't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
DE DESERTEUR.
No. 1850.
Zaterdag 8 November 1890.
Achttiende Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
Gemeenteraad van Helder.
NIEUWSTIJDINGEN.
Burgerlijke stand Wieringen,
Marine en Leger.
IN'O'VIEIILJIJIH
NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagen.
Opkomst der Zon 7 u. 18 m.
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
V rijdag
Zaterdag
Onderg.
4 u. 10 m.
Nieuwe Maan.
Wegens drnkke werkzaam-
m heden was het ons onmoge-
lijk van de jongte Raads
zitting een afzonderlijk verslag te leveren,
De Uitgevers.
Zitting van Dinsdag 4 November 1890.
Voorzitter de heer C. A. BEUKENKAMP.
Tegenwoordig zijn 16 leden afwezig, met
kennisgeving van verhindering, de heer Van
Twisk.
De tribune is zeer talryk bezet.
Na de opening der vergadering, worden de
notulen der vorige zitting voorgelezen en goed
gekeurd.
't Eerst komt daarna in behandeling de be
grooting van inkomsten en uitgaven, voor den
dienst van 1891. Namens de Commissie van
rapporteurs, bestaande uit de heeren Govers,
Van Neck en Vos, wordt door laatstgenoemde
voorgelezen het eindrapport omtrent het onder
zoek, 't welk in de afdeelingen van den Raad
nopens die begrooting heeft plaats gehad en
ten aanzien van de bespreking der behan
delde onderwerpen in eene vergadering van
B. en W. met de Commissie van rapporteurs.
Behoudens een aantal aan- en opmerkingen,
die stof verschaffen tot discussie over ver
schillende posten der begrooting, bevat dit
rapport aan 't slot het voorstel om deze
raming van ontvangsten en uitgaven, gelijk
mede die van 't Burgerlijk Armbestuur, 't
Algemeen Weeshuis en de dd. Artillerie-Schut
terij, goed te keuren en vast te stellen. Aan
de Commissie van rapporteurs, en in 't bijzon
der aan den algemeen en rapporteur, den heer
Vos, wordt door den'Voorzitter, namens de
vergadering, dank gezegd. Bij de vaststel
ling der verschillende posten herinnert de heer
Korver aan de toezegging van het Dag. Best.
tot het doen van voorstellen om te komen tot
eene reorganisatie van den hoofd, omslag, als
mede aan de door hem indertijd ingediende
voorstellen tot wijziging der schoolgeld heffing.
Over de vraag of het personeel, werkzaam
aan de gemeentescholen behoort begrepen te
worden onder de gemeente-ambtenaren, voor
wie een pensioen-fonds is ingesteld, wordt,
zonder dat daaromtrent een besluit wordt ge
nomen, van gedachten gewisseld. Na eenige
besprekingen, waarbij o. a. de heer Ouden
hoven eene meer belangrijke verhooging der
jaarwedde van den ambtenaar ter Secretarie
De Jongh bepleit, wordt met 10 tegen 6 stem
men besloten, den post voor jaarwedden van
de ambtenaren en klerken ter Secretarie met
f 400 te verhoogen. Tegen stemden de heeren
Verfaille, Korver, Hordijk, Hoogenbosch,Ouden
hoven en Franken.
Bij de verdere behandeling der begrooting
wordt aangedrongen op handhaving der be
paling, dat door geen vaartuig op het Helder-
sche kanaal mag worden gestoomd. Over het
toestaan der som van f25 voor het uitreiken
van prijzen aan leerlingen der Plaatselijke
Teekenschool wordt gediscussiëerd en ten slotte
met 11 tegen 5 stemmen tot behoud van dien
post besloten. Tegen stemden de heeren Ver
faille, Van Wijngaarden, Klik, Korver en Ou
denhoven. Bij het toestaan der som van f400,
ten behoeve van het Zeevaartkundig onder
wijs alhier, wordt geklaagd over de al te hi
schoolgelden. Met het oog op eene te wach
ten reorganisatie, wordt hierin tijdelijk berust.
