't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEÜWEDIEP EN TEXEL. 1 Januari. Let wel! DE DESERTEUR. No. 1861. Woensdag 17 December 1890. Achttiende Jaargang. Atoonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. 3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG Uitgevers; BEEKHOUT Co., te Helder. Surwiux: SPOORSTRAAT «n ZUIDSTRAAT. Ad.vertontlën van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiëii moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. We verzoeken onzen lezers, die, vol gens gewoonte, een Welkomstgroet aan Familie, Vrienden of Begunsti gers in ons blad willen plaatsen, be leefdelijk daarvan tijdig opgave te doen. De adverientiën worden be rekend tegen 25 Cent. DE UITGEVERS. Met het oog op de Feestdagen, zijnde Kerstdag en Nieuwjaar, zal onze Cou rant van Vrijdag 26 December, ver schijnen op ZATERDAG 27 DEC. en die van Dinsdag 30, op WOENSDAG 31 DECEMBER. De Uitgevers. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 16 December 1890. -f- Het voornemen bestaat om in het voorjaar van 1891 een vierde militair post- duivenstation op te richten te Helder. Ook bij de Marine zullen de aannemers van Rijkswerken worden verplicht hunne werklieden tegen ongelukken te verzekeren. Een wijziging der Pensioenwet voor het loodspersoneel is in bewerking. Het „Staatsblad" no. 179 bevat een koninklijk besluit van den volgenden in houd lo. aan iederen oud-strijder der jaren 18131815, gerechtigd tot het dragen van het eereteeken (Zilveren Kruis), inge steld bij koninklijk besluit van 10 Mei 1865 (Staatsblad no. 32), wordt jaarlijks, op aanvrage van den belanghebbende, tot de Koningin gericht, ten laste der begroo ting van het departement van oorlog, bij wijze van gratificatie een geldelijke tege moetkoming van éénhonderd en vijftig gul den verleend, mits blijke, dat hij uit eigen middelen niet voldoende in zijn levenson derhoud kan voorzien 2o. die tegemoetkoming zal voor de eerste maal, zoo mogelijk, nog in den loop van 1890 en verder telkens omstreeks het mid den der maand Juni worden uitgekeerd. Veiligheid voor schaatsenrijders. Talrijk zijn de ongelukken op het ijs velen verdrinken velen kunnen echter worden gered met een kleine eenvou dige vinding, welke door een ieder van den armste tot den rijkste kan worden aan geschaft, ik bedoel een reddingskoord, waar van ieder schaatsenrijder zich dient te voor zien Men schaffe zich aan voor 10 cent gordijnkoord, men bevestige het einde om den rechterpols met een lus en houdt liet bolletje in den bal van de hand, dat den schaatsenrijder in zijn beweging volstrekt niet hindert of belemmert, integendeel aan genaam werkt. Mocht den rijder het on geluk overkomen door het ijs te zakken, alsdan kan hij altijd zijn rechterhand uit slaan en de bal ontsnapt over het gladde ijs en rolt geheel af. Hierdoor is voor anderen gelegenheid om dat koord te grij pen, dat reeds met den drenkeling aan den pols met een lus verbonden is. Het koord moet zijn sterk, liefst van zijde en een lengte van ongeveer 10 M. hebben. Om het afrollen te bevorderen, winde men het koord om een looden kogeltje de minste steun geeft den drenkeling gelegenheid om op het ijs te komen en te worden gered. Hoogachtend. Koning. Texel, 12 Dec. 1890. (N. v. d. D.) Aan de Militaire Academie te Breda is nu het derde slachtoffer gevallen aan de heerschende typheuse koortsen. Twee der slachtoffers behoorden tot het eerste studiejaarbeiden waren niet van