't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1821.
Woensdag 30 Juli 1890.
Achttiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentlen
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 29 Juli 1890.
Volgens het dezer dagen openbaar
gemaakte Verslag omtrent den staat van
't Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap,
dat over het geheele land circa 5000 leden
telt, heeft die vereeniging in de provincie
Noord-Holland 33 afdeelingen, met 1115
leden. De afdeeling Texel telt 12, Scha-
gen 24, Eenigenburg 11, St. Pankras 13,
Alkmaar 33, Alkmaar-buiten 11 en Helder
20 leden
In strijd met het bekende gezegde van
wijlen Koning Salomo, is er thans eens spra
ke van iets geheel nieuws onder de zon, nl. de
stichting van Schoolbaden. Men wil aan de
leerlingen der volksscholen gelegenheid geven,
zich gedurende de schooltijden in een daarvoor
ingericht lokaal te baden. Dit idee vindt bij
onderscheidene personen hier te lande, o. a.
by den oud-hoofdonderwflzer Degenhardt, van
Amsterdam, blykens zijn schrijven in 't So
ciaal Weekblad, veel sympathie. Tegenover
de aanbeveling van 't plan tot slichting dier
badinrichtingen, verdient voorzeker het navol
gend woord van een ernstigen bestrijder wel
gehoord te worden.
„Het geheele voorstel, om schoolbaden op
te richten, heeft deze groote schaduwzijde, dat
men iets goeds wil op kosten van de gemeente
en ten koste van het onderwijzend personeel
dat men de kinderen wil reinigen ten koste
van den reinheidszin der moeders.Een goede
moeder toch wil zelf hare kinderen reinigen
en reinhouden, zij laat zich dit werk niet uit
de handen nemen ja zelfs zij, die zich de
weelde van een kindermeid veroorlooft, is nog
op Zaterdagavond zelve tegenwoordig bij de
bekende verschooning. Laat deze oude ge
woonte doordringen, ook tot de onderste lagen
der maatschappij en laten de rijke en welge
zinde vrouwen in deze alles doen, wat zij kun
nen, om hare arme zusters behulpzaam te zijn.
En laat de reiniging op school een straf en
een schande zijn en blijven voor de smeer
poetsen.
Richt, zoo mogelijk, volksbadhoizen op, en
weerspreek op die wijze door daden, wat hier
en daar weieens gefluisterd wordt, dat wij thans
leven in een papieren eeuw en slechts op het
papier barmhartig zijn."
Voor de op het eiland Texel te stich
ten »Prinses-Wilhelmina-bewaar8cbool" te
Oude-Schild wordt in Mei van het volgende
jaar een verloting gehouden van voor
werpen van smaak. Men hoopt op een
ruime inzending van prijzen, waartoe de
drie commissieleden zich nu reeds beschik
baar stellen.
Ook de opbrengst van de onlangs aan
gekondigde Drie Prinsesseliederen" (met
een aardig portret van Prinses Wilbelmina)
is voor deze inrichting bestemd.
Het hoofdbestuur der Vereeniging
tot bescherming van dieren beeft zich tot
den minister vanjustitie gewend,- met ver
zoek het in een Noord-Hollandsche ge
meente aangekondigde katknuppelen tegen
te wiUen gaan.
De minister van mariue brengt ter
kennis van zeevarenden, dat de ijzeren
strandkaap op Vlieland ongeveer 580 M.
om de Z W. t. W. 1/2 W, is verplaatst,
gevende met de duinkaap inéén, leiding
voor de uiterton van het Zeegat Storte-
melk in de richting Z. Z. O. 8/a O. w/z Z.
Peilingenmiswijzend.
De hoogte van de kaap boven volzee
is 31,33 M.
Ligging ongeveer: 53° 18' 11" NBr.
en 0° 10' 16" OL. van Amsterdam.
Onlangs meldden wij dat een dienst
meisje te Amsterdam op een Amsterdamsch
premielot een som van f 50,000 had ge
trokken. De „Mepp. Crt." voegt hieraan
toe, dat de gelukkige winster dezer som
een meisje uit Meppel is, en wel de 23-
jarige Harmina Broek, dienstbode bij den
heer WC. Breukelaar te Amsterdam.
