't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1805.
Woensdag 4 Juni 1800.
Achttiende Jaargang.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Ad.vortentLën
NIEUWSTIJDINGEN.
't Verfraaiingsplan.
A"bonn©m©nt
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Buresux: SPOORSTRAAT en ZUiDSTRAAT.
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd_z\jrn_
HELDER, 3 Juni 1890.
De offerbussen, in den vorm van
reddingsbooten, door 't Bestuur van het
Heldersche Fonds tot het verleenen van on
dersteuning ter aanmoediging van redders van
Schipbreukelingenhier en elders geplaatst,
zijn vrij algemeen bekend. Men treft die
bussen aan in onderscheidene kantoren,
Sociëteiten en Café's. Dezer dagen is er
ook een geplaatst in het Bad-Paviljoen
te Huisduinen, 't Is daar, op die plek,
naar 't oordeel van't Bestuur, een bij uit
stek geschikte plaats, om tot het verlee
nen van geldelijke bijdragen voor het Fonds
aan te sporen. Aan de westzijde van het
Paviljoen heeft men het uitzicht op het
schijnbaar onbegrensde watervlak der
Noordzee, en op de uitgestrekte zandban
ken, waarop in den loop der jaren menige
kiel is vergaan, in wier nabijheid zoo me
nige grootsche daad van moed en men-
sehenmin is volbracht, 't Is of de wind
ons daar de wèlklinkende namen der be
roemde menschenredders Martinus van
der HamenCornelis Dito in de
ooren doet klinken. In den regel bezoekt
men het Bad-Paviljoen zeker niet bij storm,
doch bij fraai, stil zomerweer. Toch zal
men zich dan wel kunnen verbeelden, dat
het daar, in de nabijheid der kust, bij fei
len storm, hoogst gevaarlijk voor den zee
man moet zijn. Toch kan men zich daar
wel voorstellen, hoeveel moed, beleid en
naastenliefde gevergd worden van de be
manning eener reddingboot, die heengaat
naar de gevaarlijkste plekken, om arme
schipbreukelingen in den bulderenden storm
aan de klauwen van den dood te outruk-
ken. En terwijl men vervuld is van er
kentelijkheid, bij de bewustheid, dat er aan
onze kust steeds kloeke menschlievende
mannen gevonden worden, die hun leven
willen wagen, ten einde in doodsgevaar
verkeerende schepelingen te redden kun
nen we ons heel licht voorstellen, dat me
nigeen in zijn beurs zal tasten, om daar,
op de plek, die aan tal van heldendaden
onzer dappere menschenredders herinnert,
een grooter of kleiner geldstuk in de of
ferbus te doen glijden.
We zullen tot het Bestuur van het Fonds
de uitnoodiging richten, om aan 't einde
van het bad-seizoen de opbrengst der bus,
op 't Bad-Paviljoen geplaatst, afzonderlijk
te vermelden. Niet waar, lezeressen en
lezers, we willen bij voorkomende gele
genheid toonen te weten, dat er op het
Bad-Paviljoen te Huisduinen een bus is
te vinden voor het Heldersche Reddings
fonds
Heden ia het de 50ste verjaardag van
de stichting der Christelijke Gereformeerde ge
meente alhier, 't Ontstaan dier gemeente was
een gevolg van de kerkelijke beweging, welke in
onderscheidene deelen des lands, tnsschen de jaren
1880 en 1840, viel op te merken en veroorzaakt
werd door veler ongezindheid om mede te gaan
met het loslaten der oude Belijdenisschriften van
de Nederl. Herv. kerk. Aanvankelijk kwam men
hier in de woningen van gelijkgezinden bijeen,
doch toen hun getal grooter werd, kwamen zij
in strijd met de toenmalige, zeer bekrompene
bepalingen der Rijkswet, die samenkomsten van
meer dan 19 personen verbood. Herhaaldelijk
werden de z. g, Afgescheidenen door hunne me
deburgers verontrust en mishandeld, en door 't
openbaar gezag uiteengedreven. Zelfs werden
eenigen hunner door de Arrondissements-Recht-
bank te Alkmaar tot een geldboete veroordeeld;
Thans kan men zich znlk een toestand nauwe
lijks denken. Sinds die dagen is de vrijheid van
denken, gelooven en vergaderen hier te lande
gelukkig ten volle verzekerd.
