't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1821. Woensdag 30 Juli 1890. Achttiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. 3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentlen van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 29 Juli 1890. Volgens het dezer dagen openbaar gemaakte Verslag omtrent den staat van 't Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, dat over het geheele land circa 5000 leden telt, heeft die vereeniging in de provincie Noord-Holland 33 afdeelingen, met 1115 leden. De afdeeling Texel telt 12, Scha- gen 24, Eenigenburg 11, St. Pankras 13, Alkmaar 33, Alkmaar-buiten 11 en Helder 20 leden In strijd met het bekende gezegde van wijlen Koning Salomo, is er thans eens spra ke van iets geheel nieuws onder de zon, nl. de stichting van Schoolbaden. Men wil aan de leerlingen der volksscholen gelegenheid geven, zich gedurende de schooltijden in een daarvoor ingericht lokaal te baden. Dit idee vindt bij onderscheidene personen hier te lande, o. a. by den oud-hoofdonderwflzer Degenhardt, van Amsterdam, blykens zijn schrijven in 't So ciaal Weekblad, veel sympathie. Tegenover de aanbeveling van 't plan tot slichting dier badinrichtingen, verdient voorzeker het navol gend woord van een ernstigen bestrijder wel gehoord te worden. „Het geheele voorstel, om schoolbaden op te richten, heeft deze groote schaduwzijde, dat men iets goeds wil op kosten van de gemeente en ten koste van het onderwijzend personeel dat men de kinderen wil reinigen ten koste van den reinheidszin der moeders.Een goede moeder toch wil zelf hare kinderen reinigen en reinhouden, zij laat zich dit werk niet uit de handen nemen ja zelfs zij, die zich de weelde van een kindermeid veroorlooft, is nog op Zaterdagavond zelve tegenwoordig bij de bekende verschooning. Laat deze oude ge woonte doordringen, ook tot de onderste lagen der maatschappij en laten de rijke en welge zinde vrouwen in deze alles doen, wat zij kun nen, om hare arme zusters behulpzaam te zijn. En laat de reiniging op school een straf en een schande zijn en blijven voor de smeer poetsen. Richt, zoo mogelijk, volksbadhoizen op, en weerspreek op die wijze door daden, wat hier en daar weieens gefluisterd wordt, dat wij thans leven in een papieren eeuw en slechts op het papier barmhartig zijn." Voor de op het eiland Texel te stich ten »Prinses-Wilhelmina-bewaar8cbool" te Oude-Schild wordt in Mei van het volgende jaar een verloting gehouden van voor werpen van smaak. Men hoopt op een ruime inzending van prijzen, waartoe de drie commissieleden zich nu reeds beschik baar stellen. Ook de opbrengst van de onlangs aan gekondigde Drie Prinsesseliederen" (met een aardig portret van Prinses Wilbelmina) is voor deze inrichting bestemd. Het hoofdbestuur der Vereeniging tot bescherming van dieren beeft zich tot den minister vanjustitie gewend,- met ver zoek het in een Noord-Hollandsche ge meente aangekondigde katknuppelen tegen te wiUen gaan. De minister van mariue brengt ter kennis van zeevarenden, dat de ijzeren strandkaap op Vlieland ongeveer 580 M. om de Z W. t. W. 1/2 W, is verplaatst, gevende met de duinkaap inéén, leiding voor de uiterton van het Zeegat Storte- melk in de richting Z. Z. O. 8/a O. w/z Z. Peilingenmiswijzend. De hoogte van de kaap boven volzee is 31,33 M. Ligging ongeveer: 53° 18' 11" NBr. en 0° 10' 16" OL. van Amsterdam. Onlangs meldden wij dat een dienst meisje te Amsterdam op een Amsterdamsch premielot een som van f 50,000 had ge trokken. De „Mepp. Crt." voegt hieraan toe, dat de gelukkige winster dezer som een meisje uit Meppel is, en