't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
De familie Nolen.
M iets over fle Kermis.
No. 1816.
Zaterdag 12 Juli 1890.
Achttiende Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
Abonnem exit
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder,
Bureaux: SPOORSTRAAT an ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
JULI, Hooimaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 58 m.
Onderg. 8 u. 13 m.
Zondag 13
Maandag 14
Dinsdag 15
Woensdag 16
Donderdag 17 Nieuwe Maan.
Vrijdag 18
Zaterdag 19 Begin der Hondsdagen.
HELDER, 11 Juli 1890.
Woensdag waaiden de vlaggen van
de torens der R.-C. kerken en ook van
de buizen hier en daar.
De R. C. K. vierde een plechtigheid,
die slechts na vijf jaren herhaald wordt.
Zijn Hoogwaarde Monseigneur Bottemanne,
Bisschop van Haarlem, was hierheen ge
komen om de jeugdige lidmaten om 't H.
Sacrament van 't Vormsel toe te dienen.
Denzelfden dag vertrok Z. Hoogw. met
extra gelegenheid naar Texel, om daar
dezelfde plechtigheid te verrichten.
Bij beschikking van den minister van
marine zijn met ingang van 1 September a.s.
benoemd tot adelborst 3de klasse by het Ko
ninklijk Instituut voor de marine te Willems
oord, de jongelieden zooals zij hieronder naar
de rangschikking hunner kundigheden vermeld,
zijn:
a. voor den zeedienst
J. S. Seret, C. J. J. Beynen, F. H. Sta-
verman, K. F. Koch, P. Lagaay, J. F. Fride-
richs, E. M. J. Chevalier, H. van derSande,
J. C. J. Romswinckel, A. L. Boeser, D. M.
O. de Roo van Alderwerelt, G. H. J. Hoogh-
winkel, A. E. Thierens, J. C. F. Hooykaas,
jhr. P. A. Prins, F. A. de Koning, C. M.
Schaeffer, J. A. Wichers Hoetk, H. B. L.
Braam, J. C. de Koek van Leeuwen, G. C.
M. Kolff, A. F. Hansen, O. van Slooten, H.
L. A. M. Camp, jhr. H. K. B. Rendorp, L.
Kloos, H. J. Pek, A. M. Kan, J. T. B. van
Schreven, J. E. van Hoogenhnyze
b. voor de mariniers
W. J. Bernelot Moens, J. W. A. Cassa,
J. G. Gruschke.
Dinsdag is Zr. Ms. torpedovaartuig
„Cycloop," op zijne reis van Dordrecht
naar Hellevoetsluis, op de Oude Maas aan
den grond geraakt. Bij laag water heeft
men het schip moeten schoren. Woens
dag is het weder vlot geraakt en te Hel
levoetsluis binnengeloopen.
Wij vernemen, dat Zr. Ms. schroef-
stoomschip „Java", commandant de kapi-
tein-luit-ter-zee Snoek, naar de Z. W.
kust van Nieuw Guinea is gedirigeerd met
een detachement militairen van het gar
nizoen van Ternate, naar aanleiding van
een geval van zeeroof op een vaartuig on
der Britsche vlag.
Met kracht wordt het sloopen van
de „Benbrack" voortgezet. Het werk vor
dert uitstekend, en de kostbare afbraak
wordt eiken dag met verscheiden wagens
naar de haven van Texel gereden.
De »Haarl. Ct" deelt een bericht
mede, waaruit blijkt, dat bij
ten oplichters ook al niet ontbreken. De
kantinehouder op het zendingsfeest van
verleden Woensdag heeft een schade ge
leden van een vijftien gulden tengevolge
van hunne kwade praktijken. Bij den kan
tinehouder waren vouwstoeltjes te krijgen;
men deponeerde bij de ontvangst een gul
den en ontving bij het terugbrengen 75
cent terug, zoodat de huur van het stoeltje
een kwartje kostte. Nu waren echter aan
de muzikanten ook stoeltjes verstrekt, die
zij na afloop van het feest eenvoudig lie
ten staan. En daarvan hebben gauwdie
ven misbruik gemaakt. Zij hebben nl. deze
stoeltjes medegenomen, aan de kantine in
geleverd en per stnk drie kwartjes ont
vangen, ofschoon zij vooraf geen gulden
hadden gedeponeerd
Uit Salatiga schrijft men onder da
tum van 2 Juni aan de »Loe."
