't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
TWEE ERFGENAMEN.
No. 1880.
Zaterdag 21 Februari 1891.
Negentiende Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
Gemeenteraad van Helder.
I
A*bonnement
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
>8 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG" EN VRIJDAGMIDDAG
UitgeversBERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertontlön
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
FEBRUARI, Sprokkelmaand 28 dagen.
Opkomst der Zon 7 u. m.
Onderg. 5 u. 28 m.
Zondag 22
Maandag 23 Volle Maan.
Dinsdag 24
Woensdag 25
Donderdag 26
Vrydag 27
Zaterdag 28
HELDER, 20 Februari 1891.
Het departement Helder der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen op ééne na de
oudste Vereeniging te dezer plaatse houdt,
ook onder veranderde tijdsomstandigheden, door
eene goede zorg voor zijne buitengewone win
tervergaderingen, op eene uitmuntende wijze
de eer op, eene Vereeniging te zijn, die genoegen
aan nut weet te paren. De vergadering, op
Vrijdag 13 dezer in Tivoli alhier gehouden,
strekte opnieuw ten bewijze daarvan. De tyd
is voorbij, waarin, als van ouds,lange, deftige
redevoeringen, zorgvuldig in drie afdeelingen
verdeeld, gehouden en steeds gevolgd werden
door ééne ernstige en ééne luimige bijdrage.
De Nutsvergaderingen zijn er echter niet min
der interessant om, nu er, meer naar den
geest des tijd, ter bevordering van een ge-
wenschte afwisseling, korte letterkundige voor
drachten worden gehouden, voorafgegaan en
gevolgd door vocale en instrumentale muziek
uitvoeringen. In elke der beide afdeelingen
van het programma voor de bijeenkomst van
jl. Vrijdagavond kwam ééne letterkundige
voordracht voorverder werden, op zeer ver
dienstelijke wijze, twee zangnummers gegeven,
terwijl de overige vier nummers aan instru
mentale muziek (piano, viool en violoncel)
waren gewijd. Ook aan de uitvoering van
deze nummers komt een woord van hulde toe,
en het verdient evenzeer vermelding, dat de
littéraire voordrachten met onverdeelde aan
dacht werden gevolgd. De vergadering was
goed bezocht en heeft by de bezoekers onge
twijfeld een gunstigen indruk achtergelaten.
't Plaatselijk Nutsdcpartement heeft, gelijk
uit het verslag der jongstgehouden zitting van
den Gemeenteraad is gebleken, het plan opge
vat, om in het westelijk deel der gemeente een
Bewaarschool te stichten en daaraan te ver
binden den bouw van een geschikt lokaal voor
het onderwys in de Gymnastiek. In den boe
zem van den Gemeenteraad heeft dit plan
blijkbaar sympathie gevondenalthans, op
voorstel des Voorzitters, is in beginsel beslo
ten, ten dienste dier stichting, de benoodigde
gronden, eigendom der gemeente, ten gebruike
af te staan, 'tls te hopen, dat het plan spoe
dig verwezenlijkt moge worden
Nu het steeds werkzaam Nutsdepartement
voortgaat op den in vroeger dagen betreden
weg, om ten goede van 't volk en van 't op
komend geslacht werkzaam te zijn, verdient
het vermelding, dat door deze Nuts-afdeeling
reëds ten jare 1837 is begonnen met het stich
ten van nuttige instellingen. In dat jaar bracht
zij hier de Plaatselyke Teeken school tot stand,
en in 1843 de Spaarbank, die dus reeds zeer
lang vóór het tot stand komen der Rijkspost
spaarbank in een behoefte, ter bevordering
van de volkswelvaart, heeft voorzien. De Volks
leesbibliotheek werd in 1848 door 't plaatse
lijk departement van 't Nut in 't leven ge
roepen en de Industrieschool in den jare 1857.
In 1860 en daarna werden de eerste proeven,
op kleine schaal genomen met Volksvoordrach
ten, die in 1871, dus nu juist 20 jaar geleden,
op den tegen woord igen voet werden ingericht.
