§'t Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT YOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. TWEE ERFGENAMEN. No. 1894. Zaterdag 11 April 1891. Negentiende Jaargang. KALENDER DER WEEK. IEU WSTIJDINGEN. AlDonnement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers. 2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN UitgeversBERKHOUT Bureaux: SPOORSTRAAT VRIJDAGMIDDAG Sc Co., te Helder. en ZUIOSTRAAT ivavertontlön van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. APRIL, Grasmaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 5 u. 6 m. Onderg. 6 u. 54 m. Zondag 12 Maandag 13 Dinsdag 14 Woensdag 15 Donderdag 16 Eerste kwartier. Vrijdag 17 Zaterdag 18 HELDER, 10 April 1891. - Jl. Dinsdagavond overleed alhier, in ruim 88-jarigen ouderdom, de heer D. De Lange, een man, die zich, behalve door de behartiging zijner particuliere zaken als schipper en koopman, indertijd verdienste lijk maakte door de nauwgezette waarne ming van onderscheidene openbare betrek kingen. Jaren lang was de overledene lid van den Gemeenteraad, Lid en Voorzitter der Kamer van Koophandel en Fabrieken, Regent van 't Algemeen Weeshuis, Com missaris van het Gemeente-Ziekenhuis en van de Apotheek, en Lid van het Kerk bestuur der Hervormde gemeente. Meteen drietal andere heeren, was de heer De Lange in 1858 stichter van 't Gezelschap „Ernst en Scherts". Tot op hoogen leeftijd stond hij als President aan 't hoofd dier Ver- eeniging, totdat hem vóór eenige jaren, bij 't nederleggen dier betrekking, het Eere-Voorzitterschap werd opgedragen. Dinsdagmiddag had in de Kazerne der Artillerie onder leiding van den Ser geant-schermmeester Boelens een examen in de schermkunst plaats in tegenwoor digheid van onderscheidene meesters, het welk tot uitslag had dat 21 zijner leerlin gen tot meester of prevöt op verschillende wapens werden bevorderd. Naar men bericht, zal de Stoomvaart- Maatschappij „Nederland" over 1890 een dividend uitkeeren van circa 10 pCt. De minister van marine brengt ter kennis van zeevarendenlo. dat de be tonning en bebakening van het Amstel- diep en de Sloot, zoomede van de Wier balg geheel gereed zijnde tonnen tegen den Kreupel en die van de Spaanderbank en Z.lijkste Hofstede zijn gelegdhet Scheur- rak en het Oude Vlie, zoomede de vaar waters tusschen de gronden beoosten Texel en Eierland zijn betond en bebakend, ter wijl de betonning van het Hoornsche gat en van de Vlieter in orde werd ge bracht, zoodat het bevaren dier vaarwaters voor de scheepvaart geen gevaren meer oplevert2o. dat de witte huikton no. 3 in het Schulpengat, Zeegat van Texel, 3e district, door een witte belboei zal ver vangen worden. Hierdoor wordt de lig ging van het wrak van het stoomschip „König Wilhelm" des nachts en bij mis tig weer beter aangeduid 3o. dat in de Wierbalg, Zuiderzee, 3e district, tegen den N.wal een zwarte ton zal geplaatst worden op het merk „Molen van den Oe ver en Kleine kaap op Wieringen." Lig ging ongeveer 52° 57',1 NBr., 0° 7',7 OL. van Amsterdam. Na den dood van Z. M. den Koning werd vrij algemeen in ons land de behoef te gevoeld aan een wijziging onzer Volks liederen, die past op de veranderde tijds omstandigheden. Ook de Vereeniging tot Verbetering van den volkszang te Amster dam oordeelde, dat de oude woorden niet on veranderd konden gezongen worden en daar iedere uitvoering der vereeniging besloten wordt met het zingen van het Wien Neêr- landsch bloed en veelal ook van het Wil helmus, was het noodzakelijk zoo spoedig mogelijk