't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. 1 Januari. Let wel! DE DESERTEUR. No. 1863. Woensdag 24 December 1890. Achttiende Jaargang. A"b onnement per B maanden binnen de gemeente50 Cent. 3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG Uitgevers: BEBKÏÏOUT Co., te Helder. Bursaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentaën van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- eri VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. We verzoeken onzen lezers, die, vol gens gewoonte, een Welkomstgroet aan Familie, Vrienden of Begunsti gers in ons blad willen plaatsen, be leefdelijk daarvan tijdig opgave te doen. De advertentiën worden be rekend tegen 25 Cerit. DE UITGEVERS. Met het oog op de Feestdagen, zijnde Kerstdag en Nieuwjaar, zal onze Cou rant van Vrijdag 26 December, ver schijnen op ZATERDAG 27 DEC. en die van Dinsdag 30, op WOENSDAG 31 DECEMBER. De Uitgevers. Aap onze abonné's bui- ?teu de gemeente wordt beleefd verzocht 't ver schuldigde abonnements geld, Vliegend Blaadje", 4e kwartaal 1890, te willen overmaken per postwissel of in postzegels, vóór 5 Januari 8891 zullende anders daarover met 10 Ct. ver hooging per post worden beschikt. DE UITGEVERS. Aan onze geabonneerden in Amerika wordt beleefd verzocht 't verschuldigde te willen overmaken. DE UITGEVERS. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 23 December 1890. >De Hoop der Toekomst" is de titel eener toespraak, door den heer Heering, te 's Grayenhage, ter gelegenheid van 's Ko- nings overlijden, gehouden. We ontleenen daaraan de volgende regalen »Met nadruk herinnerën wij elkander, dat het nieuwe leven, waarop wij voor ons Vaderland hopen, onder de regeering der Koningin-Regentes en onze jonge Vorstin, mede en vóór alles moet komen door ons. Dat nieuwe leven moet komen door onze vaderlandsliefde, door onze trouw aan de beginselen van vrijheid en verdraag zaamheid, door onzen onbekrompen geest, te groot om volksbelang met partijbelang te vereenzelvigen. Het moet komen door onze eendrachtdoor ons vaste besluit om schouder aan schouder te staan, waar het geldt de toestanden te verbeteren in het land, dat ons zoo na aan het harte ligtdoor elkaar als broeders de hand te reiken, en ge- zamelijk op te komen voor de belangen van grooten en kleinen, ook van de aller kleinsten, Het moet komen door aller ernstigen toeleg, om als mannen te waken over de eer, liet welzijn en de onafhanke lijkheid van Nederland.* Met het oog op onze jonge menschen, die de hoop der toekomst zijn, vervolgt de spreker verder aldus Maar vooral op de jeugd van ons Vaderland vestigen wij de aandacht. Wellicht zullen sommigen onzer er niet meer zijn, wanneer Koningin Wil- helmina zelfstandig optreedt aan het hoofd van den staat, omringd door het jonge geslacht, dat voor een deel nog, even als zij, bezig is op te groeien, zich te ont- wikkeleu en te bekwamen voor de levens taak. Moge het geene ongodsdienstige, twijfelzieke en daardoor machtelooze jeugd zijn Geen jeugd, wier hoofddoel is het najagen van vermaken, ontsierd door los heid van zeden, die ontzenuwde mannen kweektGeen jeugd, arm aan geestdrift en liefde, ongevoelig voor verheven gedach ten en hooge bedoelingen, zonder een eigen zedelijk aangezichtHet jonge Holland, 't welk eenmaal Wilhelmina omringen en steunen zal, het besta uit jeugdige mannen en vrouwen, die aan een helder hoofd een warm hart paren, die bezield zijn met een vurige liefde voor het Vaderland, en die beseffen, dat zij een roeping hebben te vervullen, de heilige roeping om