't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
TVEE ERFGENAMEN.
Ho. 1923.
Woensdag 22 Juli 1891.
Hegentiende Jaargang.
NIEUW STIJDIHGEN.
AUonnem ent
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>8 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Buruux: SPOORSTRAAT en ZUIOSTRAAT.
AUvertontien
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaus bezorgd zijn.
HELDER, 21 Juli 1891.
Dr. Proost heeft voor het beroep
naar de Herv. Gemeente alhier bedankt.
Ds. W. den Hengst, alhier, heeft
bedankt voor het beroep naar de Ned.
Ger. gemeente te St. Anna Parochie.
De heer J. Oden, leerling aan de
zeevaartkundige school van den heer W.
Bakker alhier, heeft voldoend examen af
gelegd voor 3en stuurman ter groote zeil
vaart.
Bij koninkl. besluit van 16 dezer is
de meesterknecht bij 's Rijks werf te Wil
lemsoord E. Faber benoemd tot broeder
in de orde van den Nederlandschen Leeuw.
De minister van marine brengt ter
kennis van zeevarenden, dat in het tijd
vak van af 27 Juli tot einde September
a s. van het fort Kaap Hoofd, Den Helder,
schietoefeningen zullen gehouden worden
met gevulde granaten. De richting, waarin
gevuurd zal worden, is N. *f4 "W. Tijdens
de oefeningen zal op de reddingskaap op
de zandplaat Onrust een roode vlag waai
en, ter aanduiding van de onveiligheid
van het terrein, dat zich over genoemde
zandplaat en de aangrenzende vaarwaters
uitstrekt.
Aan de beide oevers van het Heldersche
kanaal nabij de Keizerstraat zijn dezer dagen
de werkzaamheden aangevangen voor den on
derbouw van een brug aldaar, terwijl bet pont-
veer een weinig noordwaarts is verplaatst. De
omwonenden en allen, die zich herhaaldelijk
van de Westgracht in de richting West- en
Zuidstraat moeten bewegen, zullen voorzeker
met onverdeeld genoegen hebben opgemerkt,
dat deze werkzaamheden aanvingen, en dat
thans het uitzicht bestaat het spoedig tot stand
komen van een zeer gewenscht Communicatie
middel daar ter plaatse. Volgens met de aan
nemers gesloten overeenkomsten, moet de brug
tegen St. Nicolaas gereed komen.
H. M. de Koningin en H. M. de
Koningin-Regentes hebben aan de commis
sie van feestviering tot herdenking van den
„Tiendaagschen veldtocht" een bijdrage
doen toekomen van f500de Groothertogin
van Saksen Weimar f100 en de Prinsen
Prinses van Wied ieder f50.
Vrijdagavond is te Amsterdam aan
gekomen het s.s. Prins Willem II", van
den Kon. West-Ind. Maildienst, aan boord
waarvan zich bevond de gewezen Gouver
neur van Suriname, Jhr. Mr. de Savornin
Lohman. Bij de aankomst was de Heer G.
A. Baron Tindal, een van de directeuren
der maatschappij, tegenwoordig.
Met de werkzaamheden tot vermeer
dering van ijzeren droogdokken der gemeen
te Rotterdam is een begin gemaakt. Bij de
twee thans bestaande dokken zal een derde
worden gevoegd, van buitengewoon groote
afmetingen. Daar het tegenwoordige bassin,
waarin de dokken liggen, te klein is voor
drie dokken, moet het naastbijgelegen ter
rein onder de gemeente Charlois wordan
uitgegraven, waarmede thans is begonnen.
Men hoopt nog dit jaar het nieuwe dok,
geheel ingericht volgens de nieuwste eischen,
in gebruik te kunnen nemen.
De landlieden in de polders langs
de Vecht, vooral tusschen Nieuwersluis en
Loenen, hebben zeer veel last van de snoe
ken, welke, bij gebrek aan aas, de kiekens
hunner eenden wegrooven. Ongelooflijk
veel visch moet daar verleden winter ge
durende de veertienweeksche vorst gestikt
of doodgevroren zijner is, tengevolge
daarvan, bijna geen witvisch, waarop de
snoek aast, en hij stelt zich nu maar te
vreden met een eendekuiken.