Tegen het hooge cijfer, dat door de ge
meente 's jaarlijks aan premiën voor brand
verzekering wordt betaald, worden bezwaren
geopperd. Er wordt, met nagenoeg algemeene
stemmen, besloten, tot eene voor de gemeente
voordeeliger wijze van verzekering over te gaar.
Tot behoud van den post (f 200) voor het
toestaan van vrije zitplaatsen in de kerken
voor officieren van land- en zeemacht, wordt
met 11 tegen 5 stemmen besloten. Tegen
stemden de heeren Korver, Van Wijngaarden,
Klik, Govers en Franken. Vóór de begroo
ting geheel is afgehandeld, spreekt de heer
Oudenhoven ten gunste van eene tractements-
verhoogiug, voorshands van het toestaan eener
gratificatie, ad f 50 voor ieder, aan de ge
meente-ambtenaren Knaven, Berkeljon, v. d.
Wedden en Steilberg. Van den uitgesproken
wensch zal, aldus verzekert de Voorzitter,
nader nota worden genomen. Achtereenvol
gens worden, met eenparige stemmen, goed
gekeurd en vastgesteld de begrootingen der
gemeente, van het Burgerlijk Armbestuur, van
't Algemeen Weeshuis en van de dd. Artillerie-
Schutterij, respectivelijk ten bedrage van
f 189.413.455, f 11.644.68, f 13.082.50
f 1685.44. De vaststelling der begrooting van
de Schutterij geschiedt, behoudens opheffing
van een bezwaar, geopperd tegen den post van
f 225 voor bureau-kosten van den luit.-koL
commandant, en behoudens de bij de wet
voorgeschreven nadere goedkeuring van HH.
Gedep. Staten Naar aanleiding van een
adres van de afdeeling Helder van den Neder-
landschen Onderwijzers-Bond, wordt, op voor
stel van B. en W., besloten, aan de onder
wijzers G. Jansen en H. Roukens eene trac-
tement8-verhooging toe te staan, ieder van
f 100, ingaande 1 Januari e. k. Op voor
stel van het Dag. Best., wordt de behandeling
verdaagd van 't verzoek van onderwijzers in
deze gemeente lot deelneming voor hunne
echtgenooten aan het door den Raad indertijd
voor gemeente-ambtenaren gesticht Pensioen
fonds. Namens B. en W., wordt door den
Voorzitter ter tafel gebracht een voorstel totj
het aangaan eener gemeentelijke geldleening,
ten bedrage van f40,000. Voor die som zou
uitvoering worden gegeven aan de vroeger ge
nomen besluiten tot het bouwen eener brug
over het Heldersche kanaal nabij de Keizer
straat, tot bet bestraten en rioleeren der Gra
venstraat, en tot het bouwen van een politie
bureau op het Molenplein, en aan de nieuwe
voorstellen van het Dag. Best. om ook een
politie-bureau te stichten in de nabijheid van
het Spoorweg-Station, om de Verlengde Spoor
straat te bestraten en om, naar aanleiding van
klachten over den verkoop van voor de ge
zondheid nadeelig vleesch, een abattoir te
stichten. Een langdurige discussie volgt op
het doen van dit veelomvattend voorstel. De
heer Van Wijngaarden deelt mede, dat, on
danks het bestaan van een abattoir te Am
sterdam, dezer dagen aldaar toch bedorven
vleesch is verkocht. Hij dringt op verscherpt
toezicht op den invoer van vleesch aan en
vindt ondersteuning bij den Voorzitter, die
verzekert, dat sedert Mei 11., voor zoover
bekend, ruim 11.000 Kg. vleesch is inge
voerd alleen in de vorige week nog 700
Kg. De Voorzitter merkt echter op, dat een
voldoend toezicht op den invoer hoogst moei
lijk en met het bestaande politie-personeel zoo
d als onmogelijk is. De wenschelijkheid
van het benoemen van een bekwamen keur
meester wordt herhaaldelijk uitgesproken,
't Jaarlijksch onderhoud der nieuw aan te leggen
werken wordt opgesomd en getoetst aan de
financiëele draagkracht der gemeente. Ten
slotte wordt het voorstel tot stichting van een
abattoir, waarvan de kosten waren geraamd
op f 10.000, verworpen met 12 tegen 3 stemmen.
