't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
£si Slrllfl tnsscliei LMde en Eer.
No. 1926.
Zaterdag 1 Augustus 1891.
Negentiende Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
Gemeenteraad van Helder.
NIEUWSTIJDINGEN.
i
A"bonn©m©nt
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Buruux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Ad.vertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
AUGUSTUS, Oogstmaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 4 u. 28 m.
Onderg. H 7 u. 42 m.
Zondag 2 Verjaardag van H. M.
Koningin-Regentes.
Maandag 3
Dinsdag 4 Nieuwe Maan.
Woensdag 5
Donderdag 6
Vrijdag 7
Zaterdag 8
Zitting van Dinsdag 28 Juli 1891,
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 16 leden; afwezig de heerFranken.
Na de opening der vergadering, worden de no
tulen der zitting van 26 Juni jl. voorgelezen en
goedgekeurd. Vervolgens wordt door B. cn W.
ter tafel gebracht de rekening en verantwoor
ding over 1890, sluitende aldus: Ontvangsten
f 195.509.74^, uitgaven f 183.011.35, goedslot
f 12.498.38}. Het onderzoek dezer rek. en ver-
antw. zal geschieden in de afdeelingen van den
Raad, die op 11, 12 en 14 Augustus a.s. zullen
vergaderen. Voorlezing geschiedt van een schrij
ven des heeren J. Pot, te Alkmaar, houdende
verzoek om, bij wijze van proef, een 12-tal palen
voor de telefoon-geleiding te mogen plaatsen op
de voetstraat aan de Hoofdgracht. Dit verzoek lokt
het opperen van vrij wat bezwaren nit en o. a.
wordt betwijfeld, of de Raad tot het toestaan er
van wel de noodige macht heeft. Ten slotte wordt
het verzoek, met 12 tegen 4 stemmen van de
hand gewezen. Na voorlezing van een brief
van den heer dr. Snijders, te Landsmeer, 't be
richt inhoudende, dat hij zich genoodzaakt ziet
zijne sollicitatie naar de betrekking van genees
heer voor de armen-practijk alhier in te trekken,
wordt besloten, opnieuw een oproeping van sol
licitanten te doen. Er wordt voorgelezen eene
missive van 't Bestuur der vereeniging „Liefda
digheid naar Vermogen", inhoudende het ver
zoek, dat het gemeentebestuur een gebouw moge
stichten, bestemd tot huisvesting van bejaarde
lieden, onverschillig tot welk kerkgenootschap zij
behooren. Na eenige discussie, wordt besloten,
dit verzoekschrift in handen te stellen van B. en
W. en er bij de behandeling der begrooting voor
1892 op terug te komen.
Daarna geschiedt voorlezing van een adres van
diakenen der Ned. Hervormde Gemeente, alhier,
waarin gevraagd wordt om, voor de vestiging van
een gesticht voor ouden van dagen, eenigen grond,
eigendom der gemeente, gelegen aan 't uiteinde
der Oostslootstraat, in erfpacht te verkrijgen.
Eenige discussie volgt over de vraag, op welke
wijze men het best aan 't verzoek van diakenen
zal kunnen voldoen, en ten slotte wordt het ver
zoek om den grond in erfpacht te verkrijgen, met
op 1 na algemeene stemmen aangenomeu. Tegen
stemde de heer Oudenhoven. Na voorlezing
van 't rapport van B. en W. en de commissie
voor 't Zeevaartkundig onderwijs wordt van ge
dachten gewisseld voor enkele deelen van dat
rapport. Daarna wordt besloten, de voorwaarden,
door den Minister van Binnenlandsche Zaken
gesteld, te aanvaarden en tot stichting der Zee
vaartkundige School over te gaan. Door den
Raad wordt kennis genomen van het door den
heer Vos indertijd ingediende voorstel tot reor
ganisatie van de tractementen der onderwijzers
en onderwijzeressen bij de gemeentescholen, en
van wijzingen van dat voorstel, door B. en W.
ontworpen. In hoofdzaak wordt daarbij bepaald,
dat bij 't beiit der hoofdacte eene verhooging der
jaarwedde met f 100, en bij 't bezit der acte voor
gymnastiek met f 50 zal worden toegestaan en
dat er om de 4 jaren of om de 8 jaren eene
verhooging van f50 'sjaars zal plaats hebben.
