't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1819.
Woensdag 23 Juli 1890.
Achttiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
ATPonnem ent
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSiVIORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Gemeenteraad van Helder.
Zitting van ZATERDAG 19 JULI 1890.
Voorzitter de heer C. A. Beukenkamp.
Tegenwoordig zijn 14 ledenafwezig de
heeren Govers, over de Linden en Korver.
Na de opening der zitting worden de no
tulen der vorige vergadering voorgelezen en
goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat aan de orde
is een bespreking van de gemeentelijke geld-
leening. Hij stelt, namens het Dag. Best.,
voor, de behandeling van dit onderwerp te
doen plaats hebben in eene zitting met ge
sloten deuren. Dienovereenkomstig wordt
besloten.
Na een half uur wordt de openbare zitting
heropend en wordt, namens B. en W., door
den Voorzitter voorgesteld, de geldleening,
groot f 100.000, niet te doen plaats hebben.
Zonder eenige discussie wordt dit voorstel,
by hoofdelijke omvraag, met eenparige stem
men aangenomen.
Daarop wordt, mede namens bet Dag. Best.,
door den Voorzitter het voorstel gedaan, om
het bedrag der kosten, ad f 4420, voor den
bouw van een lokaal voor den afslag van
zeeviscb aan de Buitenhaven alhier te ver
antwoorden bij suppletoire begrooting voor
den dienst van 1890. Zonder discussie wordt
dit voorstel, met 12 tegen 2 steramen, aan
genomen. Tegen stemden de heeren Ouden
hoven en Hordijk.
Bij de gewone rondvraag wordt door den
heer Hordijk tot den Voorzitter de vraag ge
richt, of er eenige bepaling bestaat omtrent
het geven van vacuntie aan de leerlingen der
Plaatselijke Teekenscbool. De Voorzitter ant
woordt, dat hieromtrent geen bepaling bestaat,
doch dat de onderwijzer ieder jaar schriftelijk
verlof daartoe aanvraagt en dat zulks ge
schiedt met het oog op het tydelyk staken
der lessen aan het Kon. Instituut voor de
Marine.
De zitting wordt hierna gesloten.
HELDER, 22 Jnli 1890.
Bij de jongste herziening der wet op
het Lager Onderwijs is o.a. het teekenen,
althans de eerste beginselen er van, onder
de verplichte leervakken opgenomen. Het
onderwijzend personeel aan de openbare
en bijzondere scholen is omtrent dit nieuwe
leervak weinig of niet op de hoogte en
daarom heeft de Minister van Binnen-
landsche Zaken bepaald, dat in 't laatst
van deze eri in 't begin der volgende
maand in verschillende steden des lands
door bevoegde personen voordrachten over
het elementair teekenonderwijs zullen wor
den gehouden, die door de onderwijzers en
onderwijzeressen uit deze gemeente en
uit den omtrek kosteloos kunnen worden
bijgewoond. Tengevolge van 's Ministers
besluit zal alhier een voordracht worden
gehouden door den heer C. W. Hoenkamp,
hoofd eener openbare lagere school en
teekenonderwijzer bij de Rijks normaal
lessen te Utrecht. Deze voordracht zal
plaats hebben in de Bouwzaal aan de
Kerkgracht, op Zaterdag 2 Augustus a.s.,
des voormiddags van 10 tot 12 en 's na
middags van 1 tot 4 uur.
Texel. De heer P. C. Koning ont
ving van den heer Van Zuijlen te
's-Hage, (zijn vertegenwoordiger op de ten
toonstelling te Toulon) het volgende schrij-
vèn:
»Uit Parijs ontving ik het goede bericht,
dat in plaats van de u oorspronkelijk toe
gedachte bronzen medaille, de jury te
Toulon aan uw Reddingsmiddel de zilveren
medaille" heeft; toegekend."
—-Van Texel schrijft men: De twee
reddingcylinders, die bij een proefneming
op zee verloren raakten, zijn opgevischt
en aan den eigenaar, den heer P. Koning,
terugbezorgd.
