't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Ho. 1817.
Woensdag 16 Joli 1890.
Achttiende Jaargang.
Abon n em ent
NIEUWSTIJDINGEN.
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBEHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentlëii
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten
^uiterlyl^
des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 15 Juli 1890.
Aan de Universiteit te Amsterdam
is Vrijdag bevorderd tot doctor in de ge
neeskunde op proefschrift statistieke mede-
deelingen over Croupeuse Pneumonie, in
verband met metereologische invloeden, de
heer J. P. J. Goedkoop, arts te Bennebroek,
geboren te Helder.
Het indertijd nabij Texel gestrande
stoomschip »Benbrack«, dat bij den hoo-
gen vloed van Zondag 1.1. gebroken is,
zakte sedert dien tijd met 't achterschip reeds
tien voet weg. Het plan, om de boot ge
heel te sloopen, zal nu wel moeten opge
geven worden.
Een gouden horloge of gouden me
daille, een paar zilveren horloges of zil
veren medailles, een tweetal portefeuilles
met zilveren sluiting of bronzen medailles,
enkele boekwerken en stellen kinderpren
ten van Louwerse, zijn zoovele prijzen,
die de Haagsche uitgever, de heer Joh.
IJkema, thans weer bezorgt aan kinderen
die het best de raadsels oplosten, welke
in den afgeloopen jaargang van het kin
dermaandschrift >Voor 't jonge Volkje"
voorkwamen.
»Voor 't jonge Volkje" beleeft zijn 16en
jaargang. Aangename frischheid blijft dit
keurig geïllustreerde en best geschreven
werk voor de jeugd bij voortduring ken
merken.
Uit Lemmer schrijft men aan de
Zw. Ct. dd. 7 Juli
De ansjovisvangst, die dit jaar zoo schit
terend was in vergelijking met vorige ja-
red, scheen voor eenige dagen haar .ejnde
te naderen, zoodat vele schippers, die zich
met deze visschery bezig hielden, hun net
ten reeds opgeborgen, en hun oude bedrijf
(vrachtvaren) weer opgevat hadden. Thans
begint echter de vangst weer te vermeer
deren, ten minste enkele visscherg hier
ter plaatse brachten in den afgeloopen
naeht weer 5, 10 a 20 duizend stuks bin
nen, waardoor zij, naar den tegenwoordi-
gen prijs van f 4 per duizend, nog een niet
te versmaden verdienste hebben. Sommigen,
die reeds de visseherij gestaakt hadden,
zijn dan ook opnieuw begonnen, en 't is te
wenschen, dat dit geen vruchtelooze moeite
moge zijn en de vangst nog eenigen tijd
moge voortduren. Als men nagaat, dat en
kele Lemster visschers in 't geheel reeds
een millioen stuks gevangen hebben, en
men den middenprijs op f4 per duizend
stelt, dan zal men toestemmen, dat de
ansjovisvangst van 1890 terecht schitte
rend kan genoemd worden, en menigeen
heugen zal.
Als een gevolg van het aanhoudend
natte weer is in IJ- en Haarlemmermeer-
polders de ziekte onder de aardappelen
uitgebroken, die zich in bijna alle soorten
openbaart.
Op de algemeene begraafplaats te
's-Gravenhage is gisteren ter aarde besteld
de gepensionneerde officier van admini
stratie le klasse J. Boom, den 9den Juli
overleden in den ouderdom van 75 jaar.
Hij was een der oudgedienden van de
marine, die altijd eene groote populariteit
heeft genoten en trouwens in haar korps
werd opgenomen als zoon van den hoogst
verdienstelijken, in 1816 overleden kapiteins-
luit. ter zee J. Boom, die in 1808 zich
zoo heldhaftig heeft gedragen als eerste
officier van 's konings fregat Gelderland,"
in den hachelijken strijd tegen het zooveel
krachtiger bewapende en sterker bemande
Engelsehe oorlogsfregat »Virginie".