Door vlijt en zuinigheid was het haar ge
lukt een som van ruim f 100 bijeen te
sparen en op aanraden van haar patroon
kocht deze voor haar genoemd lot. De
zer dagen kwam de effectenmakelaar, waar
dit lot met nog eenige andere gekocht was,
by den heer B. om hem geluk te wen-
schen met zijne winst. Deze de stukken
uit zijn brandkast naziende, kwam weldra
tot de ontdekking, dat dit geluk niet hem
zeiven of zijnen kinderen was ten deel
gevallen, maar zijner dienstmaagd.
Het meisje, dat thans te Meppel ver
toeft, is niet voornemens haar dienst te
verlaten.
Men schrijft uit Winterswijk
Een droevig voorval heeft gisteren ver
slagenheid gebracht over het naburige Bree-
devoort, gemeente Aalten. De Roomsch-
Katholieke bevolking vierde feest, ter ge
legenheid dat een bisschop was overge
komen om aan de kinderen het vorm
sel toe te dienen. Op een der vroegere
wallen werd een oud kanon bewaard, dag-
te ekenende uit den tijd toen een andere
bisschop, Bernard v. Galen, in 1672, uit
Munster de graafschap binnenrukte. Thans
kwam men op het onzalige denkbeeld, dit
kanon ter eere van een bisschop af te vu
ren. Tegen den avond had zich een groot
deel der bevolking op den wegnaar Aal
ten, waar het stuk was heengevoerd, ver
zameld, om van het eereschot getuige te
zijn. De afloop was noodlottig, wat ook
wel eenigszins was te vreezen. Toen het
schot viel, vloog het verroeste stuk in
scherven uiteen. Van een tienjarig knaap
je, dat dichtbij stond, werd letterlijk het
hoofd van den romp geslagen. Aan een
ander jongetje, van gelijken leeftijd, wer
den de slapen ingedrukthet gaf bijna
onmiddellijk den geest. Ook de ongeluk-
ge, die het stuk bediende, ontving ernsti
ge kwetsuren.
De oorzaak van het springen van het
kanon is te zoeken in de sterke lading.
Op de hoeveelheid kruit waren zoden ge
stampt (misschien om een harden knal te
krijgen). De twee knaapjes, die bij 't voor
val gedood zijn, stonden gearmd op een
50 passen naar het afvuren te kijken.
Het gesprongen kanon is voor omstreeks
15 jaar bij het slechten van een gedeelte
der wallen aldaar in den grond gevonden
en sedert dien tijd bij feestelijke gelegen
heden gebruikt.
Naar men verneemt, moet in de
Gemeenteraadszitting te Krommenie op
Woensdag H. zulk een ernstige woorden
wisseling tusschen den Voorzitter en het
Raadslid S. hebben plaats gehad, dat eerst
genoemde zich van zijn waardigheidstee-
ken ontdaan heeft en hoogstwaarschijnlijk
zijn ontslag zal indienen.
Men leest in het Hbl. van Zondag:
Er is in de zaak der vergiftiging van
freule Smissaert een hoogst belangrijke
ontdekking gedaan.
De justitie heeft bij alle handelaren in
verfwaren en drogisten, 't portret van Aaf-
ke Kuypers doen vertoonen, dus ook ten
huize van den hr. Zirschky, Lange Leid-
schedwarsstraat 47. Deze herkende zonder
aarzelen in het hem vertoonde portret,
dat van een dame, die in Mei jl. in zijn
winkel voor een stuiver zinkwit kocht
(Vio kilogram). In den winkel was op dat
oogenblik ook aanwezig de heer A. Zirsch
ky, een neef van den winkelier, die even
eens onmiddellijk het portret herkende.
Bij den aankoop was ook nog een praatje
gehouden, want de heer H. Zirschky, mee-
nende dat zinkwit wel niet voor eenig
ander doel zou worden gebruikt dan om
verf aan te maken, vroeg of er geen olie
bij noodig was. De dame antwoordde ont
kennend.
Nadat beide heeren Zirschky door den
rechter van instructie waren gehoord, zijn
zij Donderdagavond jl. bij de verdachte in
de cel gebracht. Pertinent en dadelyk her
kenden beiden ook nu Aafke Kuypers als
de vrouw, die in den winkel het zinkwit
zich had aangeschaft.
