't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER NIEUV/EDIEP EN TEXEL TWÏE ERFGENAMEN. No. 1887. Woensdag 18 Blaart 1891. Negentiende Jaargang. VERSCHIJNT DINSDAG- Uitgevers: BE BK HOU EN VRIJDAGMIDDAG. T Co., te Helder. Ad.vortentlën NIEUWSTIJDINGEN. Atoon n ement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 Bureaux: SPOORSTRAAT ZUÜDSTRAAT. van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. jidveirtentiën^jooeten^iiterlyk^jdes^DINfc^DAGS—en^^JIIJD4GS>I()RGENS^óór^0^mir^aaTwle^^ureaux^J)ezor£(^^^ HELDER, 17 Maart 1891. Zondagmiddag hield de Nationale Kies- vereeniging „Burgerplicht" een algemeene ver gadering in Tivoli. Nadat de heer T. Mooy als voorzitter den aanwezigen 't welkom had toegeroepen, werden de notulen der vorige ver gadering gelezen en goedgekeurd. Vervolgens kwam 't jaarverslag aan de beurt en eindelijk de rek. en ver. van den penningmeester. Door een commissie, bestaande uit de hh. S.W. Stoo- ker, G. E. Kloosterhuis en Koeman werd deze rekening nagezien en in orde bevonden. De kas sluit met een batig saldo van f 19,30. Met 't oog op de werkzaamheden by de a. s. verkiezingen werd besloten de contributie op f 1.te brengen. Een missieve werd daarna gelezen, waarbij de candidatuur van den heer S. T. Land dringend werd aanbevolen. Na stemming, waarbij de hh. W. Westendorp, H. Roukens en C. S. Jaring 't stembureau vorm den, bleek 't dat de heer Land met algemeene (48) stemmen opnieuw als candidaat was ge kozen. «Burgerplicht" stelde de volgende motie „De vergadering der Nationale Kies vereen i- ging //Burgerplicht" te Helder, don heerS.T. Land opnieuw en met eenparige stemmen can didaat stellende voor bet lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, houdt zich overtuigd, dat hij 's lands belang en dat van dit district inzonderheid, dat van de Marine en bet zeewezen zal blijven behartigen met denzelfden moed cn met dezelfde trouwhartig heid en zaakkennis, als in 't afgeloopen zit tingstijdvak door hem zijn betoonderkent dat hij door zyn krachtig optreden in woord en geschriften de belangen van het personeel der Marine, ook die van de mindere schepe lingen heeft bevorderd ter goeder trouw, en zich plaatsende op den breeden grondslag van bevordering der weerbaarheid en van het zedelijk en lichamelijk behoud van dat perso neel betreurt dat de Minister van Marine reden heeft gevonden om den verdienstelijken zeeofficier, den dapperen verdediger van vader land en troon, voor bevordering voorbij te gaan en hoopt en vertrouwt, dat de regeering op haar besluit zal terugkomen zoodra de om standigheden dit zullen veroorloven. Na eenig debat, waarbij de hh. J. G. R. Vos, A. van Voornveld en E. Franken 't woord voerden, werd de motie met een kleine wijziging aangenomen. Van de aftredende be stuursleden, E. Franken, Maters, Harms en A. B. Weber, werd de heer Franken herko zen, terwijl gekozen werden de hh. B. L. Vries, S. W. Stooker cn J. G. R. Vos. De heer C. D. Zurmuhlen, die gekozen was, bedankte. Na nog eenige besprekingen, waarbij on derscheidene hh. 