't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. TWEE ERFGENAMEN. No. 1913. Woensdag 17 Juni 1891. Negentiende Jaargang. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG., Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. NIEUWSTIJDINGEN. Vacantie - Ia! Vacantie- Neen Alponiiem ent per 3 maanden binnen de gemeente50 Cent. 3 franco per post 75 Afzonderlijke nummers2 Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Ad.vertentlën van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 16 Juni 1891. Vrijdag bad de matroos le kl. B. J. Meijer 't ongeluk aan boord van Hr. Ms. Koningin Emma der Nederlanden* van de ra te vallen en op 't dek neer te ko men. De man had zich zwaar bezeerd en overleed korten tijd daarna aan de gevol gen van zijn val. Ook Hr. Ms. rammonitor „Draak", commandant de kapitein luitenant ter zee L. Backer Overbeek, zal tegenwoordig zijn bij de aankomst van HH. MM. den Keizer en de Keizerin van Duitschland te IJmuiden. De lammerverzendingen van het ei land Texel zijn voor dit jaar weer afge- loopenalthaus de groote verzendingen. In het geheel zijn 18,175 lammeren uit gevoerd. Sommige veehouders hebben vele lammeren in de weide gehouden, om deze in het najaar met meer kans op winst te ver- koopen. Door nu wijlen den heer J. Borski is f 10,000 vermaakt aan de Noord- en Zuidhollandsche Redding-maatschappij, be last met vruchtgebruik ten behoeve zijner ecbtgenoote, die daarvan echter afstand heeft gedaan. Naar men aan het »Haagsche Dbl." mededeelt, zullen dit jaar nog de revolver pistolen der marine door die, welke bij de landmacht in gebruik zijn, worden vervan gen. Uit de proefnemingen, welke verleden jaar genomen zijn, is gebleken, dat dit laat ste wapen solieder samengesteld en minder gevaarlijk in gebruik is. Daarbij is de vnur- snelheid grooter, terwijl men in beslissende oogenblikken den haan met de trekken kan spannen. Bij de verkiezing te Middelburg is een kiezer, die in Duitschland vertoefde, naar die stad gekomen om zijn kiezers plicht te vervullen, terwijl een ander, die zijn been gebroken bad, op een bed naar het stadhuis is gebracht en zoo zijn biljet in de bus heeft gestopt. Het stoomschip »Wodan" doet dit jaar dienst als eerste haringjager en ver trok Donderdag ji. om den 18n te Lerwick laadklaar te zijn, zoodat de nieuwe haring eeuige dagen later te Ylaardingen kan aan komen. Telenrstelling van een Landverhuizer. Uit geene gemeente van Friesland zijn, tengevolge van den achteruitgang in de laatste tijden, meer personen naar Amerika vertrokken, dan uit het Bildt. Met hoeveel moeielijkheden die menschen soms te kampen hebben, leert ons de ge schiedenis van den 31-jarigen smidsknecht Sleefstra, aldaar, die op aanraden van een in Amerika wonend 'familielid, besloot ook daarheen te trekken met vrouw en drie kinderen. De man begaf zich naar Liverpool en bevond dat de gewone boot, die van daar vertrok, reeds geheel gevuld was met lotgenooten, die een betere toekomst 'gin gen zoeken. Hij kreeg echter plaats op een hulpboot. Op dat schip was het leven der land verhuizers treurig. Zes huisgezinnen had den te zamen één verblijfmen moest, bij gebrek aan bedden en dekens, slapen op ruwe planken, terwijl de slaapplaatsen vun zig en veel te klein waren. De slaapplaats waar het gezin van S. sliep, uit 5 perso nen bestaande, had een inhoud van ruim twee kubieke meter. Daarenboven was het eten slecht en moesten ongeschilde aardappelen gegeten wordenvet kreeg men niethet stukje