„God, dat is valsch, dat is valsch" zei
de verdachte, overigens vrij onverschillig
de zaak opnemende.
Zij toonde eenige voldoening, toen de
heeren Zirschky den hun vertoonden man
tel niet herkenden als een kleedingstuk,
dat de verdachte dien avond zou hebben
gedragen, 't Moet echter reeds zijn ge
bleken dat die mantel na Mei jl. is ge
kocht.
Haar aangeboden rechtskundige bijstand
is door Aafke Kuypers tot dusverre ge
weigerd.
We kunnen hier bij voegen dat ook de
vrouw van H. Zirschky bij den aankoop
in den winkel was. Zij is echter sedert
eenige dagen bedlegerig en niet in staat
nu reeds verklaringen af te leggen.
Den 28en Juli wordt het eindelijk
goed weer, althans droog.
Wie dit niet gelooft, gelooft niet den
Heer Waelput, die 't in de »Gazette van
Gent" toch zoo stellig verzekerd heeft. Van
zijne weersvoorspelling, welke reeds den
9en Mei 1889 afgekondigd werd, gewerd
ons heden een afdruk en daaraan ont-
leenen wij de volgende opgaven omtrent
hetgeen was, is en zijn zal:
Van den 24n December 1889 vochtige
periode tot den 5n Maart 1890. Van den
6n Maart betrekkelijk droge piriode tot
den 16n Mei. Yan den 17n Mei vochtige
periode. Van den 28n Juli droge peri
ode. Yan den 7n October vochtigi
periode. Van den 18n December drog(
periode.
Eenige bijzonderheden, daarbij gevoegd,
toonen aan, dat de Heer Waelput in 1889
toch niet geheel en al den bal missloeg.
Men oordeele:
De lente van 1890 zal droog en koud
zijn. Er zal nachtvorst zijn tot in Mei.
Dit wil niet zeggen, dat men geen regen
of ook niet wat warmte zal hebbenenkel
zal de temperatuur en het regenen gedu
rende de periode van 6 Maart tot 16 Mei,
in haar geheel genomen, gevoelig lager
dan de gemiddelde zijn.
De regen, in Mei begonnen, zal over
vloedig vallen in Juni en Juli, en enkel
omtrent het einde dezer maanden ophouden.
Er zal misschien meer water vallen dan
in 1888. Er zal weinig warmte zijn.
Te rekenen van de maand Augustus zal 't
seizoen nog al goed zijn. Wij zullen een
guren en strengen winter hebben, welke
zal kunnen vergeleken worden met dien
van 1879-80, omdat de dag- en nacht
eveningen en de winter-zonnestilsfcand van
1890 zich gedurende droge perioden zullen
opdoen.
Het verbranden van liet stoomschip Egypt.
De Egypt vertrok den lOen Juli met gemengde
lading en 640 stuks vee van New-York naar
Londen en werd de reis zonder bijzondere
gebeurtenissen vervolgd tot den I7den Juli,
toen het schip zich bevond op 40° NB. en
38° WL., toen des avonds ten 10 u. 55 mi
nuten de gezagvoerder die zich met den opper
stuurman op de brug bevond, gerapporteerd
werd dat er in de midscheeps tusschen de
lading brand was ontdekt. De geheele equi
page werd onmiddellijk aan dek geroepen en
werden de brandspuiten en stoompompen te
werk gesteld. De lading bestond voornamelijk
uit katoen en granen, terwijl het vee zich in
hokken op dele bevond. Niettegenstaande de
uit bijna honderd man bestaande equipage alles
in het werk stelde om den brand meester te
worden, mocht zy daar niet in slagen en
hoewel men trachtte zoo veel van de lading
als men kon overboord te werpen en de be
manning met den grootsten moed en inspan
ning werkte, breidde zich de brand steeds
meer uit. Ten 3 u. 30 m. na middernacht
waren de machinist en stokers genoodzaakt
door de grootte hitte en stoom die in de ma-
chinekalner drong, die te verlaten. De eerste
machinist was door de hitte byna blind ge
worden en na het verlaten der machinekamer
stonden ook de stoompompen stil, en hoewel
men nog den brand trachtte te blusschen door
stoom in het ruim toe te laten, bleek zulks
vruchteloos te zyn. Spoedig daarna sprongen
de luiken open en bemerkte men toen dat het
stoomschip verloren was. Het bevel werd ge
geven om de booten gereed te maken, terwyl
intusschen door den kwartiermeester van de
brug voortdurend noodseinen werden gedaan,
door middel van vuurpijlen. Er waren zes
booten aan boord, waarin de geheele beman
ning zich begaf. Elke boot stond onder het
bevel van een der officieren. De gezagvoerder,
wiens oogen door de vreeselijke hitte veel
geleden hadden, wa3 de laatste die het bran
dende vaartuig verliet. De booten waren van
proviand, wafer, zeilen, riemen en kompassen
voorzien en bleven in de nabijheid van het
stoomschip, dat geheel in vlammen stond en eene
vreeselijke hitte verspreidde. De meeste der
runderen, die zich aan dek bevonden, werden
levend verbrand, sommigen braken uit de hok
ken los, sprongen in zee en zwommen naar
de sloepen, die zy in groot gevaar brachten;
velen zag men nog lang levend rondloopen
aan het einde van het schip.
