't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. TWEE ERFGENAMEN. No. 1905. Woensdag 20 Mei 1891. Negentiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. ATpon ~n ement per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG, Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. BureauxSPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Advertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VBIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn. HELDER, 19 Mei 1891. 't Is eene algemeen erkende waarheid, dat fde instandhouding eener Vereeniging vaak veel moeielyker is dan de oprichting er van. 'Dit is dan ook zeker weleens de reden ge weest, dat menigeeD bij de stichting van de eene of andere instelling, het hoofd schuddende, durfde profeteeren, dat de levensduur van zoo'n Vereeniging maar zeer kort zoude zijn. Ten blijke echter dat hier ter plaatse eenige voor beelden zijn, die de bedoelde voorspelling in eenige gevallen logenstraffen, deelen we het volgende lijstje meê van plaatselijke Vereeni- gingen, die reeds vóór den jare 1860 werden gesticht en alsnog bestaan. 1. Onderwijzers-gezelschap .Helder", sedert 1 Juli 1862 een afdeeling uitmakende van het Nederl. Onderwijzers-Genootschap, 't Gezel schap werd (blijkens eene re'melding in de Nieuwe Bijdragen voor het jaar 1818) in 1817 opgericht. 2. Departement Helder der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen, gesticht den 6 Deeember 1822. Door dit Departement zijn opgericht: de Plaatselijke Teekenschool, 9 Janu ari 1837 de Spaarbank, 8 Maart 1843 de Volksleesbibliotheek, 8 September 1848de Industrieschool, 26 Juni 1857, en de Gymnas- tiekschool, 8 April 1865. 3. Vrijmetselaars loge «Willem Frederik Karei", gesticht 9 Fe bruari 1826 4. Kleermakers-Vereeniging, tot stand gebracht in Maart 1837 5. Af deeling Helder, der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, gesticht 11 November 1850; 6. Tabitha, jaartal der stichting 1851 7. Sociëteit «De Eendracht!', opgericht 1851; 3. Israëlitisch College .Nut en Vermaak", onder de zinspreuk: Vrede en Eendracht", gesticht 13 Januari 1855 9. Duinwater leiding-Maatschappij van den Helder en het Nieuwediep, gevestigd den 9 Februari 1855 10. Gezelschap «Ernst en Scherts", opge richt 14 November 1858; 11. Afdeeling Helder van de Vereeniging tot verbreiding der waarheid, gesticht 21 Juni 1859, in welk jaar reeds door die afdeeling zijn tot stand gebracht eene Zondagschool-Vereeniging en de Christe lijke Jongelings-Vereeniging, onderdo zinspr. «De vreeze des Heeren is het beginsel der wysheid". Als vervolg op het bovenstaande, deelen we hier nog mede de namen der gezelschappen, die tusschen de jaren 1860 en 1870 hier ter plaatse zijn tot stand gekomen, met de datums van stichting. 1, Israëlitisch College, onder de zinspreuk «Eendracht baart Genoegen", 18 September 1862 2.Christelijke Jongelings-Vereeniging, onder de zinspreuk .Uw Heil komt", 29 Oc- tober 1862 3. Zangvereeniging «Euphonia", 1 November 1862 4. Zondagschool-Ver eeniging, onder de zinspreuk «Brengt ze tot Jezus", afdeeling der Christelijke Jongelings- Vereeniging «Uw Heil komt" 5 December 1862; 5. «Tryfosa", 10 Maart 1863; 6. St. Elizabetli's-Vereeniging, 7 April 1863 7. Afdeeling Helder der Metalen-Kruis- Vereeuiging, 23 Juni 1865 8. Christelijke Meisjes-Vereeniging, onder de zinspreuk rDient elkander door de liefde", 6 Juli 1866 9. Plaatselijke Weerbaarheids-Vereeniging genaamd Artillerie-Vry korps", afdeeling van den Nederlandschen Weerbaarheids-Bond, 18 April 1867 10. Christelijke Knapen-Ver- eeniging .Benjamin", 25 Januari 186911, Christelijke Meisjes-Vereeniging «Lydia", on der de zinspreuk .Onderzoek de Schriften", 14 Februari 1869; 12. Sociëteit „Mars", 27 