vleesch was uiterst klein. Alleen het witte brood was goed. Dank zij het gunstige weder, ging de overtocht vlug en men stapte te Amerika aan wal. Voor de ontscheping te New-York moes ten de landverhuizers door twee genees kundigen gekeurd worden, en ging* dit bij anderen oogenschijnlijk vlot, bij S. baadde dit groote teleurstelling bij werd af gekeurd. Daar S. als smidsknecht altijd zwaar werk verricht had en gezond meende te zijn, vroeg hij waarom hij afgekeurd werd en de uitspraak luidde »dat hij te mager was en niet bestand tegen het Amerikaan- sche klimaat." Vrouw en kinderen konden verder reizen, doch het ligt voor de hand, dat zij dit niet deden. De vader werd met de zijnen in een ziekenzaal gebracht, waar zij feite lijk opgesloten werden. Den volgenden ochtend werden zij weder aan boord der boot gebracht, waar hun nog erger lot waélitte. Misschien uit vrees, dat S. zou ontvluchten, sloot de kapitein het gezin in een hok op, waarin het 4 dagen verbleef. Toen het schip in volle zee was, mochten zij hun kerker verlaten. De vrouw van S. een mensch van zwak gestel was tengevolge der weder waardigheden ziek geworden. De dokter aan boord kwam evenwel niet in de hutten en eiken morgen moest S. zijn kranke vrouw op dek dragen. Men kwam te Liverpool, waar het gezin aan wal gezet werd, zonder meer. De agent der stoomboot-maatschappij, aldaar, kwam nu te hulp, verschafte hun logies en liet een dokter komen, die, na de vrouw onderzocht te hebben, voorstelde haar in het hospitaal ter verpleging te doen opnemen. Men wenschte echter als het eenigs- zins kon liever naar het vaderland door te reizen, wat geschiedde. Per spoor ging het tot Huil en vandaar ging het per boot naar Harlingen. Des nachts voor de afvaart sliep het gezin achter de machine in de berg plaats van steenkolen, den volgenden mor gen kwam de kapitein aan boord, die hij is een Harlinger dadelijk op flinke wijze voor de ongelukkigen zorgde. Te Harlingen aangekomen, liet men de menscben met een wagen naar St. Anna Parochie brengen, waar zij in huis geno men werden door J. De Groot en echtge- noote. De Ecbtgenoote van S. is ernstig ziek, hij heeft have en geld verloren en moet thans met de zijnen leven van de gulheid van anderen. Twee Duitschers, net gekleed en van fatsoenlijk uiterlijk, wenschten zich dezer dagen te Breda bij liet Oost-Indische leger te engageeren, en den heer W. ontmoetende, vroegen zij dezen; welken weg zij hiertoe moesten inslaan. De heer W. bracht hen op het plaatselijk bureau, waar zij verna men, dat eerst Maandag de engagements akte kon worden opgemaakt. Daar stonden de Duitschers nu echter met geen halven pfennig in hun zak, niet wetende, hoe on der dak te komen. Zij legden hunne ar moede voor den heer W. bloot, die, bewogen met hun lot, een logement voor hen opzocht en betaalde. Zij bleven er twee dagen, doch toen zij den avond van den tweeden dag wegbleven, kwam de hospes tot de ontdek king, dat zij een kast hadden opengebro ken en daaruit f 30, benevens eenige horlo ges, hadden ontvreemd. En hiermede waren de vogels gevlogen. Vrijdag verkocht een landbouwer te Wouw een zijner beste 1 biggen voor een pond tabak. Wel een 'bowijs dat de varkens aldaar goedkoop zijn. De oudste bewoner van Groningen is een rustend zeekapitein, Boomgaard, die in September 103 jaar hoopt te worden daarna volgt de koopvrouw Cohen, die sedert eenige maanden de 100 reeds ge passeerd is, en de derde van dit triumvi raat is A. Hichentlich, die Donderdag on der