Veel last hadden de boeren ook gedu
rende den winter van de hazen, die van
alle kanten over het ijs kwamen en al
hun boerekool wegroofden.
Onder een grooten toeloop van be
langstellenden en nieuwsgierigen is Vrij
dagmorgen te Brodegrave met militaire
eerbewijzen het stoffelijk overschot van
den oudstrijder Wilhelmus van Efferen
aan den schoot der aarde toevertrouwd.
In 1804 te Bodegrave geboren, werd hij
bij de belegering van den citadel van Ant
werpen in Dec. 1832 door een kanonsko
gel gewond, ten gevolge waarvan hem de
linkerarm is afgezet geworden.
Nog in datzelfde jaar ontving hij zijne
benoeming tot ridder van de Militaire
Willemsorde 4e kl., en verkreeg hij eenige
maanden later de medaille met een j aar
lij ksch gagement van f91.
Toespraken werden gehouden door den
burgemeester en den predikant der Herv.
gemeente.
Donderdagavond is te Waterland
kerkje de eenige zoon van den landbouwer
Verbrugge door een paard zoodanig ge
slagen, dat hij spoedig daarna bezweek.
Te Wildervank is bericht ontvangen,
dat het aldaar thuisbehoorende zeetjalk-
schip van kapitein J. Sloots met man en
muis is verongelukt.
Een paar jeugdige geliefden, die van
wederzijdsche ouders niet veel medewer
king ondervonden, besloten Vrijdag zich
te verdnnken. Zoo gezegd zoo gedaan en
levensmoede wierpen zij zich in het ver-
verschingskanaal te 's Gravenhage. Zij wer
den echter gered en geheel ververscht''
werden ze onder luide hoerah's der straat
jeugd, die hun vochtig spoor volgde, naar
huis gebracht.
De bekende Friesche dwerg Gerrit
Keizer, thans 17 jaren oud, vertoeft sedert
eenige dagen in zijne geboorteplaats, Oude-
Biltzijl. Hij reist in gezelschap van zijn
moeder of zuster en is tegenwoordig ver
bonden aan een circus, dat in den laatsten
tijd voorstellingen gaf te Parijs en te Lon
den. Steeds blijft hij hetzelfde kleine,
tengere ventjehoewel van evenredigen
lichaamsbouw, doet hij in lengte onder
voor menig tweejarig kind. Zijne verstan
delijke vermogens zijn goed, doch hjj is zeer
eigenzinnig. Op school reeds toonde hij
zich bijzonder koppig en later viel hij zijne
ouders herhaaldelijk lastig om snoepcen-
ten, welke hem, naar hij meende, toekwa
men als kostwinner voor het geheele gezin.
Al spoedig reisde hij op kermissen en
begreep zeer goed, hoe nuttig hij zijn
overigens arme familie was. Van tijd tot
tijd echter genoot hij thuis zijne volle
vrijheid. Thans vermaakt hij zich op straat
en speelt met de jongens van het dorp.
Binnenkort evenwel vertrekt hij weer naar
Parijs en Berlijn.
Bij den opperrabbijn Dr. Ritter, te
Rotterdam, is een schrijven ontvangen nit
Kowno, in Rusland, waarin hulp wordt
gevraagd voor tienduizend ongelukkigen,
die, van alles ontbloot, in het open veld
kampeeren.
Volgens het verhaal van een ooggetuige
worden er in den omtrek van Parijs proeven
genomen met een vliegmachine, ontworpen
door den heer M. Ader, electro-ingenieur.
Daar do proeven in een afgesloten gedeelte
terrein plaats hadden, was de waarnemer slechts
in de gelegenheid om zoo goed en kwaad als
zulks ging, een schets van dat werktuig te
maken, zoo als het zich uitwendig aan hem
voordeed.
Deze schets met korte beschrijving komt
voor in het Fransche weekblad „lTlustration",
waaraan het volgende ontleend wordt
Volgens verkregen inlichtingen heeft deze
machine zich werkelijk 15 a 20 M. in de lucht
verheven en eenige honderden meters ver ge
vlogen.