Het Duitsche fregatschip „Gustav Oscar,"
van Hamburg bestemd naar New-York, was
door de noodsignalen en de vlammen van het
brandende vaartuig opmerkzaam geworden en
had op de Egypt" afgehouden. Al de schip
breukelingen werden aan boord opgenomen,
waar zij met alle liefde werden ontvangen en
verpleegd. De vrouw van den gezagvoerder
van ffGustav Oscar" verbond de oogen derge
nen, die door het vuur geleden hadden. Ten
1 ure 45 m. van den 18den Juli kwam de
«Manhattan" langs zyde van de „Gustav
Oscar" en nam kapt. Robinson en de geheele
equipage van de .Egypt" op zijn stoomschip
over. Binnen 1 uur 25 m. waren allen op de
„Manhattan" aan boord en werden een paar
booten van de „Egypt" medegenomen. De
schipbreukelingen zijn ook vol lof over de be
handeling aan boord van de „Manhattan",
waar zij niettegenstaande hun groot aantal,
95 personen, goed verpleegd en gevoed werden.
De stuurlieden gaven zelfs hunne hutten om
hen te herbergen. By hunne aankomst te
Dover werden zij in het National Sailors Home
opgenomen, nadat zij vooraf ook door eenige
medelijdende personen van kleedingstukken
en andere zaken waren voorzien.
De heer Manrico Dupont, wiens va
der, die millioenen bezit, te Wilmington,
in Noord-Amerika, woont, dacht er over
om te gaan trouwen, maar gruwde van
de gedachte, dat hij eene vronw zou kun
nen krijgen, die hem enkel om zyn geld
nam. De jongeheer zocht dus niet in de
kringen van zyn omgeving maar trok,
alsof hij een heel eenvoudig mannetje was,
het land door.
Op die manier kwam hij ook in het
kleine stadje Queenstown, waar hij in een
kleine herberg afstapte en zich voor een
reizend en trekkend kleinhandelaar uitgaf.
In de gelagkamer werd hij door de aller
liefste Dorothea Sullivan bediend, in wier
mooie donkere oogen hij den eersten dag
zoo diep keek, dat hij het heelemaal
niet meer kon laten. Hij informeerde om
trent het meisje en toen hy enkel goeds
van haar en haar familie hoorde, maakte
hij haar druk het hof en slaagde er in,
zonder dat zij vermoedde wie hij was, haar
hartje te veroveren. Dadelijk deelde hij
dit zijne ouders mede en de lui te Wil
mington, die, door een toeval, van het
geval hoorden, verheugden zich reeds bij
voorbaat in een. schandaal-geschiedenis.
Zij dachten, reeds aan onterven, verstoo-
ten, ouderlijken vloek, geheim huwelijk,
enz. enz maar niets van dat alles gebeurde.
Toen Dupont met zyne jonge verloofde
te Wilmington kwam, gingen de gastvrije
deuren der vorstelijke woning van zyn fa
milie voor haar open en een verlovings
feest werd gevierd, dat niet schitterender
had kunnen zyn, als de lieve Dorothea in
plaats van een braaf, fatsoenlijk buffet
juffertje, de dochter van een schatryk pre
sident van een bank was geweest. Het
meest verbaasd was de jeugdige verloofde,
die op dezen dag voor het eerst hoorde,
wie haar aanstaande echtgenoot eigenlijk
Gemeenteraad van Texel.