Op den 3 Juni 1840 hebben zij, die geregeld
tot onderlinge stichting samenkwamen, zich als
gemeente gevestigd, onder den naam van Gere
formeerde gemeente onder het kruis. De ge
meente nam de belijdenisschriften der Gerefor
meerde kerken in Nederland als de hare aan,
namelijk de 37 Artikelen des geloofs, den Hei-
delbergschen Catechismus en de 5 Hoofdstukken
tegen de Remonstranten, alsmede de kerkorde
van Dordrecht, der jaren 1618 en 1619. Later
sloot zich de gemeente aan bij de Christelijk
Afgescheidene Kerk, die in 1869 haar naam met
dien van Christelijke Gereformeerde kerk ver
wisselde en door den 8taat als kerkgenootschap
werd erkend. Deze aansluiting bracht geen ver
andering in 't vasthouden der bovengenoemde
belijdenisschriften.
Aanvankelijk was het bedehuis der gemeente
een vroegere timmermanswerkplaats, die, door de
werkzame toewijding van eenige gemeenteleden,
weldra in een van binnen behoorlijk ingericht
kerkgebouw werd herschapen. Later is op dezelfde
plek het tegenwoordige bedehuis verrezen. Steeds
nam, terwijl onderscheidene predikanten elkaar
hier afwisselden, het ledental der gemeente toe.
De eerste leeraar der gemeente was ds. W. C.
Wüst (1840-1846). Daarop volgden ds. W. H.
van Leeuwen (1846 1858), dr. J. van der Werp,
(1859 1861), ds. H. Op 't Holt (1861-1864),
ds. A. S. Entingh (1865-1867), ds. B. C. Felix
(1867-1873), ds- J. J. De Visser (1873-1878) en
ds. J. A. Klercq, die gedurende 11 jaren als
herder en leeraar alhier werkzaam is.
Ten blijke van de werkzaamheid der leden
van deze kerkelijke gemeente, kan de volgende
opgaaf dienen.
In den boezem vnn deze gezindte zijn achter
eenvolgens een 8 tal godsdienstige Vereenigingen
gesticht, die niet weinig hebben toegebracht en
nog toebrengen, om door eendrachtige samenwer
king den bloei der gemeente te bevorderen. De
namen dier Vereenigingen zijn: 1. Christelijke
Jongelings-Vereeniging „Uw heil komt," opge
richt 29 Oct. 1862; 2. Christelijke Jongedochters-
Vereeniging „Lydia," opgericht 14 Februari
1870; 3. Christelijke Knapen Vereeniging „Ben
jamin," afdeeling der Chr, Jongelings-Vereeniging
„Uw heil komt," opgericht 25 Januari 1869; 4.
Christelijke Meisjes vereeniging „Onderzoek de
schriften," afdeeling der Chr. Jongedocbters-
vereeniging „Lydia," opgericht 25 Janaari 1869;
5. Christelijke Zang vereeniging „Hallelnjalv'
opgericht 10 Ootober 1875; 6. Zondagsschool
„Breng ze tot Jezus," afdeeling der Christ. Jon-
gelings-vereeniging „Uw heil komt." opgericht 5
December 1862, tellende ruim 500 leerlingen;
7. Cents-vereeniging ten bate van de School met
den Bijbel, afdeeling der Chr. Jongelings-vereeni
ging „Uw heil komt," opgericht 15 December
1881en 8. Christelijk Leesgezelschap „Onder
zoek kweekt kennis," afdeeling der meergenoemde
Jongel. Vereeniging opgericht 14 November 1882.
In October 1884 werd het 50 jarig bestaan
van het Kerkgenootschap in ons Vaderland in
den boezem dezer gemeente door het houden
van eene plechtige godsdienstoefening gevierd.
Onder begunstiging van vrij goed
weder had Zondagmiddag in »Tivoli" het
derde zomer-concert door 't stafmuziek
der K. N. Marine plaats, onder directie
van den kapelmeester J. Koning.
Voor 't samenstellen van 't programma
maken we den directeur een compliment,
want dat was uitstekend. Een zevental
nummers werd uitgevoerd. Waren 't groo-
tendeels bekenden, ze werden met genoe
gen gehoord. No. 2, »Nachklange von
Ossian", van Niels Gade, verdient door
de meesterlijke opvoering een woord van
bijzondere vermelding, alsmede Zwei Lie-
der", waarinde trombonistWernecke toonde
zijn instrument volkomen machtig te zijn.
Ook de nos 4 en 5 boden een zeer gewaar
deerd muzikaal genot aan.
Was de opkomst in den aanvang niet
groot, dat verbeterde later.