wel de 23- jarige Harmina Broek, dienstbode bij den heer WC. Breukelaar te Amsterdam. Door vlijt en zuinigheid was het haar ge lukt een som van ruim f 100 bijeen te sparen en op aanraden van haar patroon kocht deze voor haar genoemd lot. De zer dagen kwam de effectenmakelaar, waar dit lot met nog eenige andere gekocht was, by den heer B. om hem geluk te wen- schen met zijne winst. Deze de stukken uit zijn brandkast naziende, kwam weldra tot de ontdekking, dat dit geluk niet hem zeiven of zijnen kinderen was ten deel gevallen, maar zijner dienstmaagd. Het meisje, dat thans te Meppel ver toeft, is niet voornemens haar dienst te verlaten. Men schrijft uit Winterswijk Een droevig voorval heeft gisteren ver slagenheid gebracht over het naburige Bree- devoort, gemeente Aalten. De Roomsch- Katholieke bevolking vierde feest, ter ge legenheid dat een bisschop was overge komen om aan de kinderen het vorm sel toe te dienen. Op een der vroegere wallen werd een oud kanon bewaard, dag- te ekenende uit den tijd toen een andere bisschop, Bernard v. Galen, in 1672, uit Munster de graafschap binnenrukte. Thans kwam men op het onzalige denkbeeld, dit kanon ter eere van een bisschop af te vu ren. Tegen den avond had zich een groot deel der bevolking op den wegnaar Aal ten, waar het stuk was heengevoerd, ver zameld, om van het eereschot getuige te zijn. De afloop was noodlottig, wat ook wel eenigszins was te vreezen. Toen het schot viel, vloog het verroeste stuk in scherven uiteen. Van een tienjarig knaap je, dat dichtbij stond, werd letterlijk het hoofd van den romp geslagen. Aan een ander jongetje, van gelijken leeftijd, wer den de slapen ingedrukthet gaf bijna onmiddellijk den geest. Ook de ongeluk- ge, die het stuk bediende, ontving ernsti ge kwetsuren. De oorzaak van het springen van het kanon is te zoeken in de sterke lading. Op de hoeveelheid kruit waren zoden ge stampt (misschien om een harden knal te krijgen). De twee knaapjes, die bij 't voor val gedood zijn, stonden gearmd op een 50 passen naar het afvuren te kijken. Het gesprongen kanon is voor omstreeks 15 jaar bij het slechten van een gedeelte der wallen aldaar in den grond gevonden en sedert dien tijd bij feestelijke gelegen heden gebruikt. Naar men verneemt, moet in de Gemeenteraadszitting te Krommenie op Woensdag H. zulk een ernstige woorden wisseling tusschen den Voorzitter en het Raadslid S. hebben plaats gehad, dat eerst genoemde zich van zijn waardigheidstee- ken ontdaan heeft en hoogstwaarschijnlijk zijn ontslag zal indienen. Men leest in het Hbl. van Zondag: Er is in de zaak der vergiftiging van freule Smissaert een hoogst belangrijke ontdekking gedaan. De justitie heeft bij alle handelaren in verfwaren en drogisten, 't portret van Aaf- ke Kuypers doen vertoonen, dus ook ten huize van den hr. Zirschky, Lange Leid- schedwarsstraat 47. Deze herkende zonder aarzelen in het hem vertoonde portret, dat van een dame, die in Mei jl. in zijn winkel voor een stuiver zinkwit kocht (Vio kilogram). In den winkel was op dat oogenblik ook aanwezig de heer A. Zirsch ky, een neef van den winkelier, die even eens onmiddellijk het portret herkende. Bij den aankoop was ook nog een praatje gehouden, want de heer H. Zirschky, mee- nende dat zinkwit wel niet voor eenig ander doel zou worden gebruikt dan om verf aan te maken, vroeg of er geen olie bij noodig was. De dame antwoordde ont kennend. Nadat beide heeren Zirschky door den rechter van instructie waren gehoord, zijn zij Donderdagavond jl. bij de verdachte in de cel gebracht. Pertinent en dadelyk her kenden beiden ook nu Aafke Kuypers als