't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
DE DESERTEUR.
No. 1852.
Zaterdag 15 November 1890.
Achttiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Ceaf.
>3 franco per po»t75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Burwux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en
VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagen.
Opkomst der Zon 7 u. 31 m.
Onderg.
4 u.
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Eerste Kwartier.
HELDER, 14 November 1890.
De concertzaal van Tivoli was Dinsdag
avond meer dan gewoonlijk bezet, wel een
bewijs, dat men zich een avond van kunstge
not liad voorgesteld. Dat die verwachting ten
volle werd bevredigd, moge blyken uit 't vol-
De kapelmeester Koning plaatste zich voor
zyn lessenaar en bij 't opheffen van den diri
geerstok waren niet alleen de muzikanten der
kapel op hun qui vive, maar ook 't auditorium
zette zich tot luisteren. Weldra klonk de
Defilir Marsch über Speyer's Ballade »Drei
muntre Burschen", van Voigt, opwekkend in
de ooren en maakte een aangenamen indruk
door de uitstekende stemming tnsschen de hou
ten en koperen blaasinstrumenten. In No. 2,
Ouverture de 1' opéra;/Le petit Chaperon
rouge", hebben we gaarne een woord van lof
over in betrekking tot 't ensemble, waardoor
de compositie van Boieldien volkomen tot haar
haar recht kwam. In 't bijzonder trof ons de
solo voor fluit, en met de meeste belangstel
ling luisterden we naar 't edel en hoogst l»e-
schaafd geluid, dat de bespelende artist aan
zijn instrument wist te ontlokken. Een der
schoonste nummers van 't programma vond
men echter #Suite pour Orchestre," van C. H.
Coster. 't Deed ons goed onder al die vreem
den 't toonwerk te mogen hooren van een Ne-
derlandsch componist. De uitvoering gaf weder
't bewijs dat we ook onder onze landgenooten
mannen van naam hebben op muzikaal ge
bied, mannen van buitengewoon talent. Na
de Prélude en 't opwekkende Scherzo, genoten
we 't heerlijke Intermezzo, om tot slot be
geesterd te worden door de porapeuse Marsch.
Schitterend bleek de verdienste der kapel in
de kolossale kracht der FF, zoowel als in de
fluisterende PP. 't Blazen der enorm hooge
trompetpartij in de Intermezzo was een meester
stuk, en menig artist zou huiverig zijn, wan
neer hij die hooge tonen moest treffen; 't was
voor den executant een ware tour de force.
Onder ademlooze stilte werden de beide num
mers van 't streichquintott aangehoord. In
Traumerei, van Robert Schumann, bekoorde ons
't liefelyk gefluister en by de serenade van
Henrich Hoffman, meende men werkelijk den
galant onder 't balcon van zijne geliefde gade
te slaan en na 't eindigen van zijn lied, waarvan
't slot wegstierf, zich te zien verwijderen.
't Programma werd besloten met een flinke
uitvoering van Fantaisie sur 1' opéra nLes
Contes de Hoffman", van Jacq. Offenbach en
Myrthen Kranzc, van Johan Strauss.
De herhaalde applaus getuigden dat de uit-
uitvoering der muziekstukken door 't audito
rium werden gewaardeerd.
Eerstdaags zal ook in onze gemeente
een circulaire worden verspreid, gericht
aan onze landgenooten en uitgaande van
een vereeniging, onder de zinspreuk Moed,
Beleid en Trouw".
't Doel is een fonds bijeen te brengen,
om mannen, die, hoewel met de Militaire
Willemsorde gedecoreerd, zich in hulpbehoe
vende omstandigheden bevinden, te onder
steunen; dit heeft intusschen alleen bétrek
king op ridders beneden den rang van
officier. Verder wordt gewezen op de ver
plichtingen welke 't vaderland heeft voor
mannen, die bij land of zeemacht, in
Oost of West, strijden voor Neêrlands be
langen of voor de eer der vlag.
We twijfelen niet of aan 't beroep, op
't gekeele volk gedaan, zal gehoor worden
gegeven en menigeen de zaak willen steunen,
hetzij door een gift ineens of door een
jaarlijksche bjjdrage.
Zaterdagavond zal in den Stads
schouwburg, Koningstraat, directie A. van
Lier, worden opgevoerd >De Zigeuner of
Amerika in 1775", een historisch drama
in 4 bedrijven. De hoofdrol daarin zal
vervuld worden door den beer Veltman.