Februari 1869; 13. Burgerkring «Har monie", 1 December 1869; 14. Afdeeling Helder der Nederlandsche Vereeniging tot bet verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslidSen in tijd van oorlog, genaamd het «Roode Kruis", 15 Maart 1870. En eindelijk vermelden we, met opgaaf der datums van stichting, de namen der tnsschen de jaren 1870 en 1880 gestichte Vereenigin- gen hier ter plaatse 1. Schermveresniging «Olympia" (Adelbors ten Kon. Inst. v/d. Marine), 26 Januari 1871; 2. Marine-Machinisten-Club, 1 October 1871 3. Sociëteit .Harmonie" (Ankerpark), 14 October 1871; 4. Nederlandsche Natio nale Werklieden-Vereeniging, onder de zin- tpreuk «Door orde en spaarzaamheid tot Wel vaart", 29 Januari 1872 5. Onderofficiers- Vereoniging voor Land- en Zeemacht «Vader land en Oranje", 1 Maart 1872; 6. Socië teit «Marine-Club", 1 Januari 1873; 7. Afdeeling Helder der Vereeniging «Het kruis voor krijgsverrichtingen", 3 Januari 1873 8. «Ontwaakt bij Tijds", 24 Mei 1874 9. Visscherij-Maatschappij «Neptunus", in Maart 1875 10. Congregatie der Aarts broederschap van de H. Familie, 2 Mei 1875; 11. Vereeniging tot stichting en instand houding van Bewaarscholen, 27 Augustus 1875 12. Christelijke Zangvereeniging «Hallelu- jah", 10 October 1875 Gymnastiek-Vereeni ging «Achilles", (Adelb. Kon. Inst. v/d. Ma rine"), 12 November 1875 13. Afdeeling Helder van den Antidienstvervangingsbond, 4 December 187514. College «Goede bedoeling", 7 April 187615. Militair Tehuis, 12 Juni 1877; 16. District Helder van Eigen Hulp, 22 Juli 1877 17. Coö peratieve Winkelvereeniging van Eigen Hulp, 10 October 187718. Vereeniging van agenten en boden van begrafenisfondten «Helpt elkander", 23 October 1877 19. H. W. N., 6 December 187720. Visscherij-Maat schappij «Triton", 12 Januari 1880; 21. Muziek vereeniging »Euterpe", (Adelb. Kon. Inst. v/d. Marine), 20 November 1880. Van tijd tot tyd worden we, telkens weêr opnieuw, herinnerd aan de oude klacht het Heldersche kanaal verspreidt zulke onaan gename en voor de gezondheid zeer zeker niet bevorderlijke geuren Toen ons dezer dagen de vraag bezig hield vrat is daar aan t« doen was ons juist door een vriendelijke hand toe gezonden een stuk, afkomstig uit het archief der voormalige, zeer werkzame kiesvereeniging «Helder", betreffende de bewuste schadelijke dampen, die het genoemde kanaal zoo nu en dan in zeer overvloedige mate ons toevoert. Het bedoelde stuk vormt een voordracht, door den heer A. E. Von Brucken Fock, officier der genie, op verzoek van het Bestuur der Kïpsvereeniging «Helder" in de algemeene vergadering op 28 Januari 1885 gehouden, De voordracht is van te wijden omvang, om die in de kolommen dezer courant op te ne men. Genoeg zij het te vermelden, dat door den kundigen spreker achtereenvolgens werd gewezen op het hygieënisch belang der zaak, op de thans toegepaste wijze van spniën, op de bezwaren tegen het inlaten van buitenwa ter, op de waterstanden en op de beschikbare middelen tot waterrerversching, om te eindi gen met deze conclusiën ,We zyn thans tot het einde onzer korte beschouwing genaderd, een beschouwing die, we herhalen het, slechts ten doel had, het on derwerp der waterverversching in het Hel dersche kanaal gesteld dat die uit een hy giënisch oogpunt noodzakelijk wordt geoor deeld van technische zijde in te leiden, de middelen te bezien, waardoor zij zou zijn tot stand te brengen, en de voor- en nadeelen te overwegen, welke aan die middelen zyn ver bonden". Resumeerepde, meenen wij tot de volgende conclusiën te zijn gekomen 1. Een onderzoek van deskundigen zou moeten uitmaken, of en in hoeverre stelsel matige, periodieke waterverversching in het Heldersche kanaal uit een gezondheidkundig oogpunt noodzakelijk is te achten. 