't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. TWEE ERFGENABEN. No. 1901. Woensdag 6 Mei 1891. Negentiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 5 Mei 1891. Ten vorigen jare plaatsten wij, op uitnoo- diging van 't Bestuur van 't hier bestaande Reddingsfonds, in ons blad onderstaande aan beveling. We voldoen aan 't verzoek van ge meld Bestuur, om die aanbeveling tot het ver- leenen van bijdragen in de offerbus op het Had-Paviljoen te herhalen, nn weldra weêr een druk bezoek daar ter plaatse te wachten is. D© Offerbussen, in den vorm van reddingsbooten, door 't Bestuur van het Heldersche Fonds tot het verleenen van ondersteuning ter aanmoediging van redders van Schipbreukelingen, hier en elders geplaatst, zyn vry algemeen bekend. Men treft die bussen aan in onderscheidene kantoren, Sociëteiten en Café's. Een is ook geplaatst in het Bad'Paviljoen te Huisduinen, 't Is daar, op die plek, naar 't oordeel van 't Bestuur, een bij uitstek geschikte plaats, om tot het ver leenen van geldelijke bijdragen voor het Fonds aan te sporen. Aan de westzijde van het Paviljoen heeft men het uitzicht op het schijn baar onbegrensde watervlak der Noordzee, en op de uitgestrekte zandbanken, waarop in den loop der jaren menige.kiel is vergaan en in wier nabyheid zoo menige grootsche daad van moed en menschenmin is volbracht, 't Is of de wind - ons daar de wèlklinkende namen der beroemde menschenredders Martinus van der Ham en Cornelis Dito in de ooren doet klinken. In den regel bezoekt men het Bad-Paviljoen zeker niet bij storm, doch bij fraai, stil zomerweêr. Toch zal men zich dan wel kunnen verbeelden, dat het daar, in de nabijheid der kust, bij feilen storm, hoogst gevaarlijk voor den zeeman moet zijn. Toch kan men zich daar wel voorstellen, hoeveel moed, beleid en naastenliefde gevergd worden van de bemanning eener reddingboot, die heen gaat naar de gevaarlijkste plekken, om arme schipbreukelingen in den bulderenden storm aan de klauwen van den dood te ontrukken. En terwijl men vervuld is van erkentelijkheid, bij de bewustheid, dat er aan onze kust steeds kloeke, menschlievende mannen gevonden wor den, die hun leven willen wagen, ten einde in doodsgevaar verkeerende schepelingen te red den kunnen we ons heel licht voorstellen, dat menigeen in zijn beurs zal tasten, om daar, op de plek, die aan tal van heldendaden onzer dappere menschenredders herinnert, een groo- ter of kleiner geldstuk in de offerbus te doen glyden. We zullen tot het Bestuur van het Fonds de uitnoodiging richten, om aan 't einde van het bad-soizoen de opbrengst der bus, op 't Bad-Paviljoen geplaatst, afzonderlijk te ver melden. Niet waar, lezeressen en lezers, we willen bij voorkomende gelegenheid toonen te weten, dat er op het Bad-Paviljoen te Huisduinen een bus is te vinden voor het Heldersche Red dingsfonds In liet bericht, voorkomende in ons vorig nnmmer, staat abussievelijk vermeld, dat de opheffing der Kiesvereeniging Evan gelie en Vrijheid", den dag te voren heeft plaats gehad. Dit abuis is ontstaan, door dien het bewuste bericht, tengevolge van plaatsgebrek, niet kon worden opgenomen in het voorafgaande nummer, waarvoor het was bestemd. Bij de plaatsing op jl. Vry- dag werd verzuimd het woord gisteren" in jl. Maandag te veranderen. Jl. Vrijdagavond werd, in hot lokaal Tivoli alhier, eenc vergadering gehouden door het departement Helder der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, onder presi dium yan den heer G. E. Bron. Nadat de