uit te zien naar een nieuwen tekst. Het bestuur heeft na rijp beraad de woor den gekozen, gedicht door den heer J. W. van Dalfsen te Amsterdam. Om de liederen zoo algemeen mogelijk bekend te maken en daardoor eenheid te verkrijgen, stelt het bestuur voor iederen belangstellende, op franco aanvraag, een exemplaar kosteloos beschikbaar. Men richte zich daarvoor tot den secretaris, den heer J. H. Gaarenstroom, Marnixkade 28 te Amsterdam. De naam van het op 's Rijks mari newerf te Amsterdam in aanbouw zijnde pantserdektorenschip „Prinses Wilhelmina der Nederlanden" is veranderd in „Ko ningin Wilhelmina der Nederlanden." De fabrikant S. Hausmann, teWee- nen, heeft verzilverd karton in den han del gebracht voor het maken van lampe- kappen van allerlei vorm en grootte^. De uitwerking moet verrassend zijn. Het gele licht wordt in helder wit veranderd en de lichtkracht vertienvoudigd. De terugkaat sing moet veel sterker zijn dan bij lam- pekappen uit metaal en glas, bovendien hebben de nieuwe het voordeel van goed koop en onbreekbaar te zijn. Eenigen tijd geleden werd op zeke ren morgen te Teteringen, bij Breda, een man bewusteloos in zyn woning gevon den, terwijl zijn vrouw reeds den geest had gegeven. Men dacht eerst aan een misdaad, doch het blijkt nu, dat dit niet bet geval was. De man is zoo goed als hersteld en de opening van het lijk van de vrouw heeft aan het licht gebracht, dat de dood veroorzaakt is geworden door het inademen van kolendamp. Men had namelijk des nachts in een kooktoestel zon der rookgeleiding houtskool gebrand. Te Herkenbosch, bekend door aan houdende vechtpartijen, is in den nacht van Zondag op Maandag een poging tot moord gepleegd op den stationschef. Deze werd in het rechterbeen, gelukkig niet ge vaarlijk, gewond, vermoedelijk door een schot hagel met een jachtgeweer. De tot acht maanden gevangenis straf veroordeelde socialist Bos heeft aan „Recht voor Allen" een brief geschreven, waarin hij zich verdedigt tegen de be schuldiging van lafheid, wijl hij zich naar elders heeft verplaatst, om aan het gevange nisleven te ontsnappen. Na langdurige overweging was hij tot de conclusie ge komen, dat hij als man van beginsel, die geen grenzen kent (wiat het socialistisch program aangeeft), verplicht was aldus te handelen. Overigens, zoo het hem in België niet gelukt voor vrouw en kinderen het onderhoud te verdienen, zal hij naar Am sterdam terugkeeren en- „lacht er wat om, acht maanden uit te rusten van een moei lijken arbeid". Voorts deelt hij mede dat hij, heengaande, slechts den raad heeft op gevolgd van een lid van den Centralen Raad en van tal van goede vrienden te Amsterdam, die derhalve ook, evenals met hem geschiedde, door /Recht voor Allen" moesten in den ban gedaan. Ten slotte verklaart hij „Waarschijnlijk kom ik in Holland terug en zal dan laten zien hoe lafhartig ik ben." Tegenover dat alles houdt „Recht voor Allen" zijn beschuldiging van lafheid staande. Bos is de redactie „leelijk tegen- Te Dinksperloo vergat Zondag-och tend een ouderenpaar, dat een kind in de Ned. Herv. Kerk liet doopen, bij de voor lezing van het formulier op te staan. Dit gaf den predikant aanleiding om te zeggen, dat hij aan hun kind den doop niet kon toedienen en zij een volgenden keer maar terug moesten komen. Vader en moeder verlieten daarop onmiddellijk het kerkge bouw, terwijl zij, buiten gekomen, verklaar den, geen gevolg te zullen geven aan de inventatie tot terugkomst. Te Zeeland (Noord-Brabant) heeft men zich eindelijk rapster gemaakt