2. Doeltreffender, krachtiger verversching is alleen mogelijk door het inlaten van zeewa ter. De belangen van het achtergelegen pol derland en van het Noordhollandsch kanaal zouden evontuëel met de hygiënisch eeischcn der gemeente moeten vergeleken worden, ten einde te beslissen in hoever dit periodieke inlaten van buitenwater thans nog zooals in vroeger jaren uitvoerbaar is. 3. Men kan dan, zonder buitengewone mid delen, tot gedeeltelijke waterverversching over gaan door één of meer der daartoe beschik bare sluizen aan 't Nieuwediep zoo noodig eenigszins gewijzigd als spuisluizen te laten dienst doen. 4. Vollediger afvoer van de in 't Heldersche kanaal opgeloste en bezonken stoffen zal wor den verkregen door 't kanaalvak aan 't West plein met de zee in verbinding te stellen, om zoodoende in de een of andere richting doch steeds in denzelfden zin een krachtige strooming te kunnen teweeg brengen. Van de verschillende middelen, waardoor die verbin ding zou kunnen worden verkregen, schynt een duikersluis, onder den zeedijk met door graving, brug, enz. nog de meest doeltreffende inrichting. 5. Aan deze wijze van handelen zouden hooge kosten verbonden zijD. Het zou ge- wenseht wezen, in verband met het gestelde onder sub. 1. uittemaken, in hoever het belang der zaak en de financiëele draagkracht der gemeente deze uitgaven eischen en toelaten." Het voljaara-kohier voor den hoof- delijken omslag, dienst 1891, welk kohier, na onderzoek, in de zitting van den Raad dezer gemeente, op Dinsdag den 12 dezer is vastgesteld, bevat de aanslagen der in gezetenen in de plaatselijke directe belas ting tot een gezamelyk bedrag van f 32,814,567a. Door den Minister van Marine is dezer dagen aan den officier-machinist der le klasse J. G. Van den Bosch, werkzaam bij den Marine Torpedodienst alhier, langs schriftelijken weg tevredenheid betuigd over de wijze, waarop deze officier zich steeds beijvert, om zijne kennis en erva ring in het belang van den dienst aan te wenden. Het is ons aangenaam, dit bericht mede- tedeelen, vrant deze tevredenheidsbetuiging, die den heer v. d. Bosch in groote mate tot eer verstrekt, is te gelijk eene onder scheiding voor het personeel bij 's Rijks Stoomvaartdienst, een personeel, dat in deze eeuw van stoom zulk een belangrijk aandeel heeft in de richting en toepassing der verdedigingsmiddelen. Twee vreemdelingen, op reis naar de Transvaal en te Amsterdam gelogeerd bij »Krasnapolsky«, hebben kennis gege ven dat zij vrijdagnamiddag in een bier huis in den omtrek van Artis in gezelschap zyn gekomen van 2 Duitschers en 1 Hol lander, die hen hebben overgehaald tot kaartspel, waarbij de een f75 en de ander f120 heeft verloren. Een ingesteld on derzoek heeft tot niets geleid, omdat de klagers niet konden opgeven in welk bier huis dit had plaats gehad. Naar aanleiding van de beweging ter verkrijging van den achturigen arbeids dag te Stadskanaal, heeft de directeur der fabriek »De Nyverheide aldaar een lijst in de fabriek neergelegd, waarop ieder werkman mocht aanteekenen hoe lang hij dagelijks wenschte te werken. Het bleek dat 10 der werklieden per etmaal 10, en hunner 12 en meer uren verlangden te arbeiden. Men meldt uit Beetgum 14 Mei Hedenochtend verspreidde zich in den omtrek het gerucht, dat de heer mr., G. notaris te Berlikum, op noodlottige wijze het leven had verloren. Dit bleek al spoe dig waar te zyn. Een ooggetuige deelt mede, dat men hedenochtend te 5 uren, zijn 'ijk in de vaart drijvende heeft gevon den. Zyn horloge wees 103/3 uur aan. Een half uur te voren had hij nog een glas bier in een herberg gedronken. Voor eenige dagen werd ten kan tore van den heer Ketjen, firma Sehatten- kerk Comp., te Doesburg, een valsche wissel gepresenteerd en uitbetaald, groot