*'t Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL.
iE
1
k
DE DESERTEUR.
IS
No. 1866.
Zaterdag 3 Januari 1891.
Jaargang.
T*argang.
or
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
KALENDER DER WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
:s
-as
te F
'e
«1/
lel
rij2
ït
k C
ATaomiemont
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
J 3 franco per post75
gAfzonderlijke nummers2
Buraux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
AdvertonUên
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
o,
en-
JANUARI, Louwmaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 8 u. 13 m.
Onderg. 3 u. 54 m.
Zondag 4
MnjtnHpg 5
Dinsdag 6
Woensdag 7
Donderdag 8
Vrijdag 9
Zaterdag 10
Drie koningen.
Nieuwe Maan.
HELDER, 2 Januari 1891.
Nu er bij de heerschende felle koude
zoo druk gebruik wordt gemaakt van de
verschillende verwarmingsmiddelen in de
woningen der ingezetenen, zal zeker ieder
beseffen, dat men nauwlettend heeft toe te
zien op den toestand van stookplaatsen en
schoorsteenen, ten einde gevaar voor brand
zooveel mogelijk te weren, 't Begin van
brand in den nacht van 20 op 21 De
cember 11. werd gelukkig nog intyds ont
dekt, zoodat gevolgen konden worden voor
komen. Met het oog op mogelijke onge
vallen van dien aard, achten wjj het niet
overbodig, onder de algemeen e aandacht
te brengen een der bepalingen uit de als
nog vigeerende Verordening op het
beheer en de behandeling der brandbluscb-
middelen in deze gemeente, aldus luidende
De bewoners van de hvintig aan weers
zijden van 't brandend perceel gelegen per-
ceelen, en, indien de brand in een straat
is, ook de beweners van de perceelen,
staande aan de overzijde der straat, zijn
verplicht, gedurende den brand, indien hij
des nachts plaats heeft, hunne woningen
te verlichten. Bjj vriezend weder zullen
zij verplicht zijn, kokend water ter be
schikking te hebben, en hetzelve, op order
van den brandmeester, af te geveneen
en ander op een boete van drie tot tien
gulden."
Het Raadhuis alhier dreigde 11. Dins
dagmiddag in brand te geraken. De kan
tooruren waren verstreken, zoodat niemand
meer aanwezig was. De gemeentebode,
brandlucht bemerkende, zag, in 't kantoor
komende, het plafond verschroeid en de
tusschenruimte. welke met houtkrullen aan
gevuld was, in lichtelaaien gloed. Gelukkig
kon met eenige emmers water 't gevaar
worden bedwongen. De waakzaamheid van
den bode heeft een groot onheil voorkomen.
Men deelt ons mede, dat ook hier
ter plaatse een afdeeling van de vereeniging
»Moed, beleid en trouw" is opgericht.
Het afdeeliugsbestuur is samengesteld
uit de navolgende heeren: C. H. Bogaert,
schout-bij-nacht, voorzitter; C. A. Beuken
kamp, burgemeester, vice-voorzitterH. A.
Schippers, kapt.-luit. t/z., secretaris-pen
ningmeester; J.VL. Cadet, luit.-kolonel en
P. C. W. Mossel, kapt., eerstaanwezend-
ingenieur, leden.
De minister van marine heeft zijnen
dank doen betuigen aan de officierenon
derofficieren en minderen der zeemacht,
die vóór en bij de begrafenis de laatste
hulde bewezen aan wijlen Z. M. Willem
TTI, voor de waardige wijze waarop zij
zich, onder de bevelen van den kapt.-luit.
ter zee A. P. Tadema, van de hun op
gedragen taak hebben gekweten.
De genomen proef aan boord van
de torpedobooten groot model ,,Etna" en
„Hekla" met een jol, ingericht voor red
dingsboot, is uitstekend geslaagd. Daarom
is door den M. v. M. bepaald, dat deze
de tegenwoordig in gebruik zijnde reddings
booten aan boord van de torpedobooten
groot model zal vervangen.
Het t Volksblad," orgaan van de Ver
eeniging tot bevordering van het volksonder
wijs en het schoolbezoek in Nederland, bevat
in zyn laatstverschenen nummer, onder het
opschrift «Huisvlyt", het volgende artikel, dat
we onzen aankomenden jongelingen ten zeer
ste ter lezing aanbevelen.