Den 20 April 1832 als klerk in dienst
gekomen, werd J. Boom eerst 1 Januari
1839 tot adjunct-administrateur, zes jaar
na dien tot officier van administratie 3e
kl. en 1 Januari 1852 en 19 Februari
1861 achtereenvolgens tot officier van ad
ministratie 2e en le kl. bevorderd, om het
volgende jaar wegens lichaamsgebreken,
na 30 jaren werkelijken dienst, op pensioen
te worden gesteld. Hij doorliep dus gewis
slechts eene bescheiden militaire loopbaan,
maar niettemin was deze bijzonder eervol.
In hooge mate genoot hij achting en ver
trouwen van zijne meerderen en minderen,
en zoo voerde hij dan ook reeds in de
ondergeschikte rangen van klerk en adjunct
administrateur zelfstandig de administratie
van een oorlogsschip, terwjjl hij in 1859
en 1860, als belast geweest met het op
pertoezicht der administratie van de talrijke
oorlogsschepen, welke aan de eerste en
tweede Bonische expeditie deelnamen, de
hooge onderscheiding verwierf van nog in
den rang van officier van administratie
2 e klasse, benoemd te worden tot ridder
in de orde van den Nederlandschen Leeuw.
Van de volgende wonderbare red
ding maakt men ons uit Maassluis mei-
ding:
Een der schepen onzer vloot is dezer
dagen, als het ware door eene wonderbare
redding van de Voorzienigheid, voor een
groote ramp bewaard gebleven. Tijdens
bet stormachtige weder der laatste weken
toch was het loggerscbip M, A. 88, »Jo-
hannes", schipper W. Korving, reederij de
Maatschappij voor Zeevisscherij, alhier, op
de Schotsehe kusten visschende, toen den
24 Juni door het plotseling los schieten
van de schoot van het gaffelzeil, dit met
zoovéél geweld tegen een der jongste le
den van de bemanning aankwam, dat die
werd over boord geslagen en weldra op
eenigen afstand van het schip met de woe
dende golven worstelde. De ongelukkige
was een flinke, kloeke, vijftienjarige knaap
en de zoon van den schipper. Niemand
durfde schier op redding hopen, toeu, als
het ware door een wonderbare bestiering
der Voorzienigheid, de wind voor eenige
oogenblikken ging liggen en men daar
door dé gelegenheid vond, om bij te draai
en niet alleen, maar ook door middel van
een haak den jongeling te grijpen en aan
boord terug te brengen.
Men denke zich de vreugde en dank
baarheid zoowel van den geredden knaap
als van den overgelukkigen vader. Nu nog
kan deze niet dan diep geroerd het ver
haal dezer schier wonderbare gebeurtenis
aan anderen mededeelen.
De verstoorde trouwpartij
Een bruidje, uit de Saenredamstraat te
Amsterdam, wij zullen maar niet zeggen
hoe ?e heet, stonql gereed om naar het
stadhuis te gaan. De gasten waren ver
schenen, allen stonden op het punt om in
in de rijtuigen te stappen, toep. een snug
gere bol, een echte slimmerd, ontdekte,
dat er nog één kleinigheid ontbrak, maar
een kleinigheid, die in dit bijzondere ge
val volstrekt niet gemist kon worden om
de feeststemming haar ware hoogte te
doen bereiken, namelijk de bruigom.
Jongens, waar is de bruigommeisjes,
heb je'm ook gezien Helaas, niemand
wist antwoord te geven, maar men keek
elkander verlegen en vragend aan. Uit
gekeken, buren ondervraagd, maar o jam
mer, geen sterveling kon het bruidje uit
de doodelijke verlegenheid helpen, want
hier hielp geen plaatsvervanger. Plotse
ling verschenen er op een drafje twee jon
gens, ware redders in den nood. Juffer,
juffer," riepen ze de bruid reeds van ver
re toe, zoekt u uwes bruigom Die ligt
in bet plantsoentje in het gras te slapen."