f 10.000. De vermoedelijke dader, zekere N., compagnon van den heer Fr., koop man in granen en koloniale goederen te Doesburg, is sedert voortvluchtig. te kunnen bijwonen tegen betaling van f0.25 per maand. Een koopman verkoopt geen goede waar voor een appel en een ei en onwillekeurig kwam bij mij het spreekwoord boven «In 't land der blinden is één oog koning." Het onderwijs aan meisjes moet uit den aard der zaak een geheel andere richting hebben dan dat der jongens, want staat hier krachts ontwikkeling bovenaan, bij meisjes is hoofd zaak «bevordering der gezondheid en licha melijke schoonheid", en moet men dus in do eerste plaats de verschillende levenswerkzaam heden, bevordering der spijsverteering, verbe tering van den bloedstroom enz. ondersteunen. Ook moeten bij dit onderwijs de lichamelijke en geestelyke eigenaardigheden uitkomen en dient de onderwyzer dus bekend te zyn met de bijzonderheden van het vrouwelijk organisme en met de eigenaardigheden van dat geslacht. Wel een bewijs dat dit een grondige studie eischt en men zyne kinderen niet aan den eerste den beste mag toevertrouwen,die zich voor gymnastiek-onderwyzer opwerpt. Zonder nu iets af le dingen op de bekwaamheden van den Directeur van den cursus, vermeden ik toch dat, wanneer men zich bewust is in 't vak door kneed te zyn, er wel niemand gevonden zal worden die voor dien prijs dat onderwijs geeft. Neen, is het nit liefde voor de jeugd of voor het vak, laat men het dan liever gratis geven, want op zoo'n wijze raakt dit onderwijs ge heel in miscrediet. U, Mijnheer de Redacteur, dank zeggende voor do plaatsing dezer regelen, blijf ik, met achting, UEd. Dr. L. B. Geëx. Gym.-onderw. Middelb. onderw. Ingezonden. M E IS JES-CYM MASTIEK. Langen tijd is de gymnastiek voor meisjes een onderwerp geweest dat pennen en nogeena pennen in beweging heeft gebracht, alvorens men 'tervrij welovereens was datdit een nood zakelijk leervak op de scholen moest zijn en dat meisjes zelfs meer behoefte aan kunstma tige lichaamsbeweging hebben dan jongens. Vooral Dr. Lubach, Dr. Coronel, Dr. Al- lebé en anderen hebben dit leervak ten sterk ste aanbevolen, totdat het eindelijk, voor zoo veel de vrije en orde-oefeningen betreft, onder de verplichte vakken in de schoolwet is opge nomen. Tevens heeft de wet, doordrongen van het feit dat dit deel der gymnastiek aan geene onbekwame handen mocht worden toevertrouwd, bepaald dat ieder onderwyzer zich in 't bezit diende te stellen van een z. g. verlichte acte. Reeds daardoor is bewezen dat ouders ver keerd doen, door hunne kinderen aan onbe voegde handen toe te vertrouwen en toch ziet men dikwijls personen, die kranen zijn in 't maken van toeren, zich leukweg voor onder wijzer uitgeven en veelal met niet weinig succes. Zoo kan mén van tijd tot tijd onder de ad vertentiën lezen dat aan meisjes de gelegen heid wordt gegeven, een cursus in gymnastiek. (NB. Gymnastiek in zyn geheelen omvang), Brandverzekering. Onlangs werd door de directie eener in eeno naburige gemeente gevestigde Brandwaarborg- Maatschappij aan de deelnemers een circulaire gezonden, waaraan wij onderstaande regelen ontleenen >Wij meenen de deelnemers te mogen wy- zen op het gevaarlijke van „onderlinge verze kering" in een enkele gemeente of in een bepaald districtdaaruit vloeit toch voort dat een klein getal verzekerden zich onderling waarborgen, om gezamelyk de schade te vergoeden, die een hnnner treft. Maakt die schade een aanzien lijk bedrag uit, dan moeten weinige deelne mers met elkander die geheele schade vergoeden. Om niet te spreken van de vele honderd duizenden, guldens schade, die de stad En schedé, op eenen dag heeft getroffen, verwij zen we naar de belangrijke branden, die in kleine gemeenten plaats