Alleen de leden van het Dag. Best. stemden vóór;
de heer Van Neck hield zich buiten stemming.
Nu wordt verder uitsluitend gesproken over
het sluiten eener leening, ten bedrage van
f 40.000 min f 10.000, d. i. f 30.000. De heer
over de Linden oppert financiëele bezwaren,
waarna door de heeren Korver, Oudenhoven,
Franken en Van Wijngaarden met nadruk
wordt gewezen op de omstandigheid, dat vroe
ger o. a. tot het bouwen der brug over het Hel
dersche Kanaal is besloten, en dat, daar de
kosten niet dadelijk uit de vermoedelijke over
schotten kunnen gedekt worden, er een lee
ning moet worden gesloten. De Voorzitter
komt terug op eene in eene vorige zitting gedane
toezegging,dat de gewenschte nieuwe werken vaa
lieverlede uit de bedoelde overschotten kunnen
bekostigd worden en trekt daarop, namens B.
en W., het door dat College ingediende voor
stel tot het aangaan eeuer geldleening weder
in. Blijkbaar als protest tegen dat besluit,
verlaten daarop de heeren Franken, Van
Wijngaarden, Oudenhoven, Govers en Korver
de vergadering, zoodat de zitting met 11 leden
wordt voortgezet.
Achtereenvolgens worden benoemd tot ou
derwijzer aan de Gemeenteschool no. 7b de
heer C. S. Ponger, van Texel, met 8 stem
men, tot onderwijzeres aan die school mej.
F. Felkers, alhier, met 6 stemmen, en tot
onderwijzeres aan de Herhalingschool mej. C.
E. Rijkers, met 7 stemmen. Voor de ver
vulling van eerstgenoemde vacature verkreeg
de heer D. Kruiten, van Wieringerwaard, 1
stem en stond verder nog op de voordracht
de heer P. By houwer, van Winkel. Voor
de vervulling der tweede vacature verkregen
de dames D. Hoogendijk, van hier en A.
Wijn, van Texel, respectievelijk 3 en 2 stem
men. Voor de benoeming aan de Her
halingschool was de voordracht verder samen
gesteld uit de dames Waldenmaier, Visser en
Eikema. Mej. Waldemaier verkreeg 3 stem
men. Er was 1 blanco briefje bij de laatst
gehouden stemming ingekomen.
Na eenige discussie, wordt, op een verzoek
van den heer J. Bakker, te Watergraafsmeer,
directeur van den Gooischen stoomtram, om
concessie voor den aanleg van een paarden
tram, van uit de kom dezer gemeente naar het
Bad-Paviljoen Huisduinen, behoudens nader
overeen te komen voorwaarden, gunstig be
schikt. De heer Vos, die bij de discussie
toonde geene groote verwachtingen van deze
onderneming te koesteren, stemde alleen tegen.
Aan den, wegens, lichaamsgebreken, na een
diensttijd van 29 jaren, eervol ontslagen poli-
tie-agent der lste klasse W. G. F. Roeffel,
wordt een pensioen verleend, ten bedrage van
f 248.82 's jaars.