vergadering zich bij acclamatie vereenigd had met het voorstel van een der leden, om zich by de keuze van dit departement voor twee zetels in 't Hoofdbestuur der Maatschappij te bepalen tot de door dat Bestuur op de aanbevelingslijst bovenaan geplaatsten, werden gekozen tot afgevaardigde en plaatsvervangend-afgevaardigde naar de in den loop dezer maand te Amsterdam te houden algemeene verga dering de heeren G. E. Bron en J. G. R. Vos. De be handeling van den beschrijvingsbrief voor de algemeene vergadering volgde't lot, dat aan de verschillende daarin voorkomende voorstellen ten deel viel, liep nogal uiteen. Benige voorstellen vern ierven den algemeenen bijval, een enkel werd verworpen en de beslissing van een paar an dere werd, daar de discussie in de algemeene vergadering daarop invloed uitoefenen kan, aan het oordeel van den afgevaardigde overgelaten. De heeren A J. deJongh, J. C. J. Graat, W. Bakker Hz. en W. Westendorp, ten vorigen jare uitgemaakt hebbende de commissie tot re geling der buitengewone winter-vergaderingen, werden bij acclamatie als zoodanig herbenoemd. De hoofdschotel voor de discussie in deze vergadering leverde het rapport der Commissie in zake het stichten eener Bewaarschool in het Westelijk deel der gemeente en eener daaraan verbonden Gymnartiekschool. 't Bestuur had op het in breeden vorm uitgegeven Convocatie-biljet 't verslag der commissie doen afdrukken, en daardoor de beoordeeling en bespreking van 'tplan gemakkelijk gemaakt. Boven dien waren de teekeningcu voor het tc stichten gebouw gedurende eenige dagen vóór en in de vergadering voor de leden ter inzage nedergelegd. Door onderscheidene leden werden bezwaren ingebracht, niet zoozeer tegen de stichting eener Bewaarschool in het Westelijk deel der gemeente, als wel tegen de in het rapport opgenomen be- grootiug van stichtings- en onderhouds-kostcn. De klank der cijfers van ontvangsten en uitgaven kwam in beide ramingen wonderwel overeen, en na toelichting door ee nige leden der Commissie, waren de bezwaren zeker wel niet geheel uit den weg geruimd, doch bicken de leden, die ze hadden aangevoerd, meer of min met de aange boden planpen verzoend te zijn. Althans toen de Voor zitter iu sfcemm i»g bracht het voorstel om, tor bekoming van een subsidie uit de kas der Maatschappij, het plan tot het bouwen eener Bewuar- en Gymnastiekschool bij 't Hoofdbestuur in te zenden, hielden zich slechts een paar leden buiten stemming, de overigen verklaarden zich vóór het voorstel. Met deze beslissing liep de taak der Commissie, den 25 Juli des vorigen jaars be noemd om de uitvoerbaarheid van de stichting eener Be waarschool in 't Westelijk deel der gemeente te onder zoeken, ten einde. Op voorstel van den Voorzitter werd echter bepaald, dat de leden, voor dit doel aan het Be stuur toegevoegd, voor 't vervolg hunne medewerking zul len blijven verleenen bij de verder te nemen maatrege len voor de uitvoering der zaak. Aan 't einde der vergadering werd door een der leden de aandacht gevestigd op de kloeke daad van een knuup in deze gemeente, die in den loop dezer week, een kind nit het Heldersche kanaal hoeft gered, nadat hij te voren reeds tweemaal op die wijze een redding had volbracht. Nadat het voorstel tot bekroning naar de daartoe benoemde Commissie van onderzoek was verwezen, werd deze be langrijke samenkomst door den Voorzitter voor gesloten verklaard. Naar wij vernemen heeft de afdeeling Helder van den Bond voor Algemeen Kies- en Stemrecht de opinie gevraagd van