de vrouw, die in den winkel het zinkwit zich had aangeschaft. „God, dat is valsch, dat is valsch" zei de verdachte, overigens vrij onverschillig de zaak opnemende. Zij toonde eenige voldoening, toen de heeren Zirschky den hun vertoonden man tel niet herkenden als een kleedingstuk, dat de verdachte dien avond zou hebben gedragen, 't Moet echter reeds zijn ge bleken dat die mantel na Mei jl. is ge kocht. Haar aangeboden rechtskundige bijstand is door Aafke Kuypers tot dusverre ge weigerd. We kunnen hier bij voegen dat ook de vrouw van H. Zirschky bij den aankoop in den winkel was. Zij is echter sedert eenige dagen bedlegerig en niet in staat nu reeds verklaringen af te leggen. Den 28en Juli wordt het eindelijk goed weer, althans droog. Wie dit niet gelooft, gelooft niet den Heer Waelput, die 't in de »Gazette van Gent" toch zoo stellig verzekerd heeft. Van zijne weersvoorspelling, welke reeds den 9en Mei 1889 afgekondigd werd, gewerd ons heden een afdruk en daaraan ont- leenen wij de volgende opgaven omtrent hetgeen was, is en zijn zal: Van den 24n December 1889 vochtige periode tot den 5n Maart 1890. Van den 6n Maart betrekkelijk droge piriode tot den 16n Mei. Yan den 17n Mei vochtige periode. Van den 28n Juli droge peri ode. Yan den 7n October vochtigi periode. Van den 18n December drog( periode. Eenige bijzonderheden, daarbij gevoegd, toonen aan, dat de Heer Waelput in 1889 toch niet geheel en al den bal missloeg. Men oordeele: De lente van 1890 zal droog en koud zijn. Er zal nachtvorst zijn tot in Mei. Dit wil niet zeggen, dat men geen regen of ook niet wat warmte zal hebbenenkel zal de temperatuur en het regenen gedu rende de periode van 6 Maart tot 16 Mei, in haar geheel genomen, gevoelig lager dan de gemiddelde zijn. De regen, in Mei begonnen, zal over vloedig vallen in Juni en Juli, en enkel omtrent het einde dezer maanden ophouden. Er zal misschien meer water vallen dan in 1888. Er zal weinig warmte zijn. Te rekenen van de maand Augustus zal 't seizoen nog al goed zijn. Wij zullen een guren en strengen winter hebben, welke zal kunnen vergeleken worden met dien van 1879-80, omdat de dag- en nacht eveningen en de winter-zonnestilsfcand van 1890 zich gedurende droge perioden zullen opdoen. Het verbranden van liet stoomschip Egypt. De Egypt vertrok den lOen Juli met gemengde lading en 640 stuks vee van New-York naar Londen en werd de reis zonder bijzondere gebeurtenissen vervolgd tot den I7den Juli, toen het schip zich bevond op 40° NB. en 38° WL., toen des avonds ten 10 u. 55 mi nuten de gezagvoerder die zich met den opper stuurman op de brug bevond, gerapporteerd werd dat er in de midscheeps tusschen de lading brand was ontdekt. De geheele equi page werd onmiddellijk aan dek geroepen en werden de brandspuiten en stoompompen te werk gesteld. De lading bestond voornamelijk uit katoen en granen, terwijl het vee zich in hokken op dele bevond. Niettegenstaande de uit bijna honderd man bestaande equipage alles in het werk stelde om den brand meester te worden, mocht zy daar niet in slagen en hoewel men trachtte zoo veel van de lading als men kon overboord te werpen en de be manning met den grootsten moed en inspan ning werkte, breidde zich de brand steeds meer uit. Ten 3 u. 30 m. na middernacht waren de machinist en stokers genoodzaakt door de grootte hitte en stoom die in de ma- chinekalner drong, die te verlaten. De eerste machinist was door de hitte byna blind ge worden en na het verlaten der machinekamer stonden ook de stoompompen stil, en hoewel men nog den brand trachtte te blusschen door stoom in het ruim toe te laten, bleek