1
't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
1 Januari.
Let wel!
DE DESERTEUR.
No. 1860
Zaterdag 13 December 1890.
Achttiende Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
A"bonn©m©nt
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
3 franco per post 75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG
Uitgevers: BEBKHOUT Go., te Helder.
3uraeuxSPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiên
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VHIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bnreaux bezorgd zijn.
We verzoeken onzen lezers, die, vol
gens gewoonte, een Welkomstgroet
aan Familie, Vrienden of Begunsti
gers in ons blad willen plaatsen, be
leefdelijk daarvan tijdig opgave te
doen. De advertentiën worden be
rekend tegen 25 Cent.
DE UITGEVERS.
Met het oog op de Feestdagen, zijnde
Kerstdag en Nieuwjaar, zal onze Cou
rant van Vrijdag 26 December, ver
schijnen op ZATERDAG 27 DEC. en
die van Dinsdag 30, op WOENSDAG
31 DECEMBER.
De Uitgevers.
DECEMBER, Wintermaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 8 u. 2 m.
Onderg. 3 u. 44 m.
Zondag 14 3e Advent.
Maandag 15
Dinsdag 16
Woensdag 17 Quatertemper.
Donderdag 18 Eerste kwartier.
Vrijdag 19 Quatertemper.
Zaterdag 20
HELDER, 12 December 1890.
Woensdagavond gaf de muziekvereeni-
ging „Crescendo", onder directie van den heer
J. P. J. Brachthuizen, een vocaal-en instrumen
taal concert in Tivoli. De ruime zaal was
stampvol. Een viertal zangstukken werd flink
voorgedragen en 't slotnummer „Weinlese am
Rhein", viel bijzonder in den smaak. De so
lovoordracht van i/De visschersbruid (baryton)
had een gewenscht succes, evenals de solo in
den 1 OOsten psalm.
Bij 't instrumentale gedeelte bleek 't, dat 't
gezelschap steeds op den weg der vooruitgang is,
en wel zeer duidelijk bij „Allegro et Andante,"
trio tn D-mol, van Reisiger, alsook in de An
dante uit de symphonie no. 5, van Küffner.
't Meeste succes behaalde echter de heer Reijers,
met 't door hem gecomponeerde „Liebesïied-
chen", een aangename melodie en met ani
mo voorgedragen. De ingenomenheid met deze
voordracht bleek uit den onstuimigen wensch
naar een da c a p o, waaraan dan ook be
reidwillig gehoor werd gegeven. Als vocaal
en instrumentaal gezelschap neemt Crescendo
een eenige plaats alhier in. Gaarne wenschen
we de nog jeugdige vereeniging toe, dat 't
woord C r e s c e n d o" bij iedere uitvoering
recht van bestaan moge hebben.
Op Wieringen is jL Vrijdag een
Maatschappij opgericht, ten doel hebbende
de verhuurders van Huizeu onderling te
verzekeren tegen goede bewoning, betaling,
enz., even als dit jaar ook plaats gehad
heeft te Winkel. Men is er ook voorne
mens 't Wieringer Veefonds op te richten.
Aan de autoriteiten der landmacht
is door den minister van oorlog kennis
gegeven, dat als een noodwendig gevolg
van de omstandigheid, dat door het over
lijden des Konings de kroon is overgegaan
op de Koningin Wilhelmina, in het for
mulier van d«n eed, zooals die tot dus
verre door de officieren der landmacht vóór
de aanvaarding hunner functiën werd af
gelegd, de woorden trouw :ian den Ko
ning" moeten worden vervangen door
trouw aan de Koningin", blijvende voor
het overige dat formulier onveranderd.
Bij de begrafenis des Konings heeft
men weder gelezen van den ^Rijksappel".
Het is ons echter gebleken dat velen de
beteekenis van dit zinnebeeld niet kennen.
Wij achten het daarom niet ondienstig het
volgende, ons door een vriendelijke hand
verstrekt, daaromtrent mede te deelen.