Zitting van Vrijdag 25 Juli's morgens 10l/s uur.
Voorzitter, Burgemeester Kooi.
Present alle leden, met nitzondering van den
heer Bakker.
De notulen der vorige vergadering worden ge
leten en na eenige wijziging goedgekeurd.
De Voorzitter deed mededeeling van ingeko
men oircnlaires en provinciale bladen, missive
Gedeputeerde Staten, waarin deze genoegen ver
klaren te nemen met het gewijzigde havenplan
en opzegging ondergrond gebouwde 'perceelen
haventerrein.
Voorts wordt voorgelezen een schrijven van de
vroedvrouw Boele Hesse, te De Cocksdorp, in
houdende dankbetuiging voor de aan haar ver
leende gratificatie, alles voor kennisneming aan
genomen.
De Voorzitter biedt aan, de gemeente-rekening
over 1889, en deelt mede de ingekomen reke
ningen algemeen Armbestnur, Weeshuis en Bank
van Leening. De Voorzitter stelt voor tot
onderzoek een commissie te benoemen, waarvoor
werden gekozen de heeren: K. Bakker, Sd. Koning,
Albert Dros, G. K. Brouwer en Wm. Mets, die
zich die benoeming lieten welgevallen.
Wordt mededeeling gedaan van eenige requesten
a. van R. C. armverzorging aan het Ooster
end c.s., waarin zij verzoeken, dat aan hun
wordt verkocht de oude zandweg, thans niet meer
in gebruik. De Voorzitter leest de artikelen
der gemeentewet voor, formaliteiten voorschrij
vende om eigendom der gemeente te verkoopen,
waarna de Raad besloot, bedoelden weg, als niet
meer voor openbaar verkeer bestemd te wezen,
te verkoopen en wel voor zoover die de eigen
dommen van P. K. Bremer betroffen, te zamen
voor f 6,en aan anderen voor f 1,per are.
Aan de orde werd gesteld de behandeling
van een request van dë Maatschappij Algemeen
Belang alhier, inhoudende plan om het dorp den
Burg ingeval van braBd van water te voorzien.
De Voorzitter ligt het plan des adressants na
der toe, en wel
1. het vijvertje uitdiepen en verbreeden;
2. daarin te stellen 2 handzuigperspompen;
3. een reservoir te maken in het park;
4. buizen van daar tot aan de vischmarkt,
vanwaar men met een malmierop ter lengte van
300 a 840 Meter het geheele dorp van water
voorzien kon.
De Voorzitter deelt mede, dat bij een nader
onderhoud ter dier zake met den directeur Eel-
man heeft gehad, waarin deze verklaarde, dat
hij niet pertinent zijn voorstel wenschte gehand
haafd te zien, maar zulks gaarn voor beter prijs
gaf. De Voorzltrer noemt daarna eenige tech
nische en financieele bezwaren tegen gemeld voor
stel; hij wenschte bevorens genoemd voorstel in
overweging te nemen, (dat niet anders dan inge
wikkeld en twijfelachtig is volgens zijne ziens
wijze) eene proeve te doen met het slaan eener
Nortonpomp, en wel in een der putten b.v. in
dien bij den heer Broekkamp.
De heer Boon heeft van die proeve weinig
verwachting; hij wenschte liever een reservoir en
wel nabij de Vogelenzang.
De heer Fokke Keijser keurde de proeven met
een Nortonpomp goeddoch wenschte dat men
nadere informatiën zoude inwinnen betreffende de
bestaande zoogenaamde aanjagers.
De heer Cornelis Keijser, acht het voorstel van
Algemeen Belang financieel bezwaarlijkhij ver
neemt nn, dat met een malmierop van 250 Me
ter de Bnrg van water kon worden voorzien
welaan dan verbeter uwe bestaande waterga
ringen, waaruit men dan met die lengte alles
bestrijken kan.
De heer Fokke Keijser merkt de vorige spre
ker op, dat zulks geschiedt, wanneer het water,
zooals Algemeen Belang bedoelt, een groot ver
val, heeft hetgeen bij zijn voorstel niet bestaat.