zeer sterke constitutie en hadden steeds behoor lijk hun aandeel gekregen van het onge hoorde ontgroenen het z. g. „baren" dat daar, vooral des avonds op de slaap zalen, geschiedt, waar de jonge knapen staan onder toezicht van ongeveer 3 jaar ouderen. („Haagscbe Ct.") Zuiderzee-visscherij Zooals men zich zal Herinneren is indertijd aan dr. Hoek, uit Leiden, wetenschappelijk adviseur in visscherljzaken, opgedragen een ouderzock in te stellen voornamelijk naar de werking van het verbod, om in de Zuiderzee met den wonderkuil te visschon. Dit verbod, in 1881 uitgevaardigd en in 1884 eenigszins gematigd, is, zooals men weet, in het vorig jaar intusschen weder geheel ingetrokken. Om de werking der verbodsbepalingen na te gaan, vergelijkt de heer Hoek den toestand der visschery in 1888 met dien vóór de wet en komt tot de conclusie, dat gedurende de werking der wet geen vooruitgang is te be speuren. Hiermede is niet gezegd, dat de wet niet meerderen achternitgang heeft voorkomen. Immers twee oorzaken zijn blijven werken, die volgens den heer Hoek zeer nadeeligen invloed hebben op den toestand der visscherij. De eerste is de sterke uitbreiding der vloot in de laatste 30 jaar. Zij is over alle gemeenten samen in dien tijd met meer dan 80 pCt. ver meerderd. Daardoor wordt de invloed van nadeelig vischtuig des te grooterde concur rentie dwingt tot scherper en aanhoudender vangst en een oorspronkelijk zeer geoorloofde wijze van visschen moet daardoor in roofvis- scherij ontaarden. De maatregelen, die de heer Hoek voorstelt om de Zuiderzee-visscherij op den duur te verbeteren, komen hierop neer Het gedeelte beneden de lijn Enkhuizen Stavoren worde onttrokken aan de publieke visscherij; verder worde gratis vergunning ge geven om met onschadelijk want te visschen, en tegen betaling van een zekere som (van f 10 tot f50 per jaar, al naarmate het vischtnig min of meer schadelijk is) om met schadelijk vischtuig als kuilen, enz. +e visschen. Er zij dus een prikkel om onschadelijk want te .kie zen Deze maatregelen zouden door een doel matige en Hink georganiseerde politie voor- loopig b. v. een jaar of tien moeten worden gehandhaafd, terwijl het opmaken van een goede statistiek en het bevorderen van wetenschap pelijk onderzoek langzamerhand meer licht zullen verspreiden over de geheimzinnige le venswijze der zoutwaterbewoners-. Bij een publieke veiling, te Kesteren gehouden, brachten 12 iepeuboomen de som van ruim f 800 op wel een bewijs, dat het iepenhout thans zeer hoog in prijs is. In het ijs op het verbindingskanaal DamsterBoterdiep voor de stroohulzen- fabriek te Groningen was een bijt gehakt. Een jongen die zich aldaar met schaatsen rijden vermaakte, geraakte daarin en zonk in de diepte. De heer F., boekhouder aan bedoelde fabriek, was getuige van dit on geval, en zelf niets ter redding kunnende doen, riep hij zijn hond en gelastte dit dier te water te gaan. Na eenige oogen- blikken van spanning kwam de viervoetige redder weder boven, het knaapje met zich voerende. Het kind was daarna spoedig op den wal geholpen en kon vervolgens ongedeerd huiswaarts keeren. Hoeden op In Utrecht tracht men weer een anti- hoedafnemersbond op te richten. Nu, het is al dikwijls gezegd, hoe schadelijk het voor de gezondheid kan zijn bij strenge koude onder het groeten het hoofd te ont- blooten, en niet te dikwijls kan op dit ge vaar gewezen worden. Als 't waar is, dat de aanhouder wint, dan zal men al gaat ook