Uit de becijferingen blijkt, dat gedurende den tijd
van 11 jaren het voorstel-Vos eene vermeerdering
van uitgaaf, ten bedrage f 46100, en het voor
stel van het Dag. Best. eene vermeerdering van
f32600 zal ten gevolge hebben. In deze bereke
ning zijn de verhoogingen wegens 't verkrijgen
der hoofdacte en van de acte voor de gymnastiek
niet begrepen. De heer Vos licht zijn voorstel
toe, doet uitkomen, dat de meerdere uitgaven
niet zoo aanzienlijk zullen zijn, omdat er telkens
mutatiën plaat* hebbendat de gunstige uit
zichten nitslnitend voor de onderwijzers 't gevolg
er van zijn, dat deze hunne betrekking blijven
bekleeden ook gehuwd zijnde, terwijl de onder
wijzeressen, die tronwen gaan, hare betrekking
daardoor verlaten. Eindelijk uit hij deu wensch,
dat de aanspraak op verhooging niet worde be
rekend, zoo als B. en W. willen, van af 1886,
maar zooals door hem is voorgesteldvan af
ieders aanstelling. Bij de verdere discussie
bepleit de heer Zur Mühleu de gelijkstelling der
onderwijzeressen net de onderwijzers, en dringen
de heeren Zur Mühlen en over de Linden aan
op een onderzoek dier voorstellen door eene com
missie. Op voorstel des Voorzitters, wordt echter
besloten de voorstellen voor de leden ter visie
te leggen, en ze in behandeling te nemen tege
lijk met de begrooting voor den dienst van 1892.
Er geschiedt voorlezing van een brief van den
Commissaris van Politie, waarin wordt voorge
steld, het bedrag der vrijvallende gelden, wegens
het niet in gemeente-dienst hebben der Rijks
veldwachters als buitengewone toelage af te staan
aan de gezamenlijke politie-beambten der gemeente,
die gedurende de plaats gehad hebbende kermis
met ijver en beleid zijn werkzaam geweest tot
handhaving der orde. Dit voorstel wordt door
B. en W. ondersteund en na eenige discussie
met eenparige stemmen aangenomen. Door den
heer Bakker werd nog voorgesteld, bij 't ver
kenen dier toelage een brief te voegen, waarin
tevredenheid zou worden betuigd, doch de Voor
zitter meende, dat uit het toestaan der toelage
die tevredenheid genoegzaam bleek. Toen de hr.
Zur Mühlen het door deu heer Bakker voorge
stelde in stemming wenscht gebracht te zien.
verzette zioh de Voorzitter hiertegen, de discussie
over dit onderwerp sluitende. Mededeeling
geschiedt van eene correspondentie van B. en W.
met den heer C. Maalsteed, eigenaar van het
park Tivoli, over de demping der sloot ten zuiden
van genoemd park en over den aanleg van afwa
teringen aan de zijden van de 2e Vroonstraat en
van de Koningstraat. De korte discussie, die
hierover plaats heeft, eindigt met de aanneming
van een voorstel, door den heer Klik gedaan, om
deze atnkken in handen te stellen van de com
missie van bijstand voor de Gemeentewerken.
Voor kennisgeving worden aangenomen de mede-
deelingen, dat HH. Ged. 8taten hunne goedkeu
ring hebben gehecht aan de beBlniten tot af- en
overschrijving op de begrooting voor 1891 en van
betalingen uit den post voor onvoorziene nitgaven
op die begrootingalsmede proces-verbaal der
opneming van de boeken en de kas des gemeente
ontvangers, waarbij bleek, dat zich in de kas be
vond de som van f3611.Op zijn daartoe
gedaan verzoek, wordt aan den heer dr. P. Bak
ker een eervol ontslag verleend uit zijn betrek
king van lid der Commissie van Toezicht op het
Lager Onderwijs. Een adres wordt voorgelezen
van den indertijd eervol ontslagen brugwachter
J. Ritter, die, wegens ouderdom en bekrompen
levensomstandigheden, verhooging vraagt van de
jaarlijksche toelage van f 50, hem door den Raad
toegekend. De bespreking hiervan eindigt met
de aanneming van een voorstel, door den heer
over de Linden gedaan, om aan Ritter, in plaats
van f 50, f 100 toelage te geven. De heeren v.
Neck en Korver stemden tegen. Door den
heer Korver wordt, bij de gewone omvraag, op
spoedige behandeling der algemeene politie-ver-
ordening en het spoedig herstel der keistraat nabij
het stationsterrein aangedrongendoor den heer
Zur Mühlen wordt in den breede aangetoond, dat
het wenschelijk zou zijn, het Heldersche kanaal,
in verschillende perceelen, als vischwater te ver
pachten en althans eene beslissing te nemen om
trent de aanbieding deswege van den heer J. H.