Die lange winteravonden zijn een kruis
voor de jongens, die niets te doen hebben.
Schoolgaan Maar waar vindt men op de
meeste dorpen scholen, voor die bijna volwas
senen gsschikt?
Ook wel op andere wijze kunnen ze ech
ter zeer nattig bezig zijn en dingen leeren,
die algemeene handigheid bevorderen en vaar
digheid in allerlei richting, die het volk ten
goede komt.
Op een afgelegen dorpje staat mijns vaders
landhoeve; mijn jongere broer is nog thuis
en zou zich 's winters deerlijk vervelen, wan
neer niet velerlei nuttige en aangename be
zigheden hem onledig hielden. Vooreerst is
het bij ons een soort van bon ton onder de
halfvolwassen burgers, er een paar schrijf
boeken op na te honden met versjes en uien;
bij bezoeken worden ze gelezen en in de win
teravonden worden ze opnieuw bijgewerkt.
Dat geeft soms al aardig wat te doen, vooral
als de nieuwe dikke (Van Zwaan en Thomp-
son's) almanak thuis komt. Wijders moeten
voordrachten geschreven, geleerd en gedebi
teerd worden. Maar deze werkzaamheden zijn
niet gestadig; de mode geeft daarvan den
eenen winter meer drukte dan den anderen.
Kaartspelen, een lievelingswerk der oudjes,
verveelt de jongelui spoedig.
Een paar Kerstweken bracht myn broer bij
zijn oom door, een broer van den echten,
ouden stempel en van dien oude kreeg hij
lessen, die hem weken achtereen werk gaven.
Hij begon namelyk touw te koopen en een
naald en ging netten breien; by ons zyn die
onmisbaar. Het werk ging goed van de hand,
en wat het mooiste was: zoo'n eigen kunst
stukje schenkt zooveel voldoening aan den
maker. Allerlei netten werden vervaardigd:
zegens, schakels, fuiken, baggernettenandere
jongens kwamen hem de kunst afzien en menig
een begon het na te doen.
Daarna kwam het mandenvlechten. Door
een mand uit elkaar te nemen en over bodem
en rand inlichtingen te hebben ingewonnen,
wist hy al spoedig manden te repareeren en
nieuwe te maken, zoowel voor het huishon
den als de grootere voor de boerdery. Ge
meent wellicht, dat myn broer een duizend
kunstenaar begint te wordenoch, 't is zoo'n
geringe inspanning, of liever een uitspanning
en de avonden zyn zoo lang, er kan zooveel
gedaan worden.
Behalve nu het gewone touwsplitsen, ge
raakte hy al spoedig aan het wollen hand
schoenen breien of knoopen, flinke vinger
wanten, die aftrek vonden bij de huisgenoo-
ten. De houten pen voor dit vlechtwerk, evenals
de naald, voor de netten noodig, maakte hij
zelf. Als variatie in het vlechtwerk maakte
hy ook pijpendoppenhoe nietig op zich zelf
znlk werk is, 't verschafte hem voldoening en
ik twijfel niet of zijn neiging, om van de din
gen te weten, hoe zc in elkaar zitten, en de
lust om ze na te maken, zal ook anderen
werkzaamheden ten goede komen. Toen de
baard kwam, wilde, hy zich natuurlijk zelf
leeren scherennu, aan handigheid ontbrak
het hem ook hierbij niet, en thans vertrouw
ik myn kin liever tc? aan zijne handen dan
aan die van den dorpsschrapper.
De bijen bewonen vc-rder korven, door broer
gemaakt; 't verwondert mij nog, dat hij zyn
klompen niet zelf maakt, schoon dit klompen-
maken ook eigenlijk geen werkje is om by
de kachel in de winteravonden te doen.
Wanneer ik nu ovlerweeg, met hoeveel yver
de buurt verschillende kunstvaardigheden bij
broer Piet kwam leeren, kom ik tot het be
sluit: de knapen willen zeer gaarne een avond-
handwerk hebben. Hoe daarvoor steeds lei
ders te vinden?"