dit plan hier te lande weer met de trekschuit nog wel eens den tjjd be leven, dat men de in den grond der zaak malle gewoonte van het hoedafnemen, al gemeen zal laten varen. Te Amsterdam heeft zich een Ver- eeniging gevestigd, welke zich ten doel stelt aan jongelieden, die tot het predik ambt in de Evangelisch Luthersche en Her steld Evangelisch Luthersche Kerk wen- schen opgeleid te worden, zedelijken en stoffelijken steun te verschaffen. Uit Leeuwarden wordt geschreven Het zou haast een onbegonnen werk zijn, te gaan schrijven over den tegen- woordigen toestand in Friesland. Men denke hierbij niet aan den financieelen nood der plattelandsgemeenten, of aan de slechte hoedanigheid en den hoogen prijs der aard appelen, of aan het gebrek aan werk op veel plaatsen, of aan de sociaal-democra ten. Dit alles wordt vergeten, nu wp, bij het heerlijkste winterweder, dank zij het sluiten der zeesluizen, niet alleen schoon maar ook sterk ijs hebben. Er is geen oog meer te houden op de hardrijderijen op schaatsen, die op alle plaatsen, niet al leen in de steden, maar zelfs in de kleinste dorpen, die bijna alle hun ijsclub hebben, worden gehouden om prijzen, die, komen ze in handen van miuverraogenden, dik- wpls voldoende zijn om een langen tijd zich van de eerste levensbehoeften te doen voorzien. Oud en jong, mannen en vrou wen, ryk en arm, alles heett thans slechts oog en oor voor het ijsvermaak. Bij het opstaan 's ochtends wordt het reeds ge vraagd, of het flink heeft gevroren. Op de scholen wordt in de namiddaguren vrijaf gegeven, om dep leerlingen gelegenheid te geven, aan hun lust tot schaatsenrijden bot te vieren: het hoofd zou er trouwens toch niet bij zijn, om den onderwijzer naar behooren te kunnen volgen. Dc fouriev L., van het 3e bat. ma riniers te Rotterdam, die zich voor eenige dagen eigeüdunkélijk van zijn korps heeft verwijderd, heeft zich te Tilburg bij de brigade mareehaussée aangemeld, en is we der onder geleide naar zijn garnizoen te ruggebracht. Uit Heerenveen schrijft men van Vrij dag Duidelijk was het heden te zien dat de internationale wedstrijden alhier aan staande zijn. De directie der ijsclub „Thi- alf" toog na ontvangst van het telegram van 't bestuur van denNederlandsche Schaat- senrijdersbond aan bet werk. De baancom- missie vertrok naar Tjalleberd; tal van ar beiders werden in dienst genomen, zoodat spoedig op de groote ijsvlakte een bedrij vige drukte heerschte. Bakens met witte, roode en blauwe vlagjes verrezen; men kon zich een voorstelling maken, hoe groot het terrein wezen moet voor dergelijke wed strijden. In de nabijheid der baan is nog een wak, de baancommissie liet daarin he den ijsschotsen brengen om het hedennacht dicht te doen vriezen. Het ijs is overi gens zoo sterk, dat er heden reeds met arren op gesleed werd. Wat de banen aangaat, daar is het ijs niet effen en glad, doch de directie van „Thialf" hoopt nog veel te verbeteren. Ook werd reeds be gonnen met het opslaan van tenten enz. Daar de tijd te kort is, moest ook Zondag op het terrein doorgewerkt worden. Vele buitenlandsche mededingers hebben zich reeds aangegegeven om te Heeren veen mede te rijden, o.a. de bekende Ame- rikaansche rijder Donoghue, Grunden uit Stockholm en Frederiks uit Denemarken. Er heeft zich een commisie gevormd om avondfeesten te organiseeren op de dagen der wedstrgden, 9e methode van Koch Iu de vergadering van hot Genootschap ter bevordering der natuur- genees- en heelkunde (3e sectie) van Woensdagavond, was de methode van prof. Koch aan de orde. Men schrijft daarover aan het Hbl. De voorzitter, prof. Tilanus, vertoonde ee nige lijders, bij welke de inspuitingen tegen tuberculose volgens het stelsel van prof. Koch zijn beproefd. De hoogleeraren Haren Noman en Pel gaven verslag van de door hen behan delde gevallen. Het bleek, dat er nu een ge noegzame hoeveelheid lymphe voorhanden is voor al de klinische hoogleeraren. Uit de beraadslagingen over dit onderwerp, waaraan ook de uit Berlijn teruggekeerde doc toren Berns, Tilanus en Delprat deelnamen, bleek dat de gewone verschijnselen, elders waargenomen, ook hier voorkomen, maar dat nog geen enkel geval van genezing van lijders is waargenomen, wel van verbetering. Ook werd medegedeeld, dat na de inspuiting soms ernstige accidenten zijn voorgekomen en zooals in ons blad reeds is gemeld te Ber- liju en elders zelfs de dood na de inspuitin- gevolgd is, zoodat niet te veel voorzichtigheid en nauwkeurige waarneming kan worden aan geraden. Het werd gelukkig geacht dat de lym phe nog moeielijk te verkrijgen is, zoodat ze nog niet algemeen kan gebruikt wordeu. Men heeft bevonden dat het middel buitengewoon werkt op door tuberculose aangetast weefsel doch dat het nut daarvan voor den lijder nog niet aangetoond is. Het feit, dat de samenstelling der vloeistof geheim gehouden wordt, werd verschillend be oordeeld. De geneeskundige inspecteur dr. Dozy had omtrent het gebruiken van dit ge heime middel het oordeel van den minister van binnenlandsche zaken gevraagd, maar de minister heeft daaromtrent nog geen voorschrif ten gegeven. Bij dc leeken dient men hun koortsachtige gejaagdheid om het middel bij hen of hunne verwanten aan te wenden, te temperen, en te wachten totdat de practische geneesheeren hun do ondervinding steunende meening uitgespro ken hebben. De zaak wordt dus ook hier te lande nauwkeurig bestudeerd. In het dorpje Ponet bij Clermont- Ferrand reed een bruidspaar na de huwe lijksplechtigheid huiswaarts, toen plotse ling uit een haag twee schoten vielen. Bruid en bruidegom stortten doodelijk gekwetst neer en overleden spoedig. De politie ver moedt, dat de moord werd gepleegd uit wraak, maar zg heeft den moordenaar nog niet kunnen opsporen. Wel is in een na burig boschje het lijk gevonden van een jongen man, maar men weet niet, of hij de daad pleegde. Het is bekend, hoe spoedig de Euro- peesche beschaving zich in het Japansche Rijk heeft weten te vestigen. De vooruit gang van het land op het gebied van we tenschap en volkshuishoudkunde is inder daad eenig. De tegenwoordige Regeering geeft zich vooral veel moeite om het onderwijs in alle opzichten te verbeteren. Kosten wor den daarbij niet ontzien, en zoo laat het zich verklaren, dat Japan op het oogen- blik reeds 21,280 lagere, 106 middelbare, 102 technische, 2 zeevaartkundige, 10 han dels-, 7 landbouw-, 2 nijverheids- en 10 middelbare scholen voor meisjes bezit, waaraan nog een school voor schoone kun sten, een voor doofstommen, een muziek academie en een universiteit moeten wor den toegevoegd. Marine en Leger. Blijkens bij het departement van marine ont vangen bericht, is Hr. Ms. schroefstoomschip le kl. Johan Willem Friso, onder bevel van den kapitein ter zee G. Doorman, op 12 Dec. jl. te Bermnda aangekomen. Aan boord was alles wel. De inspeoteur van het loodswezen, betonning, bebakening en verlichting in het le district, te Delftzijl, de luitenant ter zee le kl. L. Hare- NOVELLE van STANISLAUS GRAAF GRABOWSKI. 