Rijksappel is de met een kruis voorziene
bol, die op munten, zegels enz. in de hand
van een vorst voorkomt en als een teeken
van heerschappij wordt aangemerkt. De
oorsprong van dezen bol moet worden ge
zocht bij de Romeinen, bij wie hij ten tee
ken van heerschappij over de gansche we
reld was. Op munten van Keizer Augustus
zijn somwijlen drie bollen voorgesteld, de
eene met de letters Asi, de tweede met
AFR en derde met EVR, waardoor de toen
bekende drie werelddeelen werden voorge
steld. Op de munten van latere Rornein-
sche Keizers komt deze bol dikwijls voor.
Men vindt hem afgebeeld onder de pooten
eens adelaars en later versierd met het
beeld van de Godin der Overwinning, in
de hand des Keizers. Het kruis verving
bij de Christenen het beeld der godin. De
Duitschc Keizers hadden ook het zinnebeeld
van macht en bij sommige gelegenheden
werd de rijksappel door een daartoe bestem
den beambte van den vorst gedragen.
(»Hbl.")
De >Amst. Ct." verhaaltIn den
nacht vóór de begrafenis van den Koning
ontwaakte plotseling een dar timmerlieden,
die aan het in orde brengen der lijkkoets
hadden gewerkt, door de herinnering, dat
verzuimd was de hoogte van de koets te
maken in verband met de viaduct op den
Rijswijkschen Weg. Hij stond op en waar
schuwde zijn patroon de maat van den
wagen werd genomen, en daarop die der
viaduct, en inderdaad, de wagen kon er niet
onder door.
Volgens de eene lezing werden de stij
len ingekort, volgens een andere de gaten,
waarin de pluimen stonden, dieper inge
boord een derde luidt, dat de weg onder
de poort werd uitgegraven.
Reeds sedert eenige dagen liep liet
praatje, dat onder de slachtoffers, welke
de zakkenrollers te Delft bij gelegenheid
van 's Konings begrafenis maakten, zich ook
onze hoofdcommissaris van politie, de heer
Steenkamp, bevond, wien zijn horloge heette
ontrold te zijn. De »N. Rott. Ct." deelt
thans mede, dat het praatje gegrond is.
Hoe uitstekend overigens het beleid van
onzen hoofdcommissaris moge zijn, ter be
veiliging van zijn eigen horloge schijnt aan
zijn beleid iets te hebben gehaperd
De „Staatscourant" van 10 dezer
meldt
De Raad van Voogdij, ingesteld bij de
wet van 15 September 1888 (Staatsblad
no. 150), tot regeling der voogdij over
Bare Majesteit Wilhelmina, Koningin der
Nederlanden, maakt bekend dat hij zijne
taak beeft aanvaard, en ter uitvoering van
art. 9, 1ste lid, der genoemde wet, uit
zijn midden heeft benoemdtot voorzit
ter, jhr. G. C. J. van Reenen, minister
van staat, vicepresident bij den Raad van
State, en tot secretaris, jhr. mr. Roëll, lid
van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal.
Vrij algemeen heerscht de meening,
dat de minister van Justitie en de secre
taris-generaal aan zijn departement voor
de verzegeling van een vorstelijke lijkkist
een belangrijk honorarium ontvangen.
Naar aan „Het Vad." stellig verzekerd
wordt, is deze meening ongegrondbe
doelde hooge ambtenaren worden voor die
verrichting niet gehonoreerd.
Voor de distelleerderij van de firma
Van Meerten en Zonen, te Delft, stonden
op den dag van 's Konings teraardebestel
ling aan den walkant enkele tonnen, die
natuurlijk als welkome tribunes werden
in beslag genomen. Een kort dik ventje
was een van de eersten, die zich op een
groot fust een plaatsje veroverde, Maar
de ton zakte in en de man viel in het ge
lukkig ledige vat. Hij was te klein om
er alleen uit te komen, en het gedrang
liet niet toe, hem de behulpzame hand te
lieden. Er bleef niets anders over dan
hem te laten waar hij was, tot de treurige
stoet zou zijn voorbij getrokken en daar
mede het gedrang afgenomen. Aldus ge
schiedde. Onze reiziger echter was te ver
geefs naar Delft gekomen hij heeft van
den stoet niets gezien.
