't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
TWEE ERFGENAMEN.
No. 1913.
Woensdag 17 Juni 1891.
Negentiende Jaargang.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.,
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
NIEUWSTIJDINGEN.
Vacantie - Ia! Vacantie- Neen
Alponiiem ent
per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent.
3 franco per post 75
Afzonderlijke nummers2
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Ad.vertentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en
VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 16 Juni 1891.
Vrijdag bad de matroos le kl. B.
J. Meijer 't ongeluk aan boord van Hr. Ms.
Koningin Emma der Nederlanden* van
de ra te vallen en op 't dek neer te ko
men. De man had zich zwaar bezeerd en
overleed korten tijd daarna aan de gevol
gen van zijn val.
Ook Hr. Ms. rammonitor „Draak",
commandant de kapitein luitenant ter zee
L. Backer Overbeek, zal tegenwoordig zijn
bij de aankomst van HH. MM. den Keizer
en de Keizerin van Duitschland te IJmuiden.
De lammerverzendingen van het ei
land Texel zijn voor dit jaar weer afge-
loopenalthaus de groote verzendingen.
In het geheel zijn 18,175 lammeren uit
gevoerd. Sommige veehouders hebben vele
lammeren in de weide gehouden, om deze
in het najaar met meer kans op winst te ver-
koopen.
Door nu wijlen den heer J. Borski
is f 10,000 vermaakt aan de Noord- en
Zuidhollandsche Redding-maatschappij, be
last met vruchtgebruik ten behoeve zijner
ecbtgenoote, die daarvan echter afstand
heeft gedaan.
Naar men aan het »Haagsche Dbl."
mededeelt, zullen dit jaar nog de revolver
pistolen der marine door die, welke bij de
landmacht in gebruik zijn, worden vervan
gen. Uit de proefnemingen, welke verleden
jaar genomen zijn, is gebleken, dat dit laat
ste wapen solieder samengesteld en minder
gevaarlijk in gebruik is. Daarbij is de vnur-
snelheid grooter, terwijl men in beslissende
oogenblikken den haan met de trekken kan
spannen.
Bij de verkiezing te Middelburg is
een kiezer, die in Duitschland vertoefde,
naar die stad gekomen om zijn kiezers
plicht te vervullen, terwijl een ander, die
zijn been gebroken bad, op een bed naar
het stadhuis is gebracht en zoo zijn biljet
in de bus heeft gestopt.
Het stoomschip »Wodan" doet dit
jaar dienst als eerste haringjager en ver
trok Donderdag ji. om den 18n te Lerwick
laadklaar te zijn, zoodat de nieuwe haring
eeuige dagen later te Ylaardingen kan aan
komen.
Telenrstelling van een Landverhuizer.
Uit geene gemeente van Friesland zijn,
tengevolge van den achteruitgang in de
laatste tijden, meer personen naar Amerika
vertrokken, dan uit het Bildt.
Met hoeveel moeielijkheden die menschen
soms te kampen hebben, leert ons de ge
schiedenis van den 31-jarigen smidsknecht
Sleefstra, aldaar, die op aanraden van een
in Amerika wonend 'familielid, besloot ook
daarheen te trekken met vrouw en drie
kinderen.
De man begaf zich naar Liverpool en
bevond dat de gewone boot, die van daar
vertrok, reeds geheel gevuld was met
lotgenooten, die een betere toekomst 'gin
gen zoeken. Hij kreeg echter plaats op
een hulpboot.
Op dat schip was het leven der land
verhuizers treurig. Zes huisgezinnen had
den te zamen één verblijfmen moest, bij
gebrek aan bedden en dekens, slapen op
ruwe planken, terwijl de slaapplaatsen vun
zig en veel te klein waren. De slaapplaats
waar het gezin van S. sliep, uit 5 perso
nen bestaande, had een inhoud van ruim
twee kubieke meter.
Daarenboven was het eten slecht en
moesten ongeschilde aardappelen gegeten
wordenvet kreeg men niethet stukje
vleesch was uiterst klein. Alleen het witte
brood was goed.
Dank zij het gunstige weder, ging de
overtocht vlug en men stapte te Amerika
aan wal.