De vaart door het Noordzeekanaal
is tengevolge van de strenge vorst der
laatste dagen zoo goied als gestremd. Sedert
Zondag zijn er dan ook geen schepen meer
te Arasterdam gekomen. Wel hebben nog
eenige der Maandag te IJmuiden binnen
gekomen stoomschepen getracht op te stoo-
men, doch zyn hierin niet geslaagd. De
„Amstelstroom" beeft het tot even voorbij
Velzen kunnen brengen, en is daar in bet
ijs blyven steken. De Koningin Emma"
en de „Christiania" zijn Dinsdag met veel
moeite door de «luizen te IJmuiden geschut,
doch zullen er wel evenmin in slagen Am
sterdam te bereikt v»De groote sluis was
door bet vele en zware ijs onbruikbaar.
Die zyn waard, dat zij armoe lijden
In het Entrepot-dok te Amsterdam is
een geul door het ys onderhouden. De
werklieden werden betaald met f2.50 per
dag, door de schuitenvoerders. Deze ar
beiders wenschten niet langer voor f2.50
per dag te arbeiden en hebben bet werk
gestaakt
De geul wordt thans onderhouden voor
rekening der gemeente, door arbeiders die
f 2 daags ontvangen, voor een werktijd
van 8 tot 4 uur.
De geschiedenis eener politie-overtreding.
Stel dat iemand zich in de eene of andere
gemeente aan politie-overtreding schuldig maakt
door in stryd met de politie-verordening op
den openbaren weg een bak met vuilnis uit
te stortenweet gij wel wat er dan ge
schiedt
De politie-agent maakt proces-verbaal op.
Dit wordt in een register geschreven. De
burgemeester meldt de overtreding aan den
ambtenaar van het openbaar ministerie bij het
kantongerecht. Deze zendt een dagvaarding
aan den overtreder; die dagvaarding wordt
aan dezen door den veldwachter beteekend.
Dan schriftelyk requisitoir van den ambtenaar
tot oproeping van getuigen en schriftelijke
dagvaarding van dezen. Loopt de zaak zoo
eenvoudig mogelijkkomen de getuigen, ver
weert do overtreder zich niet, dan mondeling
genomen, maar toch schriftelijk requisitoir van
het openbaar ministerie bij het Kantongerecht.
Daarna proces-verbaal der zitting, waarin
rapport van al wat overtreder en getuigen
zeiden en de requisitie van den ambtenaar.
Dan het vonnisdit wordt door den kanton
rechter gewezen, door den deurwaarder be
teekend. Het luidttien stuivers boete
op zyn hoogst. Dan volgt de staat van kos
ten, minstens driemaal meer dan de boete.
Afschrift van dien staatopzending daarvan
ter registratie. De griffier geeft extract-von
nis af aan den ambtenaar meergenoemd, die
het opzendt aan den officier van justitie, die
het opzendt aan den procureur-generaal by
het Gerechtshof, die het zendt aan den pro
cureur by den Hoogen Raad, die het, na exa-
minatie, terugzendt aan den procureur-gene
raal, enz., totdat het weder bij den ambtenaar
is teruggekeerd. Dit document meldt, even
als het vonnisi dat de overtreder niet alleen
veroordeeld is tot 50 cents boete, maar ook
subsidiair, indien hij niet betaalt, tot één dag
hechtenis. De ontvanger van registratie zendt
een dienstbriefkaart aan den veroordeelde,
waarin hy wordt aangemaand de boete en de
kosten ten zijnen kantore te betalen.
Geschiedt dit laatste niet binnen twee maan
den, dan zendt de ontvanger het afschrift van
den staat van kosten aan den ambtenaar van
het openbaar ministerie terug ter executie
van de subsidiaire hechtenis. Daarna schrif
taar van den ambtenaar meergenoemd, dat
den veroordeelde gelast de opgelegde hech-
tenis-straf te ondergaande griffier heeft
daarvoor het noodige extract-vonnis, naar
voorgeschreven model, afgegeven. Dan nog
tal van stukken, even talrijk als de genoemde,
de staat van jnstitiekosten van den griffier,
die gaat door de handen van den kanton
rechter, den meergenoemden ambtenaar, den
officier van justitie en den procureur-generaal
bij het Gerechtshof. Wellicht nog een brief
wisseling met de Rekenkamerhoeveel de
griffier mag in rekening brengen en eindelyk
nog de staat van vonnissen, waarin alweder
de meergenoemde ambtenaar de bewuste over
treding met hare belangwekkende geschiedenis
vereeuwigt.