Men schrijft ons van Wieringen:
De commissie ter bevordering van getrouw
schoolbezoek had zich voorgenomen in dit
jaar de kinderen boven de zeven jaren een
reisje te laten maken naar Alkmaar. Het
was geen gemakkelijke taak voor die heeren,
daar er vele bezwaren aan verbonden zijn om
met zooveel kinderen zulk een reis te onder
nemen van een eiland. De afstand van Wie-
ringen naar de van Ewyksluis is wel geen
uur gaans; maar is toch verre van gemakkelyk
en onderscheiden ouders maakten ook bezwaar
om hunne kinderen mede te geven, doch de
reis is uitmuntend geslaagd en daarom een
woord van dank aan de geleiders der kleinen
voor hun goede zorg en welgekozen maatregelen
hierbij genomen, de kinderen hebben een zeer
prettigen dag gehad en onder zang en muziek
kwamen zij hoogst voldaan des avonds met de
daartoe bestelde schuiten op het eiland terug,
waar de meesten door rijtuigen werden afge
haald om in de ouderlijke woning terug te
keeren. Waren er nu ouders, die weigerden
hun kinderen mede tegeven wij vertrouwen
dat bij een volgende reis niemand achter zal
blijven, daar men de overtuiging heeft dat de
dames en de heeren, die de verzorging der
kinderen op zich hadden genomen, geen moeite
gespaard hebben om hun in den vollen zin des
woords een feestdag te bereiden dus aan allen
onze hartelijaen dank daarvoor.
Maar hun taak was nog niet ten einde; ook
de kinderen beneden de zeven jaren moesten
een belooning hebben voor hun getrouw school
bezoek. Voor hen had men een plaatselijk feest
bereid, dat jl. Woensdagmiddag ten uitvoer
werd gebracht. In optocht trokken die kinderen
van de scholen van Oosterland, Hypolitushoef
en Westerland door het dorp Hypolitushoef,
waar zij op het plein achter de H. V. kerk
onderscheidene kleine wedstrijden hadden, dat
zeer goed naar de leeftijden geregeld was. Onder
het spelen werden ze onthaald op koek en
melk, terwijl men na de gehouden wedstrijden
vereenigd naar de school te Hypolitushoef trok,
waar aan elk kind een prijs werd uitgereikt.
Het schoone zomerweer lokte vele van
buiten om de kleinen te zien wedyveren. Ook
hierbij komt een woord van welverdienden dank
toe, ten eerste aan de gevers van al het goede
ten tweede aan diegenen, die dit kinderfeest
organiseerden. Wij zijn overtuigd dat deze feesten
een prikkel zullen zijn voor getrouw school
bezoek.
Wieringen. Donderdagmiddag ont
lastte zich boven ons eiland een hevig onweder
vergezeld van een hevigen slagregen, welke
veel schade aanrichtte voor de te veld staande
granen. De plaats Middelhoeve, in huur door
de heeren Schaaps en Sloos en bewoond door
C. Bais, werd door den bliksem getroffen en
stond in een oogenblik tijds in lichtelaaie.
Het mocht den bewoner nog gelukken om de
op stal staande paarden te verwijderen. Een
enkel stukje inboedel werd in haast gered, doch
voor 't overige werd het hooi en alle boeren-
en bouwgereedschappen een prooi der vlammen.
De Burgemeester en andere notabelen spoedden
zich naar het brandende perceel. Ook de
brandspuit van het dorp Hypolitushoef werd,
ofschoon het een uur gaans was, daarheen
gebracht om zooveel mogelyk het vuur te be
dwingen; doch nu bleek het hoe noodig het
is om brandmeesters en spuitgasten aan te
stellen, om wanneer het gevaar dreigt, maat
regelen te kunnen nemen len einde het ver
voer en in werking stellen der brandspuit te
te bespoedigen. Wij twijfelen er volstrekt niet
of onze Burgemeester, in vereeniging met
den gemeenteraad, zal nu wel in deze leemte
voorzien.
Door schipper J. A. Kooger, van de
Texelsche visschuit T. X. 71, is in de
peiling Kijkduin O. l1/» mijl afstand, drij-
vende gevonden en alhier aangebracht,
een in een houten kruis bevestigde flesch,
waarin een briefje (Duitsch en Engelsch)
van den volgenden inhoud:
Nabij eiland Wight, Engelsche Kanaal.