Eindelyk in 1865 werd door't Nut alhier een
Gymnastiekschool gesticht, waarvoor thans,
zoo mogelyk, een nieuw lokaal zal worden
Onze gemeente is op deze wijze, naar het
ons voorkomt, zeer veel verplicht aan deze
plaatselijke instelling, die tevens deel uitmaakt
der Maatschappy, welke allerwege in den lande
hare afdeelingen en vertegenwoordigers vindt.
Moge er door ons plaatselijk departement nog
veel worden verricht, wat strekken kan om
volksgeluk en volkswelvaart te bevorderen,
dit is de wensch, waarmede wij onze mede-
deeling besluiten.
De Westfriesehe Kanaalvereeniging,
ten vorigen jare gesticht en die haar zetel
heeft te Schagen, is erkend volgens de
wet van 22 April 1855 (Staatsblad no. 32).
Hare Statuten zijn opgenomen in de Staats
courant van 14 dezer.
Tot lid der Tweede Kamer voor het
hoofdkiesdistrict Rotterdam, in plaats van
wijlen mr. Verniers van der Loeft, is ge
kozen de heer jhr. mr. A. T. C. van Kar-
nebeck, (lib.) met 1763 stemmen.
Men meldt uit Londen aan de „N. Rott.
Courant"
De politie beweert, dat zij ditmaal dan toch
de hand gelegd heeft op den moordenaar van
Franees Coles, die den 13en 's ochtends in
de Swallow-gardens, Chamber-street, White-
chapel, met afgesneden strot gevonden is. Stel
lig heeft zij zekeren John Sadler, stoker op
een buitenlandsch stoomschip, in verzekerde
bewaring genomen, onder het booze vermoe
den, dat hij de dader is, en hedennamid-
dag onderging de genoemde Sadler een eerste
verhoor bij den politierechter in de Thames-
street. Hij is een ruige en bruine zeeman
van oogen8chijnlijk 50jarigen leeftijd en mid
delmatige gestalte.
Vooralsnog heeft men alleen vermoedens
tegen hem, trouwens van zulk een aard, dat
Sadler, die tot Zondagavond alleen in 't oog
.gehouden werd, toen naar de gevangenis over
gebracht is. De politiie beweert, dat zij het
mes, waarmee de moord gepleegd werd
een lang en scherp mes van blykbaar Ame-
rikaansehen aanmaak gevonden heeft, wel
niet bij Sadler zelf maar bij een uitdrager,
die voorgeeft het van Sadler op den ochtend
na den moord gekocht te hebben. Het be
weerde moordtuig is nog niet voor den poli
tierechter gebracht. Deze heeft heden alleen
voldoende getuigenverklaringen gehoord, om
de gevangenhouding van Sadler te wettigen.
De voornaamste dier getuigen was de visch-
inmaker Samuel Harris, welke verklaarde,
dat hij Sadler en vrouw Coles Donderdaga
vond, namelijk om half twaalf, in een gemeen
nachtverblijf samen gezien heeft. Sadler klaagde
er over dat men hem zijn gage (over 4 pd.
st.), die hij als stoker ontvangen had, ontsto
len had, en hij uitte een bedreiging aan het
adres van den hem onbekenden dief. Te half
één ging hy uit, en spoedig daarna volgde
vrouw Coles, terwijl de moord omstreeks twee
uren moet gepleegd zijn. Harris verzekert, dat
laatstgenoemde den «luier en den vrouwen
hoed, welke men op het lyk gevonden heeft,
onder den arm medenam toen zij uitging. Dit
vernietigt derhalve don 'steun der theorie dat
de dader een vrouw, of een als vrouw verkleede
man was.
Over het geheel dus zijn de vermoedens
tegen Sadler tamelijk sterk, te meer omdat hij
men bloedvlekken op zijn kleederen gevonden
heeft.