velé blijken van belangstelling zijn lOOsten geboortedag gevierd heeft. Hij is de eenige nog levende oud-strij- der aldaar, die in 1815 in den slag bij Waterloo dapper heeft meegestreden. Of schoon zijne beenen nu den dienst weige ren, is zijne gezondheid zeer bevredigend. Hy verheugt zich in het bezit van 140 kinderen, kleinkinderen enz. tot in het vijfde geslacht. Omtrent den moord, te Amsterdam ge pleegd, verneemt de /A. Ct.' nog het vol gende De vrouw M. Bijl woonde met haar kind van twee jaren in het benedenhuis van per ceel 23 in de le Bloemdwarsstraat, waar zij een wasch- en strijkiurichting hield. Lang geleden reeds had zij een betrekking aange knoopt met een kleermaker, welk engagement echter niet lang duurde, daar ziju ongunstig gedrag haar alle reden tot ongerustheid scheen te geveu met het oog op de toekomst. «Als ik trouw had zij meermalen tot de buren gezegd, dan wil ik zóó trouwen, dat ik zelf niet meer behoef te werken." Het scheen, dat dit ideaal haar ontoereik- b'aar toescheen, wanneer zij met den kleerma ker huwdezij schreef hein althans af, trots alle pogingen, welke hy aanwendde, om haar gunstiger ten zijnen opzichte te stemmen. Zoo bleven de zaken gedurende eenigen tijd; hij kwam niet meer bij zijn vroeger meisje aan huis, hoewel hij nu en dan schriftelyk trachtte eene verzoening tot stand te brengen, waartoe zij echter niet genegen scheen. Inmiddels had juffrouw Bijl een nieuwe ken- nismakng aangeknoopt met zekeren decoratie schilder, met wien zij thans volgensde verkla ring der buren «op trouwen stond." Toen deze tijding haar vroegeren beminde ter oore kwam, geraakte deze in een vreeselijk opgewonden toestand, waarin hij het voorne men opvatte, haar op eene of andere wijze te dooden, welk plan hij Donderdagochtend ten uitvoer bracht. Te 11 uur begaf hij zich naar hare woning, waar zy in de voorkamer bezig was met waschgoed door te halen. Aanvankelijk scheen het gesprek zeer vreedzaam geweest te zijn, waarbij hij een laatste poging aanwendde om haar te bewegen van haar voorgenomen hu welijk met den decoratie-schilder af te zien. Toen zij echter bleef weigeren, veranderde het gesprek in een hevige woordenwisseling en plotseling hoorden de buren eenige pistoolscho ten knallen, gevolgd door een rauwen gil, waarna het weder stil werd..' Het vreeselijke vermoeden, dat ten huize van mej. Bijl een misdaad werd gepleegd, bracht dadelyk de lieele buurt in rep en roer een politieagent, die op de Gedempte Rozen gracht geposteerd stond, werd ontboden, en deze klom de trappen op om zich in huis te begeven en een onderzoek in te stellen. Nauwelijks had hij echter de deur geopend, of de woesteling kwam hem dreigend meteen revolver te gemoet en belette hem met de woorden «als je binnenkomt, dan zijn de an dere kogels voor jou" aan zyn voornemen gevolg ta geven. De politieagent week dus terug en alarmeerde o.m assistentie, die spoedig daarop kwam op dagen. Aldus versterkt, begaven de politie agenten zich in JiuiSj en terwijl een paar van hen zich van den woes&elipg meester maakten, namen de anderen het slachtoffer, in een groo- ten plas bloed op den grond liggende, op, dpch bespeurden geen teeken van leven meer. Spoedig daarop waren eenige autoriteiten ter plaatse, die de vermoorde vrouw per bran card naar het Gasthuis, en den moordenaar naar het politiebureau op de Noordermarkt lieten overbrengen, waarna van een en ander proces-verbaal werd opgemaakt. Men beweert, dat de moordenaar vijf re volverschoten