Voor kennisgeving worden aangenomen de
mededeelingen, dat HH. Gedep. Staten den
aanslag in c le 4de klasse in den hoofd, omslag van
den heer G. de Ven, alhier, hebben gehandhaafd
dat Z. Exc. de Commissaris des Konings in
dit gewest eervol ontslag heeft verleend aan
K. Kousebaud, veldwachter alhier, tot welke
betrekking hij den 16 Maart 1854 was be
noemd dat de heeren W. J. Maalsteed, C. Ab-
benes en S. P. Marinkelle zijn herbenoemd
tot zetters van 's Rijks belastingen alhier en
dat, ter vervanging van den heer L. Jelgers-
ma, tot zetter is benoemd de heer A. Klik
dat de heeren K. Hennes en W. Cruijff hunne
benoeming hebben aanvaard, respectievelijk
tot lid der Commissie van Toezicht op het
Lager Onderwys en tot lid van het Burger
lijk Armbestuur; en dat H.H. Gedeputeerde Sta
ten hunne goedkeuring hebben gehecht aan de
rekening en verantwoording der gemeente, over
den dienst van 1889.
De dit jaar uitgelote schuldbrieven der
gemeentelijke geldleening met bijbehoorende
coupons worden, staande de vergading, door
verbranding vernietigd. Nog wordt, op
voorstel des Voorzitters, besloten, aan de wed.
van wijlen den politie agent Van Viersen,
eene gratificatie te rerleenen ad f25.De
openbare zitting wordt hierna opgeheven. In
eene ztiting met geslotene deuren worden
vervolgens eenige bezwaarschriften tegen aan
slagen in den hoofdelijken omslag onderzocht.
Na de heropening der openbare zitting heeft
de gewone rondvraag plaats, waarbij de heer
Verfaille aanbeveelt, dat door het Dag. Best.
aan den concessionaris voor den aanleg van
een paardentram een termijn worde gesteld,
binnen welken hy verplicht is, zijn plan en
verdere gegevens by het Gemeentebestuur in
te dienen. De Voorzitter verzekert, dat zulks
zal geschieden en sluit daarop de zitting.
HELDER, 7 November 1890.
De Scherm- en Gymnastiek-,Vereeni-
ging Oefening kweekt Kunst", zal Zater
dag a.s. in 't lokaal Tivoli" een uitvoering
geren, waarbij alle klassen zullen werk
zaam zijn.
Dinsdagavond gaf de zangvereeniging
„Cecilia" in Tivoli een uitvoering onder
leiding van den heer W. Kuijk. Een ze
vental nummers werd opgevoerd, waar
onder enkele zeer verdienstelijk, 't Glans
punt van den avond was zonder twijfel de
voordracht van „Op 't Meer", van Kolk
man. We gelooren „Cecilia" op den goe
den weg van vooruitgang en mogen van
dat gezelschap, bij ij verige studie, iets goeds
in de toekomst verwachten. Aangenaam
zou 't voor de toehoorders geweest zijn,
wanneer de nuanceering overal zoo in acht
genomen was als by „Op 't Meer". De
avond werd besloten met een vrij goede
opvoering van 't blijspel „Het levend doode
snijderpaar.
Woensdagavond voerde 't tooneel-
gezelschap onder directie van Alex. Faas-
sen uit Rotterdam in Tivoli op, 't blijspel
,',Waar is de Kat van Frans von Schön-
han. De opkomst van 't publiek was
;rooter dan bij de eerste voorstelling, ze
er omdat men begeerig was te vernemen
raar de Kat dan wel was. Nu 't beest
elf, de felis familiaris, hebben we
liet onder de oogen gehad, maar wel werd
onze belangstelling levendig gehouden en
moesten we voortdurend hartelijk lachen
over de verwarring, door dien imagginairen
viervoeter veroorzaakt, 't Aardigste was
dat bij de ontknooping inderdaad, altijd
achter de schermen, een kat werd gedood,
welk voorval tot 't sluiten van drie huwe
lijken aanleiding gaf. De hoofdrollen wer
den uitstekend weergegeven, maar in 't bij
zonder vermelden we mevr. Yan Beem-
Kapper, die in de rol van Gustel, als ja-
loersche vrouw heel wat levendigheid aan
't spel bijzette. Als de souffleur bij een
volgende gelegenheid wat meer pianisso-
mo werkte, zou hy 't publiek geen ondienst
doen.