Er was geen minuut te verliezen. De
gefopte schoone snelt weg naar het be
wuste plantsoentje en binnen een kwar
tiertje keert zij in zegepraal terug met
den nog half dronken Kobus, die er uit
zag, alsof hij ter slachtbank werd gevoerd.
De ontrouwe werd in allerijl wat opge
knapt en vóór hij nog wist, welk een beug-
lijk uur voor hem was aangebroken, zat
reeds in de koets, aan de zijde der
schuchtere maagd, die den erg naar jene
ver riekenden hartevriend met beide handen
vasthield. In haar verbouwereerdheid had
zij den koetsier den bruidsruiker ter hand
gesteld, en toen draafden de gelukkigen
weg, onder het gejuich der buren, die na
tuurlijk met genoegen bespeurden, dat 't
zonnetje weder in het water scheen.
Het paartje is getrouwd en des avonds
werd er flink feest gevierd. De jonge
vrouw danste en had dolle pret, terwijl haar
echtvriend, onbewust van zijn gelukzalig
heid ergens voor mirakel in een hoek lag.
VI. BI. v. Amst.
De arrond.-rechtbank, te Amsterdam,
veroordeelde Vrijdag, J. A. C. de Hertogh
Huber van Maanen wegens verduistering
tot 1 maand gevangenisstraf.
Aan den Stadschen Dijk, onder Wil
lemstad, is de vrouw van een arbeider be
vallen van vier kinderen. Moeder en kin
deren bevinden zich nai
vrjj wel.
Twee jeugdige visschersknechts te
Hoorn, hadden bij denzelfden visscher
den jongsten tijd veel geld verdiend met
de ansjovisvangst. Een hunner, van zich
zelf reeds in het bezit van f200, beroofde
gisternacht zijn makker van diens geld,
dat deze op een aan beiden bekende plaats
in het vaartuig had verborgen. Hij werd
echter op heeterdaad betrapt en terstond
in hechtenis genomen.
Te Sambeek (bij Boxmeer) heeft zich
een geval van slaapziekte (nona) voorge
daan bij een kind. Het sliep vier dagen
achtereen en opende in dien tijd slechts
eenmaal de oogen, zonder daarbij tot be
wustzijn te komen.
In den ouderdom van 52 jaren is te
's-Gravenhage overleden de heer A. J. M.
Huart, in leven gepensionneerd officier van
administratie le klasse bij de zeemacht,
ridder der orde van de Eikekroon.
De heer Huart was, behalve met de
Eikekroon, nog versierd met het eeretee-
ken voor de expeditie naar de Zuidoost
kust van Borneo in 1859/1863 en met de
Atjeh-medaille.
Dezer dagen werd door de Fransche
regeering de uitlevering toegestaan van
een misdadiger, die hier te lande moest
terechtstaan. De man w^erd ïmr de grens
geleid en overgebracht naar de gevangenis
te Rotterdam, waar toen bleek, dat eene
vergissing had plaats gehad, en dat de
uitgeleverde persoon niet de bedoelde mis
dadiger, maar een hier geheel onbekend
vreemdeling was, die terstond op vrije voe
ten gesteld en naar België vertrokken is.
Degene, om wien het te doen was, zal nu
door die vergissing van de Fransche be
ambten wel voorgoed buiten het bereik
der justitie zijn gekomen.
Poging tot ontvoering!
Donderdagmorgen ging te Goes een 10-jarig
meisje, dat daar met haar moeder woont, naar
school, toen eensklaps haar vader (die elders
verblijf houdt) voor haar stond, haar toesprak
en haar aan de hand medenatq naar een kof
fiehuis.