Hij verklaart die op deze manier, dat hij
Donderdagnacht in een dronkenmansboel ver
wikkeld raakte. Hij tleed mede aan een bak-
kelei-partij, gedurende, welke hij eenige schram
men zou ontvangen hbbben. Tengevolge daar
van, en omdat hij geen toegang meer krijgen
kon in het nachtverblijf, zou hij naar het Lori-
densehe gasthuis gegaan zijn. Dit is]juist ge
bleken, doch de juatitfe geeft aan dit bezoek
een andere lezing. IVouwens ontkent Sadler
niet, dat hij eenige dagen achtereen de „vrijer"
van vrouw Coles gewèest is.
Al mocht nu uitgemaakt worden, dat hij
inderdaad de laatstgenoemde vermoord heeft,
dan volgt daaruit nogi in geenen deele, dat
„Jack the Ripper" gepakt is. Het moet in-
tusschen zonderling genoemd worden, dat Sad-
lers afwezigheid uit Engeland sedert 1889
overeenkomt mot de dagteekening van den
laatsten, aan „Jack" toegeschreven, moord in
Juli.
Middelerwijl ontvangen de bladen en de
politie de gewone brieven en briefkaarten van
„Jack the Ripper ééne der heden ontvangen
kaarten luidt als volgt
„Dear Boss,
Ik heb nog 5 moorden te begaan, maar niet
meer in Whitechapel. Mijn volgenden pleeg
ik in den Waterloo-Road. Bij den laatsten
moord ben ik ternauwernood ontkomen.
Nou hoor, opgepast!
Steeds de Uwe,
Jack. the Rh>per."
Zitting van I)insd8<.' 17 Februari 1891.
Voorzitter de heer C. A. BEUKENKAMP.
Tegenwoordig 15 leden; afwezig, met kennis
geving van verhindering, de heeren Oudenhoven
en over de Linden.
De tribune is door een talrijk publiek bezet.
Na de opening der vergadering, wordt voort
gegaan met de behandeling der punten van de
agenda van de vorige zitting en komt bet eerst
aan de orde de vaststelling van een supplement
kohier voor de belasting op de honden over het
diensijaar 1890. Dit kohier wordt vastgesteld tot
een bedrag van f117.50.
Vervolgens komt in behandeling de zaak van
den afslag van zeevisch. De Voorzitter versohaft
den Raad een zooveel mogelijk volledig overzicht
van den loop der zaak, sedert het bekende adres
van den Commissaris voor den vischafslag in ver
eeniging met belanghebbende kooplieden en ree
ders van visschersvaartuigen, betreffende het bou
wen van een afslaglokual aan de Buitenhaven
nabij de werf „De Hoop". Voorlezing geschiedt
van de adressen van belanghebbenden42 in ge
tal, die ernstige bezwaren opperen tegen de door
B. en W. samengestelde concept-verordening be-
tveffende den vischafslag en van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken, evenzeer bezwaren
daartegen bevattende en aantoonende op welke
wijze de afslag elders is geregeld. Het bo
venbedoelde adres van den Commissaris voor
den vischafslag wordt mede voorgelezen en ook
het rapport der Commissie uit den Raad, be
staan hebbende uit de heeren Oudenhoven, Hor
dijk en Bakker. De inhoud dezer stukken heb
ben wij in der tijd in verslagen der zittingen van
den Gemeenteraad of in de rnbriek „Nieuwstij
dingen" medegedeeld en behoeven wij dus thans
bier niet te herhalen. Door den Voorzitter wordt
herinnerd aan de conclusie van 't bedoelde rap
port der Raads Conimissie en doet opmerken, dat
het Dag. Best. bij de samenstelling der concept
verordening, aan den inhoud dier met eenparige
stemmen aangenomen conclusieis getrouw gebleven,
De Voorzitter toetst de verschillende bepalin
gen, in de ontworpen Verordening voorkomende,
aan het besluit van den Raad tot stichting van
een eigen afslaglokaal. In die Verordening zijn
opgenomen voorschriften omtrent toezicht en orde
bij den afslag in het lokaal en ten aanzien van
het verhuren van banken voor de kooplieden.