Wij ondergeteekenden, passagiers aan boord
S.S. Obdam van Rotterdam, werpen deze
flesch in den Oceaan en zouden ons zeer
verplicht achten te vernemen of deze bij
geval gevonden wordt. De vinder zal be
loond worden. Twee dollars belooning be
taalt E. P. Birnbaum, 1426 Franklin av.
170 str. New-York. (w. g.) T. W. Tri-
schen Jr., E. P. Birnbaum, Atkin, James
Jait Hatfield, van Kamecke Ewd. v. Dön-
hoff.
2 April '90."
(Het SS. Obdamder N. A. S. M.,
vertrok 22 Maart van New-York naar
Rotterdam, en arriveerde aldaar den 4den
April. Red.)
Het Café
Het café vormt om zoo te zeggen de
beurs van het maatschappelijk leven. In
het café knoopt men kennissen aan, sluit
men vriendschap, knoopt men betrekkin
gen aan en doet men zaken. In het ca
fé verdrijft men de verveling, verdroomt
de zorgen en zoekt men de vreugde. In
het café onderhoudt men hetgeen men weet
door het lezen van couranten en tijdschrif
ten, men politiseert er, verbetert de toe
standen onder een grogje, lost de sociale
vraag op en helpt men de wereldgeschie
denis maken. In het café spreekt men
met zijn meisje, (want de meisjes gaan
tegenwoordig ook naar het café) bij een
glaasje gerste over liefde en toekomst, of
men onderhoudt zich met de kellnerinnen,
knipoogt naar de kokette courtisane, die
:rt, men strijdt en is de wereld de
In het café zet men zjjn staatsbur-
en
gerlijke rechten uiteen en vergeet er zijn
huiselijke plichten, versterkt zich voor men
een zaak gaat sluiten, ruïneert zijn maag
met koud bier en verteert het verdiende,
terwijl vrouw en kinderen om brood vra
gen. In het café knort men over de ge
brekkige ventilatie in scholen en feestza-
le en ademt daarbij tabakswalm en alco
holdampen in, die de gezonden langzamer
hand vergiftigen.
In de Verlengde Blankenstraat te
Amsterdam viel een man uit een raam
van een derde verdieping. Hij viel dood
neer voor de voeten zijner vrouw.
Van Urk schrijft men
Twee der aanzienlijkste bewoners van
dit eiland zijn door een deurwaarder, bij
gestaan door 5 rijksveldwachters, in de
gijzeling gebracht.
Zij hadden, geholpen door een aantal
Urkers, rogge van een in de nabijheid van
het eiland gezonken schip geborgen, en
konden het over het bergloon met de as
surantiemaatschappij, waarbij de lading
verzekerd was, niet eens worden, tengevol
ge waarvan hun een proces werd aange
daan.
De rechtbank stelde hen in het onge
lijk, en veroordeelde hen in de kosten,
ten bedrage van f 600. Zij weigerden te
betalen of de rogge af te geven.
De Urkers verzetten zich aanvankelijk
krachtdadig tegen de inhechtenisneming,
doch weken terug voor de geladen kara
bijnen der veldwachters.
Landverhuizing
De „Staatscourant" bevat een verslag
omtrent de werkzaamheden der commis
sie van toezicht op het vervoer van land
verhuizers over 1889 te Amsterdam, Rot
terdam en Vlissingen. Van Amsterdam
vertrokken 7082, van Rotterdam 15252
landverhuizers, totaal 22334, tegen 18137
in 1888. Daaronder waren 9111 Neder
landers, tegen 4628 in 1888. In Vlissin
gen gingen aan boord van 21 schepen der
„Castle-line", met bestemming naar Zuid-
Afrika, 254 volwassen personen en 12 kin
deren.