't woord voerden, werd de vergadering gesloten. De reeks der buitengewone winterver gaderingen van het departement Helder, der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen werd jl. Vrijdagavond gesloten, Een vrij groot aan tal leden en geïnviteerden kwam daartoe in het lokaal Tivoli bijeen. Nadat de vice-voor- zitter, de heer J. G. R. Vos, de byeenkomst had geopend, volgden de werkzaamheden, die, behalve in een paar schoone letterkundige voordrachten, in de uitvoering van zang- en muzieknummers bestonden, 't Zangkoor gaf achtereenvolgens «Minnezang", van Worp, «Werken, denken, leeren", van Dan. De Lan ge, en wDe vrienden van weleer", van Jos. Haydn. //Sonntagsraorgen", van Mendelssohn Bartholdy, werd door twee dames gezongen. Aan de uitvoering der zangnummers komt een woord van hulde toe. In groote mate droeg zulks hij tot opluistering van het feestelijk sa menzijn. 't Instrumentale gedeelte van 't pro gramma bevond zich in uitstekende handen. Bij 't optreden van het 4-tal hoogst bekwame artisten (de heeren Koning, Schouten, Werner en Rugers), dachten we er aan, hoezeer het j in menige andere gemeente zou worden ge waardeerd, als men daar op een avond als deze over zulke muzikale krachten kon be schikken. Met groote aandacht volgden de aanwezige de verschillende muzieknummers, en een luid applaus bewees telkens, dat de welluidende tonen, door deze toonkunstenaars aan de onderscheidene instrumenten ontlokt, hare bestemming, om oor en hart te streelen, niet hadden gemist. De voorzitter, de heer G. E. Bron, inmid dels ter vergadering gekomen, bracht in wèl- gekozen bewoordingen dank, inzonderheid aan het verdienstelijk zangkoor, en met een «tot wederziens in 't volgend winterseizoen, sloot hij de laatste buitengewone winter-vergadering van 1890/91. Door de Geneeskundige Staatscom missie te Amsterdam is Zaterdag tot het lste gedeelte van het artsexamen toe gelaten de heer A. W. Drijver, geboren alhier. De uitgever M. E. de Grauw, te Ouderkerk a. d. Amstel, heeft opnieuw een geschrift namens de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in 't licht gegeven, geti teld «Fierheid", door J. W. v. d. Linden. In dit geschrift wordt duidelijk voorgesteld wat gepaste en ongepaste fierheid is. De opmerkingen in 't werkje gemaakt, zyn wel de algemeene behartiging waardig. Met 1 April a.s. wordt by het korps mariniers de toelage voor het kleeding en reparatiefonds verhoogd en wel voor de onderofficieren tot 15 cent en voor de minderen tot 12 cent per dag. De marine-torpedoboot groot model „Goentoer" is weder van Feyenoord te Nieuwediep aangekomen en ter reede van Texel onder stoom beproefd. Ook thans echter voldeed het vaartuig niet aan de door het departement van marine gestelde eischen, zoodat het opnieuw voorzieningen zal moeten ondergaan. Bij koninklijk besluit van 10 dezer zijn, met ingang van 8 Maart 1891, voor den tijd van drie jaren benoemd in den raad van tucht voor de koopvaardij, tot lid de heer P. A. de Boer, oud-gezagvoer der ter koopvaardij te Hilversum, en tot plaatsvervangend lid de heer M. C. Braat, oud-gezagvoerder ter koopvaardij te Am sterdam. Donderdagmorgen is in den konink lijken grafkelder te Delft op de lijkkist van wijlen Koning Willem III de krans geplaatst, welke tot dat doel door de be woners van Batavia derwaarts was gezon den. Volgens de ,,D. Crt." bracht in den namiddag H. M. de van een hofdame, een bezoek aan het graf gewelf en legde een bouquet van palmen op de lijkkist neder. Te Haren heeft' de heer Renting, predikant bij de Chr. Ger. gemeente al daar, op den straatwegrplotseling den geest gegeven, terwijl hij oj£ reis was om een zieke te bezoeken. Nhg des morgens had hij, daar het de biddaf was voor het ge was, de