Verder wordt daarin aangewezen, dat de Com
missaris en de afslager bezoldigde personen zul
len zijn dat de geldschieter of solliciteur 2 pCt.
zal mogen heffen van den omzet en verplicht is
een kwart pCt. aan de gemeente af te staan, 't
geen, bij raming, een som van f 1250 in de ge
meentekas zal doen vloeien. Wat betreft het ver
huren van plaatsen is gerekend op 60 vischkoo-
pers 't blijkt echter uit het aangeboden adres,
dat er slechts 25 kooplieden in dat artikel hier
aanwezig zijn. 't Was het doel van B. en W.
om de zaak zoo goed mogelijk te regelen, zonder
in te grijpen in de rechten van kooplieden en
vissohers. Ten einde op- en aanmerkingen op
de voorgedragen regeling uit te lokken, heeft
het Dag. Best. de concept-verordening ter inzage
gelegd. De adressen vaa belanghebbenden eu
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken wa
ren daarvan 't gevolg. Een langdurige discus
sie, ontspint zich over dit onderwerp. Onder
scheidene sprekers, waaronder vooral de heeren
Znr Muhlen en Hordijk, ontraden de aanneming
van het ontwerp en dringen er op aan, het nieuw
gebouwde afslaglokaal niet ia eigen exploitatie
te nemen doch het te verhuren en een contract
samen te stellen, waarin de verhouding tot 't Ge
meentebestuur geregeld en een goede orde bij den
afslag verzekerd wordt. Met 11 tegen 4 stem
men wordt tot verhuring besloten. Vóér
gemeentelijke exploitatie stemden de hh. Maal-
steed, Groen, Van Neck en de Voorzitter. Op
voorstel van den Voorzitter - wordt eene Com
missie benoemd, om met B. en W. een contract
voor die verhuring samen te stellen. Tot leden
van deze commissie worden gekozen de heeren
Zur Muhlen, Hordijk en Hoogeubosch.
Na eenige toelichting door den Voorzitter en
den Wethouder, den heer Maalsteed, wordt het
pensioen van de wed. K. Kouseband bepaald op
f 162.50 'sjaars, met ingang van 1 Februari 11.
en met uitkeering aan haar van het haar over
leden echtgenoot toekomende tractement over Ja
nuari.
Nadat het voorstel door den Voorzitter is toe
gelicht, wordt met eenparige stemmen machtiging
verleend aan B. en W., om in gevallen van ge
brek aan kasgeld tijdelijk leeningen te doen, ten
bedrage van hoogstens f 5000. Aan den heer
P. Zaatman alhier, worden ten behoeve eener ver
bouwing van zijn perceel inde Langestr., 18 vierk,
M., gemeentegrond afgestaan, een terrein voorheen
gediend hebbende tot toegang naar de kerk der
R. K. gemeente.
Voor kennisgeving worden aangenomen de mede-
deelingeu, dat bij de op 23 December 11. gebou-
don verificatie van de boekon en de kas des ge
meente ontvangers een en ander in goede orde
is bevondeD, in kas zijnde de som vau f 8039.96$;
dat door HH. Gedep. Stuteu is goedgekeurd do
begrooting der gemeente voor den dienst van 1891;
en dat de Koninklijke goedkeuring is verleend
aan de Raadsbesluiten tot heffing van plaatselijke
belasting op het gedistilleerd en van een hoofde-
lijken omslag in dit jaaren dat de Vereeniging
„De Vergunning" alhier zich bij adres tot den
Raad heeft gewend, met het verzoek, om in 't
belang van den kleinhandel in sterken drank het
minimum van het vergunningsrecht te verlagen,
van 25 op 20 gulden 'sjaars.
Voorlezing geschiedt van een missive van HH.