op zijn slachtoffer heeft gelost en dat de dood oogenblikkelyk moet zyn ge volgd. Een groote menigte verdrong zich den geheel en morgen in de le Bloemdwarsstraat voor het huis, waar de misdaad was gepleegd. Het kind der vermoorde werd door een der buren voorloopig in huis genomen. Ingezonden. Mijnheer de Redacteur Mag ik U beleefd een plaatsje verzoeken voor 't volgende «Pa, mag ik Maandag ook thuisblijven Met deze vraag naderde my Zondagmorgen mijn dochtertje Marie. «Ook thuisblijven herhaalde ik, «wie blijft er dan nog meer thuis .Wel, Piet! Hij heeft van meester vacantie gekregen en ik niet. Piet, moet ge weten, is mijn zoontje, twee jaar ouder dan zijn zusje. «Gekheid," zeide ik, »als meester 't eene kind vacantie geeft, behoeft toch zeker't ander niet school te komen. Piet, kom eens hier Piet kwam en bevestigde de woorden van Marie. »Maar hoe komt dat dan Is Marie mis schien ondeugend geweest?" »Neen, paverzekerde de kleine driftig. «Och," zei mijne vrouw, die de kamer was binnengekomen, 't kind heeft den geheelen Zaterdagmiddag er al over gezaniktik wou dat die malle schoolm «Bedaar, vrouw!" sprak ik, met het oog op mijn beide spruiten gericht. Ik begreep de zaak niet recht, maar vond 't toch hard, dat't eene kind een vrijen dag kreeg en 't andere niet. Al hebben wij, burgermenschen, van pedagogie geen verstand, we weten toch dat kinderen kinderen zijn. Al gaan mijn zoontje en dochtertje in den regel gaarne naar school, ik begreep dat mijn kleine meid er dien Maandag niet met pleizier zou zitten en gaf derhalve permissie om thuis te blijven. Nieuwsgierig wat toch wel de oorzaak van dien vreemden toestand kon zijn, maakte ik een visite bij een met me bevriend onder wijzer, die mij de zaak met zyn gewone wel willendheid ophelderde. Jaarlijks wordt er te Sehagen een verga dering gehouden van onderwijzers uit den omtrek, onder presidium van den schoolopziener, waarvoor door 't gemeentebestuur een dag vacantie wordt gegeven. Die lust gevoelde naar de vergadering te gaan, begaf zich er heen, en zij, die geen opgewektheid hadden, bleven thuis. Natuurlijk zyn er aan zulk een vergadering kosten verbonden; ook volgt daarop een maal tijd, waaraan men altijd op eigene kosten kan deelnemen. Nu gaat men naar een vergadering om 't nut of om 't vermaak, en vindt men er dat, dan getroost men zich daarvoor soms bui tengewone uitgaven; maar kan men er dat voor zich zelf niet vinden, dan blyft men weg en houdt zijn geld in den aak 't Bleek ieder jaar meer en meer, dat de onderwijzers zoo begonnen te denken, en op de eens zoo drukbezochte vergaderingen zag men steeds meer en meer ledige plaatsen. «We leven hier in een vrij land!" hoort men dikwijls zeggen. Die vrijheid is echter be trekkelijk. Althans een der schoolautoriteiten besloot dat den onderwyzers, die in hunne verbeelding al geëmancipeerd waren, eens anders aan 't verstand te brengen. Om wat meer levendigheid «in de brouwerij" te brengen werd 't dictatoriaal besluit afgekondigd, dat onderwijzers, die de vergadering niet bijwoon den, verplicht waren dien dag school te honden. «Yolkomen logisch!" hoor ik iemand uit roepen. Zacht wat, vriend. En al zou 't ook logisch zyn, logica en humaniteit gaan niet altijd ge paard. Ik voor mij heb meer op met de vrien delijke humaniteit dan met de gestrenge logica. Wanneer nu de kinderen buiten 't spel ble ven, zouden wij burgermenschen er onzen neus niet aan stooten en denkenlaten die heeren dat onder elkander uitvechten. Willen de heeren onderwijzers zich laten maszregelen als schapen, die stemmeloos zijn voor 't aan gezicht des scheerders, dat raakt ons niet. Wel raakt 't ons, wanneer onze kinderen er mee gemoeid worden want 't moet op ieder den indruk maken, dat de schoolkinderen hier worden gebruikt of liever misbruikt om den onderwijzer te straffen voor ziju onverschilligheid, de ledigheid Naar hèt Italiaansch. 