Verder verwijzen we onze lezers naar
de in dit nummer voorkomende annonce.
De Staatscourant" van Dinsdagavond
bevat het volgende
Gedurende de laatste veertien dagen
heeft de toestand van Zijne Majesteit den
Koning weinig verandering ondergaan.
»De stoornis der geestvermogens blijft
dezelfde.
De gemoedsstemming van Zijne Majesteit
is afwisselend, nu eens kalm, dan weer
opgewonden; het laatste vooral als de nacht
slapeloos is doorgebracht.
»De lichaamskrachten, ofschoon onge
twijfeld verminderd, blijven toch voldoende.
Voor het leven van Zijne Majesteit den
Koning dreigt op het oogenblik geen ge
vaar.
Paleis het Loo, 10 November 1890.
(get.) Dr. S. S. Rosenstein,
Dr. Vinkhuyzen,
J. Vlaanderen Czn.
Beroepen bij de herr. gem. te Hip-
polytushoef o. a. op Wieringen dei heer
H. L. Oort, cand. te Leiden.
In zake Aafke Kuypers heeft de
officier van justitie tegen de buiten-ver
volgingstelling verzet aangeteekend, zoo
dat de zaak nu voor het Hof zal komen.
Het meisje, dat deze week te Baarn
bij ongeluk door een revolverschot werd
getroffen, is aan de bekomen wonden over-
De vrouw, die verdacht wordt den
diefstal bjj de firma Hirsch Co. te Am
sterdam te hebben gepleegd, is wel voor-
loopig op vrije voeten, om redenen van
gezondheid, doch tevens onder toezicht
van de politie gesteld. De waarde van
het ontvreemde wordt op ongeveer f 500
Christina Wessels, bewoonster van
de O.Z. Kapelsteeg te Amsterdam en haar
„vriend" Abraham Molt, die de vorige
week terecht stonden, werden heden ver
oordeeld, de eerste wegens verduistering
van een bankbiljet van f300, door een
vrijer „ad interim" by haar verloren, tot
een gevangenisstraf van 18 maanden, de
tweede wegens het genieten van voordeel
uit de operatie zijner „vriendin" tot de
zelfde straf.
Naar men verneemt heeft de poli
tie de hand gelegd op een 5-tal jongelie
den van 15 tot 18 jaren, verdacht van
diefstal met inbraak in den nacht van
Vrijdag op Zaterdag j.1. in den antiqui
teitenwinkel van den heer Etienne Delau-
noy, Kalverstraat, te Amsterdam. Een
paar vermiste zilveren voorwerpen zyn
reeds opgespoord, zoodat de politie thans
den draad in handen heeft om vermoede
lijk een geheele bende dieven en oplich
ters voor geruimen tijd onschadelijk te
maken.
Woensdagnacht lag de te Scheve-
ningen thuisbehoorende haringschuit „Neer-
lands Koningin", sehipper D. Verhaan Jr.
achter zijne netten in de Noordzee, toen
een der matrozen, Leendert de Ruiter, die
eenige dagen met de koorts in de kooi had
'egen, naar boven kwam en eensklaps
iu volle zee sprong. Schipper Verbaan
stelde onmiddellijk alle pogingen in het
werk om den man te redden niets haat
te hij verdween in de diepte.
Spoorwegongeluk in Engeland.
Het spoorwegongeluk op den Great Wes
tern spoorweg te Norton Fitzwarren bij Faun-
ton, is het ergste, dat sinds 1874 op dezen
spoorweg plaats had. Do sneltrein van 4 rij
tuigen, die de reizigers van de „Norham Casl-
le" uit de Kaap uit Plymouth had afgehaald,
reed een zwaren goederentrein, die stilstond
achterop, zoodat een hevige botsing plaats
vond en een aantal wagens vernield werden.
Het aantal reizigers bedroeg 50, van wie 10
onmiddellijk gedood en 8 ernstig gewond wer
den, terwijl 7 lichtere wonden bekwamen.
Men vreest dat nog velen der gewonden zul
len bezwijken.