In den trein, die te vijf uur uit Rot
terdam naar Arnhem vertrekt, had Zater
dagavond een jonge dame, zekere mej. A. F.
uit Arnhem, plaats genomen, die te Go-
rinchem den conducteur verzocht, bij haar
in de coupé plaats te nemen, wijl zij zich
zeer onwel voelde, aan welk verzoek door
den conducteur werd voldaan.
Reeds eenige malen had zij het hoofd
buiten het portierraampje gestoken, daar
zij neiging tot braken gevoelde, toen dit
even voorbij Hemmen-Doodewaard weer
willende doen, plotseling het portier open
sprong, en de dame uit den waggon stortte.
Na eerst het sein tot stoppen te heb
ben hegeven, sprong de moedige conducteur
uit den nog in volle vaart zijnden trein,
aan welk heldhaftig gedrag de dame haar
leven te danken heeft, daar juist uit de
richting Arnhem een trein op de rails aan
kwam, waartusschen de dame gevallen was.
De conducteur, het gevaar in zijn geheelen
omvang overziende, riep een wisselwachter
van wachtpost 12 nog toe rood licht te
maken, om zoodoende den trein uit Arn
hem te doen stoppen, waaraan deze echter
niet kon voldoen, daar de lantaarn, die
hij bij zich droeg, niet van rood glas was
voorzienmiddelerwijl had de conducteur
de dame echter gevonden en haar nog juist
uit haar benarden toestand verlost, toen de
trein uit Arnhem voorbijstoomde. Ten prooi
aan de hevigste pijn, werd de dame in een
coupé gedragen en naar Nijmegen vervoerd,
waar zij in het R. C. ziekenhuis werd op
genomen, en geconstateerd werd, dat zij
haar dijbeen had gebroken.
Een woord van lof raag zeker den con
ducteur voor zijn moedig gedrag en ener
giek optreden niet onthouden worden.
De nieuwe gashouder van de Utrecht-
sche gasfabriek is gesprongen. In de vo
rige week was hij gevuld met 18,000 kub.
M. water om hem te beproeven. Doch
de drukking van die 18 millioen KG. was
te machtig. Een der gegoten platen barstte,
het water stroomde er uit en talud en aar
den djjk, die den houder omgeven, zgn bij
de breuk
Burgemeester en Wethouders van
Schagen brengen ter algemeene kennis,
dat de gewone weekmarkten, vallende op
Donderdag 25 December a. s. en 1 Janu
ari 1891, zullen gehouden worden op Woens
dag 24, en 31 December a.s.
Schipper Korving Keus, voerende de
Scheveningsche bomschuit SCH 46, reeder
W. Groen, rapporteert, dat op zijn laat
ste reis de schipper van de Belgische visch-
sloep „O 207" hem verraderlijk met zijn
bomschuit in den grond heeft trachten te
boren. De poging mislukte, doch de Sche
veningsche bomschuit bekwam averij aan
het scheepstuig.
De schipper verklaart bovendien, dat de
schipper van de „O 207," dezelfde is, die
in December van het vorige jaar hem en
een zestal andere bomschuiten verrader
lijk aanviel.
Dinsdagmorgen halfvijf is te Don
kerbroek (Fr.) door twee rijksveldwach
ters in zijne woniug gearresteerdde be
kend geworden v. d. L., vroeger molenaar
te Grouw, wiens molen aldaar twee maal
afbrandde, waarna de Gronwster ingezete
nen hem boycotten. Gelijk men weet, heeft
hij vervolgens twee notabele ingezetenen
van Grouw bij de justitie aangeklaagd we
gens diefstal te zijnen nadeele, welke aan
klacht valsch is gebleken, zoodat het Hof
te Leeuwarden hem dejwege veroordeelde
tot 3 maanden gevangenisstraf. Dit vonnis
werd onlangs door den Hoogen Raad be
vestigd.