zich in dienst te stellen van hun land en hun volk. Het besta uit jonge mannen en vrouwen, die van levendige dankbaarheid vervuld zijn voor de groote voorrechten, welke op dezen bodem hun ten deel vallen als een kostbane erfenis, door kloeke Vaderen hun vermaakten die, gevoelende, dat wij staan op de schouders van een manhaftig voorgeslacht, met geestdrift hunne taak aanvaarden en zeggen Aan ons de beurt, om, moedig en hoopvol arbeidende, een zegen te brengen aan het Vaderland "pp Er zijn wellicht weinig plaatsen in ons land, waar, in verhouding tot het aantal in- gezeteuen, het getal Vereenigingen zóó groot is als hier. Men verzekert ons, dat dit getal alles bijeen genomen ongeveer 90 bedraagt, 't Vereonigings-leven is das in deze gemeente wèl ontwikkeld. De tijden en de menschen zijn zeker heel wat veranderd, sinds do oudste der hier bestaande Vereenigingen het On derwijzers-gezelschap Helder (1817) en het plaatselijk Nntsdepartement (1822) werden opgericht. In dien tusschentijd zijn ook on derscheidene gezelschappen ontstaan en te niet gegaan, en dit is inzonderheid het geval ge weest met Vereenigingen, die zich de beoefening der muziek ten doel stelden. Oudere plaats- genooten herinneren zich zeker nog wel de muziek-vereeniging «Vriendschap en Toon kunst" en de liedertafel «Felix Arte". Veel moeite is er hier in den loop der jaren ge daan om een burger-muziekgezelschap tot stand te brengen en in stand te honden. Men zal zich herinneren, dat onze plaatselijke Weer baarheids-Vereeniging, genaamd Artillerie- Vrijkorps", gedurende eenige jaren er een fanfare-korps op na hield, en dat later de dd. Artillerie Schutterij eveneens in dit voorrecht mocht deelen. Veel moeite hebben belang stellenden zich gegeven om laatstgenoemd mu ziekkorps in stand te houden 't was echter te vergeefs. Sedert mist deze gemeente een gezelschap van burgers, dat zich op de beoe fening van (anfare-muziek toelegt, hoezeer het tot stand komen van de muziek- en zangver- eeniging Crescendo" een zeer verblijdend tee- ken is, dat de muziek hier nog steeds ijverige beminnaars en beoefenaars vindt. Onlangs is hier een nieuwe vereeniging, onder den naam «Helder's Hftrmonickapcl", tot stand gebracht. Onder leiding van den heer A. Dol, houdt zy 's wekelijks hare repetities in een der zalen van ,/Musia Sacrutn". De leden maken we merkten dit dezer dagen met genoegen op reeds zeer goede vorderingen en 't uitzicht bestaat dus, dat we te ecniger tijd, bij voor komende gelegenheden, van de uitvoeringen dezer jeugdige Vereeniging zullen kunnen pro- fiteeren. We wenschcn de kapel een goede toekomst toe. Zaterdagavond gaf de Heldersche Sclienn- Vereeniging „Wapentromv", onder directie van den heer J. H. Boelons, hare eerste uit voering in «Musis Sacrutn". 't Tooneel was voor die gelegenheid toepasselijk gedecoreerd. By 't uitreiken der brevets van prevót op sabel en korten stok, in tegenwoordigheid der exa minatoren, sprak dc heer Bakker, sorgt.-maj. bij de artillerie, een. flink en krachtig woord en we zijn 't volkomen met hem eens, dat bekwaam heid in de behandeling der wapenen de weer baarheid van den man verhoogt. Zijne op wekking om met ijver en ambitie voort te gaan, vertrouwen we, is in goede aarde ge vallen. Vervolgens zagen we met genoegen 't trekken op langen en korten stok en sabel, maar met nog .grootere aandacht volgden we de carrd's en lessen, en niet 't minst de les, door de adspiranten geslagen. Uit hetgeen we gezien hebben, bleek zoowel de degelijk heid van den instructeur als de ijver der leer lingen. Tot