Hedenmorgen te 7 uren had in het mi
litaire hospitaal alhier een treurig feit
plaats. De sergt.-ziekenvader M., die op
het bureau bezig was het dagelijksch rap
port te schrijven, werd onverwachts van
achteren aangerand door een soldaat-zie
kenoppasser en met een dolkmes een diepe
wond in den hals toegebracht, zoodat de
sergt, meer dood dan levend, in het hos
pitaal moest worden opgenomen. Ofschoon
dadelijk geneeskundige hulp tegenwoordig
was en de zieke werd verbonden, vreest
men voor zijn behoud. De oppasser, die
inmiddels het hazenpad had gekozen, is
door een patrouille achterhaald en in voor-
loopig arrest gebracht. Wat aanleiding
heeft gegeven tot deze misdaad, is nog
onbekend.
De paneelzagers zijn weer aan 't werk!
Tijdens de bewoners afwezig waren, is
in het perceel Prinsengracht bij de Utrecht-
sche straat 1055, te Amsterdam, door be
hendige inbrekers, diefstal gepleegd. Aan
de buitendeur noch aan de ramen was
eenig spoor van geweld te ontdekken, doch
bij nader onderzoek bleek, dat uit de bin
nendeur het paneel was gezaagd en net
jes er naast gezet. Verder vond men de
linnenkast leeg en wordt er veel zilver
werk en een horloge vermist. De kleeren
die te oud en versleten voorkwamen, heb
ben ze achtergelaten, doch de andere alle
meegenomen.
Door een visscher zijn in den Dol-
lard vijf zeehonden gevangen, die op de
kwelders bij het vallen van het water waren
achtergebleven.
De Maatschappij tot Exploitatie van
Markthallen te Amsterdam is failliet ver
klaard.
Op de kermis te Harlingen werd,
onder meer belangwekkende zaken, een
Zoeloe-kaffer vertoond. De Afrikaan was
als ebbenhout zoo zwart. Zijn tentje, dat
niet tegen het Nederlandsch klimaat be
rekend was, bood ook tegen het buiïge
weer geen tegenstand genoeg. Althans bo
ven het apartement, waar zich de Zoeloe
gewoon was aan de al te onbescheiden
blikken te ontrekken, bad het hemelvocht
vrijen toegang. Terwijl de wilde dezer da
gen toilet maakte, werd hij weer door een
stortbui overvallen, die eenige kermisgan-
gers het tentje deed binnenvluchten. Nu
moest de Zoeloe zich wel vertoonen aan
't geachte publiek. Allereerst droogde hij
zich het regenwater van 't gelaat, 't Pu
bliek liet echter bij 't aanschouwen van
den wildeman een luid gelach liooren, door
dien het een gemarmerd gelaat, gedeelte
lijk zwart, te zien kreeg. Sedert dat tijd
stip is de Zoeloe-kaffer spoorloos verdwe
nen, wellicht naar 't hartje van Afrika.
Amsterdam, 8 Juli.
Allerbedenkelijkste verschijnselen van wan
orde en gebrek aan tucht hebben zich te Lon
den voorgedaan onder hen, die juist in de eer
ste plaats geroepen zijn orde en tucht te hand
haven de politie en de militaire macht. Dat
onder het politie-personeel gisting heerschte,
was reeds lang bekend, maar van militaire
indiscipline had men totnogtoe niets vernomen.
Dat de eerste verschijnselen daarvan zich nu
juist voordoen, stemt wel tot ernstig naden
ken.
Het tweede bataljon grenadiers van de gar
de in de Wellington-kazerne heeft gistermor
gen eenvoudig geweigerd te gehoorzamen toen
appél werd geblazen voor de ransel-inspectie
zoodat, na overleg met de officieren van den
Staf, de kolonel daarvan heeft moeten afzien.
Een vermanende toespraak, daarna door hem
tot de manschappen gericht, werd met ge
fluit en gejouw ontvangen.
Terwijl deze dingen in de Wellington-ka
zerne gebeurden, was bet politie-station in Bow-
street getuige van niet minder ernstige too-
neelen. Daar hadden Zaterdag een aantal a-
genten eenvoudig geweigerd nachtdienst te
verrichten, en nu liet de nieuwe hoofdcom
missaris een vijftigtal dier muiters éen voor
éen voorkomen, om hun te zeggen, dat ze, in
afwachting hunner gerechtelijke vervolging
op stel en sprong waren ontslagen.