Te Delfzijl is door Z. M. stoomgaf-
felschooner Dolfijn", binnengebracht een
Engelsch visschersvaartuig, waarmee is ge-
vischt in water, waarin geene vreemde
visschers hunne netten mogen uitwerpen.
Vrijdagavond arriveerden te Amster
dam van Manchester 12 stuks locomotie
ven voor de lijn AmsterdamOberhausen
en die bestemd zijn voor de zoogenaamde
bliksemtreinen. De conducteurs zullen,
gelijk men weet, voortaan, inplaats van
tot Emmerik, tot Oberhausen doorrijden.
Met bovengenoemde machines kan men
van Amsterdam naar Keulen in 4 u. 40
minuten stoomen.
Vreemde verschijnselen
Het had de aandacht getrokken, dat in
den laatsten tijd in een zelfde werkmans
familie te Leiden betrekkelijk kort na elk
ander zich verschillende sterfgevallen heb
ben voorgedaan.
Eerst overleed een kind, daarna de man,
vervolgens werd de vrouw ziek, die
ter hersteldedaarna overleed van den
man de moeder, die de zieken nu en dan
had opgepast, vervolgens een tante en
eindelijk de vader, terwijl thans een der
familieleden, die telkens van elders naar
Leiden voor de begrafenis van zijn vader,
broeder en verdere bloedverwanten wai
overgekomen, eindelijk zelf ernstig onge
steld ligt.
Al die opvolgende sterfgevallen, waar
van een lijk spoedig zwarte vlekjes op de
borst vertoonde, bleven natuurlijk geen
geheimsommigen dachten er het hunne
van en de mond des volks sprak reeds
van een herhaling van de vergiftigings
geschiedenis van vrouw Van der Linden
nu ongeveer zes jaren geleden.
Een ingesteld onderzoek heeft echter
aan het licht gebracht, dat men hier te
doen heeft met verschillende gevallen, on
der welke de influenza zich vertoont,
dat wederom het bewijs is geleverd, dat
deze ziekte wel degelijk besmettelijk is.
Voor de rechtbank te Amsterdam
stond dezer dagen terecht J. P. van den
Broek, oud 23 jaren, van beroep bierbot-
telaarsknecht. Hij had in de eerste maan
den van dit jaar zich aan tal van zonder
linge oplichterijen schuldig gemaakt. Hij
bestelde namelijk bij onderscheidene ban
ketbakkers taartjes en gebak of andere
lekkernijen, die aan verschillende door hem
opgegeven adressen moesten worden be
zorgd. Hij wist dan het aldus geleverde
in zijn bezit te krijgen, door zich aan de
woningen te vervoegen met de boodschap,
dat de dingen bij vergissing aan een ver
keerd adres waren bezorgd.
De beklaagde verklaarde wel eens taar
tjes aan zijn vader en zijn meisje gege
ven te hebben, doch „zich zeiven de be
lofte te hebben gedaan" niet te zullen
zeggen aan wie hij de talrijke lekkernij
en heeft gegeven.
Hij heeft reeds eenige veroordeelingen
al wat ondergaan en ziet er alles behalve een
taartjesliefhebber uit. De ledige doozen
en zakjes werden in den regel door hem
weggeworpen of op een stoep neergezet.
Na het hooren van een groot aantal
getuigen, eischte het O. M. zijne veroor
deeling tot een jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mr. L. S. Boas, opperde
de vraag der toerekenbaarheid, ook met
het oog op den aard van het misdrijf. Hij
meende dat beklaagde in allen gevalle be
hoorde vrijgesproken te worden, omdat in
de dagvaarding verzuimd is de vermelding
dat het misdrijf is gepleegd om zich „of
een ander" wederrechtelijk te bevoordee-
len, zooals in art. 326 W. v. S. staat
vermeld.
Ingezonden.
Met belangstelling werd door mij, en voor
zeker door vele ingezetenen, het plan begroet,
dat de heer Buhse ontworpen heeft, om, door
de stichting eener vereeniging, te komen tot
verfraaiing der gemeente, 't Plan verdient in
*roote mate de medewerking van zeer velen.