Een paar dagen geleden vond men
in Parijs iemand in zijn bed opgehangen,
nalatende een briefje met de bittere woor
den »Ik heb honger en geen brood, wi
werken en heb geen werk." De ongeluk
kige had dus geen middel om aan brooó-
te komen.
Heden staat in Amsterdam voor den
ongelukkigsten der ongelukkigen weer de
gelegenheid open, door ware liefdadigheid
opgericht en in stand gehouden, om zoo
veel brood te eten als hij wil.
Waarom volgt men dat voorbeeld niet
na in alle plaatsen, groot en klein Nie
mand kan met gerustheid zijn eigen brood
eten, zoolang hij vermoeden kan, dat er
in zijn nabijheid menschen zijn, die met
zulk eeu vaarwel, als bovenbedoelde man
in Parijs, uit deze wereld kan scheiden.
Den 25sten November werd op het
strand, tusschen Hulzenkrug en Binz, een
flesch gevonden, waarin zich een stuk pa
pier bevond, waarop het volgende geschre
ven stondKaptein Wilhelm Malmen,
scheepsjongen Heinrich Kuhl en kok Max
Schulz. Den 25sten Nov. ten 2 uur des
nachts, is tijdens een sneeuwstorm, de la
ding overgegaan en zien wij den dood
voor oogen. Aan de achterzijde van het
papier was een afzonderlijk vaarwel van
den kapitein aan zijn vrouw. Op dezelfde
plaats waar men de flesch vond, zijn wrak
stukken van het verongelukte vaartuig aan
gedreven, waaronder een zeemanskist en
een reddingsboei, gemerkt „Carnot Stral-
sund". Het schip kwam van Konings
bergen en was eerst in het vooijaar ge
bouwd.
In de maand November hebben te
Berlijn niet minder dan een-en-vijftig on
gelukkigen moedwillig een eind aan hun
leven gemaakt.
AFLOOP
der publieke verkooping, door den Makelaar
Oudenhoven, ten overstaan van Notaris Hat-
tinga Raven, gehouden op 4 December in
„Musis Sacrum:
1. Een Heerenhuis met Erf, aan de Hoofd
gracht No. 82. Opgehouden.
2. Een Woonhuis en Erf, aan de Verlengde
Spoorstraat No. 14. Kooper den heer P.
Lurz ad f 1405.
3. Een Woonhuis en Erf met ruimen kel
der enz. naast het vorige. Opgehouden.
4. 5. 6. Drie Woonhuizen en Erven aan
de Hoogstraat Koopster Mej. Wed. G. List,
ad f2127.
7. Een Woonhuis en Erf, aan de Vlaming
straat No. 18. Opgehouden.
1. Een Woonhuis, Erf en Werkplaats, aan
de Langestraat No. 49. Uit de hand verkocht.
9. Een Woonhuis en Erf, aan de Schagen-
straat No. 39. Kooper de heer C. Mulders
ad f 791.
Marktberichten.
Purraerend, 9 Dec. Aangevoerd 32 paarden,
252 melk- en vette koeien, handel matig, Jhooge
prijzen, 66 vette kalveren f 0.80 a 1 per Kg., han
del vlug, 92 nuch. dito f 10 a 24, handel matig,
2890 vette schapen en lammeren, lager in prijs,
handel vlug, 179 vette varkens f0.36 a 0.46 per
pd., 149 biggen f 3 a 7 per st., beide handel stug,
kipeieren f6 a 7 per 100, 980 ganzen f 2.25 a
3.25,270 zwanen f 6 a 9, graskaas f 32.50, mid
delbare f 29.50, aangevoerd 180 stapels.
TTOVBLLB
VAK
STANISLAUS GRAAF GRABOWSKI.
34) Naar 't Hoogduitseh.