Deze maatregel gaf natuurlijk tot groote
opgewondenheid onder de andere agenten aan
leiding. Velen sehenen niet ongeneigd het
werk neer te werpen, maar alsnog door plicht
gevoel te worden weerhouden. Het ergste
was, dat het gerucht van het gebeurde al
spoedig naar buiten drong, met gevolg dat een
rapalje-menigte van ettelijke duizenden, op
het blij bericht, dat er onder de „bobbies"
iets niet in den haak was, voor de kazerne
samenschoolde, fluitende en tierende, en maar
niet weg te krijgen was. De „Marseillaise"
werd gezongen, revolutionnaire blaadjes wer
den rondgedeeld, en ijverig gelezen, enz. enz.
Te vergeefs trachtte de bereden politie de
straat schoon te vegen, en zoo dicht was het
gedrang, dat een afdeeling cavalerie moest
worden ontboden om het rijtuig den Prins
Van Wales, die uit de opera kwam, te es
corteeren. Tot ver in den nacht bleef het
tumult aanhouden Toen begon het te regenen
en met behulp van dezen trouwen bondgenoot
kreeg de bereden politie, versterkt door een
afdeeling cavalerie, eindelijk de straat schoon.
Het bedenkelijkst van dezen geheelen op
loop was dat, toen het gedrang op het hoogst
was en de trouwgebleven agenten alle moei
te hadden om het volk den baas te blijven,
de andere, malcontente agenten, uit de ven
sters van het politie-station alle mogelijke pro
jectielen op hen deden regenen. De muiten
de agenten hebben nu aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken een „ultimatun" ge
zonden, waarin met algemeene werkstaking
gedreigd wordt, wanneer de gestelde eischen
niet worden ingewilligd.
Als maar geen droeve waarheid wordt het
halfschertsend profetisch artikel, dat de „Pall
Mali" onlangs leverde en waarin een beschrij
ving werd gegeven van de wereldstad, tijde
lijk zonder politie en overgegeven aan het
grauw, slechts hier en daar een openbaar
gebouw door een trouw en moedig personeel
flink en met succes verdedigd maar ove
rigens King Mob de baas. En bij die be
schrijving was nog geen quaestie van muite
rij onder de troepen Moge de profetie niet
bewaarheid worden
Oorzaak van de ontevredenheid der agenten
is het ongelukkig besluit der RegeeriDg om
aan de mannen vergunning te weigeren te
vergaderen en verzoekschriften in te zenden
tot verbetering hunner positie. Toen nu Za
terdagavond bleek, dat een politieagent die
zijn best had gedaan om handteekeningen on
der een verzoekschrift te verkrygen verplaatst
werd, barstte de bom los, en enkele mannen
trokken zich dit zoozeer aan, dat zij weiger
den te doen wat hun bevolen werd. Toen
volgde het ontslag.
Er heerscht algemeene ongerustheid, en er
wordt reeds gesproken van de oproeping van
burgers als bijzondere politie.
Ook onder de brievenbestellers en andere
postbeambten heerscht zulke groote ontevre
denheid, dat elk oogenblik een algemeene werk
staking onder hen verwacht wordt.
Dinsdagmiddag en avond heeft het gepeu
pel in „Bowstreet" getracht de tooneelen van
den vorigen avond te herhalen, maar nu was
men er beter op bedacht. De bereden poli
tie dreef de menigte uiteen en nam eenige
belhamels gevangen.
Omtrent den eigenlijken stand der politie-
quaestie verneemt men thans weinig. Waar
schijnlijk is het, dat het beter gevoel der man
schappen ontwaakt en ze zich schamen de
handlangers van het janhagel te wezen. Ove
rigens bieden zich vrijwilligers aan, terwijl
de ettelijke banken en handelsinrichtingen ei
gen bewaking organiseeren.
Programma van het 9de Zomer-Concert,
op ZONDAG 13 JULI 1890,
aanvang 2x/4 uur.
1. «Thomson's Puddingmarsch", Paulus.
2. Ouverture zum Zauberspiel: «Die Irrfahrt
ums Glüek", Franz von Suppé. 3. «Arlequin
auf dem Maskenball", Scène, David Popper.