Reeds herhaaldelijk zijn door den vader
pogingen aangewend, om het kind tot zich te
nemen, waartegen zoowel de moeder en haar
familie als het kind zelf sterk gekant zijn.
Dit laatste is een bewijs te meer voor de te
Goes algemeen vaststaande meening, dat het
kind bij haar moeder een liefderijke en zorg
vuldige opvoeding geniet.
Uit den sameuhang der feiten nu moet men
opmaken, dat de man bevoegd was zich op
de hierboven vermelde wijze in het bezit van
het kind te stellen. Althans schenen er bij
de politie, die spoedig ter plaatse was, geen
termen te bestaan, om zich tegen deze inbezitne
ming te verzetten.
Zoo dacht echter blijkbaar de moeder niet.
Nadat in den loop van den voormiddag
onderscheiden leden harer familie met den
vader een onderhoud hadden gehad, verscheen
kwart voor één een rijtuig voor bedoeld kof
fiehuis.
Op het oogenblik, dat de vader gereed staat
met het kind in het rijtuig te stappen, snelt
de moeder, in manskleederen gehuld toe, grijpt
het kind, ontrukt het den vader en snelt er
het tegenoverstaand koffiehuis meê in.
Het was inderdaad een aangrijpend oogenblik,
en dat het publiek partij koos voor de moeder,
bleek uit den juichkreet, die er opging, toen
de laatste in dezen treurigen strijd overwin-
nares bleek te zyn en haar kind terug had.
Het kind is later per tijtuig naar het huis
harer grootouders, bij wie het inwoonde, ver
voerd. G. Ct.
Het ontslag van een aantal postbe
ambten te Londen heeft in zooverre de
beweging beperkt, dat in het hoofdbureau
en in de meeste hulpkantoren thans zonder
veel stoornis gewerkt wordt. In de noord
oostelijke en oostelijke wijken echter staak
ten de bestellers en sorteeerders den arbeid,
waarop allen, 250 in getal, ontslagen
werden. De ontslagen mannen trokken in
optocht door de straten en poogden in elk
hulpkantoor aanhangers te werven doch
met weinig gevolg. De directie gelooft,
dat de moeilijkheden overwonnen zijn en
dat weldra de brieven weer geregeld zullen
worden bezorgd.
In de Albert-dokken te Londen is
weder eene werkstaking uitgebroken. Om
dat 13 mannen ontslagen waren, weigerden
alle werklieden der Britsch-Indische stoom
vaartmaatschappij te arbeiden, totdat hunne
makkers weder zouden zijn aangenomen,
Dezen echter zijn onvoorwaardelijk ontsla
gen, omdat zjj weigerden tegen een zeker
loon eene lading gambier te lossen en de
directie weigert hen weder in dienst te
nemen. Yan den anderen kant staan ook
de arbeiders op hun stuk, en zullen ver
moedelijk door de Dokwerkers-vereeniging
gesteund worden.
Te Lowell in Massachusets zijn de
heer Chr. O. Hoevell en Lottie E. Ander-
son in tegenwoordigheid van duizenden
toeschouwers in een luchtballon getrouwd.
De geestelijke, de getuigen en de bruids
juffers verlieten na afloop der „plechtig
heid" den ballon, waarop de bruidegom,
een ervaren luchtschipper, „los" komman
deerde. De touwen werden losgelaten en
de ballon steeg onder daverend gejuich de
lucht in.
Van de vrouwen, die te Mitrowicz
terecht stonden wegens het vergiftigen
van hare mannen, zijn vier ter dood (op
hangen) veroordeeld; drie anderen zijn ver
wezen tot vijftien jaren dwangarbeid en
twee zijn vrijgesproken.