Hoezeer ze ook tegen de samenkomst op-
zag, gingen toch voor haar geveel de uren en
de minuten den slakkengang, want, wat zou
Stephan haar te zeggen hebben; zou hij op
de eene of andere wyze nog licht in de zaak
kunnen brengen Zoo werd ze geslingerd
tusschen vrees en hoop, tot eindelyk de pen
dule de gewichtige tien slagen deed hooren,
die haar als de doffe toonen eener doodsklok
in de ooren klonken.
Een siddering ging haar over al de leden,
en met bevende hand ontsloot ze heur garde
robe, ten einde 'n dunne shawl te krygen, om
zich voor de koele nachtlucht te beschermen
terwyl ze tevens 'n tuinhoed opzette. Om alle
vermoedens te voorkomen, liet ze de lamp op
haar kamer branden, zooals ze steeds gewend
was, totdat ze zich te bed begaf, om deze dan
door 'n kleiner licht te doen vervangen.
Met zachten, byna onhoorbaren tred liep ze
de trap af en ging de achterdeur uit, die in
den tuin uitkwam, waar ze zich op de bank
in 't prieel nederzette.
Onder welke verschillende omstandigheden
had ze daar reeds dikwerf gezeten'n onwe-
derstaanbare angst maakte zich van haar mees
ter, haar hart bonsde, haar hoofd gloeide en
heur krachten dreigden haar te ontzinken!
't Was doodstil om haar heen, geen blad be
woog zicb, en 't minste, nietigste geritsel deed
haar ontstellen of van schrik opspringen. On
willekeurig sloeg ze de oogen ten hemel, waar
de flonkerende sterren als zoovele boden Gods
haar vriendelijk toelachten en moed schenen
in te spreken.
Eindelijk liet zich 'n zacht geruisch als
voetstappen achter den tuinmuur hooren, en
eenige oogenblikken later stond de graaf voor
haar. Diep geroerd omhelsde hij haar, en
zette zich naast haar neder. Beiden deelden
elkander de gesprekken mede, die ze met
den ouden heer gevoerd hadden, en die verre
van bemoedigend waren.
Ge weet, dierbaar meisje, nam de graaf
't woord, dat uw vader bij onze verloving
wenschte, dat we ons spoedig in den echt
zouden begeven, ook dit zou nog zijn ver
langen zijn, indien de vrees, zich 's konings
misnoegen op den hals te balen, hem hiervan
niet terughield.
Wij zijn echter in staat hem deze onaan
genaamheden te besparen en tevens zyn wensch
te vervullen, door ons heimelijk door den echt
te laten verbinden is dit eenmaal geschied,
dan kan deze niet meer ontbonden worden,
en, voegde hy er op vasten toon bij, en
zoo iemand er voor boeten moet, dan zal ik
de persoon zijn, maar noch u, noch uw vader
kan of zal 's konings toorn treffen.
Wij werpen ons voor de voeten uws vaders,
bidden hem ons te vergeven en ons zijn zegen
niet te onthouden, en ik ben er zeker van,
dat hij de bede van zijn eenigst kind zal ver-
hooren.
Kaatje had dit alles stilzwijgend aangehoord,
ofschoon ze een en al zenuw was. Toen de
cornet eindelijk ophield met sprekon en Kaatje
met 'n vragenden blik aanzag, kon ze zich niet
langer bedwingen, maar met den uitroep
Mijn God, Stephan, wat verlangt ge,
wat wenscht ge van my, wat stelt ge mijn
liefde op 'u zware proef, barstte ze in 'n ze
nuwachtig snikken uit.
De cornet zelf was ingelyks in 'n opgewon
den toestand, doch de uitroep van Kaatje
bracht hem als 't ware geheel tot kalmte.