Voor de ontscheping te New-York moes
ten de landverhuizers door twee genees
kundigen gekeurd worden, en ging* dit bij
anderen oogenschijnlijk vlot, bij S. baadde
dit groote teleurstelling bij werd af
gekeurd.
Daar S. als smidsknecht altijd zwaar
werk verricht had en gezond meende te
zijn, vroeg hij waarom hij afgekeurd werd
en de uitspraak luidde »dat hij te mager
was en niet bestand tegen het Amerikaan-
sche klimaat."
Vrouw en kinderen konden verder reizen,
doch het ligt voor de hand, dat zij dit
niet deden. De vader werd met de zijnen
in een ziekenzaal gebracht, waar zij feite
lijk opgesloten werden.
Den volgenden ochtend werden zij weder
aan boord der boot gebracht, waar hun nog
erger lot waélitte. Misschien uit vrees, dat
S. zou ontvluchten, sloot de kapitein het
gezin in een hok op, waarin het 4 dagen
verbleef. Toen het schip in volle zee was,
mochten zij hun kerker verlaten.
De vrouw van S. een mensch van
zwak gestel was tengevolge der weder
waardigheden ziek geworden. De dokter
aan boord kwam evenwel niet in de hutten
en eiken morgen moest S. zijn kranke vrouw
op dek dragen. Men kwam te Liverpool,
waar het gezin aan wal gezet werd, zonder
meer.
De agent der stoomboot-maatschappij,
aldaar, kwam nu te hulp, verschafte hun
logies en liet een dokter komen, die, na
de vrouw onderzocht te hebben, voorstelde
haar in het hospitaal ter verpleging te doen
opnemen.
Men wenschte echter als het eenigs-
zins kon liever naar het vaderland door
te reizen, wat geschiedde. Per spoor ging
het tot Huil en vandaar ging het per boot
naar Harlingen. Des nachts voor de afvaart
sliep het gezin achter de machine in de berg
plaats van steenkolen, den volgenden mor
gen kwam de kapitein aan boord, die
hij is een Harlinger dadelijk op flinke
wijze voor de ongelukkigen zorgde.
Te Harlingen aangekomen, liet men de
menscben met een wagen naar St. Anna
Parochie brengen, waar zij in huis geno
men werden door J. De Groot en echtge-
noote.
De Ecbtgenoote van S. is ernstig ziek,
hij heeft have en geld verloren en moet
thans met de zijnen leven van de gulheid
van anderen.
Twee Duitschers, net gekleed en van
fatsoenlijk uiterlijk, wenschten zich dezer
dagen te Breda bij liet Oost-Indische leger
te engageeren, en den heer W. ontmoetende,
vroegen zij dezen; welken weg zij hiertoe
moesten inslaan. De heer W. bracht hen
op het plaatselijk bureau, waar zij verna
men, dat eerst Maandag de engagements
akte kon worden opgemaakt. Daar stonden
de Duitschers nu echter met geen halven
pfennig in hun zak, niet wetende, hoe on
der dak te komen. Zij legden hunne ar
moede voor den heer W. bloot, die, bewogen
met hun lot, een logement voor hen opzocht
en betaalde. Zij bleven er twee dagen, doch
toen zij den avond van den tweeden dag
wegbleven, kwam de hospes tot de ontdek
king, dat zij een kast hadden opengebro
ken en daaruit f 30, benevens eenige horlo
ges, hadden ontvreemd. En hiermede waren
de vogels gevlogen.
Vrijdag verkocht een landbouwer te
Wouw een zijner beste 1 biggen voor
een pond tabak. Wel een 'bowijs dat de
varkens aldaar goedkoop zijn.
De oudste bewoner van Groningen
is een rustend zeekapitein, Boomgaard, die
in September 103 jaar hoopt te worden
daarna volgt de koopvrouw Cohen, die
sedert eenige maanden de 100 reeds ge
passeerd is, en de derde van dit triumvi
raat is A. Hichentlich, die Donderdag on
der velé blijken van belangstelling zijn
lOOsten geboortedag gevierd heeft.
Hij is de eenige nog levende oud-strij-
der aldaar, die in 1815 in den slag bij
Waterloo dapper heeft meegestreden. Of
schoon zijne beenen nu den dienst weige
ren, is zijne gezondheid zeer bevredigend.