den Heer Land, lid der 2e kamer, omtrent onmiddellijke invoering van Algemeen Kiesrecht. Als antwoord hierop ontving men 't vol gende schrijven „In uw brief van 19 April j.1. wordt mijne opinie gevraagd omtrent onmiddellyke invoe ring van Algemeen Kiesrecht. In antwoord hierop moge dienen, dat ik my niet zal ver zetten tegen uitbreiding van het Kiesrecht, binnen de grenzen door de Grondwet aange geven en wanneer zulk een uitbreiding even tueel door de Regeering mocht worden voor gesteld." (Was get. S. T. Lamd.) Op Zaterdag den 2en dezer heeft alhier de aflevering en indeeling plaats gehad van de miliciens der lichting 1891 uit de gemeen ten in 't noorden dezer provincie. Hoewel het in en naby Tivoli zeer woelig was, is alles zeer rustig toegegaan en was er van overtre ding der drankwet gelukkig niets te bemerken. Ongeveer 30 der miliciens, die hier zijn inge deeld, zyn geplaatst by de zee-militie, ofschoon er zieh wel een 100-tal daarvoor had aange geven. Men kon het echter den meesten jon gelieden wel aanzien, dat het ruime sop hun element niet was, en als de diensttijd bij de zeemilitie niet van korteren duur was, zou het getal der aangegevenen zeker zoo groot niet zijn. De overige miliciens, in Tivoli aanwezig, wer den ingedeeld by de alhier in garnizoen lig gende troepen der landmachtvoorts by die te Amsterdam, Leiden, Den Haag, Bergen- op-Zoom, Middelburg en Amersfoort; terwijl er 16 voor het korps Torpedisten te Brielle zijn bestemd. Deze laatsten werden gisteren, onder geleide van den sergeant Boerrigter, naar hunne bestemming overgebracht. "Volgens de voorschriften van het depart. van Oorlog, mochten deze miliciens op Zondag niet reizen. Ze zijn dan ook van Zaterdag tot gisteren al hier ingekwartierd geweest. Tot commies der telegraphie van de 3r]e klasse zijn o. a. benoemd de telegra- phisten, P. Raadsveld, C. S. de Wit, K. Zwart, T. Kuiper en J. A. de Haas. Gisteren was het 77 jaren geleden, dat deze gemeente van de Fransche over- heersching werd bevrijd. Met het einde der vorige maand ein digde de cursus 1890/91" van de alhier be staande Herhalingsschool. Wij meenen vol doende reden te hebben om hiervan open bare melding te maken. Deze gemeentelijke inrichting werkt, vooral gedurende de laatst- verloopene jaren, zóó guustig in 't belang der meisjes en knapen in deze gemeente, die reeds de gewone dagschool hebben ver laten, dat wij gaarne een woord van hulde wijden èn aan het Gemeentebestuur, dat de school in leven riep en voor hare instand houding waakte, èn aan den directeur en verdere onderwijzers en onderwijzeressen, die, schoon bijna onopgemerkt, hunne taak met ijver en toewijding vervullen. Moge deze inrichting blijven voortgaan, in zoo groote mate nuttig te zijn voor het opkomend geslacht. Het in officieela kringen loopend ge rucht schijnt zich te bevestigen dat de Duitsche keizer tegen het einde van Mei aan Nederland een bezoek zal brengen, en bepaaldelijk eenige dagen te Arasterdam vertoeven. Vreeselijke ontdekking. Inden vroegen morgen van Vry dag zeilde de zwager van schipper Lelyveld, wonende te Stompwyk den vliet af en zag nabij de woning Al- lemansgeest«, onder Voorschoten, laatstge noemde met zijn schuit aan den wal ge meerd liggen. Hy gaf aan zijn knecht order naast die schuit Aan te leggen om by zyn zwager een kop-: ï>fïie te gebruiken en begaf zich daarna aan boord. Op zyn roepen kreeg hij geen antwoordhij deed daarom het luik van de roef open en zag èn schipper èn knecht op bed liggen. Na derbij