Zij bestaat uit twee beweegbare groote vleu
gels, die een vlucht van omstreeks 15 M.
bezitten, en met gewrichten verbonden zijn
aan een middengedeelte (lichaam), waarin zich
eene zitplaats voor den bestuurder vau het
werktuig bevindt. Een schroef met vier groote
bladen dient om de richting van beweging te
regelen. Het geheel zou vervaardigd zijn van
teenwerk (wilgenhout), of uit dun blad allu-
minium;het soortelijk gewicht van dit metaal
is hoogstens 2.7) dat met zijde overtrokken
wordt.
De verhaler in bovengenoemd Fransch blad
twijfelt en waarschijnlijk zeer te recht
aan de practiscbe waarde van dit werktuig,
namelijk, om langer dan gedurende een zeer
korten tijd te vliegen; want welke is de beweeg
kracht en hoe wordt die gevoed
Intusschen moet men iu deze eeuw van soms
bijna ongelooflijke uitvindingen men denke
slechts aan die op electrisch gebied voor
zichtig zijn met te zeggen, dat iet3 wat niet
bepaald tegen een bekende natuurkracht in-
druischt (bijv. het naar boven vallen van een
steen), onmogelijk is. Waarom zou men er niet
in kunnen slagen om ook in de lucht even
als in bet water een lichaam, als dit maar
voldoende groot en licht is, zich te doen bewe
gen Men stuit daarbij wel op groote moeie-
lijkheden, als de groote ijlheid (lichtheid) der
lucht, de inrichting der machine, de beweeg
kracht, de besturingen bij de verschillende
luchtstroomingen, enz., maar niemand kan met
zekerheid zeggen, dat deze niet eenmaal over
wonnen zullen worden en dat men er nimmer
in slagen zal, om zoowel een goed bestuurbaren
luchtballon als een mecbanischen vogel (vlieg
machine) samen te stellen.
Liverpool, 18 Juli. Hedenmorgen zijn
bij de werken voor het Manchester scheep-
vaartkanaal, een locomotief en elf waggons,
van de ophooging waarover de spoorweg
loopt, gestort en neergekomen op een aantal
arbeiders die daar bezig waren.
Tot dusverre zijn er elf dooden gevonden
en velen zijn gewond.
Eenige weken geleden deden wij
mededeeling omtrent staking van het goe
derenvervoer op Zon- en feestdagen op de
spoorwegen in Zwitserland.
Thans kunnen wij berichten, dat dit
voorbeeld ook in België navolging heeft
gevonden.
De Belgische Regeering nl. heeft daar
omtrent 't volgende besluit uitgevaardigd
Van 20 Juli a. s. af is op Zon- en
feestdagen het goederenvervoer gestaakt
en mogen op zulke dagen, behalve de goe
deren, welke aan bederf onderhevig zijn
en met sneltreinen moeten worden ver
voerd, geen andere goederen ter verzen
ding worden aangenomen.
Bij de uitvoering van dit besluit is tot
20 October a.s de meeste zorg in acht
te nemen, teneinde den handel hieraan van
lieverlede te gewennen. Dit besluit is ge
nomen om aan den spoorwegambtenaren
een vrijen Zondag te verschaffen.
.Joden-vervolging
Zooeven had ik bij mij", schrijft dr.
L. H. Wagenaar in de Friesche Kerk
bode, >een uit Moskou verdreven jood, een
jongeling van 18 jaren. Hij sprak in eigen
aardig dialect vloeiend Duitsch, waarin hij
de volheid zijner zielesmart uitstortte.
Aangrijpend was het, wat hij in soms
jna woeste welsprekendheid verhaalde van
dien hangen Paaschnacht, toen ze met hun
achthonderden gedreven werden naar het
station. De sneeuw lag een mensch hoog.