Hy verheugt zich in het bezit van 140
kinderen, kleinkinderen enz. tot in het
vijfde geslacht.
Omtrent den moord, te Amsterdam ge
pleegd, verneemt de /A. Ct.' nog het vol
gende
De vrouw M. Bijl woonde met haar kind
van twee jaren in het benedenhuis van per
ceel 23 in de le Bloemdwarsstraat, waar zij
een wasch- en strijkiurichting hield. Lang
geleden reeds had zij een betrekking aange
knoopt met een kleermaker, welk engagement
echter niet lang duurde, daar ziju ongunstig
gedrag haar alle reden tot ongerustheid scheen
te geveu met het oog op de toekomst. «Als
ik trouw had zij meermalen tot de buren
gezegd, dan wil ik zóó trouwen, dat ik
zelf niet meer behoef te werken."
Het scheen, dat dit ideaal haar ontoereik-
b'aar toescheen, wanneer zij met den kleerma
ker huwdezij schreef hein althans af, trots
alle pogingen, welke hy aanwendde, om haar
gunstiger ten zijnen opzichte te stemmen.
Zoo bleven de zaken gedurende eenigen tijd;
hij kwam niet meer bij zijn vroeger meisje
aan huis, hoewel hij nu en dan schriftelyk
trachtte eene verzoening tot stand te brengen,
waartoe zij echter niet genegen scheen.
Inmiddels had juffrouw Bijl een nieuwe ken-
nismakng aangeknoopt met zekeren decoratie
schilder, met wien zij thans volgensde verkla
ring der buren «op trouwen stond."
Toen deze tijding haar vroegeren beminde
ter oore kwam, geraakte deze in een vreeselijk
opgewonden toestand, waarin hij het voorne
men opvatte, haar op eene of andere wijze te
dooden, welk plan hij Donderdagochtend ten
uitvoer bracht.
Te 11 uur begaf hij zich naar hare woning,
waar zy in de voorkamer bezig was met
waschgoed door te halen. Aanvankelijk scheen
het gesprek zeer vreedzaam geweest te zijn,
waarbij hij een laatste poging aanwendde om
haar te bewegen van haar voorgenomen hu
welijk met den decoratie-schilder af te zien.
Toen zij echter bleef weigeren, veranderde het
gesprek in een hevige woordenwisseling en
plotseling hoorden de buren eenige pistoolscho
ten knallen, gevolgd door een rauwen gil,
waarna het weder stil werd..'
Het vreeselijke vermoeden, dat ten huize
van mej. Bijl een misdaad werd gepleegd,
bracht dadelyk de lieele buurt in rep en roer
een politieagent, die op de Gedempte Rozen
gracht geposteerd stond, werd ontboden, en
deze klom de trappen op om zich in huis te
begeven en een onderzoek in te stellen.
Nauwelijks had hij echter de deur geopend,
of de woesteling kwam hem dreigend meteen
revolver te gemoet en belette hem met de
woorden «als je binnenkomt, dan zijn de an
dere kogels voor jou" aan zyn voornemen
gevolg ta geven.
De politieagent week dus terug en alarmeerde
o.m assistentie, die spoedig daarop kwam op
dagen. Aldus versterkt, begaven de politie
agenten zich in JiuiSj en terwijl een paar van
hen zich van den woes&elipg meester maakten,
namen de anderen het slachtoffer, in een groo-
ten plas bloed op den grond liggende, op, dpch
bespeurden geen teeken van leven meer.
Spoedig daarop waren eenige autoriteiten
ter plaatse, die de vermoorde vrouw per bran
card naar het Gasthuis, en den moordenaar
naar het politiebureau op de Noordermarkt
lieten overbrengen, waarna van een en ander
proces-verbaal werd opgemaakt.
Men beweert, dat de moordenaar vijf re
volverschoten op zijn slachtoffer heeft gelost
en dat de dood oogenblikkelyk moet zyn ge
volgd.
Een groote menigte verdrong zich den
geheel en morgen in de le Bloemdwarsstraat
voor het huis, waar de misdaad was gepleegd.
Het kind der vermoorde werd door een der
buren voorloopig in huis genomen.