4. Fantaisie de 1'opera«La Bohémienne",
E. Balfe. Pauze. 5. Ouverture«Bon-
soir Mr. Pantalon", Alberf Grisar. 6. Grande
Fantaisie de 1' opera-comique «Girofle-Giro-
fla", Ch. Lecocq. 7. //Dina-Walzer" aus
der Operette«Capriccissa", C. A. Raida.
Als we niet wisten dat we in 't hartje van
de kermis waren, zou de muziek, die van den
morgen tot den avond onze woningen pas
seert, 't ons wel vertellen. Onder de gewone
straatfiguren, die ook ditmaal niet ontbreken,
mist de jeugd er echter één en wel «de
schelletjesman". Zou die virtuoos 't hebben
afgelegd of heeft hij misschien zijn schaapjes
op droog?
Als gewoonlijk wilde in 't begin de drukte
niet erg vlotten, en daarom was 't niet kwaad,
dat leger en vloot hun contingent leverden,
want dat bracht wat loven en beweging.
't Grand Théater van Spriet loopt iederen
avond vol, zooals in vroegere jaren. Ook 't
Nationaal Paardenspel heeft niet te klagen
en de hh. Alber en Basch weten ook volk te"*"*
trekken.
Toch willen we aannemen dat niet allor
wenschen ten volle bevrediging gevonder
hebben maar dan bedenke men er is zoo
veel en velerlei.
De verschillende schouwburgdirectiën span
nen zich in om met eere voor den dag te
komen, waarvan 't belangstellend publiek in-
tusschen profiteert.
De Stads-Schouwburg, onder directie van
den heer Van Lier heeft een goed repertoire
gekozen. Van elk der opvoeringen afzonder
lijk melding te maken, zou onzen lezers min
der amuseeren en daarom bepalen we ons
slechts tot een kort overzicht. De opvoeringen
van //Moederliefde en Heldenmoed", Angelo,
tiran van Padua" en .Nelly" worden met
lof besprokende hoofdrollen waren in be
proefde handen en ook de andere lieten niets
te wenschen over. Ook van 't programma,
dat we nog in verschiet hebben, koesteren
we de beste verwachtingen.
In den schouwburg van de b.h. Kreukniet,
Bigot, Poolman en Blaaser werden //De wan
delende Jood", wHet gebed der Schipbreukelin
gen" en «Kwik en Kwak" met den grootston
bijval opgevoerd. Herhaaldelijk werden dc
lioofdvertooners teruggeroepen en ontvingen
een daverend applaus.
In 't laatstgenoemde stuk toonde de directie
ook in 't komische met eere te kunnen optreden.
't Nederlandsch Tooneelgezelschap onder
directie van den heer W. Hart toont den
smaak van ons publiek te kennen en verwerft
eiken avond grooten byval, niet 't minst kon
men dit opmerken bij de opvoering vaa «Re-
naud de Geschandvlekte", een stuk dat kenne
lijk met voorliefde door 't gezelschap werd
gespeeld. Ook «De oude korporaal" werd
goed afgespeeld.
In Tivoli is 't eiken avond vol. De hoer
Stroober kan tevreden zijn; maar hij is dan
ook er steeds op uit ons wat nieuws aan te
bieden en heeft een gelukkige keuze. Bij 't
reeds door ons gemelde maken we nog met
een enkel woord gewag van 'Signor Mazoni,
die in 10 minuten een schilderij in olieverf"
vervaardigt. Monsieur Rubini, die zoo uit
stekend onze zangvogels weet te imiteeron,
mag over zijn verkregen succes tevreden zijn.
De Cosmopolitan Marionetten zyn eenig in
haar soort en de werkzaamheden van Les
Fréres Frorido, exentriques, worden met 't
grootste genoegen gezien. We willen niet
eindigen zonder met een enkel woord frl.
Osabelly te noemen, die met smaak en be
valligheid hare Duitsche Chansonnetten weet
voor te dragen.
En nu loopt de kermis zoowat op 't laatst.
Dat we ditmaal verlenging zullen krijgen,
zooals in vorige jaren, daarop valt niet veel te
rekenen. Voorzeker zal dit] menigeen aanspo
ren om in de laatste dagen nog te profiteeren
van hetgeen er te genieten valt en daarom
veronderstellen we dat de toeloop van 't publiek
Uit het dagboek van een Chef der geheime
32) politie te New York.