van een krankzinnige, de „wilde man" genaamd, die zich gedurende meer dan 8 jaren in den omtrek in bosschen had schuil gehou den en slechts naar zijne woning kwam, wanneer de honger hem dwong. Hij heeft vrouw en kinderen, die hem niet bewegen kunnen in huis te blijven, en lig is geheel verwilderd, voedde zich met knollen, wor telen en eikels, was al dien tijd gekamd noch geschoren en had bijna geen kleeren aan het lijf. Op Paaschavond vond een meisje, dat thans van den schrik ziek is, hem in dien toestand in een varkensstal, waar hij zich aan het voeder tegoed deed. Toen hij even later in zijne woning kwam, werd hij gevangen genomen en is Maandag naar een krankzinnigengesticht overge bracht. Een luitenant en een student hebben te Utrecht geduelleerd met de pistool op 25 pas afstand. Geen der partijen is ge troffen. De justitie heeft zich met de zaak bemoeid. Wy hebben reeds melding gemaakt van het feest dat dezer dagen de heer J. C. Maandag, de talentvolle decoratieschil der van het Paleis voor Volksvlijt, vierde, toen hg twintig jaren die betrekking had vervuld. Zijn feestdag is natuurlijk niet onopgemerkt gebleven. Van vrienden en vereerders ontving hij fraaie huldeblijken prachtwerken, gravures en bloemen en het atelier van den heer Maandag was op zijn feestdag met smaak versierd. Men leest in het Zondagsblad van het N. v. d. Dag De Wijn's Reddingtoestel. Toen in het afgeloopen jaar in dit blad mel ding werd gemaakt van een nieuw reddings toestel, uitgevonden door den loodsschipper J. de Wijn Tz., te Nieuwediep, beloofden wij nader de samenstelling van dien toestel te zullen mede- Reeds is in enkele bladen gezegd, dat de nieuwe toestel een verbetering was van den reddingscy- linder, door den Heer Koning, te Texel, uitgedacht. Deze bewering is nochtans geheel bezijden de waarheid, dewijl beide toestellen al zeer weinig op elkaar gelijken en De Wijn het zijne, hoewel in zeer primitieven staat, gereed had alvorens die van Koning geëxposeerd werd. Nu is De Wijn's toestel op 's Rijks werf te Willemsoord uit staalplaat vervaardigd en van een constructie, welke het tegen de elementen bestand doet zijn. De staalplaat is 0.16 Engelsche duim of 0.0016 M. dik. De gebeele toestel bestaat uit drie hoofddeelen, namelijk uit twee cyliuders van 0.30 M. met een middellijn van 0.76 meter, voorzien van randen of zwaarden, om het afdrijven te voorkomen. Bovendien is elke cylinder voorzien van vijf wieken of schepraderen, om het voortrollen te bespoedigen. In het midden tusschen deze oylin- ders zit een spil of rondsel, waarop de lijn is gerold. Deze kan zich ten allen tijde en onder alle omstandigheden ontrollen, onverschillig hoe het geheel voortbewogen wordt. Op dit spil of rondsel kan gemakkelijk 1500 meter sterke lijn geborgen worden. Beide cylinders en het rondsel worden aan elkander gekoppeld door een holle stalen as, waarom een dunne ijzeren beugel is bevestigd, om te dienen voor roer en tevens als lijnleider. De toestel kan zeer gemakkelijk in en uit elk ander worden genomen en behoeft dus aan boord, zelfs van de kleinste schepen, maar weinig berg ruimte. Voorloopige proeven leverden de beste resul taten en deden zien, dat de toestel bijzonder luchtig op het wator drijft. Wat nog de waarde der vinding verhoogt, is een hermetisch gesloten kokertje, dat in den toe stel geborgen kan worden, om scheepspapieren of stnkken van waarde te redden, of ook wel om mededeelingen naar land over te brengen. Om het kokertje overal in 't oog te doen val len en de