gekomen, bemerkte hij dat beiden waren overleden, tengevolge van verstik king door kolendamp. De spoedig geroepen geneesheer kon slechts den dood constateeren, De ongelukkigen laten beide groote huisgezinnen achter. Door de politie te Weesperkarspel is proces-verbaal opgemaakt tegen zekeren C. R., die in een vlaag van woede, de onmenschelyke wreedheid heeft begaan zijn zevenjarig zoontje by de beeuen te nemen en met het hoofd tegen een muur te slaan. De toestand van het kind is nog zorgelijk, De dag van 1 Mei was sinds weken lang een waar schrikbeeld voor de meeste gouver nementen. Frankrijk, Duitsckland, België en andere landen vreesden dat de arbeidersbe weging tot 't verkrijgen van den werkdag van 8 uren aanleiding zou geven tot 't ver storen der orde en namen voorbereidende maat regelen om ongeregeldheden met kracht te be teugelen. De politie was ijverig in de weer en op vele plaatsen waren troepen bijeenge trokken om des noods krachtig te kunnen op treden. Hoewel we hier te lande van geen buitengewone maatregelen gehoord hebben, was toch de belangstellende aandacht der bur- Naar het Italiaansch. 32 ooo „Neen. dat is te ijselyk! Het verwondert my, dat die man en die vrouw geen van bei den herkend zijn. Het zijn stellig wel vreem den, die voor zaken naar Parijs kwamen. Een buurvrouw van mij is er gisteren ook geweest, en zij had hooren vertellen, dat die man een voornaam heer was, want men had veel geld en gouden sieraden bij hem gevonden, ook een horloge met een gravenkroon." Galonbert begon luid te lachen. ffHij een voornaam heer Dan ben ik er ook een «Hoe weet je dat zoo vroeg Amata on- geloovig. Myn buurvrouw zal het wel goed weten, want haar zwager is beambte in de Morgue, dus nu zal je toch niet langer aan de waarheid van mijn woorden twijfelen." jrAl had hij veel geld en een horloge met een gravenkroon, dan is hij daarom nog geen voornaam heer geweest," hield Galonbert vol. ffHeb je hem dan gekend vroeg Amata onverschillig en sloeg de oogen neer om sich niet te verraden. Een oogenblik stond Galonbert zichtbaar in twijfel doeh hy barstte in lachen uit, klopte haar op den schouder en zeiWat denkt ge toch wel Ik heb ook een beetje kennis van gelaatstrekken. De vermoorde man is nooit een voornaam heer geweest, maar stellig wel een van ons soort." Amata wist nu, dat Galonbert de vermoorde man herkend had, maar dit niet wilde erken- non. Zij durfde niet verder vragen om geen argwaan te wekken en zeidewnu je kan wel gelijk hebben. Papa Martin hoeveel ben ik u schuldig Ik ga naar huis, ik word slaperig." Toen papa Martin betaald was, stak Ama ta haar goedgevulde beurs achteloos in haar zak, zoodat een eindje daarvan zichtbaar was. Galonbert maakte Sylvain door een blik hier op opmerkzaam. „Ge schynt niet vast op uw beenen te staan," zei Sylvain. „Als ge wilt zullen wij u thuis brengen. Het is voor een juffrouw zoo laat alleen op straat, wel wat gevaarlijk." „Dat is flink," antwoordde Amata tevreden, z/Maar je mag niet verder mee, dan tot den hoek van de straat, waar ik woon. Dan zal ik zelf den weg wel vinden." „Ah ge zijt wantrouwend," zei Galon bert. //Nu, het is mij goed, tot den hoek van de straat dan. Misschien ontmoeten we elk aar nog wel eens bij papa Martin." n Dat kan best zyn." zei Amata en verliet met de twee de herberg. Zij leunde zwaar op Sylvain's arm, die haar goed steunde. „Klaar," zei Sylvain plotseling zacht. Dat beduidde dat haar beurs in zijn zak was over gegaan. Amata begreep dit wel, te meer daar zij