Het Congowoud, door Stanley door
trokken, is gedeeltelijk ook door andere
reizigers doorreisdin het zuiden door Wis-
mann, in het westen door Grenfell, door
Frangois, Delcomune en De Meuse, in het
noorden thans door kapitein Becker, die
onlangs te Brussel teruggekeerd is. Laatst
genoemde, die tot dusverre door het nog
weinig bekende gebied tusschen de Aruw-
himi en de Ouella trok, deelt mede, dat
hij 24 dagen lang door dit buitengewoon
dicht woud moest marcheeren. De hoo
rnen bereiken een hoogte van 50, 75 soms
100 meter. In het geheele gebied der
Itembiri is de bevolking dun gezaaid. Het
Congowoud bedekt het grootste deel der
hoogvlakte van het noordelijk Congoge-
bied en strekt zich van de Lualaba tot
de Ouella en van de Albert- en Albert-
Edward-meren tot Banguela uit.
Een aantal Parijsehe modedames par
fumeeren tegenwoordig niet alleen hare
huid en kfeeren, maar ook haar vleesch
en bloed, door onderhuidsche inspuitingen
met odeur. Die dwaasheid kan echter zeer
nadeelige gevolgen hebben en bloedvergif
tiging veroorzaken. Verscheidene dames
zijn er reeds bedenkelijk ziek door gewor
den. Men spreekt van aandringen op wet
telijke maatregelen tegen die overdreven
zucht naar welriekendheid.
Een „spoorwegkerk" is dezer dagen
op de werkplaatsen teTiflis voltooid. Het
is een waggon, sierlijk tot kerk ingericht,
met ruimte voor 70 personen. Buitenop,
vlak boven de plaats van het eikenhouten
altaar, prijkt een verguld kruis. Aan bei
de zijden zijn een aantal zitplaatsen, maar
de meeste kerkbezoekers zullen staan.
Die kerk, welke 12,000 roebels heeft
host, is bestemd voor oorlogstijd, om
bij het vervoer van troepen de grootvors
ten en hoofdofficieren in staat te stellen
tot het vervullen van hunne godsdienst
plichten.
Er zullen, naar men bericht, nog een aan
tal dergelijke kerken op wielen worden ge
bouwd.
Een welgekleede, schijnbaar deftige
dame, kwam in de bekende groote manu
factuurwinkel van Jordan, Marsh Corn-
pany, en zocht daar een prachtige, kostbare
shawl uit. Nadat de koop gesloten was,
gaf zij een duizend dollar-bankbiljet in
betaling en verlangde natuurlijk geld terug.
De klerk in den winkel vertrouwde dit
echter niet geheel en begaf zich onmid
dellijk naar een nabij gelegen Bank, waar
hij vernam, dat de banknoot goed was.
Bij zijne terugkomst betoonde de dame
zich zeer boos, dat zij zoo lang had moe
ten wachten en op de vraag waar bij zoo
lang geweest was, ten antwoord bekomen
hebbende, dat hij het biljet aan een Bank
had laten onderzoeken, betoonde zij zich
zoo verontwaardigd, dat zij weigerde de
gekochte shawl in ontvangst te nemen en
haar biljet terug eischtte. Dit werd haar
gegeven, en oogenschijnlijk zeer boos, zeide
zij»wat denk je dat ik je een valsch bil
jet in je handen zal stoppen." Daarop ver
wijderde zij zich. Na verloop echter van
ongeveer een uur, kwam zij terug, met een
vriendelijk gelaat zeggende: »ik heb me
wat driftig gemaakt, ik kan 't je niet kwa
lijk nemen, dat je een biljet van zulk eene
groote waarde eerst laat onderzoeken,
ik heb toch zin in de shawl, dus ik zal
hem maar nemen, hier is het biljet en geef
mij geld terug."
De klerk, nu niet het minste kwaad
vermoedende, pakt haar het gekochte in,
en geeft haar het resteerende bedrag terug.
Doch nu bleek later, dat bet eerste bil
jet dat zij had aangeboden, goed was, doch
wat zij later in betaling had gegeven, een
nagemaakt een valsch bankbiljet was.