Gedep. Staten, houdende herinnering, dat, bij het
verstrijken van den termijn, waarop deza
gemeente vergund is belasting op het gedf -ftilleerd
te beffen, 't welk voor vijf jaren is toegestaan,
een nieuwe aanvraag moet worden ingezonden
tot verlenging, met opgaaf van de noodige be
scheiden, waaruit blijken au, dat die inkomsten
niet kunnen worden gemist. En aangezien deze
belasting 's jaarlijks p. m. f 40.000 bedraagt, wordt
besloten tot inzending van 't verzoek tot verlen
ging met bijbehoorende stukken.
Er geschiedt voorlezing van bet in ons num
mer VAn 14 dezer voorkomend adres van den
heer Korvcr, ter zake van het maken van een
riool van af de Laun, langs de erven aan de
Kerkgraoht tot aan de sloot nabij de kerk der
R. K. gemeente. Dit stuk wordt met algemeen
goedvinden gesteld in handen van B. en W. met
de Commissie voor de Gemeentewerken.
Er wordt voorgelezen een missive van den heer
J. Pot, te Alkmaar, waarin wordt Hangetoond,
dat de door den Raad vastgestelde overeenkomst
voor een telefoon-verbinding voor hem veel te
bezwarend zijn en 't verzoek wordt gedaan, om
eenige bepalingen in milderen geest te wijzigen.
Bij de discussie, die hierover plaats heeft,
wordt door den beer Hordijk met cijfers aange
toond, dat de heer Pot zeer billijk is in de door
hem aangeboden voorwaarden en dat, hetgeen
hij toezegt, zeer gunstig afsteekt bij de eischeu,
die de Bell Telefoon-Maatschappij gewoon is te
steilen. 't Gevolg is, dat B. en W. gemachtigd
worden om nader met den heer Pot te onder
handelen en de overeenkomst, volgens de bij de
discussie geopenbaarde wenschen, te wijzigen.
Bij de gewone rondvraag, spreekt de heer Vos
over het gebrek, dat er bij de gemeenteaoholen
bestaat aan de noodige sohoolbehoeften, zoodat
het onderwijs bemoeilijkt wordt, 't Blijkt, dat dit
gebrek bij B. en W. niet geheel onbekend is,
ofschoon slechts één Hoofd eener school daarover
heeft geklaagd, 't Schijnt, dat de Stagnatie in het
vervoer te water oorzaak is geweest, dat de aan
nemer niet aan zijne verplichtingen op tijd heeft
kunnen voldoen. De discussie hierover wordt ge
sloten, nadat de Voorzitter heeft verzekerd, dat
den aannemer een termijn en wel een zeer
korten termijn zal worden gesteld.
De heer Korver merkt op, dat reeds ten vori
gen jare door het Dag. Best. een wijziging der
grondslagen voor den Hoofd. Omslag is toegezegd,
doch dat hieraan, blijkens de uitgegeven inschrij
vingsbiljetten niet is voldaan. De Voorzitter en
de'. Wethouder/.de heer Maalsteed, wijzen er op,
dat B. en W. in afwachting verkeerden van de
Rijkswet tot wijziging ?der gemeente-belustingen
en dat daarom aan de verandering der grond
slagen geen gevolg is gegeven.
VERBETERING.
In 't bericht, voorkomende in ons vorig
nommer over onzen geackten plaatsgenoot, den
heer E. Graat, is een drukfout geslopen, die
herstelling vereischt. In regel 14 fpt 17 van
dat bericht leze men, dat genoemde heer ge
rechtigd is, behalve tot het dragen van het
Metalen-Kruis en van de Citadel-Medaille, ook
tot het dragen van 't Kruis voor Moed, Beleid
en Trouw. In 't vorig nummer was verzuimd
van gemeld eereteeken melding te maken.
Ook komt in 't ingezonden artikel, in dat
nummer geplaatst, over «Liefdadigheid naar
Vermogen" een drukfout voor. Op regel 8 van
dat stuk, wordt gesproken (over philantropie
der instellingdit moest zijnpkilantro-
pis ch e instelling.
Nj»ar het Italiaansch.