godsdienstoefening geleid. Ten bewijze das de bouwgrond te Zandvoort stijgende is, kan dienen, dat deze week een stuk, groot 77 Ms, verkocht werd voor f 1000. Te Venloo is qe aldaar wonende Duitsche herbergier, B. aangehouden, als zijnde verdacht totj een bende valsche geldmunters te behooren, waarvan reeds eenigen in Pruisen zijd gevat. Hij is naar Roermond overgebracht. Uit Driel (Over-petuwe) meldt men van 11 Maart Hedenmorgen kwam een jongejuffrouw haastig naar den steiger loopen, wierp haar hoed af en stortte zich in den Rliijn. De veerknecht J. R. en twee visschers, dit ziende, sprongen terstond in een boot en roeiden zoo snel zij konden naar de ongelukkige, welke zij het geluk hadden nog bijtijds te grijpen, zoodat zij nog le vend aan den wal werd gebracht. Toe vallig was de heer K., uit Arnhem, met zijn rijtuig aan het veer, die haar naai den burgemeester van Oosterbeek heeft vervoerd. In een dorp in een onzer noordelij ke provinciën, aan het spoor gelegen, kwam Dinsdag jl. het volgende vermakelijke ge val voor, dat een treurig staaltje geeft van de expeditie gedurende den winter. Een handelsreiziger "rnif Amsterdam ver toefde bij een zijner klanten in dat dorp om commissies op te doen, toen aldaar een pakket bezorgd werd. Het bleek het- zefde pak te zijn, dat de reiziger in het vorige jaar in November uit Amsterdam verzonden had. Dus 100 dagen reis. 't Had in dien tijd de reis om de we reld kunnen doen Maandag 11. vond een arbeider der stadsreiniging te AmsteTdam in een riool vijf werken uit dameshorloges en vier bin- nendeksels van uurwerken. Zooals gebleken is, behooren zij tot de horloges, welke on langs gestolen zijn uit den winkel van den heer Kolkmeijer op den Zeedijk. Men schrijft ons uit Maassluis, dato 12 dezer Gisteren en heden maakte men zich al hier eenigszins ongerust over het logger- schip „Wisselvalligheid", schipper J. De Gilde, toebehoorende aan de reederij der firma C. Uitdenbogaardt Co. Dit schip was Maandagmorgen van hier naar Nieu wediep vertrokken, om haring voor aas, ten dienste der heugvisschery, in te ne men, en was Donderdagmorgen nog niet aldaar gearriveerd. Wel vermoedde men, dat bij het later opgekomen stormweer de schipper onder de kust zou uitgeloopen zijn, en zee hebben gekozen, maar men was toch niet geheel vrij van ongerust heid. Tegen den raiddag kwam echter bericht, dat het schip te Nieuwediep was aangekomen. Tot zijn niet geringe ontsteltenis ontving een handelaar in specerijen, de heer H., de tyding, dat zijn vader, die hem sinds zijn zesde jaar had verlaten, in het binnengasthuis was overleden. Zooals een rechtgeaard kind betaamt, zal de heer H., alles vergetende en ver gevende, aan het lijk van zyn vader, die in groote armoede verkeerde, toen hij in het Gasthuis werd opgenomen, de laatste eer bewijzen. Atjeh-Blokkade. Yereenigde scheeps macht ter Noordkust van Atjeh, belast met de bewaking van het afgesloten kust gebied. Deze scheepsmacht bestond op 1 Juli 1890 uithet ramtorenschip „Koning der Nederlanden," het sehroefstoomschip le kl. „Atjeh", het raderstoomschip 2e lel. „Merapi", de seliroefstoomschepen 4e kl. „Pontianak," „Macasser," „Batavia", „Samarang," het stoomjacht „Satelliet", terwijl het ramtorenschip „Prins Hendrik der Nederlanden" zich in reparatie te Sin gapore bevond, het sehroefstoomschip 4e kl. „Ceram" van daar op weg naar Segli was, en het sehroefstoomschip 4e