Vruchteloos is te Halfweg het zoe
ken naar de aan zykanaal F. vermiste
vischtorpedo. De premie van f 250, ge
steld op het terugvinden van dit projec
tiel, verlokte, nadat vanwege de marine
het kanaal was doorzocht, nog menigeen
één of meer dagen te zoekende torpe
do is en blijft weg en veroorzaakt alzoo
een schadepostje van ruim f 5600.
By het doen van herstellingen aan
het dak der Oude Wale Kerk (O. Z. Ach
terburgwal) te Amsterdam werden onlangs
tusschen het eigenlijke dak en de houten bin-
nenbeschoeiing eenige voorwerpen ontdekt,
welke men daar niet zóu gezocht hebben.
Vooreerst eenige oude kruiken, welke by
onderzoek bleken uit het begin der 15e
eeuw te zijn. Daar deze kerk in het jaar
1405 is gebouwd (destijds als kloosterka
pel), blijkt hieruit dat deze kruiken ver
moedelijk reeds tijdens den bouw daarin
zijn achtergebleven.
In dezelfde engte werden voorts ver
scheiden schedels ontdekt. Hoe die in
zulk een zonderlinge bergplaats gekomen
zijn, kan misschien gegist worden, doch
zekerheid schijnt daaromtrent nog niet te
bestaan. Het feit staat trouwens niet op
zichzelf, want onder de daken der Oude
en der Nieuwe Kerk heeft men ook wel
schedels gevonden. Merkwaardig is het
dat in een der thans ontdekte schedels
het opgedroogde lichaam van een rat werd
gevonden, welke blijkbaar, nadat zij den
schedel was ingekropen, geen kans meer
heeft gezien om er weer uit te komen.
Het lichaam van het dier is geheel gaaf,
behalve dat van de voorpooten en van den
staart alleen het geraamte aanwezig is.
Dit laatste kan wellicht dienen tot be
vestiging van hetgeen meermalen van rat
ten wordt beweerd namelijkdat zij by
volkomen gebrek aan ander voedsel, haar
eigen staart opeten. Deze rat is nog een
stap verder gegaan en heeft haar voor
pooten in hetzelfde lot doen deelen.
(N. v. d. D.)
De instructie tegen Aafke Kuypers
schijnt hare beëindiging nabij te zijn. Het-
tn vastgesteld is moet van dien aard
wezen, dat verwijzing naar de openbare
terechtszitting hoogstwaarschijnlijk het ge
volg er van zijn zal. Bij een der verhoo-
ren door den rechter-commissaris mr. Ro-
yaards heeft de verdachte zich op belang
rijke punten tegengesproken.
Omtrent een in deze zaak alles domi-
neerende vraag, n.1. of zinkwit vergift is,
meende de justitie in het rapport der des
kundigen niet voldoende zekerheid verkre
gen te hebben, in verband met een eenigs-
zins ontkennende verklaring hieromtrent
afgelegd door een onzer meest bekende
hoogleeraren. De deskundigen hebben zich
toen gewend tot de Europeesche speciali
teit in de vergiftenleer, prof. Dragendorff,
hoogleeraar aan de universiteit te Dorpat,
en deze heeft hun een schriftelijke ver
klaring toegezonden, waarin hy zonder eenig
voorbehoud zinkwit een vergift noemt.
Op dit punt van de instructie zal nu
dezer dagen een nieuw verhoor plaats heb
ben, waarin de verklaring van prof. Dra
gendorff door de deskundigen zal worden
Gedurende de maand Oct.
ONDERTROUWDJ. B. Berkemeier en
T. Kaan. P. Muijs en S. C. G. Schadee.
GEHUWD J. B. Berkemeier en T. Kaan.
GEBORENWillem, zoon van J. Snooij
en M. de Vries. Jan, z. v. S. Zomerdijk en A.
Kool. Nan, z. v. D. Tijsen en M. Tijsen. Gerar-
dina Helena Cornelia Jacoba, d. v. H. A. J. v. d.
Speek Obreen en N. de Jong. Dientje, d. v. J.