opluistering dienden 't trekken door meesters, een Fantnisic-geweer cn no. 2 na de pauze Emancipatie-degenfantaaie. Een twaalftal jonge meisjes. uniform gekleed, voerde met veel juistheid en bevalligheid ge melde fantaisie uit en toen ten slotte 't tooneel door Bengaalich vuur werd verlicht, gaf de groep ons een inderdaad fantastisch schouw spel te zien. Een aardige pantomime, «De 8toorabarbierswerkplaats van Pierrot of de on gelukkige aanspreker", gaf een aangename af wisseling aan de wapeuoefooing- n, die beslo ten werden door een welgeslaagd tableau «Hulde aan H. M. de Koningin." Zaterdag werd de Marinebegrooting door de Tweede Kamer met 49 tegen 34 stemmen aangenomen. De Brand te Amsterdam. De oliepakhuizen van de firma F. Alber- dingk Zonen aan de Brouwersgracht bij de Binncn-Oranjestraat zijn voor een groot deel een prooi der vlammen geworden. De firma oefende haar zaak iy oliën uit in vier pakhuizen. In een daarvan, het derde gerekend van de Binnen-Oranjestraat, bemerk ten drie van de acht werklieden, tegen half zes in de ruimten werkzaam, dat doeken, ge spreid boven groote bekkens met patentolie in vlam stonden. Zij riepen hulp, poogden met zand en water het vuur te dooven, maar wer den gedwongen te vluchten. Een hunner alar meerde de brandweer en toon hij terugkwam, sloeg de vlam reeds uit. De brandweer rukte aau met groote macht, van alle kanten in de buurt werd gewaar schuwd. Dc commandant, van wien tien mi nuten te voren in de raadszitting een schrijven was ingekomen dat hij zich op dit oogenblik ongeschikt achtte het bevel te voeren bij brand, snelde naar de plaats waar de vlammen woed den en nam als gewoonlijk de leiding op zich. We behoeven niet te zeggen dat het pak huis, waar de brand ontstond, in weinig tijds in lichtelaaie was, en daar de ruimten binnen door gemeenschap hadden, was er vrij spe voor de vlammen naar alle richtingen. Uit ongeveer 25 straalpijpen werd water gegeven op de zich reeds uitbreidende vuur zee. De wind was naar den kant van de Oranje straat. Tien straalpijpen lagen door de in vele gedeelten verhuurde huizen van de Vinken- straat, waar weenendo vrouwen de meubeltjes uitdroegen. Tusschen de achterzijde dezer hui zen en de brandende pakhuizen, twee wa ren spoedig in vlam en de beide andere konden slechts ten deele, meest uitwendig worden ge spaard is een groote open ruimte. Toch zouden die achterhuizen gevaar hebben geloo- pen, ware het vuur niet van achteren met groote energie bckampt. Door de aanwezigheid van vele reservoirs met patentolie (de totale hoeveelheid wordt gezegd 400,000 KG. te bedragen), die geluk kig open zijn en dus niet barsten, maar alleen lekken, wakkerde de brand telkens aan, zoodat te halfeen uur een der pakhuizen van onder tot boven in brand stond. Deze opflikkering was echter spoedig bedwongen. Inwendig toon den de pakhuizen, vooral het laatste (no. 232) telkens oen vuurzee. Omstreeks half twee was de vuurgloed bijna geheel verdwenen cn kon men den brand als geheel bedwongen beschouwen. Als een bewijs hoe het dezer dagen gevroren heeft, deelt men mede, dat door zeeloodsen, die zich in den nacht van Zon dag op Maandag op zee bevonden, is be richt, dat de geheele Noordzee met een ijskorst was bedekt. Twee soldaten van het detachement dat per stoomschip „Prins van Oranje" van Amsterdam naar West-Indië is ver trokken, zijn tusschen die stad en Hem- burg, van boord gedeserteerd. Het ijs was hun daarbij gunstig. Zij zijn te Amsterdam in hechtenis ge nomen. IN DEN SARREN WINTER. Niet tevergeefs weerklonk de stem, die