zulks vruchteloos te zyn. Spoedig daarna sprongen de luiken open en bemerkte men toen dat het stoomschip verloren was. Het bevel werd ge geven om de booten gereed te maken, terwyl intusschen door den kwartiermeester van de brug voortdurend noodseinen werden gedaan, door middel van vuurpijlen. Er waren zes booten aan boord, waarin de geheele beman ning zich begaf. Elke boot stond onder het bevel van een der officieren. De gezagvoerder, wiens oogen door de vreeselijke hitte veel geleden hadden, wa3 de laatste die het bran dende vaartuig verliet. De booten waren van proviand, wafer, zeilen, riemen en kompassen voorzien en bleven in de nabijheid van het stoomschip, dat geheel in vlammen stond en eene vreeselijke hitte verspreidde. De meeste der runderen, die zich aan dek bevonden, werden levend verbrand, sommigen braken uit de hok ken los, sprongen in zee en zwommen naar de sloepen, die zy in groot gevaar brachten; velen zag men nog lang levend rondloopen aan het einde van het schip. Het Duitsche fregatschip „Gustav Oscar," van Hamburg bestemd naar New-York, was door de noodsignalen en de vlammen van het brandende vaartuig opmerkzaam geworden en had op de Egypt" afgehouden. Al de schip breukelingen werden aan boord opgenomen, waar zij met alle liefde werden ontvangen en verpleegd. De vrouw van den gezagvoerder van ffGustav Oscar" verbond de oogen derge nen, die door het vuur geleden hadden. Ten 1 ure 45 m. van den 18den Juli kwam de «Manhattan" langs zyde van de „Gustav Oscar" en nam kapt. Robinson en de geheele equipage van de .Egypt" op zijn stoomschip over. Binnen 1 uur 25 m. waren allen op de „Manhattan" aan boord en werden een paar booten van de „Egypt" medegenomen. De schipbreukelingen zijn ook vol lof over de be handeling aan boord van de „Manhattan", waar zij niettegenstaande hun groot aantal, 95 personen, goed verpleegd en gevoed werden. De stuurlieden gaven zelfs hunne hutten om hen te herbergen. By hunne aankomst te Dover werden zij in het National Sailors Home opgenomen, nadat zij vooraf ook door eenige medelijdende personen van kleedingstukken en andere zaken waren voorzien. De heer Manrico Dupont, wiens va der, die millioenen bezit, te Wilmington, in Noord-Amerika, woont, dacht er over om te gaan trouwen, maar gruwde van de gedachte, dat hij eene vronw zou kun nen krijgen, die hem enkel om zyn geld nam. De jongeheer zocht dus niet in de kringen van zyn omgeving maar trok, alsof hij een heel eenvoudig mannetje was, het land door. Op die manier kwam hij ook in het kleine stadje Queenstown, waar hij in een kleine herberg afstapte en zich voor een reizend en trekkend kleinhandelaar uitgaf. In de gelagkamer werd hij door de aller liefste Dorothea Sullivan bediend, in wier mooie donkere oogen hij den eersten dag zoo diep keek, dat hij het heelemaal niet meer kon laten. Hij informeerde om trent het meisje en toen hy enkel goeds van haar en haar familie hoorde, maakte hij haar druk het hof en slaagde er in, zonder dat zij vermoedde wie hij was, haar hartje te veroveren. Dadelijk deelde hij dit zijne ouders mede en de lui te Wil mington, die, door een toeval, van het geval hoorden, verheugden zich reeds bij voorbaat in een. schandaal-geschiedenis. Zij dachten, reeds aan onterven, verstoo- ten, ouderlijken vloek, geheim huwelijk, enz. enz maar niets van dat alles gebeurde. Toen Dupont met zyne jonge verloofde te Wilmington kwam, gingen de gastvrije deuren der vorstelijke woning van zyn fa milie voor haar open en een verlovings feest werd gevierd, dat niet schitterender had kunnen zyn, als de lieve Dorothea in plaats van