Het vroor hard. Ze mochten niet in het
>Bahnhof', in de wachtkamer, schuilen,
doch stonden den gansehen nacht buiten
De kozakken namen hun hunne pelsjassen
en mantels af en dekten hunne paarden er
mee. Hij zag een vrouw, met een kind aan
de borst, van haar mantel beroofd, neer
zinken en doodvriezen op de sneeuw
»Ik ben", riep hij hartstochtelijk uit, erger
dan een hond. Een hond heeft een princi
paal een balling heeft niemand geen
vaderland, geen mensch, wienhij toebehoort;
telkens breekt er een stuk af, totdat hij
weg is Dat is ballingschap. Gisteren
avond heeft de rabbijn mij deze kleederen
gegeven. Had hij mij liever de witte ljjk-
kleederen aangetrokken. In deze wereld ia
niets meer voor mg.
Ik had een zaak buiten Moskouik
droeg een gouden horloge. Men heeft mij
alles ontroofd. Ik heb niets meer ik ben
een bedelaar, en dat is niet te verdragen.
Als ik op Zaterdag had willen werken
en op Zondag naar de kerk gaan, dan had
ik kunnen blijven, doch ik mocht het ge
loof mijner vaderen niet verloochenen".
Tegenwoordig wordt de Zondagsrust te
Parijs krachtdadig voorgestaan.
Door het aantal winkels, die vroeg in den
voormiddag sluiten, is het voorkomen der Fran
sche hoofdstad zeer blijkbaar veranderd. Ook
heeft de Regeering een stap gedaan in die
richting, daar sinds 1 September 11. alle post
kantoren te 6 uur namiddags worden gesloten.
In de magazijnen van 't ffLouvre" vraagt men
den koopers des Zaterdags, of 't gekochte ook
den volgenden Maandag bezorgd mag worden
en de meeste spoorwegmaatschappijen beijve
ren zich, om den beambten en werklieden op
Zondag zoo weinig werk te geven als moge
lijk is. Zoo telt de maatschappij van den spoor
weg ParijsLyon den Zondag met mede in
de contracten voor de aflevering van koop
mansgoederen en de terugzending van ledige
waggons, en op verseheidene spoorweglynen
is het langzame goederenvervoer op don Zon
dag geheel afgeschaft. (N. v. d. D.)
Volgens het Berliner Tageblattheeft
het bezoek van keizer Wilhelm aan
Nederland al dadelijk grooten invloed uit
geoefend in de handelswereld. Thans zijn
de Duitsche handelswaren," zegt het blad,
weer de meest geliefde en gezochte gewor
den. Vroeger moesten zij die eer deelen
met de Fransche en de Engeleche."
Het „Tageblatt" weet 't nog maar half.
Alle modisten hebben hare relatiën met Pa
rijs laten varenzijde wordt niet meer
gedragenBordeauxwijn en Champagne
lust niemand meerde middag- en avond-
treinen naar Parijs vertrekken ledig. Daar
entegen is hier te lande nog nooit zoo'n
aanvoer van braadworst geweest en zijn
de bestellingen voor zuurkool enorm.
Ingezonden.
Helder, 15 Juli 1891.
Geachte Redactie!
Op de eerste dagen der volgende maand
zullen in den Haag feesten gevierd worden,
't Zal dan 60 jaren geleden zijn, dat onze
toenmalige Prins van Oranje, later Koning
Willem II, het //voorwaarts" toeriep aan het
Nederlandsche leger, dat daarop de grenzen
overschreed en het vijandelyke België binnen
rukte. De 10-daagsche veldtocht volgde, waarin
ons leger zich, inzonderheid bij Hasselt en bij
Leuven, herhaaldelijk lauweren verwierf. Aan
de mannen, die zich in de jaren 1880 en 1831
door wèlbeproefde trouw aan Vaderland en
Koning onderscheidden, werd door Z. M. Ko
ning Willem I een eeremetaal geschonken,
onder den naam van het Metalen Kruis, welk
eereteeken vervaardigd werd van 't metaal der
kanonnen, die in den 10-daagschen stryd op
den vijand waren veroverd. Het Metalen Kruis
prijkte weldra op de borst onzer dapperen, die
in later jaren zich vereenigden tot een Bond
en naar het geschonken onderscheidingsteeken
//Metalen-Kruis-Vereeniging" werd genoemd.