hulp inriep voor arme plaatsgenooten. Van ver schillende zijden trad men op om leniging in den nood aan te brengen. De Dillettanten- Club zette een tooneelvoorstelling op touw, de Muziekverceniging /Crescendo» organiseerde een concert, en nog achtte men niet genoeg gedaan. Wat was natuurlijker dan in den winter, terwyl we vertrouwbaar ijs hebben, een hardrijderij op schaatsen in 't leven te roepen. Die kwam er dan ook. In een paar vergaderingen, op do bovenzaal van 't Cafó Holmer, waar de heer L. W. F. Oudenhoven zich wel met de leidiug wilde belasten,[kwam men overeen dat er zou worden //hardgereden" en daarvoor geldelijkenstean van de burgerij te vragen. Inmiddels hadden de hh. ZurMuhlen en Swa- viug een bijeenkomst uitgeschreven tegen Zater dagmiddag in de zaal Concordia, van plan om eenvoudig liefdegiften te vragen op groote schaal. Hierover werd met de Hardrijderij-com missie Vrijdagavond van gedachten gewisseld; door genoemde lieeren, die ook op de ver gadering verschenen warenmaar daar men 't denkbeeld van een hardrijderij niet wilde loslaten, verklaarden zij zich hiernaar te willen voegen. De wijken werden verdeeld en nu ving er als 'tware een wedstrijd aan tusschen de verschillende corporatiën. Dames en heoren liepen met inteekenlijsten. en bui dels de verschillende buurten rond én vonden enkele uitzonderingen daargelaten alge meen een gunstige ontvangst. Er werd ge geven, ja veel gegeven, wanneer men met de draagkracht der burgerij rekening houdt. Een baan werd uitgekozen op 't Heldersche Kanaal, tusschen den Kanaalweg en de Loods- gracht, arbeiders werden aan 'twerk gezet, 't Stafmuziekkorps beloofde zijne medewerking en men verwacht morgenochtend, wanneer 't weder wat wil meewerken, een opwekkend ijsfeest. Mogen de toeschouwers er pleizier van hebben en de armen er baat bij vinden Hoe prijselijk de weldadigheid op zich zelf ook is, er dient ook by de voortreffelijkste zaken orde en regelmaat in acht genomen te worden. Dat bleek Zaterdag ten duidelijkste. Menigeen der dames en heeren, die, aange spoord door medelijden met den nood der ar men, ondanks 't winterweer met gloeienden ijver voor 't welslagen der zaak huis aan huis gingen, kreeg nu en dau een zekere bekoe ling, wanneer ze vernamen dat anderen hen waren voor geweest. Nu staat 't voor de ar men vrij gelijk of de ondersteuning van A. oftewel van B. komt, maar toch gevoelen we dat zoo iets minder aangenaam is. De vergadeiing, Zaterdagmiddag ïn //Con cordia" gehouden, zal hierin wellicht voor 't vervolg ten goede kunnen werken. De opkomst der belangstellenden was vrij bevredigend. De heer Zurmuhlen, oordeelende dat er voor 't oogenblik genoeg voor de armen werd gedaan, stelde voor, zijn plan van een collecte op groote schaal voorshands uit te stellen, wel wetende, dat men van de burgerij niet "te veel kan vergen. Toch heeft die vergadering iets goeds uitgewerkt. Op voorstel van de heeren Zurmuhlen en Swaving werd besloten tot de oprichting van een «Liefdadigheids-Vereeni ging", een vereeniging die zich ten doel stelt den nood der armen te onderzoeken en daarin naar haar beste vermogen te voorzien, eeni- germate als de bekende en zoo gunstig wer kende vereeniging «Liefdadigheid naar Ver mogen", die te Amsterdam reeds jaren werk zaam is. De heeren C. D. Zurmuhlen, C. Swa ving, T. Mooy, A. Klik en J. Brouwer wer den door de vergadering gekozen tot een com missie, belast met 't ontwerpen van de sta tuten der vereeniging. Als leden traden de aanwezigen toe. Met een woord van dankbetuiging voor de belangstelling