Er is hier zeer veel te doen om de plaats on
zer inwoning een beter aanzien te geven, zoo
wel door wegruiming van vuile plekken als
door aanplanting van groen langs pleinen en
wegen. Al te weinig is er tot nog toe aan
;edacht, dat deze gemeente, om de inrichtingen
voor Leger en Vloot die men er vindt, een
bezoek van den vreemdeling ten volle waar
dig is. De schoone ligging aan drie zijden
wordt de stad door de zee bespoeld is
mede opmerkenswaardig. Wanneer nu de in
gezetenen bevendien nog toonen er prijs op te
stellen, dat de gemeente een schoon uiterlijk
heeft, dan kan het niet uitblijven, of deze plaats,
waar in den zomer toch al heel wat vreemde
lingen kernen, zal meer en meer bezoekers
trekken. Een verbeterde inrichting en eene
uitbreiding van het badhuis, een beharding van
den weg er heen een en ander zal er ze
ker toe bijdragen om de belangstelling in de
ze plek des lands te doen vermeerderen. Heel
licht, dat de eigenaars van perceelen in deze
gemeente zich dan ook zullen opgewekt en
aangespoord gevoelen om, wat meer dan tot
nog toe, bij voorkomende verbouwingen de
schoonheidsleer te huldigen. Van goeden
smaak en van bouwstyl getuigen onzer wonin
gen over het geheel niet. En als dan de in
gezetenen zeiven willen medewerken om rein
heid en zindelijkheid op en achter hunne er
ven te bevorderen, dan kan het uiterlijk van
de plaats onzer inwoning heel wat verbeterd
worden. Neringdoende ingezetenen mogen in
deze wel bedenken hoeveel belang velen hun
ner er by hebben, dat het plan, door den heer
B. ontwikkeld, ten uitvoer worde gebracht.
Door de aanzienlijke voordeelen, die de ge-
meete Helder voorheen uit de drukke scheep
vaart-beweging trok, heeft men er weinig op
gelet of ook nog andere vreemdelingen dan
zeevarenden hunne schreden naar hier richtten.
Zulke bezoekers zijn echter zeer voordeeli^
en het is in 't geheel niet van belang ont
bloot, ook hier het vreemdeling-verkeer te be
vorderen. Dit zou ook meer moeten geschie
den door het organiseeren van feestelijkheden,
het houden van groote vergaderingen en het
uitsschrijven van wedstrijden. In het kleine
Schagen weet men daarvan al aardig partij te
trekken. Men lokt er tal van bezoekers heen.
en winkeliers en koffiehuis- en hotelhouders
profiteeren er van door het grootere vertier.
Daar heeft men behalve het ieder jaar druk
bezochte volksfeest (harddraverij en vuurwerk)
in enkele jaren gehad een groot landbouwfeest
met tenstoonstelling, een turn-concours en een
zangersfeest. Hier kan men by uitsluiting bo
gen op de kermis, die evenwel, het moet er
kend worden, toch nog tal van bezoekers uit
den omtrek tot een bezoek uitlokt.
't Bovenstaande bevat heel licht 't een en
ander, dat de behartiging vei'dient. De over
tuiging, dat, hetgeen de heer B. met zijne te
stichten Vereeniging wil, strekken kan tot
bevordering van de belangen dezer gemeente,
worde er door versterkt en bevestigd.
Helder, 31 Mei '90K.
Vereeninin»' ter bevordering van de
NederlandscUe Visscherij.
Vervolg op de korte mededeelingen in ons
vorig nommer betreffende de -4e algemeene vis
scherij vergadering in het fraai gelegen .Hotel
Ponsen", te Dordrecht, gehouden op Woensdag
23 Mei.
De Voorzitter, de heer T. A. O. de Ridder,
opende ten elf ure de vergadering van afge
vaardigden en belangstellenden, uit vele oorden
van ons land, thans in het grijze Dort, bijeen
om 't hoor en wederhoor te vernemen van het
geen den bloei van dezen gewichtigen tak van
bedrijf zou kunnen bevestigen en uitbreiden.
Allereerst hulde brengende aan den bescherm
heer Z. M. onzen Koning, de Koningin en het
Prinsesje, schetste spreker het doel en de werk
zaamheid in den afgeloopen tijdkring volbracht,
zoowel als de resultaten, van Ministers verkre
gen, ter wegneming van grieven of hinderpalen.
Voortgaande op dien weg en gesteund door
toetreding van nieuwe leden en donateurs, zou
do Vereeniging meer en meer in staat worden
gesteld in het belang der Ned. Visscherij werk
zaam te zijn.
Uit het verslag van den Secretaris, den heer
A. D. Vijgh, blijkt dat de toestand der ver
eeniging over het algemeen gunstig is. Het
aantal donateurs is vermeerderd tot 15, het le
dental bedraagt 684
dat de afdeeling Ymuiden is ontbonden,
maar een blijvend correspondentschap aldaar
is gevestigd. Evenzoo is ontbonden de afdee
ling Texel, om rede volgens deze, dat ze niet
genoeg medewerking van de Vereeniging on
dervonden had.