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur
Mag ik U beleefd een plaatsje verzoeken
voor 't volgende
«Pa, mag ik Maandag ook thuisblijven
Met deze vraag naderde my Zondagmorgen
mijn dochtertje Marie.
«Ook thuisblijven herhaalde ik, «wie blijft
er dan nog meer thuis
.Wel, Piet! Hij heeft van meester vacantie
gekregen en ik niet.
Piet, moet ge weten, is mijn zoontje, twee
jaar ouder dan zijn zusje.
«Gekheid," zeide ik, »als meester 't eene
kind vacantie geeft, behoeft toch zeker't ander
niet school te komen. Piet, kom eens hier
Piet kwam en bevestigde de woorden van
Marie.
»Maar hoe komt dat dan Is Marie mis
schien ondeugend geweest?"
»Neen, paverzekerde de kleine driftig.
«Och," zei mijne vrouw, die de kamer was
binnengekomen, 't kind heeft den geheelen
Zaterdagmiddag er al over gezaniktik wou
dat die malle schoolm
«Bedaar, vrouw!" sprak ik, met het oog op
mijn beide spruiten gericht.
Ik begreep de zaak niet recht, maar vond 't
toch hard, dat't eene kind een vrijen dag kreeg en
't andere niet. Al hebben wij, burgermenschen,
van pedagogie geen verstand, we weten toch
dat kinderen kinderen zijn. Al gaan mijn
zoontje en dochtertje in den regel gaarne naar
school, ik begreep dat mijn kleine meid er dien
Maandag niet met pleizier zou zitten en
gaf derhalve permissie om thuis te blijven.
Nieuwsgierig wat toch wel de oorzaak van
dien vreemden toestand kon zijn, maakte ik
een visite bij een met me bevriend onder
wijzer, die mij de zaak met zyn gewone wel
willendheid ophelderde.
Jaarlijks wordt er te Sehagen een verga
dering gehouden van onderwijzers uit den
omtrek, onder presidium van den schoolopziener,
waarvoor door 't gemeentebestuur een dag
vacantie wordt gegeven. Die lust gevoelde
naar de vergadering te gaan, begaf zich er
heen, en zij, die geen opgewektheid hadden,
bleven thuis.
Natuurlijk zyn er aan zulk een vergadering
kosten verbonden; ook volgt daarop een maal
tijd, waaraan men altijd op eigene kosten
kan deelnemen.
Nu gaat men naar een vergadering om 't
nut of om 't vermaak, en vindt men er
dat, dan getroost men zich daarvoor soms bui
tengewone uitgaven; maar kan men er dat
voor zich zelf niet vinden, dan blyft men weg
en houdt zijn geld in den aak
't Bleek ieder jaar meer en meer, dat de
onderwijzers zoo begonnen te denken, en op
de eens zoo drukbezochte vergaderingen zag
men steeds meer en meer ledige plaatsen.
«We leven hier in een vrij land!" hoort men
dikwijls zeggen. Die vrijheid is echter be
trekkelijk. Althans een der schoolautoriteiten
besloot dat den onderwyzers, die in hunne
verbeelding al geëmancipeerd waren, eens
anders aan 't verstand te brengen. Om wat
meer levendigheid «in de brouwerij" te brengen
werd 't dictatoriaal besluit afgekondigd, dat
onderwijzers, die de vergadering niet bijwoon
den, verplicht waren dien dag school te honden.
«Yolkomen logisch!" hoor ik iemand uit
roepen.
Zacht wat, vriend. En al zou 't ook logisch
zyn, logica en humaniteit gaan niet altijd ge
paard. Ik voor mij heb meer op met de vrien
delijke humaniteit dan met de gestrenge logica.
Wanneer nu de kinderen buiten 't spel ble
ven, zouden wij burgermenschen er onzen neus
niet aan stooten en denkenlaten die heeren
dat onder elkander uitvechten. Willen de
heeren onderwijzers zich laten maszregelen
als schapen, die stemmeloos zijn voor 't aan
gezicht des scheerders, dat raakt ons niet. Wel
raakt 't ons, wanneer onze kinderen er mee
gemoeid worden want 't moet op ieder den
indruk maken, dat de schoolkinderen hier
worden gebruikt of liever misbruikt
om den onderwijzer te straffen voor ziju
onverschilligheid, de ledigheid
Naar hèt Italiaansch.