Zij werd bleek en zag mij scherp aan. //Wat
bedoelt u?" riep zij uit. Juist wat ik u zeg,"
antwoordde ik, en daarop verhaalde ik haar
mijn bezoek bij hem.
z/Nu, dat scheen haar in het eerst geducht
te doen ontstellen zij liet allerlei uitroepen
hooren, praatte half in zich zeiven en beet
zich op de lippenhet was duidelyk dat zij
er al evenmin een mouw aan kon passen, als
ik zelf. //Ik moet hem zien!" riep zij einde-
uit terwijl zy opsprong«ik wil hem zien,
en «Wel, mevrouw, zeide ik, als men
van den duivel spreekt trapt men op zijn
staartwant door een zonderling toeval kwam
mr. Valentine op dat oogenblik juist in de
veranda. Ik geloof niet dat de ontmoeting
hem byster veel pleizier deed, maar het was
te laat om terug te keeren en hy kwam dus
naar ons toeik merkte op dat hij slechts
terloops een blik op de dame wierp, alsof hij
ïiaar vroeger nooit gezien hadhij groette mij
•en gaf mij de hand. 't Was een gek geval.
Ik zeide//Waarschijnlijk wilt gij uw vrouw
alleen spreken, en ik zal u dus verlaten. //Mijn
vrouwzeide hij, ik wist niet dat er zoo ie
mand bestond Is deze dame uw vrouw niet,
riep ik uit. Hy staarde eerst haar, en toen
any verbaasd aan. //Ik heb haar nooit eerder
gezien," zeide hij, Kom sir, antwoordde ik,
daar juist heb ik haar trouwacte gezien. «O,
dit is een vergissing," bracht de dame in het
midden, //ik ben nooit met dezen heer getrouwd
geweest, ik ken hem niet, ik ben de vrouw
van mr. Valentine." Welnu, dit is mr. Va
lentine, zeide ik. rHij mag denzelfden naam
hebben, maar hij is toch een ander," beweerde
zij. Ja, zeide ik, dat moet gij met elkaar
maar uitmakende papieren van mr. Valen
tine zijn in orde, er is maar één lord in En
geland van dien naam. //Maar ik heb bewe
zen," schreeuwde de dame, ;/dat ik de vrouw
van den erfgenaam van dien titel benen als
deze heer zegt, daf hij de erfgenaam is, klaag
ik hem aan als een bedrieger."
//Daarop keek ik mr. Valentine aan. Hij
had al dien tijd de dame aangestaard met een
uitdrukking van verbazing in zyn blik.
«Ik geloof dat ik vroeger van deze dame
gehoord heb," zeide hij. //Ik wil niets tot haar
nadeel zeggen. Er schynt hier een verkeerd
apropos te zijn. Wil zij haar aanspraken op
de nalatenschap doen gelden, dan kan zy dat
alleen doen door mij als haar echtgenoot te
erkennen. Maar gij hebt ons beiden juist
hooren verklaren, dat wij elkaar vroeger nooit
gezien hebben. Nu maakt zij mij voor een
bedrieger uit. Nemen wij een oogenblik aan
dat ik dat ben, dan moet zij den waren man
vinden vóór zij de erfenis kan krijgen. Als
ik de man niet ben, waar is hij dan? Aan
den anderen kant, veronderstellen wij dat ik
de man ben en dat deze dame mijn vrouw is
dan weiger ik nog, een stuiver van die hon
derd vyftigduizend pond aan te nemen en wat
ik niet aanneem kan zij niet met mij deelen.
Dat is logisch, geloof ik
«Op mijn woord, Henry Clifton," riep Stap-
leton uit, «dit is het zonderlingste verhaal dat
ik ooit gehoord heb 't Is waarachtig een
commedie, en nog mooier. Als je in New-
York komt, ga dan direct naar een directeur
van een schouwburg en verkoop het hem als
hij je er geen goede som voor geeft, mag ik
een Hollander zijn
wEn 't mooiste is, dat het letterlijk zoo ge
beurd is," hernam mr. Clifton. Toen mr.
Valentine dat zeide, stond de dame een oo
genblik sprakeloos, en daarop riep zij uit
«Ik zal er wel achterkomen hoe dit zit! Gij
hebt dit zoo met u beiden overlegdHet is
een complot tusschen u beiden, om mij er bui
ten te houden en de erfenis samen te deelen.