Vijf rijtuigafdeelingen van den personen
trein werden door den geweldigen schok ge
heel in elkaar gesehoven. De tender drong door
de eerste 3 compartimenten van het voorste
rijtuig, dat geheel aan stukken en splinters
gedrongen werd, zoodat de menschen die in
de voorste afdeeling zaten, letterlijk vermor
zeld moeten zijn. Die, welke in de 2e en 3e
afdeeling gezeten waren, werden zwaar ge
wond en velen stierven na een paar nur in
den vreeselijksten angst te hebben verkeerd.
Het ongeluk gebeurde omstreeks middernacht
en het was stikdonker. Kort na de botsing
vatten de puinhoopen der verbryzeide wa
gens vlam, doordien het vuur der locomotief
er tusschen was geraakt. Zes reizigers, die
nog niet dadelijk gedood waren, zaten toen
nog tusschen de balken en planken geklemd
en zyn levend verbrand.
D« ramp was de schuld van den wissel-
wachter, die toen de sneltrein naderde, het
sein op „veilig" zette, daar hij vergeten had,
dat de goederentrein nog op het spoor stond.
De machinist en de stoker van den sneltrein
kwamen er met enkele kneuzingen af. Waar-
schynlyk waren zy van de locomotief ge-
sprongeu toen het ongeluk onvermijdelijk bleek.
Onlangs werd te Warschau een gou
den bruiloft gevierd, waarop de bruigom
het voorrecht genoot, zyn moeder naast
zich te hebben. De oude vrouw telt 107
jaren, maar zij is nog gezond en kras.
Ingezonden.
MAATSCHAPPELIJK BELANC.
Mijnheer de Redacteur!
Hoewel n het debat over M. B. reeds voor
gesloten heeft verklaard, heb ik toch hoop, u
eene korte repliek op het schryven van den
onbekende geen lid van eenige coöperatieve
vereeniging zult weigeren, te meer daar u in
dat schrijven vragen worden gesteld, die u toch
zeker niet beantwoordt.
Waarom in de openbare bijeenkomst geen
debat is aangeboden, vindt zijn reden alleen
daarin, dat het bestuur van meening was, het al
leen tot een' noodeloozen woordenstrijd zou
leiden en maar warme hoofden en koude har
ten zou opleveren, zonder dat beide partijen
stappen tot toenadering zouden doen, integen
deel, wellicht door minder aangename discussie
eer verwijdering geven. Toch zou het be
stuur het woord gegeven hebben als het ver
zocht was.
Dat de spreker beweerde dat ^Eigen Hulp"
geen dienst behoeft te doen als remtoestel voor
het in bedwanghouden van prijzen, neem ik
gaarne van~hem overveel handelskennis is
er niet voor noodig, om te zien, dat met eene
prijsberekening van E. H. geene rekening
wordt gehouden, te meer daar de noteering
vrij wel onbekend is. In eene vorige open
bare vergadering is dat ook erkend door het
toenmaals bestuurslid, den heer H. Het be
stuur zal daar ook niet op pochen, 't zal moeite
genoeg hebben, de scherpe concurrentie te vol
gen, maar heeft daar een prachtig motief voor
nl.onvervalschte waar, die zy betrekt uit de
zelfde bronnen als ieder winkelier. Buiten
dien, waarom zou zij concurreeren de leden
van coöperatieve vereenigingen gebruiken die
evenals de kinderen een spaarpot, het teveel-
betaalde krijgen zij later in den vorm van
dividend na aftrek ran alle onvermijdelijke
onkosten terug. De exploitatiekosten, die on
getwijfeld veel hooger zijn dan bij een win
kelier, kunnen niet gedekt worden door voor-
deeliger inkoopen dat die onder voordeelige
conditiën plaats hebben of kunnen hebben ben
ik zoo vrij te betwijfelen. Het concurreerend
optreden van de winkeliers juich ik als een
gezonden maatregel zeer toe, en zal ik ook
altijd aanbevelen als het beste middel tot be
strijding van onzedelijke concurrentie, hun
aangedaan door een stand in de maatschappij,
waarvan zij eer steun dan bestrijding mocht
verwachten.
Grootmoedigheid en humaniteit raag men
van een winkelier verwachten, maar philan-
tropie in prijsberekening niet.
Dat de winkelier zoo concurreerend is, is
alleen en uitsluitend goed begrepen eigenbe
lang, dat is geen liefhebberijzaak, maar de
geest des tijds, de strijd om het bestaan.