35) Naar 't Hoogduitseh. Doch wederom hoorde hij in de nachtelijke stilte «Stephan en als uit een droom ontwakende, keerde hij zich om en zag Kaatje op hem toesnellenhare krachten waren uit geput en de cornet wa3 nog juist bij tijds daar om haar in zijne armen op te vangen. Toen ze weder tot zichzelve gekomen was, lispelde ze zachtkens: Welnu, ik zal aan uw wensch voldoen, 'k zal u volgen tot aan 't einde der wereldGod weet wat 't mij kost, Hij vergeve mij mij De zwakheid 1 Ze kon niet meer en beiden zetten zich weer op de bank neder. Toen ze 'n weinig kalmer was gworden, gaf 'n stroom van tranen lucht aan haar be klemden boezem. De graaf kuste haar her haaldelijk, ook zijn tranen bevochtigden heur wangen. Met weinige woorden verhaalde hij haar hetgeen hij sedert dien morgen verricht had. Hij was terstoud naar Miltisch gereden, had daar voor zich en, zooals hij voorwendde, voor zijn zuster, een pas aangevraagd en dien zonder moeite verkregen, omdat hij in uniform was en zyne aanstelling kon toonen. Vervolgens had hy een extra postrijtuig aangenomen, hetwelk hem eerst naar Neuenrode en van daar weer naar Kalisch moest brengen, terwijl hij zijn paard in de stad had achtergelaten met dat postrijtuig, zoo even aangekomen, wensch te hy dus ten spoedigste te vertrekken. Hij vroeg Kaatje nn zoo spoedig mogelijk zich voor de reis te kleeden, terwijl hij haar in 't prieel zou wachten. Morgenavond, zeide hij, hopen we hier weder terug te zijn, houd dus moed Kaatje reikte hem de hand en spoedde zich naar haar kamer. Behoedzaam sloop ze over 't portaal en draaide 't kamerslot voorzichtig open. Alles op 't slot was in diepe rust, een on verstoorbare kalmte heerschte alom, 'n groot contrast met de gemoedsstemming van 't arme Kaatje, die verre van kalm was. Een onbeschrijfelijk weemoedig gevoel be ving haar, toen ze zich voor de reis gereed maakte, nadat ze gekleed was en eenige kleine benoodigdheden had ingepakt, zette ze zich op de sofa, ze verlustigde zich, die kamer waar ze veel treurige, maar toch ook zooveel blyde ureu gesleten had, nog eens tot in de kleinste bijzonderheden, in oogenschouw te nemen. Aan veel wat zich daar bevond wa ren zoete en aangename herinneringen verbon den, ze vroeg zich af, of ze dit alles wel weer spoedig of wel ooit zou wederzien en verviel weder in 'n vreeselyke treurige stem ming. Eindelijk stond ze op en knielde ne der voor 't levensgroot portret harer dierbare moeder, en terwijl heete tranen langs haar bleeke wangen biggelden, steeg een gebed uit 't diepste baars harten tot God omhoog. Bemoedigd en zichtbaar gesterkt stond ze op, keek nog eenmaal met 'n betraanden blik naar 't portret en verliet ijlings 't vertrek. Toen ze in 't prieel kwam, waar de graaf' haar reeds met ongeduld verbeidde, wierp ze zich snikkend aan zijn boezem, ook deze ge voelde maar al te goed den ernst van dit ge wichtige oogenblik, en terwijl hij zijn dier bare bruid met de eene hand vasthield, hief hij de andere hemelwaarts en sprak op plech- tigen toon Hier onder Gods sterrenhemel zweer ik Hem, onzen eenigsten Getuige, dat ik u niet tot uw ongeluk uit 't vaderlijk huis weg voer, maar dat ik mij voortaan met alle krach ten die mij ten dienste staan, en van ganscher harte aan uw geluk zal wijden, toen kniel- hij neder en wenkte Kaatje insgelijks 't zelfde te doen, nam hare hand in de zijne en met diep geroerde stem