Rotgans en A. Bakker. Pieter, z. v. S. Klein en
M. Everts.
OVERLEDENM. Koorn, 75 jaar, wed.
van J. Bakker. J. Kaptein, 77 jaar, echtg.
ran H. Wigbout. A. N. Haberstock, 5 maanden.
C. Tijsen, 66 jaar, echtg. van A. Kooy
De kapt. t. z. L. M. L. de Haan, comm. van
Zr. Ms. fregat Evertsen, is aangewezen om den
13en Deo. a. s. per particulier stoomschip „Ba-
vax
STANISLAUS GRAAF GRABOWSKI.
25) Naar 't Hoogduitse k.
Helena bewaarde tegenover haar vader over
alles 't stilzwijgen, terwijl de cornet haar voort
durend op de hoogte hield betreffende den
toestand van den adjudant.
De genezing van den adjudant ging met
snelle schreden vooruit, terwyl de vriendschaps
band tusschen beide officieren door dit duel
nauwer en inniger was geworden.
De cornet had de gansche geschiedenis aan
Kaatje medegedeeld, en haar tevens zijne plan
nen kenbaar gemaakt, doch hoezeer ze ook
verlangde, dat haar vader met alles bekend
was en tevens, dat de cornet formeel aanzoek
om hare hand by dezen deed, zag ze toch met
eenigen angst 't antwoord te gemoet.
De vertrouwelyke wijze waarop de cornet
met zijne dochter omging, waarbij toch steeds
de vereischte vormen en etiquette in 't oog
werden gehouden, versterkte den overste meer
en meer in de overtuiging dat ze bekagen in
elkander schepten, voor elkaar zeer geschikt
waren en volgens zijn idéé 'n gelukkig echt
paar zouden zijn. Wat de geldelyke zaken
betroffen, hierover scheen hij zich vooreerst
nog niet te bekommeren en veronderstelde,
dat in 't ergste geval Z. M. hem wel 'n toe
lage zou verleenen, daar dit bij 'n verdienste
lijk offfcier meer gebeurde, en natuurlijk des
te eerder wanneer hy door zyn commandant
sterk werd aanbevolen. Zoo zette hij zyne
droomeryen voort, niet denkende dat zoowel
de plannen van den cornet als die zijner
dochter geheel afweken van de zyne, en
deze dus zonder twyfel in duigen zouden
vallen.
Na verloop van drie weken was luitenant
von Seelen weder geheel hersteld, en nam 't
bevel als regiments-adjudant weder overde
overste was zeer welwillend jegens hem, en
liet niet blijken dat hem iets van 't duel be
kend was.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Het Huwelijksaanzoek.
Het voorjaar was aangebroken, alles ont
waakte als tot 'n nieuw leven, en meer en
meer ontwaakfe thans ook 't verlangen bij den
cornet, den heer George met zijn vurigen wensch
bekend te maken, en hem om de hand zyner
dochter te verzoeken.
De heer George zat op zijn gemak in zyn
chamber-cloak op zyn kamer, toen de cornet
werd aangediend. Sedert geruimen tijd ont
ving hij den jonkman niet meer op zoo'n def
tige wijze in 't salon, omdat de graaf allengs
huisvriend was geworden en de heer George
buitendien een vijand van overdreven etiquette
was.
Dienzelfden morgen zat Kaatje in diepe
gedachten verzonken op haar kamer. Tranen
blonken in heur zacht blauwe oogen, terwijl
nu en dan echter 'n lachje om haar kleinen
mond speeld en 'n waas van geluk over heur
lief gelaat verspreid lagimmers de tranen
die in heur oogen blonken waren geen tranen
van droefheid, maar zachte weldoende liefde-
tranen, die weldra plaats zouden maken, zoo
ze hoopte, voor tranen van vreugde. De met
zoo innig verlangen verbeide dag was daar, dat
de cornet pogingen zou aanwenden beider vu
rigst verlangen vervuld te zien.