de hand van den behendigen zakkenroller had gevoeld. /,Moet ge nog ver vroeg Galonbert, die nu weg wilde. gerij op 1 Mei gevestigd. Die dag is nu voor bij eu alles is kalm en rustig afgeloopen. In Frankrijk, 't woelige land bij uitnemendheid, hebben hier en daar een paar opstootjes plaats gehad, waarbij de ruiterij genoodzaakt was een charge te maken om de straten schoon te vegendaarbij zijn enkele personen ge wond en was men genoodzaakt een aantal onrustigen in hechtenis te nemen; maar dit zegt bij zulk een opeenhooping van volk niet veel. In België is de rust volstrekt niet ge stoord. De menschen hebben optochten ge houden, hier en daar met roode vlaggen, zon der dat de politie tusschenbeide behoefde te komen. Alleen uit Florence wordt bericht, dat er een ernstige poging tot oproer, verge zeld van plundering, werd beproefd, waarbij zelfs eenige glasruiten werden verbrijzeld. De kavalerie maakte echter aan de zaak spoedig een einde. In Oostenrijk en Spanje bleef al les zeer bedaard. In ons land heeft de beweging zieh bepaald tot een paar bijeenkomsten tc Amsterdam, uitgeschreven door de sociaal-democraten, als mede te Rotterdam, misschien ook nog wel op andere plaatsen. Daar werd gesproken over 't wensehelyke van een achtuur werkdag en hiermede is de zaak afgeloopen. 't Schrik beeld, dat Europa in spanning bracht is nu verdwenen en alles gaat nu weer kalm zijn gang. De werkstakingen in de mijnen zijn reeds een gewone zaak geworden, die eigen lijk met de beweging op 1 Mei niet op een gelijken lyn kan gesteld worden. Moge na verloop van tijd de arbeidskwes- tiën opgelost worden op een wijze die bij elk bevrediging vindt. Want niemand" toch zal j 't ontkennen dat 't lot van den werkman wel eenige verbetering behoefc. De berichten uit verschillende landen, waar, gelijk wij hier beleefden, een strenge winter heerschte, melden, dat sedert No vember a. p. duizenden vogels door de koude zyn omgekomen. Dat is waarlijk te zien, wanneer men een wapdeling door bosschen en velden maakt. Zeer zeker is dit te betreurenwant de vogels zyn de schoonste stoffage van ons landschap. Bo vendien is het jammer, omdat zij millioe- nen insecten vernietigen en onze ooren streelen met hun lieflijk gekweel en gezang. 't Baatte hun weinig van het eene land naar het andere in ons werelddeel te ver huizen. Europa lag maanden lang onder sneeuw en ijs bedolven. Intusschen zyn zy niet allen gestorven, maar het leger is toch zoodanig gedund, dat extra bescherming noodig is. De wet moet streng worden onderhouden en mag ditmaal vooral niet ontdoken worden. Men respecteere vooral de nesten. Een onbetaalde koksrekening Voor de civiele kamer der rechtbank te Utrecht werd Donderdag een eigenaardig geschil behandeld. De heer W. F. H. K., tafelhouder had, den student A. J. E. v. d. C. gedagvaard wegens het niet betalen van een bedrag van ruim f 3000, dat deze verschuldigd zou zyn aan eischer voor geleverde diners, van Januari 1884 tot Januari 1890. Gedaagde erkent die schuld, maar ver zocht uitstel van betaling tot na het over lijden zijner ouders, zich intusschen bereid- verklarende, rente te betalen van het be drag der schuld. De eischer nam daarmede genoegen, maar verlangde een schuldbe kentenis, over den inhoud waarvan partyen 't niet eens konden worden, zoodat eischer geëindigd is met van den gedaagde het verschuldigde bedrag van f 3400 gerechte lijk op te eischen. Ie verweerde zich daartegen met een beroep op zijn minderjarigheid gedu rende een gedeelte van het