een braaf, fatsoenlijk buffet juffertje, de dochter van een schatryk pre sident van een bank was geweest. Het meest verbaasd was de jeugdige verloofde, die op dezen dag voor het eerst hoorde, wie haar aanstaande echtgenoot eigenlijk Gemeenteraad van Texel. Zitting van Vrijdag 25 Juli's morgens 10l/s uur. Voorzitter, Burgemeester Kooi. Present alle leden, met nitzondering van den heer Bakker. De notulen der vorige vergadering worden ge leten en na eenige wijziging goedgekeurd. De Voorzitter deed mededeeling van ingeko men oircnlaires en provinciale bladen, missive Gedeputeerde Staten, waarin deze genoegen ver klaren te nemen met het gewijzigde havenplan en opzegging ondergrond gebouwde 'perceelen haventerrein. Voorts wordt voorgelezen een schrijven van de vroedvrouw Boele Hesse, te De Cocksdorp, in houdende dankbetuiging voor de aan haar ver leende gratificatie, alles voor kennisneming aan genomen. De Voorzitter biedt aan, de gemeente-rekening over 1889, en deelt mede de ingekomen reke ningen algemeen Armbestnur, Weeshuis en Bank van Leening. De Voorzitter stelt voor tot onderzoek een commissie te benoemen, waarvoor werden gekozen de heeren: K. Bakker, Sd. Koning, Albert Dros, G. K. Brouwer en Wm. Mets, die zich die benoeming lieten welgevallen. Wordt mededeeling gedaan van eenige requesten a. van R. C. armverzorging aan het Ooster end c.s., waarin zij verzoeken, dat aan hun wordt verkocht de oude zandweg, thans niet meer in gebruik. De Voorzitter leest de artikelen der gemeentewet voor, formaliteiten voorschrij vende om eigendom der gemeente te verkoopen, waarna de Raad besloot, bedoelden weg, als niet meer voor openbaar verkeer bestemd te wezen, te verkoopen en wel voor zoover die de eigen dommen van P. K. Bremer betroffen, te zamen voor f 6,en aan anderen voor f 1,per are. Aan de orde werd gesteld de behandeling van een request van dë Maatschappij Algemeen Belang alhier, inhoudende plan om het dorp den Burg ingeval van braBd van water te voorzien. De Voorzitter ligt het plan des adressants na der toe, en wel 1. het vijvertje uitdiepen en verbreeden; 2. daarin te stellen 2 handzuigperspompen; 3. een reservoir te maken in het park; 4. buizen van daar tot aan de vischmarkt, vanwaar men met een malmierop ter lengte van 300 a 840 Meter het geheele dorp van water voorzien kon. De Voorzitter deelt mede, dat bij een nader onderhoud ter dier zake met den directeur Eel- man heeft gehad, waarin deze verklaarde, dat hij niet pertinent zijn voorstel wenschte gehand haafd te zien, maar zulks gaarn voor beter prijs gaf. De Voorzltrer noemt daarna eenige tech nische en financieele bezwaren tegen gemeld voor stel; hij wenschte bevorens genoemd voorstel in overweging te nemen, (dat niet anders dan inge wikkeld en twijfelachtig is volgens zijne ziens wijze) eene proeve te doen met het slaan eener Nortonpomp, en wel in een der putten b.v. in dien bij den heer Broekkamp. De heer Boon heeft van die proeve weinig verwachting; hij wenschte liever een reservoir en wel nabij de Vogelenzang. De heer Fokke Keijser keurde de proeven met een Nortonpomp goeddoch wenschte dat men nadere informatiën zoude inwinnen betreffende de bestaande zoogenaamde aanjagers. De heer Cornelis Keijser, acht het voorstel van Algemeen Belang financieel bezwaarlijkhij ver neemt nn, dat met een malmierop van 250 Me ter de Bnrg van water kon worden voorzien welaan dan verbeter uwe bestaande waterga ringen, waaruit men dan met die lengte alles bestrijken kan. De heer Fokke Keijser merkt de vorige spre ker op, dat zulks geschiedt, wanneer het water, zooals Algemeen Belang