Mens; en door den heer Vos wordt het nat be
pleit van de samenstelling eener Commissie ter
voorbereiding van de stichting der Zeevaartkun
dige School, en het wenschelijke aangetoond van
eenige beplanting op ledige perken in 't plantsoen
op 't Molenplein.
De zitting wordt hierop gesloten.
HELDER, 31 Jali 1891.
Over de geldigheid der stemming voor
leden van den Raad dezer gemeente, op de
wijze zooals die op 21 dezer heeft plaats ge
had, en zooals die bjjj de herstemming op 4
Augustus a.s. zal voortgezet worden, zal het
ongetwijfeld bij de beoordeeling der door de
gekozenen in te leveren geloofsbrieven niet
aan 'topperen van ernstige bezwaren ontbreken.
We hebben vóór eenige dagen medegedeeld,
dat door den president van een onzer plaat
selijke kiesvereenigingen te dier zake een schrij
ven was gericht aan den Commissaris des Ko-
nings in deze provincie, en meenen thans wél
te doen door het antwoord, dat, dd. 15 dezer,
daarop ontvangen werd, mede te deelen. Het
lnidt aldns
//Namens den heer Commissaris des Ko-
nings, heb ik de eer, U hierbij terug te zen
den den oproepingsbrief en de daarbij behoo-
rende stembriefjes, overgelegd bij uwen brief
van 11 dezer, met mededeeling, dat Z. H.
Edelgestr. de beantwoording van de door U
gestelde vraag overlaat aan hen, die door de
wet geroepen zijn,over de verkiezing voorden
Gemeenteraad uitspraak te doen.
De griffier der Staten van Noord-Holland,
(get.) H. Jacobi."
Uit dit schrijven blgkt, dat door den Raad
dezer gemeente eerlang over de geldigheid
der gehouden stemming eene beslissing zal
kunnen genomen worden.
Op Dinsdag a. s. zal alhier de herstem
ming plaats hebben ter verkiezing van drie
leden voor den Gemeenteraad. Wellicht ge
heel ten onrechte, doch ook nu moet de stem
ming gesehieden op twee verschillende biljet
ten een w i t en een rood stembriefje. Op
het witte biljet moet een kenze gedaan wor
den tnsschen de heeren S. W. Stooker en T.
C. Govers, laatstgenoemde aftredend lidop
het roode biljet kunnen twee namen gesteld
worden, gekozen uit deze vierJ. S. B. Jan
zen, J. Oortgijsen, A. B. Weber en F. C. S.
M. Wijs. De heer Janzen heeft verzocht, bg
deze verkiezing niet verder in aanmerking te
komendit zal, naar het schijnt, sommigen
niet verhinderen, om toch hunne stemmen op
dien candidaat uit te brengen. Men zou daar
door een nieuwe verkiezing mogelijk maken.
Ook nu zullen twee stembureaux, een in
de Bouwzaal Kerkgracht en een in het gym
nastieklokaal Weezenstraat, zitting nemen. De
inlevering der biljetten moet geschieden van
des voor middags 9 tot des namiddags 5 aren.
De opening der stembussen zal plaats hebben
op Woensdag 5 Augustus, in de Bouwzaal
aan de Kerkgracht. De opneming der stem
men ge schiedt in 't openbaar.
De kiezers mogen er op bedacht zijn, dat
ook slecht een stem een beslissing kan teweeg
brengen. Ieder, die op den uitslag der stem
ming invloed wenscht uit te oefenen, zorge
dus dat zijn stem niet van onwaarde moet
worden verklaard. De onderscheiding der na
men voor de beide briefjes neme men dus
wèl in acht.
Naar aanleiding van het overladen van
den heer M. D. graaf van Limburg Stirum,
gepensioneerd generaal-majoor, oud-minister
van Oorlog, stichter en gedurende vele jaren
Voorzitter van den Antidienstvervangingsbond,
is dezer dagen door Bestuurderen der plaat
selijke afdeeling van dien Bond de volgende
brief verzonden.
Antidienstvervangingsbond.
Afdeeling Helder.
Helder, 25 Juli 1891.
Mevrouw
Het Bestuur der afdeeling gevoelt zich ge
drongen, U zijne deeloeming te betuigen bg
het overlijden van Uwen Echtgenoot, die in
dertijd de stichter en jaren lang de volijverige
Voorzitter was van den Bond, welke gedu
rende 16 jaren strijd voerde voor het beginsel
van den persoonlijken dienstplicht. Aan de
verwezenlijking van dat beginsel offerde de
overledene eenmaal zijn ministerschap en ja
renlang de rust op, die hij, aan 't einde van
een hoogst nuttig besteed leveD, zoozeer ver
diende. Bemoedigend is voorzeker de gedachte
dat, noc tijdens het leven van den onvermoei-
den strijder tegen de plaatsvervanging, het be
ginsel van den persoonlijken dienstplicht door
de Tweede Kamer der Staten-Generaal werd
aangenomen.