Het bovenstaande werd onlangs door den
heer Hartogh, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, in eene der zittingen van
het Wetgevend Lichaam verhaald. En de Mi
nister van Justitie erkende, dat dit verhaal
volstrekt niet overdreven waszelfs moest in
vele gevallen de lange lijst van stukken nog
worden vermeerderd.
En dat alles voor eene bagatel-overtreding
en voor eene boete van hoogstens tien
stuivers!
Blijkens een van den civielen en mili
tairen gouverneur van Atjeb en Onder-
hoorigheden door de regeering ontvangen
telegram, den 22sten dezer te Padang aan
geboden, heeft een bende Atjehers in den
nacht van den 18en op den 19en te vo
ren de zuidelijke brug, die het eiland Po-
hama met den vasten wal verbindt, in
brand gestoken en vervolgens op bet ei
land het detachement van Pohama, dat den
brand kwam blusschen met geweervuur en
klewang aangevallen. De aanval werd af
geslagen en de vijand met achterlating van
vier dooden verdréven, waarop de brand
gebluscht werd. Van onze zijde sneuvelden
twee Europeesche fuseliers, terwijl zes wer
den gewond, waarvan een zwaar en drie
zeer licht.
Een verpleegde in bet armenhuis te
Ankel bereikte de vorige week haar 108e
levensjaar. Het moedertje geniet nog een
goede gezondheid.
Het kind eener behoeftige vrouw te
Utrecht moet op straat in een kinderwa
gen, door de koude bevangen, overleden
zyn.
Vrij dagnacht werden de ouders van
een driejarig kind in het dorp Lutjebroek
door diens luid geschrei gewekt en ontdek
ten zy met schrik, dat een rat bezig was
aan het handje van het kind te knagen.
Ook het neusje was gedeeltelijk afge
knaagd. De hand was eenigen tijd daar
na zeer gezwollen.
tx
Ingezonden.
Helder, 2 Jan. 1891.
Mynheer de Redacteur!
Met zeer veel genoegen, nam ik kennis
van het, in uwe Courant van 1 dezer voor
komende, ingezonden stuk van IJ., «Een
woord van Hulde
Juist had ik in het «Nieuws van den Dag"
gelezen, dat iemand te Amsterdam, bouillon
ter beschikking van de in de nachtronde
gaande agenten had gesteld, dat men te
Haarlem bonten mutsen aan de bij nacht
dienstdoende agenten had gegeven, juist
had ik gedacht: »waardeeren vrij de diensten
i/Van onze agenten dan zoo weinig", toen my
de woorden van IJ. onder de oogen kwamen.
En al hebben onze agenten nu al geen
bouillon of bonten matsen gekregen, toch zul
len zij evenals ik met voldoening het stuk
gelezen hebben.
En ze verdienen wel een pluim, onze wach
ters; veel wordt van hen gevorderd: «Een
woord van hulde" is dan ook zeker niet mis
plaatst, wanneer we alleen maar nagaan, dat
ze, gedurende nachten als we gehad hebben
en misschien nog krygen zullen, om het halve
uur langs straten en wegen moeten gaan, ge
durende een half uur, uitkykende en adsis-
tentie verleenende.
Dank voor de plaatsing Mynheer de Re-
dacteur. Q.
DE WINTER OP DE VEENLANDEN.
Te midden van den schreienden nood, die
overal heerscht, waag ik het een beroep te
doen op den weldadigheidszin myner vroegere
plaatsgenooten. Ik weet, er is ook by u veel
armoede, èn dat er veel barmhartigheid wordt
beoefend. Maar hier onder de honderden
arbeidersgezinnen kan niets voor de armen
gedaan worden. Slechts een paar neringdoen
den worden hier gevonden tegenover al die
gezinnen.
Laat ik met een paar woorden een greep
doen uit den algemeenen toestand veel schry-
ven kan ik niet, want hoewel we in een voor
hier goed betimmerd huis wonen, en ik by
een warme kachel zit, bevriest my de inkt
aan de pen, zoodat ik telkens de pen moet
verwarmen. Nu behoef ik niet te zeggen hoe
het in de keeten der arbeiders is gesteld
ZSTOVIEXjIJIH
VAN
STANISLAUS GRAAF GRABOWSKI.