11. ooo
«Je bent werkelyk onbeschaamd, Maurice,
dat je me nu wilt kussen, na hetgeen je me
gisteren hebt aangedaan. Je belooft, dat je
in mijn loge zult komen, je belooft, dat je
met my en mijn kennissen zult gaan eoupee-
ren zoodra de voorstelling is afgeloopen,
maar jawel, wie er in myn loge komt, wie er
komt te soupeeren, geen Manrice 1 Ik moest
de belachelyke rol van een dame zonder ca
valier spelen, juist omdat ik jou gekozen had
om my te begeleiden. Oh, het is een eer en
een genot om je beminde te zijn, de beminde
van een armen dagbladschrijver, die mij be-
leedigt door zyn achteloosheid."
Zijn gelaat had een sombere, treurige uit
drukking aangenomen, terwijl hij haar door
dringend aanzag.
«Je doet mij verwyten, terwyl ik je die
bespaarde," zeide hy met bevende stem. «Ik
legde mijn billijke verontwaardiging over je
trouweloosheid het stilzwijgen op, omdat ik
weer tot vergiffenis geneigd was, zoodra ik
je zag."
//Mijn trouweloosheid?" stamelde Octavia
ontsteld. «Ik begrijp je niet, Maurice."
"Je zult me wel begrypen, wanneer ik zeg,
dat ik gisterenavond gedurende de geheele
voorstelling in den schouwburg was en je in
het oog hield en ook dien blonden heer, die
uit 't parket zulke smachtende blikken op je
wierp. Ten laatste kon ik jelui gebarenspel
niet langer aanzien. Woedend liep ik naar
buis, met het voornemen je nooit weer te zien.
Van morgen kwam mijn oud zwak voor je
weer boven en ik kwam weer hier. En
nu doe je my nog verwyten. Het is wat
moois
Inderdaad was Maurice slechts gedurende
het eerste bedrijf in den schouwburg geweest
en had hij niets bemerkt, dan dat een blond
heer Octavia bewonderend had aangestaard. De
zangeres gevoelde zich echter zeker wel schul
dig, want plotseling stilde haar toorn en toon
de zij een vriendelijk gelaat.
»Dua was je gisteravond jaloersch, Maurice
Heb je om mij een slapeloozen nacht gehad
Arme Maurice 1 Zal je dan nooit gelooven,
dat ik niemand anders bemin dan jou, de an
dere fop ik maar een beetje 1 De blonde jonk
man, die je zooveel zorg baarde, is een Rus.
Hij heet graaf Smoiloff, woont in een hotel en
leeft op zeer grooten voet. Hij heeft mij een
ruiker toegeworpen, toen ik eergister het lied
van de schoone Helena zrng en tusschen de
bloemen vond ik een ring met diamanten.
Kon ik nu anders doen, dan zyn vriendelijke
blikken met een genadig lachje beantwoorden
Maurice had zijn doel bereikt. Hij had nu
inlichting gekregen omtrent den jonkman,
wiens naam en positie hem om gewichtige
redenen belangstelling inboezemden. Hij ver
borg echter zyn tevredenheid daarover, fronste
het voorhoofd en vroeg
«Heb je dien Russischen graaf reeds ge
sproken
«Neen, nog niet," antwoordde zij zacht.
«Maar heden avond zal ik aan hem worden
voorgesteld, bij het souper, dat de graaf d'Ar-
feuilles hem ter eere geeft. Hij wenscht zoo
dringend kennis met me te maken
«Ik begrijp," zeide Maurice met een blik,
dien hij zoo dringend mogelyk maakte, «maar
ik ben ook op het souper van den graaf d'Ar-
feuilles genoodigd, ik zal over je waken 1"
«Kom, je moet verstandig wezen," riep Oc
tavia op haar gewonen gebiedenden toon. «Je
mag jaloersch zijn, goed maar je be
moeit je niet met mijn zaken! Die Rus be
wondert me, hij zal smoorlijk op me verliefd
zijn, zoodra ik vier woorden met hem gewis
seld heben de Russen trouwen, als ze
verliefd zijn. O, het zou de vervulling van mijn
schoonsten droom zijn, als ik gravin was, in
een paleis woonde en een schaar van bedien
den op mijn wenken vloog. Je mag die hoop
den bodem niet inslaan, Mnurice. Je mag niet
verhinderen, dat ik dien ryken Rus voor mij
win, want zelf kan je mij niet onderhouden.