42 ooo «Wij moeten nu maar van het laatste red middel gebruik maken," verklaarde de dokter, i Mejuffrouw Bressol moet nu maar in kennis gesteld worden met het aanzoek van mijnheer Vasseur en het huwelijk moet zoo spoedig mo- gelyk voltrokken worden, anders komt alle hulp te laat." Bressol, die nu bijna waanzinnig werd van smart, wendde zich tot Maurice met de vraag «Zijt ge nog altijd bereid mijn dochter in dien toestand tot vrouw te nemen «Ja, van ganscher harte," antwoordde de jonkman. «God zegeno u, God zegene u, riep Bressol uit, terwijl hij Maurice omhelsde. «Ge zult niet alleen een zoon van mij zijn, maar ook een engel des hemels, als ge myn dochter redt." Bressol wilde nu geen minuut dralen. Hy ging dadelijk naar Marie, die als gevoelloos op haar rustbed lag. Hij ging bij haar zit ten en zei: Arm, lief kind, wat heb ik een harteleed, als ik je zoo zie wegkwijnenHet zal my nog liet leven kosten, als ik je niet spoedig hersteld zie." «Arme papa," zei het meisje halfluid. «Maar het is mijn schuld niet; ik heb alles gedaan wat de dokter bevolen heeft. Ik ben met ma ma en met mijnheer Vasseur gewillig overal heengegaan, ofschoon het mij vreeselyk ver moeide. Dat heb ik om uwentwil gedaan, maar voor mijn ziekte is toch geen genezing." »Ja toch als je maar wilt. De dokter rekent op genezing, als je zijn raad wilt op volgen." «Om u genoegen te doen, zal ik alles doen, wat de dokter verlangt. Het snijdt my door het hart, u zoo treurig te zien." Beloof je me dat, beste Marie?" «O ja, van harte gaarne. Ik zal alles doen, wat tot mijn genezing kan meewerken." «Nu dan, mijn kind, de dokter zegt, dat je zoo spoedig mogelyk moe.' trouwen, als je ge nezen wil." «Trouwen?" vroeg zy ontsteld. «Watheeft dat met mijn ziekte uit te staan »0, meer dan je denkt, Marie. Go beroemd ste geneesheeren zijn tegenwoordig van ge voelen, dat een spoedig huwelijk het beste redmiddel is voor meisjes, die tengevolge van eeü slangenbeet wegkwynen. En voor de mee ning van zulke geleerde menschen moeten wij het hoofd buigen." «Trouwen herhaalde Marie zacht. «Maar met wien «Zoo ziek als je nu bent, wil een edelaar dig jonkman je tot zyn vrouw maken. Ik hoop, dat je zal inzien hoe edel hij handelt, en hem niet zult krenken en beleedigen door zyn offer af te wijzen." Marie dacht een oogenblik aau Albert,maar neen, die was zelf zeer ziek. «Ik zal van nie mand zoo'n groot offer aannemen," zeide zij. In mijn toestand past het beter,-dat ik er aan denk mij met God te verzoenen." «En vraag je niet eens wie aanzoek heeft gedaan om je hand?" vroeg Bressol droevig. «Ben jd dan zoo onverschillig voor je redding «Myn redding?" vroeg zij bitter. «Wat weet de dokter van middelen om mij te ge nezen, als hij zelf geen naam weet voor mijn ziekte Wie overigens den zonderlingen smaak heeft, met een stervend meisje te willen trou wen, is my geheel onverschillig. Dat kan slechts een man zijn, die in bijna wanhopige omstandigheden verkeert. Iemand, die nog iets van het leven hoopt, gaat niet over tot zulk een stap." «O, je vergist je, kind. Het is een schoon geestig jonkman met