39) Naar 't Hoogduitse h.
't Was bewezen, dat hij zonder verlof uit
zyn garnizoen was vertrokken, zich naar 't
bnitenland begeven had en daar zonder 's ko-
nings toestemming in den echt was getreden.
Al deze feiten waren voldoende ter zyner ver-
veroordeeling.
De cornet ontkende natunrlyk niets, was
zeer bescheiden in zyne antwoorden, terwyl
hy op raad van luitenant von Seelen en Kaatje,
alle trots ter zijde zette, ten einde daardoor
zyne straf niet te verzwaren.
Twee dagen daarna kwam de krijgsraad
bijeen, bestaande uit drie staf-officieren, drie
kapiteins en een auditeur, onder presidium
van den overste.
De cornet gedroeg zich ook nu zeer be
daard, verdedigde zich niet, maar beval zich
slechts in 'skonings genade aan.
Nadat hy weggeleid was, ging de raad tot
een geheime zitting over, en werd 't vonnis
geveld.
Eenige oogenblikken later werd de beklaagde
weder binnen gebracht en las men hem 't
vonnis voor, waarby hy veroordeeld werd tot
vijf jaar vestingstraf.
Ofschoon 'tdon graaf was aan te zien, dat
hy zoo'n zware langdurige straf niet verwacht
had, hoorde hy 't vonnis met gelatenheid aan.
Toen de graaf weder in zyn cel was terug
gebracht, zette hy zich op de brits neder, om
al 't verschrikkelijke van zyn toestand te over
zien.
Vijf jaar lang gescheiden van haar, die hij
zoo innig lief had, vyf jaar lang haar niet als
man te kunnen stennen, haar niet met
raad en daad te kunnen bystaan, en voor
haar zoo noodig te kunnen optreden, dat was
verschrikkelijk, die gedachte reet hem 't hart
van één, en dan haar nog zoo jong aan henr
lot te moeten overlaten, o, God, waar was hij
toe gekomenKaatje, die hy zoo innig lief
had, dat hy zyn leven voor haar had willen
opofferen, verteerde nu wellicht van diepe
smart, bniten staat, den man dien ook zij zoo
hartelijk beminde, eenige lafenis toe te bren
gen, of door 'n hartelijk woord zijn leed een
weinig te verzachten, en dat alles omdat hy
toegegeven had aan een liefde, die, zoo ze
niet beantwoord was geworden, hem diep on
gelukkig had gemaakt.
Hij had noch den moed, noch de kracht,
zijne vrouw de hem opgelegde straf mede te
deelen, te meer daar hy overtuigd was, dat
zij die door luitenant von Seelen of den overste
wel vernemen zoo.
Dat de koning hem gratie zou verleenen,
of zyn straf verminderen, hierop durfde hij
bijna niet hopen, omdat op 't verzachtende
schryven van den overste geen 't minste ant
woord was gekomen.
Wanhopend wrong hy de handen, terwijl
hy vreesde, dat de eenzaamheid en de smart
hem krankzinnig zonden maken.
Intusschen was Kaatje ten prooi aan de
vreeselijkste folteringendag noch nacht had
se rust, terwijl haar vader insgelijks raad zonder
was. Plotseling kwam de gedachte by haar op,
zich persoonlijk bij den koning te vervoegen,
en hem op hare knieen genade voor haar echt
genoot af te smeeken. Ze besloot dus den
raad in te winnen van luitenant von Seelen,
dien ze als vriend van den graaf, gedurende
haar verblyt te Wartenberg had leeren ken
nen, omdat ze oordeelde, dat deze beter in
staat was haar in dit geval raad te geven
dan haar vader.
Ze zond dus een schryven naar den adjndant
hem dringend verzoekende, zooo spoedig mo
gelijk ten harent te komen, daar ze hem over
'n hoogst gewichtige zaak wenschte te spreken.
De adjudant, diep bewogen met 't treurig
lot der jonge vrouw, voldeed oogenblikkelijk
aan haar verzoek, en bevond «ich 'n paar
uur na aankomst van den brief reeds te Neu-
enrode.
