G_E_Z_I_N3 S_E_M_E_E_N_S_C_H_A_P E_N Y_O_L_K_S_K_R_A_C_H_T
Bi.i "emiddeld vier kinderen per gezin' is er in Nederland een liclite
toename van geboorde-overschot
DE OVERTEID EN HET GROOTE GEZIN
In het jongste nummer van "De Unie" wordt er op gewezen,
hoe het gezin de eerste en oorspronkelijkste gemeenschap is.
"Het gezin is de leerschool voor het leven. 7at de mensch
is, wat hij wordt, wat hij later voor de gemeenschap zal beteekenen, zal
goeddeels afhangen van het gezin, waarin hij opgroeit. Hier wordt zijn ka
rakter gevormd, de basis gelegd voor zijn levensbeschouwing, hier leert hij
te onderscheiden goed en kwaad te handelen naar zijn geweten. Wat de worden
de mensch voor fie gemeenschap zal beteekenen, hangt voor een goed deel af
van de ouders, van hun persoon, van hun toewijding en voorbeeld, van hun
overtuiging en principes.
"De kracht van een volk uit zich o.rn. ook in de zorg om
en de verzekering van de toekomst door een krachtig nageslacht.
"Uitsterving doet zich niet alleen voor als er per gezin
niet meer dan gemiddeld een of twee kinderen, maar ook nog als er gemiddeld
drie kinderen per gezin voorkomen. Bij gemiddeld vier kinderen per gezin
is er een lichte toename van geboorteoverschot; bij ongeveer gemiddeld 3*5
kind per gezin wegen sterfte- en geboortecijfer tegen elkaar op.
"Hoewel in Nederland op het oogenblik nog een ge
boorte-overschot aanwezig is, beweegt dit zich
steeds voor een groot deel van het land toch meer
in dalende lijn. Het kindertal per gezin in het ge-
heele land neemt voortdurend af.
"Het goede groote gezin is daarom van erainent belang voor
de volkskracht,-,voor den cultuurstand van de gemeenschap, voor het peil der
algemeene ontwikkeling en beschaving, voor de prestaties van een volk en
voor deszelfs toekomst. Bovendien zijn deskundige, bekende en tot oordeelen
bevoegde personen van zeer uiteenloopende levensbeschouwing eenstemmig in
hun oordeel, dat voor de opvoeding' van het kind het goede groote gezin het
meest gunstige opvoedingsmilieu is.
"De dagelijksche omgang met vele en uiteenloopende karak
ters van beiderlei geslacht, met al de verschillende verhoudingen en situa
ties, die dit voortdurend meebrengt, de vele en vroegtijdige ervaringen, het
zich moeten aanpassen maar ook het zich moeten doen gelden, het vroeg de
handen uit de mouw moeten steken, de meer zakelijke oriëntatie der ouders
tegenover hun kinderen dan men veelal in het kleine gezin vindt, het moeten
zorgen voor broertjes en zusjes, het tevreden moeten zijn met een bescheiden
plaatsje alsook met eenvoudige ontspanning en speelgoed, het vroegtijdig
meeleven met anderen, sociale aanpassing, kameraadschap, de noodzaak om voor
zichzelf een levenspositie te veroveren, dit alles en zooveel meer maken het
goede groote gezin tot een bij uitstek gunstig opvoedings- en voniiingsmilieu
voor het opgroeiende geslacht.
"Dat het groote gezin, zooals wel eens beweerd wordt, een
ongunstige invloed zou uitoefenen op de aanlegfactoren of op de ontwikkeling
-2-
van deze, wordt o.m. gelogenstraft door gegevens omtrent het leven van tal
van groote mannen. Als dusdanig kunnen o.m. genoemd worden; Hëndel (7de kind),
Schubert (12de), Neber (11de), Schumann (5de), Jagner (5de), Dürer (3de van
15 kinderen), Kant(4de van 9 kinderen), Bach (12de), MozartCjde), Memling
(ode), Lessing (13de), terwijl Beethoven 5 broers en zusters had.
"Nel is het juist, dat ongunstige economische omstandig
heden de ontwikkeling van den aanleg kunnen remmen. Met de
waarde van het groote gezin op zich zelf heeft dit niet van
doen; wel vestigt dit feit de aandacht op de ongunstige po
sitie, waardoor het groote gezin door gebrek aan inzicht
bij overheid en maatschappij geraakt is. In plaats van het
groote gezin den steun te doen deelachtig worden, die het
uit cultureel en sociaal oogpunt alleszins verdient, basee
ren overheid en maatschappij zich in haar loonen en sala
rissen op het kleine gezin, terwijl zij het groote gezin
door de wijze van vele belastingheffingen en schoolgeld
regelingen bovenmatig zwaar belast hebben en zoo de afname
van het geboortecijfer mede in de hand hebben gewerkt.
"Het gezin heeft een grootsche roeping: de toekomst van eigen volk
ligt in zijn hand. Moge het die roeping indachtig zijn en haar verstaan".