bedoelt, een groot ver val, heeft hetgeen bij zijn voorstel niet bestaat. De heer W. Mets is voor de proef met een nortonpomp, doch wenschte bij mislukking dier proef op het plan van Algemeen Belang terug te komen, zoodat hij znlks wenschte aan te honden. Het voorstel proef Nortonpomp wordt aange- omen. De heer Albert Dras wenscht, dat die proeve met het oog op de ellendige positie (geen water) spoedig geschieden zou. De heer Cornelis Keijser noemt die positie niet ellendig; het is volgens hem een gewone positie is er op heden veel water. De heer Dras vraagt of de laatst plaats gehad hebbende brand niet bewees, dat door waterge brek het een ellendige positie was; hij verlangde een spoedige proef, een spoedige verbetering. Voorts gaf bij aan de hand, dat van wege Texels bestuur zon worden gevraagd aan alle assura deuren, die panden aan den Bnrg geassureerd hadden, om eenige bijdragen in de kosten voor brandweer of watervergaring. De Voorzitter beloofde eene spoedige proefne- ing en wat de bijdrage van assuradeuren be trof, zou hij meenen te moeten wachten, naar pogingen door heeren agenten der Maatschappij, die wel zoo beleefd zonden zijn daarvoor te vragen. De vergadering wordt gesloten tot behandeling van reclames hoofdelijken omslag. Heropend zijnde, wordt op de gewone rondvraag nog aangevoerd door den heer Cornelis Keijser, dat de de rol laag der brandput te OoBterend noodig herstel ling behoeft. Door den heer Koorn wordt aangehaald den Hoorn. slechte toestand van de Warmoestraat. De heer Cornelis Keijser sprak nogmaals over den allertrenrigsten toestand der straat aan den De Voorzitter beloofde daarin voor zooveel ogelijk te zullen voorzien, waarna de vergade ring gesloten wordt. Posterlj en. LIJST van brieven, enz., geadresseerd aan onbekenden, gedurende de ie helft der maand Juli 1890: E. A. Coben, J. de Koning, Weber, P. Willenston, Sluiterman, D. Nicolaas en J. van Heren, te Amsterdam Gerritsen, Zutphen H. de Graaf Briefkaarten. Wed. Strenger AmstP. Ëlans, 's Hage. De Directeur van het Postkantoor, P O LV L I E T. Ingezonden. Helder, 26 Juli 1890. Mijnheer de Redacteur! Vergun mij een plaatsje in Uw blad voor de volgende opmerking. Hedenmorgen den Kanaalwcg passeerende, zag ik aan de Kerkgracbt een artillerist, zoo 'k meen den oppasser van den kapt. de W., te paard rijden op het pad langs de vaart. Een paar jongens, van uit de verte gezien niet ouder dan een jaar of twaalf, begonnen, zoo gauw zij den ruiter in 't oog kregen, te gillen en te schreeuwen, blykbaar met het doel, om bet paard te doen schrikken, 't Speet mij, dat de heer, die daar langs wandelde, den bengels niet een gevoelige les toediende, 't Was niet de eerste en de eenige maal, dat zoo iets gebeurdeherhaaldelijk wordt door burgers en officieren, die te paard rijden, geklaagd over de „lieve" jeugd, die bet er op schijnt toe te leggon om het rijden binnen de gemeente on mogelijk te maken, en tot ernstige ongelukken aanleiding te geven. Met de vermelding van het bovenstaande stel ik mij ten doel, de jongelieden, die dit stukje mochten lezen, te wyzen op 't gevaar, dat zij door hun baldadig geschreeuw zouden doen ontstaan. Zeiven zouden zij het betreu ren als er eens een ongeluk met paard en ruiter plaats vond. Vooral is het myn stre ven, om de ouders aan te sporen, dat zij hun ne kinderen ernstig waarschuwen tegen han delingen, die voor anderen zeer onaangename gevolgen kunnen hebben. Wellicht vinden de onderwijzers ook weieens aanleiding, om te dezer zake woordje meê te spreken. Hoogachtend, Uw dw. dn, S.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1