kl. „Sam- bas" zich gereed maakte naar Singapore te stevenen, teneide aldaar te worden ge dokt en eenige voorzieningen te ondergaan. De vereenigde scheepsmacht stond tot den 21 en September onder het bevel van den kapt. ter zee J. Loots en na dien datum onder het bevel van den kapt. t. z. J. C. Commijs. Een Hagenaar, die nog al eens ge bruik maakt van briefkaarten en er dus ook wel eens verschrijft, had er naar de „Haagsche courant" verhaalt in den loop van een jaar 40 opgegaard, om ze tegelegener tijd aan het postkantoor voor nieuwe in te ruilen, en gaf het pakje de zer dagen aan een bediende mede. Den volgenden morgen al vroeg stond de modiste van mevrouw voor de deur, om te vragen wat mevrouw toch bedoelde met die booze briefkaart, om nu eindelijk de japon eens af te leveren, want ze had volstrekt geen japon van mevrouw onder handen. Een paar uur later bracht de post een brief van een koopman elders, met de vraag wat meneer toch bodoelde met zijn reclame op die oude rekening, die allang in orde en betaald was. Den volgenden dag arriveerde een be zending wijn „overeenkomstig uw geëerde order van 9 dezer". Op hetzelfde oogenblik komLC'een be zoek van iemand, die volstrekt niet be grijpt hoe meneer nu nog boos kan zyn over een zaak, die ze immers voor een half jaar uit de wereld hebben gemaakt. Enz. enz. enz. De bediende had de 40 briefkaar ten aan het postkantoorin de bus gestoken, en zoo waren al de veertig ver ouderde of met opzet teruggehouden boodschappen de wijde wereld "ingegaan. Tot de vermakelijke brieven, die een redactie kan ontvangen, mag zeer zeker de onderstaande gerekend worden, welke het »N. v. N." ontving: Amsterdam, 11 Maart 1891. Men Heer de Redacteur zoo ik in u krant van het huwelijk van het bruidschat van 3 Miiioen gelezen heb zoo wens ik door u in kennis te komen met de ouders van de jonge dame die dat huwelijk vragen. Men Heer ik die zulks vraagt ben van nette huize zoo noem ik mij in verkorting MSP Ik verwagt antwoort in u krant van den 13 Maart 1891. Te Oudelande is aan een trouwe dienstbode door wijlen haar meester een niet onbelangrijk legaat gemaakt. Behalve een woonhuis met toebehooren en meube len, heeft zij gedurende tien jaar een flink weekgeld verkregen. Aan het genot is alleen de voorwaarde verbonden, dat de dienstbode in geen tien jaar mag trouwen. De ooievaars zijn te Haarlem aan gekomen en moeten weinig in hun schik zijn geweest over de koude ontvangst. Te Gronau is Zaterdagmorgen de stoomkatoenspinnery van den heer G. van Delden door brand vernield. Aan deze fabriek, welke met 55,000 spindels werkte, waren 240 arbeiders verbonden, die nu voor het oogenblik plotseling zonder werkziju. De andere, nabij deze fabriek gelegen spinnerijen, zyn door het krachtig optreden van de brandweer (ook met behulp van die uit Enschedé) behouden gebleven. Door het omvallen van muren zijn zes personen gewond. De oorzaak van deze ramp is vooralsnog onbekend. De fabriek was verzekerd. Blijkens een bij het Departement van Koloniën ontvangen telegram van den Gou verneur-Generaal van Nederlandsch Indië zijn in Groot-Atjeh twee bentings nabij Kandang (liggende ten zuiden van Lampe- neroet) genomen, waarbij de kapitein der infanterie H. van Wicheren en vier min dere militairen sneuvelden en tien minde ren gewond werden. Het viermast stalen schip »Bay of Panama" van Calcutta naar Dundee, met een lading jute, is bij Heiford Rivier ver ongelukt. De gezagvoerder, diens vrouw, al de stuurlieden en velen der equipage zijn verdronken. De »Bay of Panama" had 111 dagen reis van Calcutta, toen het op het strand geraakte. Door het vuurpijltoe stel werden 16 man der equipage gered. Zes man zijn dood in het tuig gevonden. De lijken der verdronkenen zyn allen aan het strand gedreven. Naar het Italiaansch. 