Het hoofdbestuur doet opmerken, dat eene
commissie, op verzoek, bereid is bevonden om
naar Texel te gaan, ten einde den mogelijken
aanleg van eene haven te onderzoekendat
do afdeeling het bezoek der commissie ver
daagd heeften dat daarna plotseling het be
sluit der ontbinding van de afdeeling ter ken
nis werd gebracht. Dit acht het hoofdbestuur
onbegrijpelijk.
Verder vernemen we, voor dit Noorden
niet zonder belang, dat het eiland Marken een
draailicht verkrijgt en dat het station Ymui
den is opgenomen in het buitenlandsch recht-
streekschijl-en vrachtgoederentarief, bij verzen
ding van visch in iedere hoeveelheid. Een
fout in het vorig jaarverslag«dat de heer
C. D. Zur Muhlen zou gezegd hebben dat het
Politietoezicht op de Noordzee te wenschen
overliet, werd door den Secretaris gerehabi
liteerd.
Alleerst aan de orde, na het uitgebreid ver
slag van den Secretaris, is het voorstel, punt
VII, van het hoofdbestuur, om den Minister
te verzoeken publiciteit te doen geven aan de
journalen der oorlogsschepen, belast met het
politietoezicht op de Noordzee, en de wensche-
lijkheid van op ieder dergelijk dienstdoend
schip een ervaren visscher als loods aan te
stellen, ten einde den Commandant de juiste
plaats aan te wijzen, waar zich de vloot op
houdt.
De heer J. W. J. van Harwegen den
Breems, Lid van 't Hoofbestuur, brengt op
dit voorstel «en uitvoerig rapport ter toelich
ting uit, dat in 't algemeen aan de werkzaam
heid der schepen, met het toezicht belast, wei
nig hulde brengt. Van de 1800 circulaires,
in 1888 en 89 aan schippers verzonden ter
beantwoording van de vraag waar en wanneer
de oorlogschepen door hen gezien zijn, kwamen
254 antwoorden invan deze hadden 125 in
geen enkel geval een schip gezien, de overige
eenmaal, ook enkele twee en driemaal. Dit
laatste gaf den Heer van Lidt de Jeude aan
leiding tot de niet onjuiste opmerking, dat
daarom het rapport zeer negatief was, dat:
daar één schip iets gezien heeft, het niet zien
door tien of meer onbewezen laat. Volgens
den heer S. W. Stooker, afgevaardigde van
de afdeeling Helder, was de betrouwbaarheid
der verklaringen van visschers niet altijd
zonder twijfel en wist hij te verzekeren, dat
meermalen door Commandanten informatiën
was gedaan bij vischhandelaars, waar zich de
vloot kon bevinden. Na eenige discussiën,
welke de algemeene toestand als ongunstig
kenschetste wordt het voorstel gewijzigd in
dier voege, dat onder «publiciteit der journalen"
alleen begrepen zal worden de publiciteit om
trent het nummer der geziene schuiten en de
data; dat «loods" veranderd wordt in wgids",
en er nog gewezen zal worden op de wen-
achelijkheid, dat de schepen belast met het
politietoezicht zich vooral doen zien in de
maanden Sept., Oct. en Nov., wat de haring-
visscherij betreft; en ook zooveel mogelijk
gedurende de wintermaanden, met het oog op
het politietoezicht over het beug-visschen.
Voorstel VIII van Scheveningen betreft, dat
pogingen worden aangewend bij den Gemeen
teraad van 's Hage ter verkrijging van een
visschershaven en IX verbetering te brengen
tegen de misbruiken die bestaan bij de nale
ving der bepalingen betreffende het vinden
van netten en het aanbrengen in en uit zee.
Uit de discussiën omtrent dit laatste blykt,
dat bij de visschers niet altijd denkbeelden
heerschen, die strooken met het begrip van
«brave visscherman."
De afgevaardigde van Ierseke was niet
tegenwoordig, waarom voorstel X niet werd
behandeld.
De punten door de afdeeling Volendam ter
behandeling voorgedragen, zullen evenals de
voorgaande door het Hoofdbestuur onderzocht
of krachtig ondersteund worden. Het betreft
voor deze afdeeling een locaalspoorlijntje van
Edam tot Volendam, doorgetrokken van de
ontworpen lijn KwadijkEdam, en zij acht
het wenschelijk, dat ook niet visschersvaar-
tuigen van nommers worden voorzien, om
dat het onbillijk is met het oog op plaats ge
had hebbende overzeilingen, dat visschers vaar
tuigen geen onderscheidingsteeken bezitten.