Even goed als een ambtenaar eene goed ge-
salariëerde betrekking prefereert boven die van
lagere belooning, zoo philantropisch zijn ook
ambtenaren nietde hand op uw hart geeft
het antwoord hierop. Of bakkers, slagers en
handelaars in aardappelen er een monopolie
op na houden, durf ik u wel tegenspreken, en
als u met feiten kunt aankomen, noem ik u
knap eene beschuldiging uit te spreken zon
der onderzoek, is wel gemakkelijk, maar niet
edel. Tracht u eens op de hoogte te stellen,
en u zal verbaasd staan over den naijver.
Dat enkelen door noeste vijt en zuinig beheer
eene goede dosis geluk, dubbele krachtsinspan
ning, eene overwinning behalen, zal blijven
zoolang er handel is, even zoo goed als er
voor de tragen en achteloozen faillissementen
in de toekomst klaar liggen. Het ambtenaars
leven, met zyn afgemeten werkuren per dag,
gaat meer op het gebaande en aangewezen
pad, dat kent geen stryd om het bestaan.
Dat ambtenaren zeer eerlijk zijn, betwyfel
ik geen oogenblik; dat zij hun biljet voor
hoofdelijken omslag niet in de juiste klassen
zouden invullen; nog minder of neringdoenden
of kooplieden dat ook doen vraagt u. Welke
reden heeft u, waarde heer, om minder nobele
gedachten te koesteren van gepatenteerden
Heeft u daar ook reden voor of zyn die vra
gen maar gedaan zoo achteloos om iemands
gevoeligheid op te wekken, is 't geen onrecht dat
u dat doet Dat in een geluksstaat coöperatieve
vereenigingen op hun plaats zijn, wil er by
my ook niet in. Op ééne vraag had ik echter
gaarne een antwoord van u, waarde heer.
Wat zal ik antwoorden als ik van E. H. een
order krijg zonder dat ik tekort doe aan hu
maniteit en wellevendheid, dat ik myn opinie
niet opoffer aan een te maken winst, bewyst
myn optreden tegen E. H. Zoolang M. B.
haar doel tracht te bereiken op vredelievende
manier en door gepaste middelen de leden van
E. H. tracht te overtuigen, dat burgers onder
elkaar eene andere roeping hebben dan elkaar
te bestrijden, (geen persoonlijke strijd maakt
van hun vermeend recht), blijf ik aan hunne
zijde het goed recht verdedigen van den han
del tegen coöperatie.
En nu nog een enkele vraag, waarde lieer;
geen lid van eenige coöperatieve vereeniging
noch leverancier, maar beslist voorstander van
coöperatie, waarom verzwijgt gij uwen naam.
U neemt, als tot geen van beide partijen be-
hoorende, zoo'n prachtig standpunt in van be
middelen, dat ik werkelijk naar uw naam?
verlang, het is u ook zeker te doen om on
regelmatigheden weg te nemen, verkeerde denk
beelden te bestrijden en een beteren weg aan
te wijzen, dat ik meen dat uw naam bij uit
zondering juist voor openbaarheid is geschikt,
en aan uw schrijven meer waarde zal geven.
Openbaarheid is juist wat M. B. bedoelt, dan
kan men door terechtwijzing op het rechte pad
komen; wilt u hem daarin van dienst zijn,
dan houdt hij zich beleefd aanbevolen voor
uwe opmerkingen.
Dankbaar voor de afgestane ruimte, myn-
heer de redacteur, teekent
Uw Ed. dw. dienaar,
A. KLIK.
Marine en Leger.
Met ingang van 21 Nov. a. s.lo. de kapt.
luit. ter zee J. J. Stooker, ter zake van in doch
niet door den dienst ontstane lichaamsgebreken,
op pensioen gesteld, onder toekenning van een
jaarlijksch pensioen van f 1800 en eene verhoo
ging met f 900 's jaars, voor werkelijk verblijf
in militairen dienst in 's Rijks overzeescke be
zittingen en koloniën en tusschen de keerkringen;
en 2n. bevorderd tot kapt.-luit. t. z., de luit.
t. z. 1ste kl, P. D. A. Frankamp; tot luit. t. z.
Ie kl., de luit. t. z. 2e kl. E. F. T. Bik.
