het station den Helder naar Amsterdam vervoerd worde per, H. IJ. S. M. met wittten vrachtbrief als ijlgoed tegen vrachtgoederen-tarief, en dit wel met het oog op de Duitsche coueurrentie. c. De afdeeling Den Helder acht het in het belang der visschery op de Noordzee hoogst noodzakelijk, dat de zwarte mijlton, gelegen aan de Hors, 150 meter verder uit den wal worde gelegd. De voorstellen dezer afdeeling, nader aan geduid door a, b, c, worden door den heer S. W. Stooker toegelicht. Het is een erkend ongerief niet alleen, maar ook een onrecht, dat deze belangrijke zeevisch- plaats mindere voorrechten erlangt dan andere zustersteden of plaatsen. Hier toch is de han delaar aan bepalingen onderworpen, wel ke hem de concurrentie met het buiten land op schadelijke wijze bemoeielijkt, en zelfs in het binnenland bij vischplaatsen van minder omvang, ten achter stelt. Een toestand als deze in een handelsplaats, waar in het jaar 1889 voor f 384,118.54 in openbaren afslag werd geveild, acht hij ter verbetering nood zakelijk. Besloten wordt, na eenige discussie, dat het hoofdbestuur zich punt a zal aantrekken. Aangaande punt b wijst de afgevaardigde van Den Helder op eenige Duitsche maatschap pijen, die faciliteiten toekennen aan het visch- vervoer in Duitschland. De H. IJ. S. M. heeft zich wel aan deze zaak gelegen laten liggen wat de Zuid-Hollandsche plaatsen be- tieft (wat de afgevaardigde voor Scheveningen voor zyne plaats doet uitkomen). Van uit Scheveningen wordt de visch wer kelijk verzonden als ijlgoed, met vracht-goe derentarief, op een wit biljet. Besloten wordt, dat het hoofdbestuur bij de H. IJ. S. M. zal aandringen om voor Den Helder dezelfde fa ciliteiten te verkrijgen. De afgevaardigden van IJmuiden en Bergen-op-Zoom verzoeken dit ook voor hunne afdeelingenwat de laat ste plaats betreft natuurlijk, het verzoek le doen aan de directie der Staatsspoorwegen. Punt c wordt zonder discussie aange nomen. Nu volgt punt XIHverbetering kustlicht. De bedoeling is rijkslichten te verkrijgen daar waar die nog door particuliere lichamen wor den onderhouden. De afd. Bruinisse, punt XIV, wenscht wijziging in de meeting van visschers- vaartuigen en eenige andere locale belangen, in het zuiden bij de oester- en mosselbanken noodzakelijk. Het bestuur zal in deze de noodige verbeteringen trachten te bewerken. De bespreking onder artikel XV om de haven van IJmuiden meer dienstbaar te ma ken voor de kustplaatsen, blijft achterwege, in afwachting der defensie-plannen, welke een kust-spoorweg beoogen. Over de reddingsmiddelen bij schipbreuken hadden eenige gedachtewisselingen plaats. Het vliegertoestel werd door een der afge vaardigden aanbevolen. De heer L. W. F. Oudenhoven wees echter op het toestel, door den heer P. C. Koning van Texel uitgevon den, waarmede reeds gunstige proeven waren genomen. Het laatste artikel van het behandelde in deze vergadering scheen wel niet het minste te zyn. Het was de plaatsbepaling waar in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1