42 ooo
«Wij moeten nu maar van het laatste red
middel gebruik maken," verklaarde de dokter,
i Mejuffrouw Bressol moet nu maar in kennis
gesteld worden met het aanzoek van mijnheer
Vasseur en het huwelijk moet zoo spoedig mo-
gelyk voltrokken worden, anders komt alle hulp
te laat."
Bressol, die nu bijna waanzinnig werd van
smart, wendde zich tot Maurice met de vraag
«Zijt ge nog altijd bereid mijn dochter in dien
toestand tot vrouw te nemen
«Ja, van ganscher harte," antwoordde de
jonkman.
«God zegeno u, God zegene u, riep Bressol
uit, terwijl hij Maurice omhelsde. «Ge zult
niet alleen een zoon van mij zijn, maar ook
een engel des hemels, als ge myn dochter
redt."
Bressol wilde nu geen minuut dralen. Hy
ging dadelijk naar Marie, die als gevoelloos
op haar rustbed lag. Hij ging bij haar zit
ten en zei:
Arm, lief kind, wat heb ik een harteleed,
als ik je zoo zie wegkwijnenHet zal my
nog liet leven kosten, als ik je niet spoedig
hersteld zie."
«Arme papa," zei het meisje halfluid. «Maar
het is mijn schuld niet; ik heb alles gedaan
wat de dokter bevolen heeft. Ik ben met ma
ma en met mijnheer Vasseur gewillig overal
heengegaan, ofschoon het mij vreeselyk ver
moeide. Dat heb ik om uwentwil gedaan,
maar voor mijn ziekte is toch geen genezing."
»Ja toch als je maar wilt. De dokter
rekent op genezing, als je zijn raad wilt op
volgen."
«Om u genoegen te doen, zal ik alles doen,
wat de dokter verlangt. Het snijdt my door
het hart, u zoo treurig te zien."
Beloof je me dat, beste Marie?"
«O ja, van harte gaarne. Ik zal alles doen,
wat tot mijn genezing kan meewerken."
«Nu dan, mijn kind, de dokter zegt, dat je
zoo spoedig mogelyk moe.' trouwen, als je ge
nezen wil."
«Trouwen?" vroeg zy ontsteld. «Watheeft
dat met mijn ziekte uit te staan
»0, meer dan je denkt, Marie. Go beroemd
ste geneesheeren zijn tegenwoordig van ge
voelen, dat een spoedig huwelijk het beste
redmiddel is voor meisjes, die tengevolge van
eeü slangenbeet wegkwynen. En voor de mee
ning van zulke geleerde menschen moeten wij
het hoofd buigen."
«Trouwen herhaalde Marie zacht. «Maar
met wien
«Zoo ziek als je nu bent, wil een edelaar
dig jonkman je tot zyn vrouw maken. Ik hoop,
dat je zal inzien hoe edel hij handelt, en hem
niet zult krenken en beleedigen door zyn offer
af te wijzen."
Marie dacht een oogenblik aau Albert,maar
neen, die was zelf zeer ziek. «Ik zal van nie
mand zoo'n groot offer aannemen," zeide zij.
In mijn toestand past het beter,-dat ik er aan
denk mij met God te verzoenen."
«En vraag je niet eens wie aanzoek heeft
gedaan om je hand?" vroeg Bressol droevig.
«Ben jd dan zoo onverschillig voor je redding
«Myn redding?" vroeg zij bitter. «Wat
weet de dokter van middelen om mij te ge
nezen, als hij zelf geen naam weet voor mijn
ziekte Wie overigens den zonderlingen smaak
heeft, met een stervend meisje te willen trou
wen, is my geheel onverschillig. Dat kan
slechts een man zijn, die in bijna wanhopige
omstandigheden verkeert. Iemand, die nog
iets van het leven hoopt, gaat niet over tot
zulk een stap."
«O, je vergist je, kind. Het is een schoon
geestig jonkman met talent en vermogen, en
alleen de liefde is zijn drijfveer. In één woord:
het is Maurice Vasseur."
«Maurice Vasseur!" herhaalde zij ontsteld
en zonk in haar kussens terug.