Bij beschikking van den minister van marine
zijn met 16 dezer: gedetacheerd te Willemsoord
en ter beschikking gesteld van den directenr en
commandant der marine aldaar de luit. ter zee
le kl. Ie off. K. J. Balgesteld op nonactiviteit
id. P. W. Sftchse geplaatst in de rol van de
„Marnix" id. G. F. G. Gobins geplaatst op bet
wachtschip te Willemeoord id. 2e kl. G. A. de
Cocqgesteld op nonactiviteit: id. P. H. van
Voorthuijzen en E. W. Pheiffer; geplaatst op het
wachtschip te Willemsoord id. A. Merkus; ge
steld op nonactiviteitde officier van gezondheid
le kl. B. N. Bersma zoomede de off. van adm.
le kl- C. H. 8. Pastor en id. 2e kl. J. L. Monton
ter beschikking gesteldv an den commandant van
het korps mariniers en belast met het bevel over
2STO"VE3IJIJEI
VAK
8TANISLAUS GRAAF GRABOWSKI.
27) Naar 't Hoogduitseh.
De cornet vulde 't ontbrekende aan en zeide
Zooals ik de eer had u mede te deelen,
heeft de oude heer zyn volle toestemming ge
geven.
Men kon het den cornet aanzien, dat hij
door 't gedrag én de houding van den overste
zich wel 'n weinig in zijn eer gekrenkt ge
voelde, doch hy was blijde dat 't verhoor hier
mee was afgeloopen.
De overste scheen wel te gevoelen, dat hy
zich door zijn eigenbelang 'n weinig te ver
had laten medesleepen, en op kalmer toon ging
hy dus voort:
Het moet u niet verwonderen, dat deze
tijding my verrast heeft en 'n weinig van
streek bracht, want 'k had nooit kunnen den
ken, dat myn protégé juist met de dochter van
iemand zou verloofd worden, waarmede ik reeds
sedert jaren in vijandschap leef.
Heer overste, dat bad ik nooit kannen
vermoeden
En ge zoudt zulks niet van myn neef
vernomen hebben, vroeg de overste, terwyl hy
hem met 'n wantrouwenden blik aaazag.
Evenmin als van u, heer overste, op
mijn woerd van eer.
De cornet kon zulks gerust zeggen, want
wat hem van de verhouding der beide onde
heeren bekend was, wist hij alleen door de
beide nichtjes en luitenant von Seelen.
Met open blik zag hy hierbij den overste
aan, die nu zeer goed begreep, dat hy de waar
heid sprak, ofschoon zyn toon verre van vrien
delijk klonk, toen hy zeide
't Is goed, ik dank u voor uwe mede-
deeling en wensch u geluk met uwe verlo
og» g0 kunt thans vertrekken.
De cornet vreesde, dat hij zich hem thans
tot 'n onverzoenlyken vijand had gemaakt,
doch hoopte toch nog op 't goede hart van den
ouden heer, zoodat hy het waagde te zeggen
Heer overste, 'k zou u zoo gaarne nog
'n klein verzoek doen.
Indien 't dienstzaken betreft ben ik tot
uw dienst, zoo niet verzoek ik my met andere
zaken niet lastig te vallen.
Den cornet ontzonk bijna den moed, doch
zijne innige liefde voor Kaatje schonk hem
weer kracht en deed hem voor niets terug
deinzen, met duidelyke stem antwoordde hij
Ja heer overste, 't is 'n verzoek betref
fende dienstzaken. Ik wenschte u beleefd te
verzoeken myne aanvrage aan Z. M. om toe
stemming tot 't aangaan van 'n huwelyk, wel
te willen ondersteunen.
Wat, vroeg de overste opnieuw opstui
vende, wat, ge wilt dadelyk reeds huwen
't Is de wensch van myn aanstaanden
schoonvader, antwoorden de cornet op vasten
toon, en daar zijn vermogen de vervulling van
zijn wensch mogelijk maakt, zoo de oude
heer liet hem echter niet uitspreken, maar
hem in de rede vallende, zeide hij
Ge zijt nog te jong officier om nu aan
zoo iets te kunnen denken en hebt bovendien
nog 'n oude schuld te vereffenen, want zoo
Pruisen u uitgeleverd had, was 't in zijn volle
recht geweest.
De driftige aard van den graaf en 't be
wustzijn van zyn recht, ontstaken zijn gemoed
in woede, zoodat hij op bijtenden toon ant
woordde
De verplichting, die op mij als officier
rust, zal ik in ieder geval stipt nakomen, zoo
als trouwens mijn eer my gebiedt.