bad hijHemelsche Vader geleid ons veilig aan Uwe hand en naar Uwen wil, zegen onz voornemen o Heer en sterk vooral haar, die zie uit oprechte liefde opoffert. Toen nam hij 't sidderende meisje in zijne armen, klom voorzichtig met haar over den muur en spoedde zich naar de plaats waar de postwagen op hen wachtte. Met de meeste zorg hielp hij 't altijd nog bevende meisje in 't rijtuig, en nadat ook hy was ingestapt, rolde 't rijtuig in snelle vaart, den grooten rijweg op, die langs Ostrowo naar Kalisch loopt. ELFDE HOOFDSTUK. De heen- en terugreis. Het duurde geruimen tijd, eer het den graaf gelukte de tranen zijner bruid te drogen ein delijk kwam zo tot bedaren en begon zich meer op haar gemak te gevoelen aan de zyde des geliefden, die zich opnieuw blootstelde aan de strengste straf ter liefde van haar. Wat de te wachten straf betrof, hieromtrent stelde hij haar gerust, daar hij thaus in Pruisischen dienst was en de koning hem gewis wel een genadige straf zou opleggen, omdat deze hem een weigerend antwoox*d had gegeven op zijn onderdanigst verzoek. 'tWas nog vroeg in den morgen toen ze na een gelukkige en voorspoedige reis te Kalisch aankwamen. De graaf bracht zijne bruid naar de woning van den predikant en verzocht den bediende hem aan te dienen als een oud vriend, die den predikant gaarne onmiddellijk eenige oogenblikken wenschte te spreken. De geestelijke, wel een weinig verwonderd over dit vroegtijdig bezoek, haastte zich ech ter spoedig aan dat verzoek te voldoen. Wel bevreemdke het hem, den graaf niet alleen in een Pruisische uniform te zien, maar ook dat hij vergezeld was door een dame hy ontving hem echter zeer vriendelijk, ofschoon zijn de sertie hem bekend was, en was in alle opzichten voorkomend ook tegenover de jonge dame. Toen de graaf 't oogenblik geschikt achtte, verzocht hij den predikant eenige oogenblikken 'n onderhoud met hem alleen te mogen hebben. Volgaarne voldeed deze aan dit verzoek, en noodigde Kaatje uit hem naar een andere ka mer te volgen, ten einde eenige oogenblikken te wachten. Nu ze van den graaf al was 't maar voor korten tijd gescheiden was, gevoelde ze weer op nieuw al 't gewicht van den stap. dien ze gedaan had, en ten prooi aan de vreeselijkste aandoeningenzag ze met reik halzend verlangen 't oogenblik tegemoet, waar op 't gesprek geëindigd zou zijn. De graaf vertelde in breede trekken, alles wat er in den laatsten tijd van af zyne de sertie had plaatst gegrepen, en eindigde, met den predikant te smeeken aan zijn verzoek te voldoenhij schilderde met levendige kleuren 't edel karakter van zijn verloofde en hoe zeer ze getracht had hem van zijn voornemen af te brengen. Na eenige tegenbedenkingen gaf de eeeste- lijke eindelijk toe en de toebereidselen tot de voltrekking van 't huwelijk werden terstond gemaakt. Oogenblikkelijk spoedde de graaf zich nu naar zijn verloofde ten einde haar de gelukkige tyding mede te deelen, en over gelukkig zonk ze in de armen van den dier- b'ren jongeling, die haar weldra voor eeuwig zou toebehooren, en van wien geen mensche- lyke macht haar meer kon scheiden. Maar toch, haar teederminnend kinderhart was ook gedachtig aan de onrust en de smart, die ze haar grijzen vader had berokkend, doch heden avond zou ze hem immers op haar knieën om vergiffenis kunnen smeeken, en. dat gaf haar ten minste eenige lafenis in heur diepe smart, terwijl ze zich reeds gelukkig

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1