en medewerking sloot de heer Zurmuhlen de bijeenkomst. Ingezsonden. SAMENWERKING. Gedurig kreeg ik dezer dagen bezoek van personen, die ondersteuning vroegen voor een of ander liefdadig streven. Ik juich dat stre ven, in 't belang onzer behoeftige plaatsge nooten ten zeerste toe, en droeg ook gaarne mijn aandeel bij, om ieder dier plannen te doen slagen. Maar waarom zoo vroeg ik mij- zelven af niet meer eenstemmigheid bij de menschen, die offers op 't altaar der liefdadig heid willen ontsteken? Nadat we een bezoek hadden gehad van de jonge dames, die giften Jsro'vsixjXjEi vajf STANISLAUS GRAAF GRABOWSKI. 37) Naar 't Hoogduitseh. Ofschoon hierover zelf bezorgd, wilde de graaf zulks niet laten blijken, noch aan zijne jeugdige gade, noch aan zijn schoonvader, om dat hij zoo gaarne, nu beider vurigste wensch vervuld was, dc eerste dagen van hun huwe lijk kalm en gelukkig wilde doorbrengen. 'tWas voor den graaf een zware, moeielijke strijd, want by kon 't voor zich zeiven niet ontveinzen, dat eenlange scheiding hem wachtte. Spoedig handelend op te treden, was in dit opzicht hoogst noodzakelijk, zoodat de cornet besloot den volgenden morgen naar zijn gar nizoen terug te keeren en zich oogenblikkelijk by den overste aan te melden, hopende door aijn spoedig terugke-eren te voorkomen, dat de overste rapport van zijn nieuw vergrijp maakte, want was dit geschied, dan wachtte hem be paald vestingstraf. Toen de graaf zijne beminde gade en schoon vader zijn voornemen mededeelde, konden zy niet anders dan zijn voorgenomen besluit goed keuren, ofschoon beide zeer tegen het afscheid opzagen. Den volgenden morgen wenschte de cornet tijdig te vertrekken, ten einde zoo vroeg mo gelijk by den overste te kunnen zijn. Beiden waren overtuigd dat ze elkaar wellicht niet spoedig zouden wederzien, zoodat de graaf zich als 't ware uit de armen zijner dierbare vrouw moest losrukken, en haar troostte met de hoop, dat 't misschien nog wel redelijk voor hem zou afloopen, nu hij zich weer spoedig aanmeldde. De angst en ontsteltenis van den overste, toen de graaf niet alleen dien avond, maar ook den anderen dag en daaropvolgenden morgen niets van zich liet hooren, laat zich niet be- sehryven, want de driftige aard en 't voort varend karakter van den cornet deden hem 't ergste vreezen. Nimmer toch zou hij zijn dienst verzuimen, tenzij hy hiervan vooraf kennis gaf of verlof vroeg, en nu scheen hy zich om niets te be kommeren. De overste draalde nog steeds hiervan rap port te maken, daar hij den cornet nog zeer gaarne mocht lijdon, en hem dus zoo moge lijk, gaarne voor straf gevrijwaard zag. Eindelijk was de derde dag daar, en nog was de graaf niet teruggekeerdde overste was werkelijk in 'n zeer treurige gemoedsstem ming, want kwam hij au niet spoedig, dan was hij verplicht er rapport van te maken, dan kon 't geen langer uitstel üjden. Eensklaps werd de deur geopend, en graaf Zarnacki trad in groot tenue binnen. Ofschoon 'n weinig bleek, zag hij er overigens flink uit, alsof er niets bijzonders gebeurd was, hoewel hij den overste met 'n iet-wat achter- dochtigeu blik aanzag. Deze bespeurde hier van niets, verheugd als hy was den graaf we der te zien; hij had hem wel kunnen omhel zen, doch zijn positie tegenover een minderen in rang en daarbij 'n officier, die zich aau zoo'n erg plichtverzuim had schuldig gemaakt, hield hem hiervan terug. De overste nam 'a strenge houding aan, doch alvorens hij den cornet iets kon vragen, zeide deze: Ik meld mij voor arrest, heer overste. Zoo, wie heeft u daarvan reeds kennis