De heer W. Mets is voor de proef met een
nortonpomp, doch wenschte bij mislukking dier
proef op het plan van Algemeen Belang terug
te komen, zoodat hij znlks wenschte aan te honden.
Het voorstel proef Nortonpomp wordt aange-
omen.
De heer Albert Dras wenscht, dat die proeve
met het oog op de ellendige positie (geen water)
spoedig geschieden zou.
De heer Cornelis Keijser noemt die positie niet
ellendig; het is volgens hem een gewone positie
is er op heden veel water.
De heer Dras vraagt of de laatst plaats gehad
hebbende brand niet bewees, dat door waterge
brek het een ellendige positie was; hij verlangde
een spoedige proef, een spoedige verbetering.
Voorts gaf bij aan de hand, dat van wege Texels
bestuur zon worden gevraagd aan alle assura
deuren, die panden aan den Bnrg geassureerd
hadden, om eenige bijdragen in de kosten voor
brandweer of watervergaring.
De Voorzitter beloofde eene spoedige proefne-
ing en wat de bijdrage van assuradeuren be
trof, zou hij meenen te moeten wachten, naar
pogingen door heeren agenten der Maatschappij,
die wel zoo beleefd zonden zijn daarvoor te vragen.
De vergadering wordt gesloten tot behandeling
van reclames hoofdelijken omslag. Heropend zijnde,
wordt op de gewone rondvraag nog aangevoerd
door den heer Cornelis Keijser, dat de de rol
laag der brandput te OoBterend noodig herstel
ling behoeft.
Door den heer Koorn wordt aangehaald den
Hoorn.
slechte toestand van de Warmoestraat.
De heer Cornelis Keijser sprak nogmaals over
den allertrenrigsten toestand der straat aan den
De Voorzitter beloofde daarin voor zooveel
ogelijk te zullen voorzien, waarna de vergade
ring gesloten wordt.
Posterlj en.
LIJST van brieven, enz., geadresseerd aan
onbekenden, gedurende de ie helft der maand
Juli 1890:
E. A. Coben, J. de Koning, Weber, P.
Willenston, Sluiterman, D. Nicolaas en J. van
Heren, te Amsterdam Gerritsen, Zutphen
H. de Graaf Briefkaarten. Wed.
Strenger AmstP. Ëlans, 's Hage.
De Directeur van het Postkantoor,
P O LV L I E T.
Ingezonden.
Helder, 26 Juli 1890.
Mijnheer de Redacteur!
Vergun mij een plaatsje in Uw blad voor
de volgende opmerking.
Hedenmorgen den Kanaalwcg passeerende,
zag ik aan de Kerkgracbt een artillerist, zoo
'k meen den oppasser van den kapt. de W.,
te paard rijden op het pad langs de vaart.
Een paar jongens, van uit de verte gezien
niet ouder dan een jaar of twaalf, begonnen,
zoo gauw zij den ruiter in 't oog kregen, te
gillen en te schreeuwen, blykbaar met het
doel, om bet paard te doen schrikken, 't Speet
mij, dat de heer, die daar langs wandelde, den
bengels niet een gevoelige les toediende, 't Was
niet de eerste en de eenige maal, dat zoo iets
gebeurdeherhaaldelijk wordt door burgers en
officieren, die te paard rijden, geklaagd over
de „lieve" jeugd, die bet er op schijnt toe te
leggon om het rijden binnen de gemeente on
mogelijk te maken, en tot ernstige ongelukken
aanleiding te geven.
Met de vermelding van het bovenstaande
stel ik mij ten doel, de jongelieden, die dit
stukje mochten lezen, te wyzen op 't gevaar,
dat zij door hun baldadig geschreeuw zouden
doen ontstaan. Zeiven zouden zij het betreu
ren als er eens een ongeluk met paard en
ruiter plaats vond. Vooral is het myn stre
ven, om de ouders aan te sporen, dat zij hun
ne kinderen ernstig waarschuwen tegen han
delingen, die voor anderen zeer onaangename
gevolgen kunnen hebben. Wellicht vinden de
onderwijzers ook weieens aanleiding, om te
dezer zake woordje meê te spreken.
Hoogachtend, Uw dw. dn,
S.