Korte wetten maakte een haastig
gebakerd man te Utrecht met den brug
wachter aan de Catharijnebrug aldaar. Na
een hevige woordenwisseling over het naar
zijn zin te langzaam sluiten van de brug,
nam hij den brugwachter doodeenvoudig
op en wierp hem over de balustrade in
het water. Na deze uitoefening van snel
recht, koos onze vlugge vriend het pad,
berucht door zeker wildbraad. Toch werd
hij door de politie aangehouden en tegen
hem proces-verbaal opgemaakt. De doo-
delyk verschrikte brugwachter werd door
eenige toeschouwers spoedig gered.
Nader wordt nog omtrent de opgra
ving van het lijk van mej. W. J. Smis-
saert te Amsterdam gemeld, dat in het
huis, waarin zij 't laatst woonde, nog me-
dicijn-fieschjes zijn gevonden, waaromtrent
een gerechtelijk onderzoek is ingesteld.
Dit onderzoek heeft echter niet geleid tot
aanhouding van de gezelschapsjuffer, een
in de kunstwereld ter goeder naam en
faam bekend staande dame.
Vrijdag is door de politie te Delft aan
gehouden en, na gehoord te zijn, naar
's-Gravenhage overgebracht, C. A. S., huis
vrouw van J. v. B., wonende aldaar, we
gens poging tot vergiftiging van haren
man door middel van phosphorus.
Naar wij vernemen, zal op 4 Au
gustus voor de rechtbank te Leeuwarden
zich hebben te verantwoorden een 24-ja-
rige schipper te Koudum, wegens het feit,
dat hij zich in de plaats van zijnen ver
oordeelden broeder in de gevangenis te
Sneek had doen opnemen.
Wat zal zij nu een aanbidders krij
gen
Te Amsterdam heeft een dienstmeisje,
dat van haar spaarduitjes een lot van cir
ca f100 in de Amsterdamsche premielee-
ning had gekocht, bij de deze week plaats
gehad hebbende trekking de f50,000
trokken.
Te Breda is op ruim 86-jarigen leef
tijd overleden een der oudste nog overge
bleven ridders van het Metalen Kruis, de
gepensionneerde majoor der infanterie F.
W. Del Campo, gen. Camp.
Een te Stockholm overleden zonder
ling, Fleischer genaamd, die als een be
hoeftig man leefde, maar een vermogen
vaa een half millioen kronen en 20 hui
zen in Noorwegen bezat, heeft al zijn geld
en goed aan de armen van zijne geboor
testad, Bergen, vermaakt.
Zijn bloedverwanten betwisten nu de
geldigheid van het testament. Zij tracht
ten een schikking te treffen en boden het
gemeentebestuur van Bergen 100,000 kro
nen voor de armen, als het alle aanspra
ken op de nalatenschap wilde opgeven.
Dit aanbod is echter afgewezen en de
quaestie komt nu voor het gerecht.
De dikste jonge dame van Parijs,
de 19-jarige Victoire Tautin, is dezer da
gen ovevleden. Zij had, naar men verze
kert, het respectabele gewicht van 235
kilogram.
In een ballon thuisgebracht.
Met 3 metgezellen steeg kapitein Go-
dard dezer dagen te Rome in zijn ballon
op. Een der reizigers, de heer Colonna,
is de eigenaar van een landverblijf bij Ama-
lia in Umbria, een paar uur sporens van
Rome. De ballon zette noordwaarts koers,
ging langs den berg Soratte en daalde,
toen hij bij het buitenverblijf van den heer
Colonna gekomen was, toevallig juist op
het plein voor de villa, tot groote ver
wondering van de boeren, die nog nooit
hun landheer in zulk een vervoermiddel
thuis hadden zien komen.
Een Deensch zwemmer, de heer Tra-
garth, is de Sont overgezwommen. In 5
uren legde hij den afstand af tusschen Hel-
singoer en Helsingborg in Zweden, niet
tegenstaande de zee hoog ging en het hard
waaide. Slechts één zwemmer, de Zweed
Akei, had tot dusver dit meesterstuk van
zwemkunst uitgevoerd.
Eene nieuwe Troppinnnn-geschicdenis.
Een vreesdijk drama waarin de hoofdrol door
een professor, dokter Urbinio de Freitas, is
gespeeld, houdt de gemoederen in geheel Por
tugal in beweging. Een gebeele familie is
het slachtoffer geworden van een man, wiens
geldzucht zoover ging, dat hij niet alleen niet
voor één moord terugdeinsde, maar zelfs alle
familieleden van zijn vrouw, die hem bij de
bereiking van zyn doel het verkrijgen van
een erfenis in den weg stonden, om het
leven heeft gebracht.