hadden, bjjv. in 1872 te Hoogkarspel, in 1878 te Zaandam en op datzelfde tijdstip te Ilpendam, in 1886 te Twisk en in 1887 te Sehermerhorn, waar onze Maat schappij op één dag een schade leed van re spectievelijk f22000, f22500, f 14000, f 26000 en f 20000, terwjjl ook andere maatschappijen door hetzelfde ongeval werden getroffen. Steden en bijzonder kommen van dorpen staan voortdurend bloot aan buitengewone ram pen en enorme schaden. Slechts dan, als die groote schaden over een geheele provincie of een geheel land wor den omgeslagen, zijn zij dragelijk voor de ver zekerden. Dien waarborg kunnen alleen zeer uitge breide maatschappijen verschaffen." De opmerking, door de directie, die deze circulaire verzond, gemaakt, verdient wel over weging, en daarom noodigen wij de Redactie Naar het Italiaarisch. 84 »Met Bressol leefde ik zestien jaar te Ly- on," antwoordde zij toen. «Na een groote erfenis kwamen wij te Parijs wonen. Het is zuiver toeval, dat wij elkaar niet eerder ont moet hebben. Als ons gesprek uit is, laten we dan naar het gezelschap terugkeeren. Als ge dat goed vindt, breng ik u naar de speel zaal om met mijn man kennis te maken." rGoed, dan hebben we een wapenstilstand gesloten, mevrouw," sprak Gibray en volgde baar. «Een wapenstilstand, maar geen vrede, voordat ik myn dochter terug heb. Bij Gi- bray's binnentreden stond Bressol op en on derhield zich bijzonder minzaam met zyn gast. Valentine maakte van de gelegenheid ge bruik en fluisterde Maurice toeVolg my ongemerkt, als ik den salon verlaat." Een oogenblik later verliet zy de heeren onder voorwendsel, dat zij naar haar dochter terug keerde. In de smalle gang achter de speel zaal kwam Maurice bij haar en nu verhaalde zij hem het gesprek dat zy met Gibray ge had had en vroeg hem om raad. Maurice verschrikte toen hy vernam, dat Gibray aan Dharville wilde schrijven. Hoe gemakkelijk zou hy dan kennis krijgen van Dharville's dood en van den inhoud van diens nagelaten testament, dat bij den notaris be rustte. Hij nam een snel besluit, scheurde een blaadje uit zijn notitieboekje en schreef daarop «Mr. William Brandy, notaris te Londen." Maurice wist dat ChauviD, een der vijf ver bondenen, een vriend van Bermont, onder den naam van Brandy te Londen verblijf hield. Hij zeide daarop «Tracht Gibray van avond nog eens toespre ken en zeg hem, dat dit het adres van Dhar ville's notaris is, die hem het verlangde adres nauwkeurig kan opgeven. Het zou nog se cuurder zijn als ge Gibray kondet bewegen om zijn brief door Brandy's tusschenkomst aan Dharville te zenden. Als u dat gelukt, hebt ge niets te vreezen, want Brandy is mijn vriend, toevallig is hij juist de man, door wien ik kennis kreeg van uw geheim." «Ik zal uw raad opvolgen, beste vriend ik vertrouw op u, als mijn redder." Valentine en Maurice keerden naar het ge zelschap terug. Do dansmuziek liet zich hoo- ren en Marie stond met Servet gereed om het bal te openen. Den tweeden dans had zy beloofd aan Albert. Dat was een polka. Nauwelyks hadden zij de zaal tweemaal rondgedanst of Marie zei«Laten wij wat uit rusten." Onmiddellijk voldeed Albert aan haar verlangen. Hij voerde haar naar een venster nis en ging naast haar zitten. «Wat een ge lukkige avond voor mij," zeide hij met neer geslagen oogen. Danst ge zoo gaarne?" vroeg zij onbe schroomd. «O, neen, ik krijg er hartklopping van, maar ik ben bij u. Ik kan mot u spreken zonder dat mijnheer Servet of papa toeluisteren. Had ik maar moed om van deze gelegenheid gebruik te maken 1" «Waartoe," vroeg zij verwonderd. «Nu, ik zou u gaarne vragen of ge mij een weinigje liefhebt." Marie kleurde en voelde zich gelukkig. Waarom zon ik u niet een weinigje lief hebben," ge zijt altyd vriendelijk jegens my." «Zoo bedoel