bedoeling er van te laten begrijpen, wil de uitvinder er„reporter" op laten schilderen. Eerlang zullen er proeven mede genomen wor den op zee. In een vergadering van zeeofficieren heeft De Wijn onlangs zijn toestel getoond en mocht over 't geheel een gunstig oordeel van deskundigen vernemen. Men koesterde de beste verwachtingen, dat de vinding in de practijk zou blijken een der beste van de thans bestaande middelen te zijn, die verbinding tusschen gestrande schepen en de kust mogelijk maken. Moge 't bijdragen om de zeerampen tot een minimum te beperken Men begint zich in Engeland ern stig .ongerust te maken over den toestand in Indië en niet zonder reden. Niet al leen in Manipore, maar ook in andere ge westen van het reusachtige koloniale rijk zijn onlusten voorgekomen. Zoo wordt uit Simla aan het agentschap Reuter ge seind, dat op de boorden van de Indus de stam der Miranzai in oproer is gekomen en eenige Engelsche posten heeft over vallen. Versterkingen zijn naar Kohat gezonden. En uit Rangoon wordt gemeld s-De stam der Chins in het district Haka (Noord-Birma) heeft een kleine troepen- afdeeling, welke onder leiding van een of ficier een politieke zending moest vervul len, in een hinderlaag gelokt. In het ge vecht, dat volgde, zijn een Engelsch offi cier en vijf Ghoorkha's gedood. Elf sol daten werden gewond. De afdeeling moest den terugtocht aannemen." In Manipore is luitenant Grant met tachtig man door een groote overmacht omsingeld. Het laatst ontving men bericht van den luitenant den 31 en Maart. Daarin werd medege deeld, dat hij zich in Thobal bevond, dertien mijlen van Manipore. Steeds strij dende tegen een vijandelijke macht, had had hij deze plaats bereikt. Na hevigen strijd bemachtigde hg een aarden fort, waar hij zich verschanste. Terstond is uit Tamu, dat 57 mijlen van Thobal ligt, versterking gezonden om de colonne-Grant te ontzetten. Men vertrouwt, dat de af deeling nog vroeg genoeg zal komen om den officier met zijn Ghoorkha's te ont zetten. De rechters te Edinburg hadden de zer dagen de vraag te beslissen, of iemand die in toestand van dronkenschap trouwt, al of niet is getrouwd. Zekere Jeanie Kirdaley eischte van een landbouwer dat hij haar als zijn rechtmatige ega zou be schouwen, of anders 5000 pd. st. schade vergoeding voor het gemis van dat voor recht zou toekennen. De rechters maak ten uit, dat iemand, die stom-dronken door een trouwplechtigheid wordt heengesleept, niet als getrouwd mag worden aangemerkt. Juffrouw Kirdaley kon daarop naar huis gaad zonder een gemaal en 5000 pd. st. Burgerlijke stand, gemeente Texel, van 1 7 dezer. ONDERTROUWDDirk Koorn (weduw naar van Neeltje Koorn) en Cornelia Bakker. GETROUWDJan Witte IJz. en Aagje Huisman, Hendrik Lampen, (weduwnaar van Vrouwtje Wouters) en Veronica Verberne, Jan Verberne Pz. en Antje Zym. GEBORENEvert, zoon van Willem Sla- man en Dieuwertje Spreeuw, Geertruida, d. van Klaas Dop en Deitje Smit. Aagje, d. van Jan Brouwer en Dieuwertje Koning. OVERLEDENCornelisje Drijver, 76 j. weduwe van Jacob Sz. Duinker. Marine en Leger. Bij koninkl. besluit van 6 dezer, is bepaald, dat de bij art. 31 van het reglement voor ge noemd Instituut bedoelde commissie voor het eind-examen van de adelborsten der 9e kl., in dit jaar zal bestaan uitden gepens. schout-bij- nacht-tit. W. L. A. Gerioke, voorzitter der com missie tot het exa mineeren van zeeofficieren en adelborsten, als voorzitter; de kapiteins ter zee M< J. C. Lucardie en F. J. Beekman; de kapt.- luit. t. z. H. J. de Wal; deu luiteu.