18. Ooo „Wel, vriend Pascal, wat scheelt er aan?'( vroeg zij. „Zijt ge ziek Begint ge eindelijk in te zien, dat ge een dokter moet raadplegen over uw gevaarlijken hoest?" Pascal wierp een teederen blik op zijn be zorgde vriendin en antwoordde zacht „O, neen, ik ben voortreffelijk gezond. Maar mijn gemoed is hevig aangedaan." «En waarom, waarde baron vroeg Octavia. »De wensch van onzen gastheer, dat ge durende het souper slechts over vroolijke din gen zal gesproken worden, doet mij zwijgen, maar de zaak is zeer belangrijk, ja mon sterachtig. Wel, weet ge dan niets Hebt ge de avondbladen niet gelezen «Ik nietik nietriepen verscheidene da mes, die de laatste uren door de zorg voor haar toilet geen tijd hadden gehad om aan een courant te denken. „Ik heb verscheidene avondbladen gelezen, maar niets bijzonders bemerkt," antwoordde d' Arfeuilles. „De politieke hemel is helder..." „Wie spreekt van politiek?" viel Pascal in. „Het betreft een geheimzinnige dubbele mis daad." „Ah zoo," zoide d' Arfeuilles. „De rubriek der misdaden sla ik meestal overhet is altijd zoowat hetzelfde." „Een dubbele misdaad vroeg Adèle in spanning. „Vertel ons daar wat van, Pascal." „O, heel gaarne, maar onze gastheer houdt niet van „Ik zie, dat de dames gaarne het nieuws zouden vernemen," viel d' Arfeuilles in. „Wees dus zoo goed ons het mede te deelen. Pascal haalde nu een courant te voorschijn en las den aanwezigen een hoogdravend ar tikel voor betreffende de misdaden, die op het kerkhof Père Lachaise in de rue Ernestine ontdekt waren. Het eindigde met de woorden Men is den moordenaar op het spoor." Maurice wist, dat dit de gewone phrase was, waarmede de politie het ongeduld van het publiek bedwingt, maar toch verbleekte hij en liet de vork uit zijn hand vallen. Nie mand bemerkte dit echter, omdat aller aan dacht op Pascal gevestigd wa3, die als eerste verkondiger van het nieuws er misschien meer van wist dan in de courant te lezen was. Pascal liet hen in dien waan en mompelde iets van ziju vrienden bij de politie onder bij voeging, dat hij niets verraden mocht. De graaf d' Afreuilles, op wien dit gesprek een pijnlyken indruk maakte, ademde ruimer toen hij het kon onderbreken met den uitroep: „Zijt ge daar eindelijk, graaf Smoiloff?" Octavia wendde dadelijk het hoofd naar de plaats, waar d' Arfeuilles den Russischen graaf begroette. Smoiloff ware schoon geweest, als hij wegens zijn zwakke oogen geen donkeren bril had moeten dragen. Hij had blond haar blonde knevels, een gelaat vol uitdrukking en een fraaie gestalte. d' Arfeuilles leidde na de algemeene begroe ting zijn gast naar de opengehouden stoel, naast Octavia. Veroorloof mij u mijn vriend, graaf Smoi loff voor te stellen en hem in uwe bijzondere genegenheid aan te bevelen," zeide hij met een fijn lachje. Octavia stak den Rus glim lachend haar zachte witte hand toe, welke deze bevallig aan zijn lippen bracht. Nu was de kennis gemaakt en woldra zat Octavia met den Rus zoo druk te praten, dat geen van beiden meer aan