In den loop der jaren zijn tal van oud
strijders uit de dagen van 1830/31 den weg
gegaan van alle vleesch, en na verloop van
60 jaren zyn de gelederen dier voormalige
krygers ontzettend gedund. Bewaard gebleven
voor den dood op het slagveld, heeft een Hoo-
gere Macht reeds velen hunner het beslissend
z/plaats rusttoegeroepen. Aanleiding te over
dus voor de overgeblevenen, om op den 60en
verjaardag der roemruchtige wapenfeiten den
juichtoon aan te slaan. Doch het voegt niet
allen, om het feest in de residentie by te wo
nen. Onderscheidene oorzaken zullen voor me
nigeen wel een beletsel zijn, om den tocht
naar de Ooievaarsstad te ondernemen. Zou er
nu ook iets gedaan kunnen worden, om het
den mannen van 1830/31, die zich hier ter
plaatse bevinden, op de eerste dagen van Au
gustus niet aan feestvreugde te doen ontbre
ken De vermelding van het bovenstaande
leidt wellicht tot het ontwerpen van een plan
daartoe.
Met betuiging myner hoogachting, heb ik
de eer te zijn, Uw dw. dn.,
K.
Ook hier.
In 't .Algemeen Handelsblad", komen ach
tereenvolgens belangryke artikelen voor onder
het opschrift Vervuiling van bodem
e n w a t e r. De schrijver haalde dezer da
gen eenige uitspraken aan van geleerden, die
over dit onderwerp in een of ander geschrift
hun gevoelen hebben doen kennen. We vin
den over die adviezen het volgende van prof.
G. van Overboek Meijer.De ingezetenen
behooren doordrongen te zijn van het besef
dat in een beschaafd land niemand
het recht heeft, het vuil uit zijn woning op
den openbaren weg of in het openbare water
te werpen. Waar zulks desniettemin geschiedt,
is het een schande voor de stad en het land.«c
Steller dezer meent, dat dit woord van den
professor ook hier wel eens mag herinnerd
worden. Wandelende langs het Heldersche
Kanaal, maakt men meermalen de opmerking
dat moedwillig allerlei vuil in die gracht wordt
geworpen, en langs de verschillende grachten
en straten der gemeente gaande, ziet men,
Naar het Italiaansch.
51 -ooo—
XLI.
Mevrouw Dubieff was hevig geschrikt door
het arresteeren van de gevaarlijke misdadigers
in haar tuin, en door de ontdekking van de
deur in den tuinmuur, waarvan zij het be
staan zelfs niet vermoed had.
z/Hoe gemakkelijk hadden die schurken in
mijn huis kunnen binnendringen," dacht zij.
//Hoe gemakkelyk hadden zij mij kannen be
stelen of vermoorden Maar dat is een waar
schuwing voor my. Morgen laat ik een tim
merman komen en overal, aan deuren en ven
sters, goedsluitende luiken maken. En die deur
moet toegemetseld worden. Men zou zich ten
laatste in zijn eigen huis niet meer veilig ach
ten.»
De goede vrouw vermoedde niet, dat haar
voorzorgsmaatregelen te laat kwamen en dat
een misdadiger iu den afgeloopen nacht haar
huis reeds bezocht en de arme Felicitas gedood
had.
Het was doodstil in haar huis, allen slie
pen behalve de liefdezuster, die hij het lijk
van Felicitas waakte en bad. De jonge doode
lag in een wit kleed in de kist. Zij scheen
slechts te slapen, haar wangen hadden de ge
zonde kleur niet eens verloren.
Onophoudelijk liet de liefdezuster de ko
ralen van haar rozenkrans door haar vingers
glijden. Zij had het gelaat van de doodkist
afgekeerd, want hoewel zij gewoon was bij
dooden te zijn, toch vestigde zij niet gaarne
het oog op dit jonge meisje, wier vroegtijdig
afsterven haar zeer getroffen had.