Toen ze weder eenigazins tot bedaren ge
komen was, ging ze voort:
Zondt ge denken dat ik mij tegen den
wil mijns vaders met u naar 't echt-altaar
zou begeven Zoudt ge denken dat ik 't hart
van mijn ouden vader, die mij zoo lief heeft,
zou willen breken, door 'n geheim huwelijk
Neen, dat nooit. Verg dat niet van mij. Ge
weet, dat ik u lief heb, en God is mijn ge
tuige dat ik u tot aan 't einde der wereld zou
volgen, maar mijn ouden vader te misleiden,
dat kunt, dat moogt ge niet van mij eischen
Beneem mij op deze plaats 't leven wanneer
de toekomst u zoo hopeloos schijnt, maar ver
lang niet dat ik 'n plicht verzaak, die mij
naast mijne liefde 't heiligste is
De cornet hoe zeer ook overtuigd, dat hare
woorden waarheid bevatten, zette nogmaals
al zyne beweeggronden uiteen, zeide haar,
dat alles voor hun vlucht gereed was, dat hij
te Kalisch 'n vriend had die geestelijke was
en zonder twijfel hun huwelijk volgens de
gebruikelijke vormen en eischen zou voltrek
ken, en zoodra zulks was afseloopen konden
ze naar Neuenrode terugkeeren en haar vader
om vergiffenis smeeken.
Zoodra hun huwelijk ruchtbaar werd, zou
hij wel eenige straf moeten ondergaan, doch
een tijdelijke scheiding was toch verreweg te
verkiezen boven een fiuurzame
Hoe overredend hij ook sprak, in welke
schoone en verleidelijke vormen hij zyn voor
stel ook inkleeddeKaatje was niet te be
wegen aan zijn verzoek te voldoen. Ze was
radeloos, hem, dien ze boven zichzelve bemin
de, die ze zoo innig liefhad, voor altijd te
moeten verliezen, dat kon ze niet, dat was
haar onmogelyk Maar, baar vader verdriet
en angst te veroorzaken, die haar ook zoo
teeder beminde, die, na 't vroegtijdig overlyden
harer dierbare moeder, alles voor haar ge
weest was, zijn rust, zijn gemak, zijn genoe
gen voor haar had opgeofferd, neen, dat kon
dat mocht ze evenmin, daarop kon nooit zegen
rusten, en bovendien kwam haar Hesch vrou
welijk gevoel tegen zoo'n maatregel op.
Eindelijk vervolgde de graafEn,
kunt dus niet besluiten, om ook mij een be
wijs van uwe opofferende liefde te geven, zoo-
als ik u meer dan eens gaf
Stephan, martel my niet langer, ik be
zweer u, maak een eind aan mijn lyden, dood
my op deze plaats, die zoo dikwerf getuige
was van ons geluk, 'k bid er u om
Stephan bleef haar zwijgend aanstaren, ein
delijk zeide hij op weemoedigen toon
Laat mij nog eens in deze oogen zien,
die my van den beginne af aan zoo betooverd
en aangetrokken hebben, laat my nog éénmaal
die hand kussen waaraan ik door dit leven
had willen wandelen, en laat mij nog één
maal die stem hooren, die mij steeds als he-
meslche muziek in de ooren klonk, en dan zal
ik zwijgen, en u niet meer in moeielijken
tweestrijd brengen. Ik beoogde ons beider ge-
lak, en wist geen anderen weg te kiezen dan
den u voorgestelde, maar genoeg- dierbaar
meisjevergeten, neen dat zal ik u nooit, en
hetzij 'k eenmaal den laatsten adem uitblaas
in mijn eigene woning of den dood op 't slag
veld vinden mocht, uw naam zal mijn laatste
woord, en mijn laatste zucht aan u gewyd zyn
Vaarwel, dierbaar meisje, vaarwel, mijn hart
zal voor u kloppen tot aan mijn laatsteu stond,
ja, totdat mijn oog voor eeuwig gesloten zal
zyn En het meisje aan zijn kloppend hart
drukkende, stond hij op en snelde voort.
Kaatje vouwde hare handen krampachtig
ineen, terwijl ze als aan haar zetel vastgena
geld was, eensklaps riep ze op hartverscheu-
renden toon „Stephan
De cornet, insgelijks door zyn gevoel over
stelpt, ijlde voort naar den muur.
(Wordt vervolgd.)