Nadat ze hem haar plan had voorgosteld,
verzocht ze den adjudant zijn gevoelen hier
omtrent haar mede te deelen.
Hoe ongaarne ook, zag hy zich toch ver
plicht 'n bezoek bij den koning haar ten sterkste
af te raden.
Het was hem zeer goed bekend, dat deze
ongaarne dames ontving, van wie hij vermoe
den kon, dat ze hem 'n smeekschrift ter hand
zouden stellen, zoodat 't dus zeer waarschyn-
lijk, ja zoo goed als zeker was, indien de gra
vin ter audiëntie verzocht toegelaten te wor
den, de koning terstond het doel harer komst
begrypen, en dus een weigerend antwoord
geven zon.
Hoe diep het der jonge vrouw smartte moest
ze den adjudant toch recht laten wedervaren,
dat 't beter waB zich niet aan zoo'n weigering
bloot te stellen, en liever zoo mogelijk te trach
ten, langs 'n anderen weg tot het doel te ge
raken.
Toen von Seelen teruggekeerd uit Neuen-
rode, zich volgens gewoonte naar den overste
begaf, vond hij bij zyne komst, dezen zoowel
als Helena in 'n allertreurigste stemming.
Zonder te groeten, kwam de overste hem
reeds te gemoet, hem toeroepende:
Bedenk eens von Seelen, tot welke straf
die verd. kerels in Schweidnitz den ar
men Zarnacki veroordeeld hebben, 't waren ook
infanteristen waarvoor hy verschijnen moest,
en wat baatte het nu dien armen jongen, dat
hy zoo'n dapper huzaar was Juist daarom
hebben ze hem zoo streng mogelijk behandeld
Vyf jaar vestingstraf! en dat om zoo'n ver
vloekte domme streek, En wanneer Z. M.
hem nu nog ongenegen is, dan onderteekent
hy op stuk van zaken zonder compliment zoo'n
barbaarsch vonnis nog.
Mijn hemelhoe is 't mogelyk, riep de
adjndant ontsteld oit, die arme vrouw. Ik
kom zoo juist van Neuenrode terug en heb
haar in een allertreurigsten toestand verlaten.
Zy hoopte nog altyd op de genade des konings,
'tkan haar dood zyn!
Zo mag 't voorloopig dnnkt me nog niet
weten, voordat de koning 't vonnis bevestigd
heeft, bracht Helena in 't midden.
Ja, myn kiud, dat is allemaal goed, maar
dat is slechts uitstel van executie
Von Seelen, weet gij dan volstrekt geen
raad Help mij eens denken.
De adjudant vertelde daarop om welke re
den de gravin hem verzocht had by haar te
komen, doch dat by haar plan volgens zyne
moening moest afkeuren.
Neen, dat ging ook niet, bromde de
overste, onze ouwe Frits kan die spinrok
ken volstrek naar 't schynt niet uitstaan.
Allen zaten zwygend bij elkaar, in 'diepe
gedachten verzonken, toen Helena eensklaps
uitriep
Beste vader, daar valt me iets in, u
hobt me wel eens van 'n man verteld, dien
ge naast den koning de meeste, achting toe
draagt, 'n man, die waarlijk vroom is, en 't
met zyn mede-menschen goed meent, terwyl
hij met 't zwaard in de- hand 'n engel des ver-
derfs is, hoe heet.
O, viel de overste haar in de rede,
ge bedoelt ZietenJuist myn kind.
Ja, lieve vader, generaal von Zieten,
antwoordde Helena. Zou hy als oudste
generaal van zyn wapen, zich niet voor eon
braaf, jong kameraad willen interesseeren, die 'n
jeugdige onbezonnenheid bedreven heeft, maar
geen bepaalden misstap. Uw eet, welken groo-
ten invloed hij op den koning, die hem ook
zoo gaarne mag lyden, uitoefent.
'LDI
kv
U
■Cll
0.
.0.
H
rO.
,0.
»0.
•0.
,0.
,0.
>0.
„0.
1,0.
,0.!
%0:
i „0.
.0.
.0:
*1.
«o.
„0.1
.0.
„0.1
„0.:
„0.;
„0.'
.0.
^1 va
/ord
IEI
fin