»Wat is er, mijn kind?" vroeg Bressol ver-
schrik.t «Mag je hem niet goed lijden
Marie sloeg haar oogen naar haar vader
op en antwoordde zacht«Dat niet papa. Ie
der ander had ik ongevoelig afgewezen, maar
bij Vasaeur valt mij dit zwaar. Hij heeft zoo
veel geduid met myn luimen gehad, hij toonde
mij zooveel vriendschap. Hy is zoo onberis
pelijk naar lichaam en geest
«En wil je hem toch afwijzen, Marie Waar
om dan
«Omdat mijn hart aan,een ander toebehoort.
Dat moet ik u nu wel bèfeennen."
Ik vermoedde het reeds lang," zei Bres-
sol zacht. «Die arme Albert maar hij is
ziek hij sterft."
«Dan sterf ik met hem."
«En je laat mij in jammer en wanhoop ach
ter!" kermde de ongelukkige vader. „Weet
je dan niet, dat je mijn eenig geluk, mijn ee
nige hoop bent Wil je dan alleen aan je
zelve denken en myn waanzinnigen angst, mijn
onmetelijke smart vergeten O, je hebt me
zeker nooit liefgehad.
«O, papa, wat pijnigt ge my," riep Marie
uit, terwijl zij in tranen uitbarstte. «Als ge
eens wist, hoeveel ik van u houd, hoe gij met
Albert mijn hart geheel vervult. En ik wil
ook voor u leven, ik zal trachten weder
gezond te worden."
«Dat zijn ijdele woorden, Marie. Dat heb
je mij reeds meermalen gezegd, het is nu tijd
voor daden. Luister daarom naar mijn vuri-
gen wensch, zie dat dwaze gevoel voor dien
hopeloozen zieke uit je hart te verbannen.
Keer tot het leven, gezondheid en geluk te
rug door de hand aan te nemen van een schoo-
nen. krachtigen edelmoedigen jonkman. Je
vader smeekt je op zijn knieën, maak toch
niet, dat dat ik kinderloos ten grave daal."
O, papapapawat doet ge riep Marie,
terwijl zy haar zwakke krachten inspande om
den ouden man* van den grond ep te heffen.
«Papa, sta op, ah ge mij niet dooden wilt.
Ik beloof het u, o God, mijn hart breekt.
Wat moet ik doen Och. papu, ik smeek u
een ding laat my de beslissing tot morgen
uitstellen. Wilt ge mij dit uitstel gunnen
«Dat is billijk, myn kind," antwoordde Bres
sol, verheugd uit zijn knielende houding op
staande. «Maar bedenk, datje het graf voor
je papa graaft, wanneer je de eenig mogelyko
redding afwijst."
Spoedig daarna verliet Bressol zyn dochter
hij begreep, dat zy na dit gesprek rust noo-
dig had. Maar Marie rnstte niet. Zij schreef
een brief aan Smoiloff, waarin zy hem nauw
keurig haar toestand blootlegde. „Als er nog
hoop is op Albert'8 herstel, zal ik volharden
bij mijn tegenstand tegen dit huwelijksplan en
dan zal m£n gezondheid en kracht wel weer
terugkeeren. Maar is er geen hoop meer voor'
hem, dan zal ik mij naar den wensch van
mijn papa schikken om hem myn liefde te
toonen. De dood zal my dan toch wel spoe
dig verlossen," schreef zij, wetende, datFeli-
citas morgen in haar vrijen Zondagmiddag wel
naar haar zou komen zien en dan den brief
zou overbrengen. En Felicitas kwam en bracht
den brief over. Een uur later kwam zij met
het volgende antwoord terug
Waarde Juffer!
Albert is herstellende, maar hy is natunr-
lyk nog niet zoo flink, dat hij voor uw papa
kan treden om aanzoek naar uw hand te doen.
Om alle onaangenaamheden te vermyden, raad
ik u aan, schijnbaar het aanzoek van Maurice
Yasseur aan te nemen. Ter gelegener tyd
zal Albert komen om u van de opgedrongen
minnaar te bevryden. Dat verzekert u ten
stelligste Uw oprechte vriend
Smoiloff.
Wordt vervolgd.