Maar toch blijf je mijn beste vriend."
«Je verlangt veel van me, Octavia, maar
ik wil je toonen, dat ik je geluk hooger stel
dan het mijne," antwoordde Manrice meteen
blik, die de diepste smart moest uitdrukken.
«Wel aan, ik zal mij in mijn lot schikken 1"
«En zal je dan bij het souper door je ge
drag niet verraden, dat wij tot elkaar in be
trekking staan vleide zy. «Zal je doen.
alsof wij slechts oppervlakkige kennissen zijn
«Het zy zoo, Octavia, maar je belooft mc,
dat je hart mij blijft toebehooren, niet waar
»Hoe kan je dat nog vragen, Maurice Mijn
huwelijk met den Rus zou toch niets zijn dan
een verstands-huwelijk," en zij sloeg baar ar
men om zyn bals en drukte een kus op zyn
bleek voorhoofd. Plotseling liet zij hem los
en keek hem wantrouwend aan. «Waarom
draag je zulke gewone manchetknoopen, Mau
rice vroeg zij. «Wat heb je gedaan met de
knoopen, die ik je acht dagen geleden voor
je verjaardag ten geschenke gaf? Heb je ze
weggegeven, aan een meisje, dat in je smaak
viel
Een rilling ging hem door de leden en hij
verbleekte. «Wat slechte gedachten," stotter
de hij. «Hoe kan je zoo iets van mij denken,
Octavia
«Ik zal het niet meer denken, als je me
zegt, wat je met die knoopen gedaan hebt."
Dat kan ik zeggen en bewijzen," antwoord
de Maurice, die plotseling een besluit had ge
nomen. Hy haalde den overgebleven knoop
uit zyn vestzak, wikkelde het papier los en
gaf hem aan Octavia in handen.
«Toen ik gisterenavond in boozen luim was
over je gedrag, heb ik den anderen knoop
waarschijnlijk in den schouwburg of op straat
verloren. Ik wilde dit verlies geheim houden
en stak deze knoop bij my om er weer een
tweede bij te laten maken."
«Dat zou hier te Parys vergeefsche moeite
zijn," verklaarde de zangeres. «Die knoopen
zyn in Italië gemaakt, hier is men niet zoo
bedreven in de kunst om ze te kunnen na
maken. Overigens heb ik je nu vandaag reeds
tweemaal onrecht gedaan en dat verdient goed
gemaakt te worden. Zeg eens, stelde je veel
prijs op die knoopen
«Ja, heel veel 1"
«Omdat ik ze je geschonken had?"
«Ja, natuurlijk 1"
«Goed, dan zal ik van dezen knoop een
dasring voor je laten maken, met een grooten
diamant in het midden."
«Hoe kom je op die gedachte Dat is niet
meer in den smaak!" riep Maurice verschrikt
bij de gedachte, dat de knoop in handen van
een goudsmid zou komen.
«Niet meer in den smaak riep Octavia
uit. «Ei, mijn waarde, je schijnt je weinig om
den laatsten smaak te bekommeren, anders
zou je weten, dat het juist zeer elegant is,
een dasring te dragen. Geen tegenspraak 1
Ik wil, dat je zoo'n ring draagt. Jou haan
zal niet altijd koning kraaien, hoor je 1
«Dat kan ik dan immers zelf wel doen Ik
wil niet, dat je om mij uitgaven hebt te doen!"
sprak Maurice onrustig. «Geef ïpij den knoop
terug Octavia 1"
(Wordt vervolgd.)