Dokter Urbino De Freitas, de zoon van een
achtenswaardige familie, studeerde aan de U-
niversiteit te Coïmbra, waar hij, door zijne
snelle vorderingen, veler aandacht tot zich trok.
In 1874 promoveerde hij op de meest schit
terende wijze. Zijn koel en teruggetrokken
karakter was echter oorzaak, dat hy onder
zijn collega's weinig vrienden telde. In 1877
tot professor in de phiysiologie aan de uni
versiteit te Porto benoemd, behandelde hij zijn
leerlingen zóó streng, dat hy dikwijls door hen
uitgefloten werd. Zijn groote talenten wer
den evenwel door iedereen erkend, zoodat hy
spoedig een uitgebreide practijk had, waarmee
hij veel geld verdiende. De middelen, waar
door hij zich geld wist te verschaffen, moeten
evenwel niet altijd even eerlijk zijn geweest.
Hij was gehuwd met een juffrouw De Sam-
paio, de dochter van een deftige familie, en
om nu in 't bezit te komen van de erfenis
der ouders van zijn vrouw, beging dokter
Urbino De Freitas do misdaden, die wij hier
laten volgen.
De familie De Sampaio bestond uit den va
der, de heer José Antonio De Sampaio, 70
jaar oud, gehuwd met Maria Carolina Vaz
De Sampaio, uit welk huwelijk drie kinderen
waren geboren, Willem, José-Antonio en de
vrouw van De Freitas. Willem De Sampaio
had twee kinderen, Mario en Maria Augusta,
en José Antonio een dochter, Bertha.
Dokter Freitas wordt than3 beschuldigd zyn
twee zwagers, zyn twee schoonzusters, zijn
neef, den jeugdige Mario, den zoon van Wil
lem De Sampaio, vermoord te hebben en moord
aanslagen te hebben gepleegd op zijn beide
nichten Bertha en Maria Augusta.
Willem De Sampaio stierf daags na een
diner bij dokter De Freitas. Hij was een nog
jonge man, in de kracht zijns levens. Kort
daarop stierven ook de beide schoonzusters
van de Freitas onverwachts, nadat zij onder
zijn behandeling waren geweest. Toen men
hem vroeger wel eens aan het ziekbed van
een bloedverwant had geroepen, had hij steeds
geweigerd te komen thans draalde hij echter
geen oogenblik, zijn beide schoolzusters in be
handeling te nemen.
De eigenaar van het hotel te Parijs, waar
José Antonio De Sampaio overleed, verklaar
de, dat dokter de Freitas een inspuiting met
caféine had bevolen. Vóór de vloeistof, die
door een bediende was gehaald, in het spuit
je te doen, onderwierp hij deze aan een lang
durig onderzoek. Hij weigerde een anderen
dokter de vloeistof te laten onderzoeken, en
hij haastte zich de onderhuidsche inspuiting
bij José te doen. Des avonds te zes uur van
denzelfden dag overleed de zieke onder hevig
lijden. Eenige maanden van te voren had
José Antonio een flesch met Pruisisch zuur
uit Coïmbra ontvangen, wat men als de eer
ste poging van De Freitas beschouwt, om zijn
zwager te vermoorden.
De kinderen Mario, Maria Augusta en Ber
tha hadden den lOen Maart een doos met
Fransch suikerwerk ontvangen, wat zij voor
een geschenk van hun onderwijzeres hielden.
Nadat zij er van gegeten hadden, werden zij
onpasselijk. Onmiddellijk werd de Freitas ge
roepen, die verklaarde, dat het niet van ern-
stigen aard was, en na de ouders en bedien
den uit het vertrek vorwijderd te hebben, dien
de hij hvn een geneesmiddel toe, waardoor
hun toestand zoodanig verergerde, dat Bertha
en Augusta weigerden, er voor de tweede maal
van in te nemen, waardoor zij, zonder dat
zij dit vermoedden, zich zelf het leven redden
Mario liet zich echter, op aanhoudend verzoek
van zijn grootmoeder, nogmaals het genees
middel toedienen en stierf onder hevige py-
nen, de schuld van zijn lijden aan do genees
middelen van zijn oom wijtend.