al de heerlijke spijzen en dranken dacht, die aangeboden wer den. Eindelijk, toen de champagne de vroo- lijkheid ten top had gevoerd, voerde de Rus haar in een vensternis en fluisterde „Weet ge wel, dat dit oogenblik het ge lukkigste van mijn leven is „En waarom vroeg zij lachend. „Omdat ik bij u ben „Och kom. Dat zal n wel onverschillig zijn, wij kennen elkaar niet langer dan een uur." „Ge vergist u, ik heb u reeds driemaal ge zien. De eerste maal bewonderde ik u, de tweede maal beminde ik u, en nu aanbid ik u «Zoo spoedig vroeg zij lachend. «Ge weet zeer goed, dat een enkele vonk soms voldoende is om een huis in brand te steken. En zoo is soms één blik voldoende om een hart te doen ontvlammen." „Wat zal er dan gebeuren, als ge mij ten vierden male ziet?" vroeg Octavia schalks. »Dan maakt ge mij tot uw slaaf!" „Ba! Zelfa in Rusland zijn thans de sla ven vry „Maar ik wilin ketenen blijven," verzekerde Smoiloff. Wilt ge mijn meesteres zijn Daar zou ik eerst eens overdenken moeten Daar zullen wij later wel over spreken." Smoiloff wilde hierop antwoorden, maar daar ging hem plotselng een rilling door de leden. In spanning luisterde hij naar Pascal, die weer op de dubbele misdaad teruggekomen was. „Het ijselijkate is dat de moord in een graf kapel gepleegd werd," had Pascal jui9t gezegd. „Het is de vraag, wat die vrouw te doen had in het sinds lang gesloten graf van de familie Kurawieff." „Waar spreekt ge van vroeg Smoiloff hem. Pascal had nu nog eens de gelegenheid om de geheele geschiedenis te geven. Smoiloff luisterde met somber gelaat naar zyn verhaal ook toen het gesprek op andere dingen kwam, bleef hij stil en peizend. „Dat verhaal van den kleinen baron schijnt u zeer te hebben aangegrepen," zoide p'otse- ling een dame achter hem. «Ah, Octavia!" riep hij uit en keerde zich om. „Ja, ge hebt gelijk, dat moordverhaal heeft indruk op me gemaakt. De bij-omstan digheden zijn zoo vreemdMaar wat gaat het ons eigenlijk aan? Wanneer zie ik u we der?" „Dat weet ik niet," antwoordde zy. „Mag ik u naar huis geleiden „Neen, neen „Waarom niet?" „Niet zoo vlug ik ken u nauwelijks." «Mag ik u dan een bezoek komen brengen „Nu nog niet," antwoordde ze weifelend. «Wanneer dan „Later «Dat is te onbepaald. Zal het spoedig zijn »Dat weet ik niet." „Waar zal bet zijn «Waar het toeval ons samenbrengt." «God beware, dat ik de vervulling van mijn vurigsten wensch aan het toeval zou overlaten," sprak Smoiloff levendig. «Ik heb een koste- lyken inval." Dames en heerenzeide hij flink lnid tot d' Arfeuilles en zijn gasten. „Ik noodig u al len aan het diner, dat ik morgen hier wensch to geven en ik hoop, dat niemand uwer daar bij zal ontbreken. Deze woorden werden met algemeenen bijval begroet. De dames omringden deu Rus om hem te verzekeren, dat zijn gast vrijheid op prijs werd gesteld. Octavia nam dit oogenblik waar om Mau rice te naderen. «Arme vriend!" fluisterde zij, ge lijdt weer, maar bedenkals die Rus mij trouwdeWees nu lief, Maurice. Kom overmorgen-middag om vijf uur eens bij me „Dank voor die uitnoodiging, brengt de Rus u naar huis „Neen «Hoor eens, Octavia, hebt ge dien knoop al bij een goudsmid gebracht vroeg Maurice plotseling. „Ik had liever, dat ge wacht tot dat wij ovecmorgen elkaar gesproken hebben. Nog altijd hoop ik den anderen knoop terug te vinden. Wie weet, in welken hoek hy (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1