Aan de »Secret Service", in Washing
ton, maakt men zich daarover zeer onge
rust, daar men vermoedt dat er reeds meer
van die valsche biljetten in omloop zijn
gebracht, terwijl aan verschillende Banken
eene examinatie heeft plaats gehad en men
verklaard heeft, dat men nooit te voren
zulke goed nagemaakte biljetten heeft ge
zien.
EEN VOLKSGEZEGDE.
Wie chef is over 't linnengoed
In mailboot of hótel,
Of waar 't moog zijn, voert nu en dan
Op zijne wys bevel.
Waarin zijn groote macht dan ligt?
Men komt dra tot 't besluit,
Dat het zoo is, want zulk een man
Deelt steeds de lakens uit.
Maar ook in huis en maatschappij,
Waartoe het nog verheeld
Worden zoowel door man als vrouw
De lakens uitgedeeld.
Een zuigeling doet ook al mee.
Soms toch krijscht 's nachtszoo'n spruit:
z/Ik duld niet dat men slapen zal
Ik deel de lakens uit!"
Prins Otto, de eerste staatsman, kreeg
't Eens met zyn chef te kwaad
En deze sprak: „ik vrees zelfs niet
Voor de allerergste daad.
Leg maar gerust je baantje neer,
Wie of 't ook euvel duidt,
'k Wil niet meer van je zijn gediend
»Ik deel de lakens uit!"
Daar ginder werd wat goud ontdekt.
Hollander en Fransoos
Betwistten daarop 't recht elkaar,
Waarop m' een scheidsman koos.
De heerscher van het Russisch rijk
Vroeg men naar zijn besluit,
Wie 't hebben zou; men wist, zoo'n heer
Deelt steeds de lakens uit.
Het was eens kermis en het volk
Had overal pleizier;
Daar brak een brand uit. „Och," riep men,
„Was nu de spuit maar hier!"
Men bracht haar en zocht overal
Naar manschap voor de spuit
Maar elk riep: „'t Is thans kermis, en
Zij deelt de lakens uit!"
Soms neemt zich deze en gene voor,
Om nooit te trouwen; maar
Niet allen meenen dit in ernst;
Dit blijkt zoo hier als daar.
Want Cupido trekt in het rond
En schiet somtijds die guit
Een pijl in 't hart, dan blijfct het staag
„Hfi deelt de lakens uit!"
Frits was een wakkre, kloeke gast,
Maar arm aan geld en goed.
Hy trouwde een sehatryk meisje in 't eind,
Geen mensch, die 't had vermoed.
Maar ze is zeer twistziek, en zegt vaak
„Je hebt geen rooie duit,
En daarom doe je wat ik wil:
Ik deel de lakens uit!"
Hoe hoog een mensch ook zeet'len moog,
Hoe velen hy beveelt,
Geen mensch zij er hoovaardig op,
Dat hij de lakens deelt.
Want of men arm is of schatrijk,
Eenmaal dat is 't besluit
Toont mag're Hein zijn groote macht
En deelt de lakens uit.
Heldersche Moppen.
Kleine Marie: Is u weer beter, luitenant f
LuitenantHoe kom je daar by ik ben
niet ziek geweest.
Kleine Marie Nu, en myn zuster zei, dat
u leedt aan grootheidswaanzin. Is dat dan
geen ziekte?
Onderwijzer: Als een wandelaar 5 mijlen
in het uur loopt en een ander 6 mijlen, ter
wijl de eerste een half uur vroeger op weg
is gegaan, waar zullen zy elkander dan tref
fen?
Veelbelovende leerling: In de eerste her
berg aan den weg.
o
Echtgenoot (pas getrouwd)Zou je den
ken, vrouwlief, dafc die witte overgordijnen
er door zouden lijden als hier in de kamer
gerookt werd?
VrouwtjeOch, je bent toch de beste man
van de wereld, je denkt nooit aan je zelf,