-kol. van 't korps mariniers J. L- Cadet, en den gepens. lnit. Naar het Italiaansch. 25 ooo— Prins Pukine wendde zich nn tot de rech terlijke ambtenaren en vroeg opheldering om trent den toestand waarin hy Smoilof aantrof. De Gibray antwoordde hem en besloot zijn verhaal met de woerden »De gevangene bezwaart zichzelf het meest. Hij weigert inlichtingen te geven omtrent de reden van zijn bezoek aan de grafkapel der familie Kurawieff, en dat bezoek bracht hij op hetzelfde uur, dat de moord vermoede lijk gepleegd is. Dat is toch zeker een zeer bezwarende omstandigheid, niet waar Jonge vriend," sprak Pukine, «er is slechts één middel om uit het onaangename gezel schap van die mannen met geladen geweren te komen, en dat middel is: onvoorwaardelijke openhartigheid tegen den rechter van instruc tie en den directeur van politic. Mijnheer de Gibray, ik verzoek u beleefd alle onnoodige getuigen uit deze kamer te laten vertrekken en ge zult dan alle ophelderingen ontvangen, die ge slechts kunt verlaugen." Een wenk van den directeur van politie deed Letellier en de twee bewakers met hun geladen geweren vertrekken. Mijnheer de Gibray schoof thans zelfs een stoel by voor Smoiloff, want hij begon nu te gelooven, dat hij het slachtoffer van een misverstand voor zich had. Ik wil beginnen met u een vraag te doen, heeren," sprak Pukine. «Houdt ge het voor mogelijk, dat graaf Smoiloff een moord zou doen in de grafkapel van zijn eigen moeder?" »Van zyn moeder?" vroeg de Gibray ver baasd. «Maar, beste vriend, wat doet ge?" vroeg Smoiloff smartelijk getroffen. «Ge vernietigt mijn levensdoel door mijn geheim prijs te geven!" iiO, neenDeze heeren zullen voor u veel eer machtige helpers zyn bij uw streven," antwoordde Pukine. «Hun ambt legt hun het zwijgen op als een dure plicht. Wees gerust Wy moeten oprecht zijn, of moet de naam van uw voorvaderen nog langer bevlekt zijn door een onzinnige verdenking Smoiloff boog onderworpen het hoofd en zei «Spreek dan als het moet." «Vooreerst moet ik zeggen, dat mijn jonge vriend niet slechts Smoiloff heet, maar zijn volle naam is Iwanov Smoiloff Kurawieff. Hier is zijn reispas, die door den Russische ambas sade in orde is bevonden." »Ah, Kurawieff," riep de Gibray uit, nadat hij het document vluchtig had iifgezien. «Daar door wordt de letter K op het horloge ver klaard." »Ja, ik ben graaf Kurawieff de laatste van mijn geslacht," zeide Smoiloff bewogen. «Sedert een-en-twintig jaar rust mijn mama in de grafkapel op Père Lachaise. In den bloei harer jeugd werd zij vermoord «Ik weet het," viel de directeur van politie in. «Ik was toen eenvoudig commissaris van politie. Ik herinner mij alle bijzonderheden van die misdaad nog zeer goed." «Maar waarom zweegt ge zoo hardnekkig, toen ik u vroeg in welke betrekking ge tot de familie Kurawieff staat vroeg de Gibray. «Omdat hij hier in Parijs zyn incognito wil bewaren," zei Pukine. «Hier wordt zijn leven ernstig bedreigd." «Zijn leven bedreigd?" vroeg de Gibray verbaasd. Ja. zoo is het," antwoordde Smoiloff ern stig. «Om dit goed te laten begrijpen, zal ik myn verhaal beginnen met den tijd, waarin mijn mama vermoord werd. Mijn ouders be woonden toen een groot paleis in de rue Do- minique. Ik telde toen twee jaar en was de vreugde en de trots van mijn schoone ma ma en van mijn liefhebbenden papa. Onder de bedienden was ook een lijfjager, die Lartige heette. Die man was bij papa aanbevolen door een vertrouwd vriend. Lartige vermoordde myn mama en verborg het bloedige mes, waar mee de