talent en vermogen, en alleen de liefde is zijn drijfveer. In één woord: het is Maurice Vasseur." «Maurice Vasseur!" herhaalde zij ontsteld en zonk in haar kussens terug. »Wat is er, mijn kind?" vroeg Bressol ver- schrik.t «Mag je hem niet goed lijden Marie sloeg haar oogen naar haar vader op en antwoordde zacht«Dat niet papa. Ie der ander had ik ongevoelig afgewezen, maar bij Vasaeur valt mij dit zwaar. Hij heeft zoo veel geduid met myn luimen gehad, hij toonde mij zooveel vriendschap. Hy is zoo onberis pelijk naar lichaam en geest «En wil je hem toch afwijzen, Marie Waar om dan «Omdat mijn hart aan,een ander toebehoort. Dat moet ik u nu wel bèfeennen." Ik vermoedde het reeds lang," zei Bres- sol zacht. «Die arme Albert maar hij is ziek hij sterft." «Dan sterf ik met hem." «En je laat mij in jammer en wanhoop ach ter!" kermde de ongelukkige vader. „Weet je dan niet, dat je mijn eenig geluk, mijn ee nige hoop bent Wil je dan alleen aan je zelve denken en myn waanzinnigen angst, mijn onmetelijke smart vergeten O, je hebt me zeker nooit liefgehad. «O, papa, wat pijnigt ge my," riep Marie uit, terwijl zij in tranen uitbarstte. «Als ge eens wist, hoeveel ik van u houd, hoe gij met Albert mijn hart geheel vervult. En ik wil ook voor u leven, ik zal trachten weder gezond te worden." «Dat zijn ijdele woorden, Marie. Dat heb je mij reeds meermalen gezegd, het is nu tijd voor daden. Luister daarom naar mijn vuri- gen wensch, zie dat dwaze gevoel voor dien hopeloozen zieke uit je hart te verbannen. Keer tot het leven, gezondheid en geluk te rug door de hand aan te nemen van een schoo- nen. krachtigen edelmoedigen jonkman. Je vader smeekt je op zijn knieën, maak toch niet, dat dat ik kinderloos ten grave daal." O, papapapawat doet ge riep Marie, terwijl zy haar zwakke krachten inspande om den ouden man* van den grond ep te heffen. «Papa, sta op, ah ge mij niet dooden wilt. Ik beloof het u, o God, mijn hart breekt. Wat moet ik doen Och. papu, ik smeek u een ding laat my de beslissing tot morgen uitstellen. Wilt ge mij dit uitstel gunnen «Dat is billijk, myn kind," antwoordde Bres sol, verheugd uit zijn knielende houding op staande. «Maar bedenk, datje het graf voor je papa graaft, wanneer je de eenig mogelyko redding afwijst." Spoedig daarna verliet Bressol zyn dochter hij begreep, dat zy na dit gesprek rust noo- dig had. Maar Marie rnstte niet. Zij schreef een brief aan Smoiloff, waarin zy hem nauw keurig haar toestand blootlegde. „Als er nog hoop is op Albert'8 herstel, zal ik volharden bij mijn tegenstand tegen dit huwelijksplan en dan zal m£n gezondheid en kracht wel weer terugkeeren. Maar is er geen hoop meer voor' hem, dan zal ik mij naar den wensch van mijn papa schikken om hem myn liefde te toonen. De dood zal my dan toch wel spoe dig verlossen," schreef zij, wetende, datFeli- citas morgen in haar vrijen Zondagmiddag wel naar haar zou komen zien en dan den brief zou overbrengen. En Felicitas kwam en bracht den brief over. Een uur later kwam zij met het volgende antwoord terug Waarde Juffer! Albert is herstellende, maar hy is natunr- lyk nog niet zoo flink, dat hij voor uw papa kan treden om aanzoek naar uw hand te doen. Om alle onaangenaamheden te vermyden, raad ik u aan, schijnbaar het aanzoek van Maurice Yasseur aan te nemen. Ter gelegener tyd zal Albert komen om u van de opgedrongen minnaar te bevryden. Dat verzekert u ten stelligste Uw oprechte vriend Smoiloff. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1