Maar ik ben in mijn recht, ik zal u bij de
overheid aanklagen, 't Is best mogelijk dat
gij mijn man vermoord hebt om zijn papieren
machtig te worden. Maar het zal u niet luk
ken, ik zal u beiden aanklagen!"
z/Nu werd ik kwaad, en ik vertelde haar
dat als zij mij van bedrog wilde beschuldigen,
zij het dan maar dadelijk doen moest, hoe eer
hoe beter, want dat ik wel wist wie aan het
kortste eind zou trekken. Mr. Valentine bleef
er bedaard onder en zeide kalm «Ik ben geen
moordenaar, mevrouw, en gy zoudt vergeefs
uw tijd zoekbrengen om daarvan het bewijs
te vinden. Maar ik kan u verzekeren, dat
als ik niet uw echtgenoot ben en dat ben
ik zeker niet er op de geheele wereld zoo
iemand niet bestaat. Evenmin kunt gy vol
houden dat het myne bedoeling zou zyn om
hetzij alleen, hetzij in samenspanning met mr.
Clifton u de erfenis te onthouden. Een
week geleden, voordat u in Mexiko was, heb
ik hem al gezegd, dat ik er niets mede te ma
ken wilde hebben, en daar blijf ik bij. Het
eenige wat gij kunt beproeven, is aan te too-
nen dat ik mr. Valentine niet ben. Dat moogt
gij voor myn part gerust probeeren, maar ik
waarschuw u vooraf, dat het u niet zal geluk
ken. Ik raad u, terug te gaan, vanwaar gij
gekomen zijt, en de hoop op te geven om ooit
een groote Engelsche dame te worden. In-
tusschen heb ik de eer u te groeten."
Hij boog beleefd en koel voor haar en ging
de veranda uit. Ik volgde hem.
nWat ter wereld beteekent dit alles toch?"
vroeg ik hem.
«Waarlijk, mr. Clifton," zeide hij, «ik kan
er u geen verklaring van geven. Gij hebt
het gehoord en kunt er zelf u w gevolgtrekkin
gen uit maken. Als gij gelooft dat die da
me de vrouw, of de weduwe is, van mr. Va
lentine, die het landgoed geërfd heeft, staat
het u vry overeenkomstig uwe overtuiging te
handelen. Het moeielijkste zal waarschijnlijk
zijn, audere menschen te doen gelooven wat
gij gelooft."
«Dat ligt voor de hand, mr. Valentine, zei
de ik, maar er is een ding dat gij mij mis
schien kunt zeggen. U zei daar straks dat
u vroeger van die dame gehoord had, en de
bedoeling was, dat hetgeen u gehoord had niet
in haar voordeel was. Wat meende u daar
mee
«Wel, mr. Clifton,'' zeide hij, «misschien
mag ik vroeger van haar gehoord hebben of
misschien mag ik mij vergissen, maar ik zie
't niet in, waarom daaruit moet volgen dat
het noodzakelijk iets slechts was. In allen
geval, zij heeft mij nooit kwaad gedaan, en
ik geloof ook niet dat zy dat kanen ik ben
ook niet van plan haar kwaad te doen, door
woorden noch door daden. Zooals ik daar
even zeide, gij moet naar uw eigen oordeel
handelen; wat mij betreft, ik blijf by hetgeen
ik gezegd heb." Zoo pratende waren wij bij
het bureau van den secretaris van binnen
landsche zaken gekomen, die een vriend van
hem washy ging naar binnen en liet mij
alleen met mijne gedachten in de straat ach
ter."
„En wat is nn het einde van dat alles?"
vroeg mr. Stapleton.
«Hot is nog niet afgeloopen, antwoordde
mr. Clifton, «maar uit hetgeen mij later ter
ooren kwam, maakte ik de gevolgtrekking,
dat ik in New-York meer te weten kon ko
men. Ik heb natuurlyk mijne opinie over
de zaak en ik geloof dat ik de oplossing ge
vonden heb, maar het zou voorbarig zijn die
nu al mee te deelen. Ik verwacht dat ik een
maand in New-York zal blijven, en als ik jc
dan tegen het lyf mocht loopen, kan ik je
misschien wat nieuws vertellen. Voor van
avond basta.
«Ik vind nu ook dat het wat kil wordt,"
zeide mr. Stapleton, laten wij naar beneden
gaan."
Toen de gebaarde heer een paar minuten
later de jaloezie opende, waren de beide stoe
len leeg.
Wordt vervolgd.