moord gepleegd was, in de kamer van de gezelschapsjuffrouw, die hy bedrogen had. Het ongelukkige meisje werd verdacht van den moord, een jaar gevangen gehouden en baarde in dien tyd een zoon, het kind van den moor denaar Lartige. Ondanks haar standvastige ont- kentenis zon zij toch veroordeeld zijn, als Lar tige niet op "zekeren dag zijn portefeuille ver loren had. De eerlijke vinder bracht de por tefeuille bij de politie en bij onderzoek vond men daarin een geschrin;, dat aan het proces der ongelukkige een zeer onvoorziene wending gaf. Dat geschrift bevatte de belofte aan den lijfjager Lartige, dat hij elk jaar een groote som geld zou ontvangen, wanneer hij de schoone gravin Kurawieff op de eene of andere wijze leven benam. De onderteekening was on leesbaar, maar toen het geschrift aan graaf Kurawieff werd getoond, zonk deze bewuste loos neer. Hy had het handschrift herkend van den besten vriend, die Lartige bij hem had aanbevolen. Onmiddellijk wilde men nu Lartige gevan gen nemen, doch deze was reeds gevlucht. Araata Jonbert werd onmiddellijk in vrijheid gesteld. Papa had altijd aan haar schuld ge twijfeld en betaalde haar nu een ruime scha devergoeding uit. Hij begon nu een proces tegen zijn verraderlijken vriend, maar deze ontkende de onderteekening, die werkelijk on leesbaar was, doch die papa aan zekere trekjes herkend had. Papa verloor dan ook het pro ces en in zijn smart over het verlies van zijn innig geliefde vrouw en onmachtig om wraak te nemen, trok hij met mij naar Petersburg. Daar hoopte mijn papa iets tegen hem te kun- uitrichten, maar het hielp niets. Het verlan gen om den moordenaar te vinden liet hem geen rust. Twintig jaar lang liet hij geheel Europa doorzoeken, doch alles tevergeefs. De aarde scheen Lartige in haar schoot verzwol gen te hebben. Ik was intusschen tot jonge ling opgegroeid. Meermalen had ik onder heete tranen het treurige verhaal van papa aangehoord, meermalen had ik beproefd hem af te brengen van de vervolging des moorde naars, die ik na zoovele jaren voor nutteloos bield. Ten lange leste gaf hij dan ook ge hoor aan mijne woorden. Hij sloeg mij een reis door Europa voor, om afleiding te vinden en met vreugde stemde ik toe. Eerst gingen wij naar Brussel, waar eenige bloedverwanten woonden. Op een avond keerden wij laat naar huis terug van een souper bij den Fran- schen gezant. Onze weg voerde door tamelijk stille straten, maar in ons druk gesprek be merkten wy daar weinig van. Op eens bleef papa staan en riep: «Lartige, de moorde naar Ontsteld keek ik in het rond en zag een man, die ons tegengekomen was en zich haastig uit de voeten maakte. Met weinige sprongen had papa hem gevat en sloeg hem tegen den grond. Ik snelde hem te hulp helaas te laat. Ik zag iets flikkeren en het volgende oogenblik snelde de man weg. Mis schien had ik hem moeten volgen, maar ik had slechts oogen voor papa, die met een dolk doodelijk gewond was en binnen weinige mi nuten in mijn armen stierf. Het is onbeschrij felijk hoe zwaar dit verlies mij trof. Het is nu veertien maanden geleden, dat ik myn papa te Petersburg ten grave bracht. Aan zyn dood kist zwoer ik de taak te volbrengen, die hij onvoltooid had achtergelaten. Nu zoek ik Lartige, den moordenaar mijner ouders. En vinden zal ik hem. Al heb ik hem slechts vluchtig gezien, zijn gelaatstrek ken staan in mijn geheugen gegriffeld. Sedert den dood van myn papa heb ik geen midde len gespaard om den moordenaar machtig te worden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1