Voor deze gewichtige gelegenheid verscheen
de cornet in groot tenue, welke bestond in een
witten dolman, 'n met goud afgezette pantalon
en de met vederen versierde muts.
De heer George keek verrast op, den cor
net in zoo'n schitterend costuum voor zich te
zien.
Zoo, zoo, zeide hy hem, tegemoet tre
dende, zeker parade van daag?
Ja, voor myn hooggeeerden aanstaande
schoonvader, hernam do cornet op ernstigen,
deftigen toon.
Wat, schoonvader? Zyt ge dan met de
dochtor van myn neef, den overste in War
ton berg, verloofd
Vraag excuus, daaraan heb ik nooit ge
dacht, integendeel, ik wenschte zeer gaarne
mij met de dochter van zyn neef, den heer
George von Brandt, verloofd te zien.
Wat, zeide de heer George met groote
verbazing hem aanstarende, wat, met mijne
dochter Catharine
Met niemand auders, meneer von Brandt
en, voegde hy er zachtkens bij, en 'k ge
loof niet, dat ze er iets op tegen zal hebben.
Hoewel zeer ouverwacht, kwam dit huwe
lijksaanzoek zoo uit 't hart, dat de heer George
er waarlijk door in verlegenheid gebracht
werd. Hy bleef dus eenige oogenblikken, in
diep nadenken verzonken, voor zich staren
totdat hy eindelyk vroeg
Is u dat inderdaad ernst, heer Graaf?
Mijn woord van eer als Pruisisch offi
cier staat u daarvoor borg, dat dit verzoek
niet slechts in volleu ernst door my wordt
gedaan, maar dat 't ook uit 't diepst van mijn
hart komt, antwoordde de graaf op plechtigen
toon.
Wederom bewaarde de heer George eenige
oogenblikken 't stilzwygen.
Eindelyk vroeg dezeEn Kaatje, weet
deze er reeds iets van
Zy weet alles, meneer von Brandt, er
ontbreekt alleen uw vaderlijke toestemming
aan, om ons de gelukkigsten aller menschen
te maken, antwoordde de graaf terwijl 'n traan
in zyn mannelijk oog blonk.
Enliet de heer George er
veelbeteekenend op volgen, 't consent van
Z. M. den koning, zyt ge daar zeker van?
Wat dat betreft durf ik de beste hoop
koesteren, daar ik niet zou weten waarom Z.
M. mij zulks zou weigeren.
Welnu dan mijn vriend, indien ge over
tuigd zyt u in elkanders bezit gelukkig te ge
voelen, geef ik van harte myne toestemming,
Hoe gelukkig maakt ge my, meneer von
Brandt, riep de cornet in vervoering uit, ter
wijl hij diens beide handen in de zyne nam,
en die hartelyk drukte, en tranen van zalige
verrukking in zijne oogen blonken.
God geve, dat ge u in elkanders bezit
steeds gelukkig zult gevoelen, zeide de heer
George diep ontroerd.
Daar de heer George slechts 't geluk van
zijn kind beoogde, bekommerde hy zich al zeer
weinig wat betrof de fortuin van den graaf,
temeer daar hij zelf ryk en bovendien Kaatje
zijn eenigst kind was.
En, mag ik persoonlijk do blijde bood
schap aan Kaatje overbrengen vroeg de
graaf ietwat aarzelend, maar tevens met eenig
ongeduld.
Wacht 'n oogenblik, mijn vriend, ik
zal haar terstond hierheen geleiden, zeide de
heer George, terwyl hy met eenigen spoed op
stond.
Wat ik u bidden mag, laten we haar
geduld niet langer op de proef stellen, riep de
graaf uit.
Maar heer graaf, viel de heer
George hem in de reden, ik verzeker u,
dat
De cornet had onder deze laatste zinsnede
de kamer reeds verlaten en spoedde zich in
alleryl naar 't priëel, waar hy wist dat
Kaatje in angstige spanning zyne komst ver
beidde.
Wordt vervolgd.