ik het niet, Marie. Ik bemin u Houdt ge zooveel van m", dat ge uw lot later aan het mijne zoudt willen verbinden?" (Maar, mijnheer, dat zyn woorden waar ik niet naar mag luisteren. En toch »Een enkel woord," «meekte Albert. »Is uw hart gunstig gestemd voor myn vurige wenschen?" «Maar onze ouders," fluisterde zij. «Mijn papa houdt veel van mij en gy zijt de oogappel van uw papa. Wij zijn van ge lijken stand en bezitten beiden vermogen» Welke bezwaren zouden er dan zyn «O, het is mij zoo wonderlijk te moede." «Maar ge haat me toch niet »0, neen «Mag ik dan op u hopen, als ik een positie in de Maatschappij verworven heb «Als papa geen bezwaar heeft, ja.' r Wilt ge mij dan beloven, dat ge mij trouw blijft, al komen ook andere heeren een aan zoek doen Dat beloof ik van ganscker harte." »En ik zweer u eeuwige onwankelbare liefde, Marie," sprak Albert plechtig. «Wij zijn nu vereenigd voor het leven, wat er ook gebeure moge." «De dans is ten einde," zeide Marie. «La ten wij naar mama terugkeeren, zij zou ons missen." Stralend van geluk traden Marie en Albert uit de vensternis, die hen aan het oog der aanwezigen had onttrokken. Zij zagen mevrouw Bressol met Paul de Gibray in ge sprek en waren daarover verheugd. Een nieuwe dans begon, en ditmaal danste zij met den graaf d' Arfeuilles Marie's redder. Zoo ver liep de nacht. Eindelijk keerde Marie uit de speelzaal terug on vroeg Valentine voor de laatste quadrille. «Ik ben vrij," zei hy lachend, omjjnheer Bressol ligt in diepen slaap op de divan in de speelzaal. Hij is tevreden ingesluimerd, ik heb drie partijen door hem laten winnen. Ik sta nu bij hem in de gonst, een bewijs daarvoor ia, dat ik in zijne plaats morgen met u en juffrouw Marie naar het Bois de Vincennis ga om schaatsen te rijden. Hij klaagde zijn nood, dat hij voor zijn twee dames als cava lier mee moest en hij was zeer in zijn schik- toen ik aanbood die taak van hem over te ne men." «Ja, Marie heeft bij haar papa zoolang aan, gehouden, tot hy beloofde morgen met ons naar het ys te gaan. Wat een geluk, dat gij nu meegaat." «Hebt ge Gibray nog gesproken." »Ja, hy is zeer in zyn schik met het adres van den notaris, morgen zal hij aan mynheer Brandy een brief voor myn broeder zenden." (Best," zei Maurice. «Dan hebt ge niets meer te vreezen." toen de quadrille afge- geloopen was, namen Paul de Gibray en zijn zoon afscheid en gingen naar huis. Onderweg durfde Albert zyn papa niets vragen, want de oude heer was somber en stil. Maar toen Al bert naar zyn slaapkamer zou gaan, vroeg hy: «Wel, papa, hoe denkt ge over Marie Gibray trad met zijn zoon diens slaapkamer - binnen en zeide«Ik had liever tot morgen gewacht, maar nu je er naar vraagt, zal ik je dadelijk zeggen, hoe ik er over denk. Welnu, ik gevoel mij gedwongen om te verklaren Met mijn toestemming wordt Marie nooit of nimmer je vrouw." «Waarom niet?" vroeg Albert doodelijk ont steld. Je heb recht naar de redenen daarvoor te vragen, mijn zoon, en daarom zal ik je in 't kort de geschiedenis van mijn jeugd vertellen. Ik was zoo oud, als je nu bent en bekleedde een ondergeschikte betrekking bij de politie. Ik raakte verliefd op een arm, maar wonder schoon meisje. Laat mij over de gevolgen zwijgen. Mijn bedoelingen waren eerlijk, en ik zwoer, dat ik trouwen zou als ik meerder jarig was. Weinige dagen nadat mijn geliefde my een dochtertje geschonken had, werd ik zwaar ziek aan de typhus. Doch nauwelyks was ik weer beter of ik ging weer naar Va lentine. Helaas, haar woning was ledig, zij was met een ryken bankier gevlucht, en ook mijn kind was weg. Alle nasporingen waren vergeofsch, ik heb Valentine niet teruggezien, tot heden avond, toen ik in Bressol's echtge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1