Ik, uw overste, zeg u echter, dat ik uw
verzoek niet ondersteunen wil en dat ik alleen
verplicht ben Z. M. myne redenen daarvoor
kenbaar te maken.
Heer overste, zeide de cornet op bijna
dreigenden toon, dit zal mij niet weerhou
den mijn verzoek aan den regiments-comman-
dant in te zenden, en daar gij verplicht zijt
het aan hoogere goedkeuring te onderwerpen,
zal Z. M. zelf beslissen.
Dat ging te ver, zoo iets was den ouden
heer nooit overkomen, tegenspraak van een
jong officier, en hoewel hij gevoelde, dat in
't verzoek niets onbillyks was, riep hij van
woede stampvoetende uit
O, zoo meneer, moet het dien weg op
Wat mij betreft, doe wat ge wilt, of denkt
ge soms dat Z. M. dit bewys van verzet te
genover superieuren zal goedkeuren Maak
nu, dat ge uit myn oogen komt, en bedenk
wel wat ge doet
Beiden kookte 't bloed in de aderen, de
overste verstond echter de kunst als superieur
'n hooge borst te zetten, waarbij zijn voor
naam militair voorkomen hem goed te stade
kwamzoodat de cornet 't niet waagde 'n woord
meer te zeggen cn dus zorgde zich niet aan
insubordinatie schuldig te maken, hij salueerde
dus en verliet van woede bevende, de kamer.
Toen hij te huis kwam, stelde hij terstond
'n verzoekschrift aan Z. M. op, hetwelk hij
pereoonlijk aan luitenant von Seelen, als re-
giments-adjudant ter hand stelde.
Deze schudde bedenkelijk 't hoofd en ried
zijn jongeren kameraad aan, vooreerst 't ver
zoekschrift nog achterwege te houden, tot dat
de toorn van den overste 'n weinig bedaard
was, maar te vegeeefs, de verbitterde graaf
wilde hiervan volstrekt niets hooren, zoodat
de adjudant beloofde het den commandant te
overhandigen.
Nadat de cornet een kwartieruurs vertrok
ken was, kwam do .overste 'n weinig tot
kalmte, ofschoon de sware rookwolken, die hij
om zich heen blies, nog tot bewijs strekten,
dat hy in een, nog ietwat opgewonden toestand
verkeerde.
Wat? mompelde hij binnensmonds,
watinsubordinatie, verzet tegen zijn supe
rieuren, en dan nog zoo'n jong officier, die
pas komt kyken, zoo'n vlasbaard, 't is te erg,
men had met zoo'n deserteur niet zooveel con
sideratie moeten gebruiken.
De kerel had mij reeds geheel ingepakt,
en die arme Helena, die mij ook nog aan
spoorde my voor hem in de bres te stellen
dat arme dwaze meisjeen dat al'e3
om die gehaten neef George's wensch te ver
vullen
Knarsetandend ging hij voort
Ik zal het hem eehter betaald zetten
't Betreft hier de eer van Helena, maar na
zal ik zorgen, dat hy noch haar, noch die ge
hate nicht huwt wederom een- kleine
pauze't gelaat van den ouden heer klaarde
echter wel 'n weinig op, 't scheen, dat deze
ontboezemingen hem goed deden hij ging
met zijn alleenspraak voort, of hy 't ver
zoekschrift by mij zal indienen, 't zal me ver
wonderen, en toch geloof ik 't wel. Hij
zal nog eens met al zijn kuren voor den krijgs
raad komen't is 'n duivel onder de huzaren,
en wanneer ik hem in 'tveld had, reed hij
bepaald met zijn regiment drie Oostenrijksche
escadrons overhoop, op mijn woord van eer!
Maar in vredestijd deugt hy niet; hy is veel
te hartstochtelijk om te leeren gehoorzamen,
't Spyt me voor hem. 'k Zou hem gaarne tot
schoonzoon gehad hebben, maar nu is 't voor
altijd uit. Wat zal die arme Helena ver
drietig zijn'k had ook niet kunnen denken
dat hij von Seelen zoo gauw 't voetje gelicht
had nu van achteren beschouwd, spijt het
mc, dat ik haar von Seelen niet tot echtgenoot
gegeven heb't is toch ook 'n braaf officier,