Een licht gedruisch als van een zucht deed
de liefdezuster opkijken. Het geluid kwam van
achter haar rug, maar zy durfde daar niet
heen zien. Voor de eerste maal in haar le
ven kwam bij haar vrees voor spoken. Het
gedruisch herhaalde zich het werd ster
ker daar hoorde zij het ruischen van een
kleed. Zy verzamelde al haar moed en keerde
langzaam haar gelaat om, doch op datzelfde
oogenblik uitte zij een kreet van schrik en
viel op de knieën. Felicitas zat recht op in
de doodkist en staarde met wijdgeopende oo-
gen in het rond.
Mevrouw Dubief had den kreet van de lief
dezuster gehoord en kwam in groote haast
naar boven. Zij opende de deur der ka
mer en gilde van angst en ontsteltenis, toen
zij Felicitas uit de kist zag klimmen.
z/Een wonderriep de liefdezuster. //De
doode is opgestaan."
Doch dat wonder was slechts schijnbaar.
Het Pruisisch zuur, dat Verdier had bereid,
was niet sterk genoeg geweest en had haar
slechts verdoofd. Zy was nu alle gevaar te
boven en keerde tot het leven terug.
Mevrouw Dubief kwam langzamerhand weer
tot haar zelve. Door de liefdezuster gehol
pen, bracht zij Felicitas op haar eigen kamer
om haar te onttrekken aan het gezicht op
de doodkist en de brandende kaarsen. En
nauwelijks lag Felicitas op den divan of zij
verviel in een verkwikkenden slaap, die tot den
volgenden middag duurde.
Paul de Gibray zat aan haar bed toen zij
de oogen weder opsloeg. Onder duizend kus
sen noemde hij haar zijn geliefde dochter en
beloofde haar een toekomst vol geluk en vreugde.
XLII.
Vier maanden later hield het Hof van As-
sises te Parijs zitting om het vonnis uit te
spreken over Lartige en Verdier. Zij werden
veroordeeld tot den dood door den strop. De
misdadigers kwamen niet in hooger beroep,
want hun vonnis zou toch niet verzacht wor
den en als ze nu toch sterven moesten, dan
maar liefst spoedig. Drie dagen daarna werd
het vonnis aan hon voltrokken.
De stomme knecht werd vrijgelaten, daar
de beide misdadigers verklaard hadden, dat
hy niets van hun daden had geweten.
Michaël Bermont en Dhauvin waren niet
in Londen te vinden, toen de politie hen daar
zocht. Stellig waren zij gewaarschuwd en had
den bijtijds de vlucht genomen naar Amerika.
De kolossale erfenis van Armand Dharville
ging in haar geheel overgaan de twee erfge
namen Marie en Felicitas.
Romanzoff, de Russische edelman, die Lar
tige omgekocht had, om gravin Kurawieft te
vermoorden, stierf te Petersburg aan een vree-
selijke kwaal, waaraan hij jaren leed.
Valentine overleefde Maurice Vasseur slechts
weinige weken. Zij stierf in het gekkenhuis
gedurende een aanval van delirium.
Een jaar na haar dood trad^haar dochter
Marie met Albert de Gibray voor het trouw-
altaar. Liefde en geluk hadden aau de beide
jongelieden gezondheid en levenskracht terug
gegeven. Bressol en Paul de Gihray voeldeu
zich verjongd by den aanblik van hun geluk
kige kinderen.
Op datzelfde uur en in dezelfde kerk ze
gende de priester nog een ander huwelijk in,
namelijk dat van Felicitas met graaf Iwanoff
Smoiloff Kurawieff. De edele graaf had om
zijn liefde alle veroordeelen van zijn stand ter
zijde gezet en gevoelde zich gelukkig, toen de
burgerlijke Felicitas zijn aanzoek niet afwees.
Magdelena leeft teruggetrokken in haar ge
boorteplaats. In haar laatste uren had Amata
haar tot erfgenaam gemaakt, zoodat zy onbe
zorgd haar levenseinde kan afwachten. Zy
moet echter aan Sylvain en Galonbert een
jaarlijksch pensioen van duizend francs uitbe
talen.
De twee vrienden bleven in vriendschap
samen voortleven en verlieten den dienst by
de politie. Elke week bezoeken zij Amata's
graf om voor haar te bidden en telkens den
ken zij vol dankbaarheid aan de goede vrouw,
die hen op het goede pad bracht.
EINDE.—