tijdperk, waar over de vordering loopt, verklaarde zich bereid een som van f1225 te voldoen, en ontkende wettelyk een höoger bedrag schul dig te zijn. Over 14 dagen zal het O. M. conclusie men. De influenza-epidemie heerscht nu ook in hevige mate te Londen, waar de vorige week 10 personen er aan bezweken. Vooral onder de parlementsleden woedt de ziekte wonder sterk. Gemeenteraad van Wieringen. Vergadering van 30 April 1891. Voorzitter de Burgemeester. Een aantal toehoorders. Een vacature. Afwezig de lieer J. Tijsen. De Voorzitter opent de vergadering. De notulen worden voorgelezen en na een bemer king van een der leden vastgesteld. Een voorstel om den gemeente-veldwachter bij eervol ontslag te benoemen tot gemeente bode op een bezoldiging van f250 in het jaar en om aan den nieuw te benoemen gemeente veldwachter een tractemont toe te kennen van f400 in het jaar, met vrije woning en uni- forme-bovenklceding en bewapening, wordt met algemeene stemmen aangenomen. Waarna de vergadering wordt gesloten. Ingozonaon. Aan lust tot werken ieder zal mij dit toestemmen ontbreekt het by Bestuurde- ren der Verfraaiings-Comraissie alhier niet. Vreemd is het echter, dal we niets bemerken van de uitvoering der gemaakte plannen, waar van even weinig schijnt te komen als van de tram en de telephoon. Toen ik de laatstge houden vergadoring bijwoonde, vernam ik van den waarn. Voorzitter, dat het Polderbestuur zich gewend had tot Burg. en Weth. en dat na de ontvangst van antwoord, een beslissing van het Polderbestuur zou worden vernomen. Een college als dat van B. en W. zal natuur lijk de zaak wel bespoedigen wie twyfelt daaraan waar schuilt dan toch in 's hee- n naam de nalatigheid Helder, 2 Mei 1891. G. Marine en Leger. Vrijdag jl. werd aan boord van Hr. Ms. koloniale pantserdekkoivet „Sumatra" vlag en wimpel geheschen en dit schip in dienBt gesteld onder bevel van den kapt. ter zee P- G. Brueh. De etat-major is samengesteld als volgt: luit. ter zee le kl. W. Römer, le officier luit ter zee 2e kl. J. F. B. van Dijk; A. Gelderman; I- T. van Slooten en A. J. M. Noletadelborsten le kl. A. C. W. baron van Haersolte van den Doorn; J. M. van Wickevoort CrommelinJ. Zur-Muhlen en F. Dingemansoff. van gez. le kl. A. W. M. van Deventeroff. vau adm. 2e kl. N. J. J. van Rijn van Alkemade. Gisteren zijn bij de 6de en 7de comp. van het 4de reg. vesting-artillerie de miliciens der lich ting van 1889 tot het bijwonen van herhalings oefeningen onder de wapenen gekomen, om te blijven tot 6 Jnni a. s. Van de genoemde lichting van dat regiment zullen verder onder de wape nen komen: die van de 13de comp. van 25 Juni tot 28 Juli; die van de 4de, 6de en 12decomp. van 13 Juli tot 15 Aug. dio van de 11e comp. van 17 Aug. tot 19 Sept.die van de 1ste, 3de, 8ste eu 10de comp. van 7 Sept. tot 10 Octob.; en die van de 2de en 9de comp. vau 28 Sept. tot 31 Octob. a. s. Den 2en dezer is alhier aangekomen een de tachement Torpedisten, sterk 23 onderofficieren Neen, jelui kan nu vrel heengaan, ik zal den weg wel vinden. Ik kom weer bij papa Martin, jelui bent brave kerelsWel te rus ten En Amata ging met wankelende schre den voort. De twee mannen verwijderden zich in de tegenovergestelde richting. Amata hoorde hun haastige schreden en volgde hen. En ach ter haar volgde Jodelet en Martel. De weg voerde door verscheiden steegjes en kleine straten in een stadswijk, waar slechts arme lieden woonden. Sylvain en Galonbert ston den eindelijk stil voor een vervallen huis, en Galonbert