gegeven, vroeg de overste kortaf. Het zal den overste toch wel reeds be kend zijn, dat ik gedurende twee dagen zon der verlof afwezig ben geweest, was 't ant woord van den graaf, en, liet hij er meteen op volgen, en bovendien ben ik gisteren met Catharina von Brandt te Neuenrode in 't huwelijk getreden. De overste sprong van zijn stoel op en zag den graaf met de grootste verbazing aan, ter wij 1 hij zeide Gij Gij zijt, in strijd met den uitdruk- kelijken wil van Z. Majesteit in 't huwelijk getreden Meneer, weet gij, wat dat te be- teekenen heeft Natuurlijk, beer overste, sprak de cornet somber, men zal mij vcor den krijgsraad bren gen, mij uit don dienst wegjagen of vesting straf opleggen, of raisschieu wel beide te gelijk. En zijt gc daaronder zoo kalm, gij, als officier van Zijne Koninklijke Majesteit, en dan nog bovendien van 'n regiment, dat ik de eer heh te commaudeereu, en waarbij nog nimmer zoo iets is voorgekomen vroeg de overste op barschen toon. Ik kon niet anders handelen, heer over ste, 'k ben op de gevolgen voorbereid. Do overste was ten einde raad hy liet zich geheel ter neder geslagen in zijn leuningstoel nedervallen, en na eenige oogenblikken in deze houding te hebben gezeten, wendde hij zich weder naar den graaf, en zwaar ademhalende, zeide hij Waarom hebt ge n aan zoo iets schul dig gemaakt, waarlijk, dat heb ik aan u niet verdiend De cornet begreep er niets van, hij wist niet hoe hij 't liad, op bitteren toon antwoordde hy dus Mogen zij de verantwoording daarvan op zich nemen, die Z. M. overgehaald hebben, 'n besluit te nemen, dat twee harten doodelijk moest treffen. Wat bedoelt ge daarmede vroeg de over ste op driftigen toon. De cornet zweeg, doch zijn blik zeide ge noeg. De overste scheen hem te begrijpen, want hij opende zijn schrijftafel en snuffelde in eenige papieren; na eenige oogenblikken scheen hij gevonden te hebben wat hij zocht, want den cornet 'n op zegel geschreven stok ter hand stellende, zeide hij Als uw overste en commandant ben ik volstrekt niet verplicht u rekenschap van mijne dienstzaken te geven, maar mijne sympathie voor u is oorzaak, dat ik u verzoek dit stuk te lezen, 'tis 't door u persoonlijk opgestelde verzoekschrift voor 't huw'lijks-consent aan Z. M., daar, lees en overtuig u De cornet nam 't schryven en las ook met alle attentie de warme aanbeveling van don overste. Schaamrood lag hy 't terzijde, en wilde den overste zijn dank betuigen, toen deze hem voor was, door te zeggen Geef me dat vod maar terug, oogen blikkelijk Zijt ge nu overtuigd, dat ik u nooit vijandig ben geweest? Meneer de overste, stamelde de cornet en wilde dezen naderen, doch 'n Heb eerbied voor mijVergeet niet, dat ik thans als uw overste tot u spreek, blijf dus in positie, gebied ik udeed den cornet als 't ware verstommen, hij scheen geheel in de war. Gij zijt dus tegen den uitdrukkelijken wil van Z. M. gehuwd, ging de overste voort. Ge wist zeer goed, welke straf erop staat en die zult ge moeten ondergaan, ik kan in dit geval niets meer voor u doen, de krijgs raad zal in deze moeten beslissen, tenzij Z, M. 't goedvindt u uit den dienst weg te ja gen. Maar 'tis me onbegrijpelijk welke pre dikant zich heeft durven vermeten u te trou wen, zonder toestemming van Z. M. en van den regiments-commandant. Heer overste, ik ben in Kalisch ge trouwd. In Kalisch? Over de grenzen! Wel ver duiveld, hoe is 't mogelijk, dat ge u weder in Polen durfdet yertoonen, en als men u daar nu eens gepakt had, wat dan (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1890 | | pagina 1