Ten laatste de herhaling van den uitgedrukten
wensch, dat een wrak, dat in de Koerslijn der
schepen ligt, op de Zuiderzee, weggeruimd zal
worden.
Het voorstel van den Afdeeling Helder ge
noemd onder No. XH is
a. De afdeeling den Helder aeht het wen
schelijk dat de directie van de Hollandsche
IJzeren Spoorweg-maatschappij besluite, ver-
«che visch vanaf het station den Helder als
ijlgoed te verzenden met alle treinen naar alle
stations van het Nederlandsche spoorwegnet
en dat de visch geadresseerd moge worden
aan wie ook, hetzij aan particulier of firma.
b. Dat de versche visch, bestemd voor
Duitschland via Amsterdam, van het station
den Helder naar Amsterdam vervoerd worde
per, H. IJ. S. M. met wittten vrachtbrief als
ijlgoed tegen vrachtgoederen-tarief, en dit wel
met het oog op de Duitsche coueurrentie.
c. De afdeeling Den Helder acht het in het
belang der visschery op de Noordzee hoogst
noodzakelijk, dat de zwarte mijlton, gelegen
aan de Hors, 150 meter verder uit den wal
worde gelegd.
De voorstellen dezer afdeeling, nader aan
geduid door a, b, c, worden door den heer
S. W. Stooker toegelicht.
Het is een erkend ongerief niet alleen, maar
ook een onrecht, dat deze belangrijke zeevisch-
plaats mindere voorrechten erlangt dan andere
zustersteden of plaatsen. Hier toch is de han
delaar aan bepalingen onderworpen, wel
ke hem de concurrentie met het buiten
land op schadelijke wijze bemoeielijkt, en zelfs
in het binnenland bij vischplaatsen van minder
omvang, ten achter stelt. Een toestand als
deze in een handelsplaats, waar in het jaar
1889 voor f 384,118.54 in openbaren afslag
werd geveild, acht hij ter verbetering nood
zakelijk.
Besloten wordt, na eenige discussie, dat het
hoofdbestuur zich punt a zal aantrekken.
Aangaande punt b wijst de afgevaardigde van
Den Helder op eenige Duitsche maatschap
pijen, die faciliteiten toekennen aan het visch-
vervoer in Duitschland. De H. IJ. S. M.
heeft zich wel aan deze zaak gelegen laten
liggen wat de Zuid-Hollandsche plaatsen be-
tieft (wat de afgevaardigde voor Scheveningen
voor zyne plaats doet uitkomen).
Van uit Scheveningen wordt de visch wer
kelijk verzonden als ijlgoed, met vracht-goe
derentarief, op een wit biljet. Besloten wordt,
dat het hoofdbestuur bij de H. IJ. S. M. zal
aandringen om voor Den Helder dezelfde fa
ciliteiten te verkrijgen. De afgevaardigden
van IJmuiden en Bergen-op-Zoom verzoeken
dit ook voor hunne afdeelingenwat de laat
ste plaats betreft natuurlijk, het verzoek le
doen aan de directie der Staatsspoorwegen.
Punt c wordt zonder discussie aange
nomen.
Nu volgt punt XIHverbetering kustlicht.
De bedoeling is rijkslichten te verkrijgen daar
waar die nog door particuliere lichamen wor
den onderhouden. De afd. Bruinisse, punt XIV,
wenscht wijziging in de meeting van visschers-
vaartuigen en eenige andere locale belangen,
in het zuiden bij de oester- en mosselbanken
noodzakelijk. Het bestuur zal in deze de
noodige verbeteringen trachten te bewerken.
De bespreking onder artikel XV om de
haven van IJmuiden meer dienstbaar te ma
ken voor de kustplaatsen, blijft achterwege,
in afwachting der defensie-plannen, welke een
kust-spoorweg beoogen.
Over de reddingsmiddelen bij schipbreuken
hadden eenige gedachtewisselingen plaats.
Het vliegertoestel werd door een der afge
vaardigden aanbevolen. De heer L. W. F.
Oudenhoven wees echter op het toestel, door
den heer P. C. Koning van Texel uitgevon
den, waarmede reeds gunstige proeven waren
genomen.
Het laatste artikel van het behandelde in
deze vergadering scheen wel niet het minste
te zyn. Het was de plaatsbepaling waar in