De Freitas trachtte de schuld op zijn zwa
ger, Charlos D'Almeida en zelfs op do on
derwijzeres te werpen.
Deze laatste verdedigde zich echter krach
tig en beschuldigde De Freitas onder bedek
te termen.
Thans werd de politie van Porto, de twee
de stad van Portugal, in do zaak gemengd.
Daar zij echter slechts f2000 's jaars heeft
om misdaden op te sporen, werd de geldely-
ke setun van den heer Sampaio ingeroepen
voor een onderzoek. In den beginne evenwel
durfde men een zoo beroemd man, een pro
fessor, niet te arresteeren.
Door zich echter te veel van alle schuld
vrij te pleiten, maakte de Freitas zich ver
dacht.
Daar het bewezen was, dat hij den nacht
van den 8cn op den 9en Maart te Lissabon
had doorgebracht, den dag, waarop het sui
kerwerk verzonden was, schreef hy aan een
van zijn vrienden, om hem te smeeken, te
getuigen, dat zy tijdens zijn verblijf te Lissa
bon samen waren geweest. De vriend stelde
echter onmiddellyk den brief in handen van
den prefect van politie. Deze brief is een
bezwarend bewys tegen den beschuldigde.
Het is thans bewezen, dat De Freitas het
suikerwerk den 8en Maart te Lissahorf' heeft
gekocht en naar Porto gezonden. Toen dit al
les aan het licht was gekomen, kon men De
Freitas niet langer op vrije voeten laten. Hij
is thans zeer terneergeslagen. Den ganschen
dag wemelt het van menschen om zijn gevan
genis, die niets anders roepen dan„Dood
den moordenaar! Dood den vergiftiger van
kinderenZijn koelbloedigheid heeft hem ge
heel verlaten en bij het verhoor van den rech
ter van instructie stortte hij tranen, die \an
evenveel waarde als een bekentenis zijn.
Men gelooft, dat de moordenaar bij zijn mis
dadig werk van policarpine gebruik heeft ge
maakt, waarvan het hoofdbestanddeel joboran-
di is.
Een te Kaapstad verschijnende cou
rant maakt de opmerking, dat roovers
van de ouderwetsche soort zeer talrijk be
ginnen te worden in Zuid-Afrika. Zoo wer
den nog onlangs eenige boeren uit Wor-
cester, die wagens in de Transvaal had
den verkocht, nabij Ermeloo aangehouden
door twee kerels te paard, die beweerden
een bevelschrift te hebben om hen in hech
tenis te nemen, wegens on wettigen ver
koop van geweren aan inboorlingen. Het
tweetal had revolvers en handboeien bij
zich. De boeren lieten zich de handen bin
den, en toen de roovers hen aldus mach
teloos hadden gemaakt, plunderden zij de
wagens en reden met een buit van f9600
weg.
Marine en Leger.
De officier-machinist 2e kl. C. F. Brast, die
nende in de maritieme directie te Amsterdam,
zal naar Hellevoetsluis worden overgeplaatst, om
op te treden als chef van het magazijn en atelier
voor den torpedodienst, ingericht bij 's rijks werf
aldaar.
De luitenant t. e. Ie kl. R. C. A. L. Jansen
van Afferden, die, met ontheffing van het bevel
over Zr. Ms. instructie-schip „Pollox" 1 Augus
tus op non-activiteit wordt gesteld, is aangewe
zen nis commandant van het transport onderof
ficieren en mindere schepelingen, dat in Septem
ber a. s. per stoomschip van de Maatschappij
„Nederland" naar Oost Indië zal vertrekken.
Blijkens een bij het departement van marine
ontvangen telegram is Zr. Ms. instructie-korvet
„Nautilus", onder bevel van den kapitein-luite
nant ter zee H- G. Hildebrandt, den 19den de
zer ter reede Leith (Schotland) aangekomen.
Aan boord was alles wel.