haalde een deursleutel uit zijn zak. Amata verschool zich en zag hen binnen gaan. Jodelet en Martel kwamen een oogenblik la ter het huis voorby en ontvingen bevel politie- hulp te halen. Een half uur later waren de schurken gevangen. XX. Den volgenden morgen werden Sylvain en Galonbert door den heer de Gibray in verhoor genomen. In haar gewone kleeding en ach ter een hooge lessenaar verborgen was Amata daarbij tegenwoordig. „Wie is Galonbert?» vroeg de Gibray. t/Ik, mynheer," antwoordde Galonbert. //Ge zijt reeds zesmaal gestraft." «Dat is zoo, mynheer," zei Galonbert op klagenden toon. /„Maar ik ben ongelukkig. Anderen stelen jarenlang zonder gevat te wor den, en ik Zoodra ik mijn handen naar iets uitsteek, wordt ik betrapt. Ja, ik ben onge lukkig." »En gij heet Sylvain niet waar z/Ja, mynheer." «Ge volgt altijd het spoor van Galonbert. Ge zijt ook zesmaal gestraft, telkens te gelijk met hem." «Wij zijn vrienden, mynheer." //Mooie vrienden," zei de Gibray, onwille keurig lachend. Hij naam een photografisch portret nit een lade en hield dit Galonbert onverwacht voor met de vraag z/Kent ge dezen man „Het gelaat is geheel vertrokken en ondui delijk. Men zou denken dat het een portret van een dooden man is." «Zoo is het ook," sprak de Gibray scherp. «Dat is de vermoorde man, die in de Mor gue te zien is. Ge zult hem wel kennen ?'r z/Groote God," kreet Galonbert. «Men heeft toch geen verdenking op ons z/Nog niet, maar door uw eigen woorden zou dat toch wel kunnen gebeuren. Gisteren hebt ge in de Morgue het lijk herkend. Waar om hebt ge toen dien agent van politie in lichtingen geweigerd?" «Die politie-agent heeft zich vergist," ant woordde hij. „Ik heb niet gezegd, dat ik hom herkende. Men mag mij trouwens vrij ver denken, als men wil. De moorden zijn den twintigsten December gepleegd en toen wa ren wij juist uit do gevangenis ontslageD en op reis naar Parijs. Den een-en-twintigsten zijn wij bier 's morgens vroeg aangekomen, wij hebben dus niets te vreezen." De Gibray begreep, dat hy zoo niet verder kwam, en zei daarom: Luister allebei eens goed naar mijGe zijt in dezen nacht weder op diefstal betrapt, dat zal u weer een jaar zitten kosten en eenige jaren politie-toezicht. Welnu, zeg mij wie de vermoorde man is, en dan laat ik u daarvoor niet straffen." Geeft ge daar uw woord op, mijnheer Ja, maar ge vertelt mij natuurlijk geen leugens, maar alleen de zuivere waarheid." „Ja, alleen de waarheid," zei Galonbert. «Nu, dan b£gin ik met het begin. In 1859 werden wij voor het eerst voor een kleinen diefstal gevat en tot drie maanden gevange nisstraf veroordeeld. Op Sylvain maakte dat vonnis zoo'n diepen indruk, dat hy zenuwen- koorts kreeg en de volle drie maanden in het hospitaal ziek lag. Ik werd echter naar Pois- sy gevoerd en daar sloot ik vriendschap met Gustave Pcrrier, die een sluipmoord gepleegd had. Hij was anders een goede kerel en ver dreef mij den tijd door zyn mooie verhalen, want hy had bijna de gcheele wereld door kruist. Op een regenachtigen dag verdreven wij onzen verveling door elkaar te tatoeëeren, tot aandenken aan onze vriendschap. Ge raadt nu zeker wel dat Gustave Perrier do vermoorde is, en dat ik hem aan de tatoeëe- ring herkende. Tot nader bowys kan dienen dat ik precies dezelfde figuren op myn lichaam heb." »Hcbt ge Perrier later nog aangetroffen //Gisteren in de Morgue, voor het eerst." -Weet gij verder niets van hem Had hij geen vrienden of bloedverwanten (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1