De nagedachtenis van den man, van wien
bij zijn heengaan van deze aarde met volle
recht kan gezegd worden, dat hij was een
trouw Vaderlander, een rechtschapen mensch
en een standvastig strijder voor 't geen hg waar
en heilzaam achtte, zal ook bij Bestuurderen
dezer afdeeling in eero blijven.
Met gevoelens van hoogachting hebben zij
de eer te zijn Mevrouw 1
Uwe dienstw. dienaren,
H. G. F. Peltzer, Voorzitter.
T. Moot, Vice-Voorzitter.
B. H. Polak, le Secretaris.
J. Brouwer, 2e Secretaris.
L. F. over de Linden, Penning
meester.
Aan
Movronw de Wed. M. D. graaf v. Limburg
Stirum,
's Gravenhage.
Bij koninklijk besluit van 22 dezer
No. 29 is de commissie van deskundigen,
benoemd bij het koninklijk besluit van den
23sten Maart 1890 No. 28, om advies uit
te brengen omtrent de taak, die de zee-
en landmacht, in onderlinge samenwerking,
zullen te vervullen liebben bij de verde
diging van het vaderland, ontbonden onder
dankbetuiging aan den voorzitter, de leden
en den secretaris voor de wijze waarop zij
zich van hunne taak hebben gekweten.
(»St. Ct.c)
De haringvisscherij levert dit jaar
slechte uitkomsten op. Er is tot heden ruim
50,000 ton minder aangevoerd dan verleden
jaar de aanbrengst bedraagt thans slechts
15,000 tonnen. Voor reederijen zoowel als
voor schepelingen zijn de vooruitzichten
verontmoedigend. Bij een geregelden afzet
blijft de stemming der markt vast. De aan
voer is nauwelijks voldoende voor de dage-
lijksche behoefte. De berichten uit zee zijn
ook niet opbeurend. De laatst binnengeko
men schepen vingen het meest in de laatste
dagenhet schijnt dus, dat de visscherij
te vroeg begonnen is.
Er gaan in het buitenland stemmen op
om de visscherij te verbieden voor de tweede
helft van Juli. De qualiteit en de quanti-
teit van de haring zouden er op verbeteren.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag passeerde te Amsterdam een luitenant
ter zee de Oude Schans, toen op de hoogte
tu8schen de Dijk- en Koningsstraten plot
seling vier kerels van achter de boomen
te voorschijn traden en den officier wilden
aanranden. Zij vonden echter in dezen hun
manhij verdedigde zich krachtdadig en
wist de bandieten zoo geducht met zijn
wandelstok te onthalen, dat ze hun voor
nemen opgaven en aan den haal gingen.-
Uit Nieuwe Niedorp wordt gemeld
van 28 Juli: Eene noodlottige gebeurtenis
maakte Maandagavond plotseling een einde
aan het leven van den landbouwer C. S. Kz.
Hij had aan eenige vlasplukkers nachtver
blijf aangewezen in zijne schuur, op een
hooiberg, gelijk veelal aan zulke tijdelijke,
elders woonachtige arbeiders wordt aange
boden Door de duisternis heeft hg - toen
waarschijnlijk misgestaptis van de
hoogte gevallen en vermoedelijk op het.
hoofd terecht gekomen, zoodat hij op de
plaats doodbleef.
Een marinier te Amsterdam, die voor
de woning van den schout-bij-nacht op
schildwacht stond, was zoodanig door den
slaap bevangen, dat hij te water liep. Hij
was door dit onverwachte bad echter wak
ker genoeg geworden om zonder hulp weer
aan wal te komen.
In de Rijnspoorlaan te 's Gravenhage
heeft Zaterdagnacht een daar woonachtig
man zijn vrouw mishandeld.
De man was lang niet nuchter thuis
gekomen. Het schijnt toen tusschen het
echtpaar levendig te zijn toegegaan, al
thans de naaste buren hebben de vrouw
hooren gillen. Zaterdagochtend is de vrouw
naar het Ziekenhuis overgebracht en aldaar
overleden.
Het lijk is naar het Academisch Zieken
huis te Leiden vervoerd, ten einde onder
zocht te worden.
De man is in arrest genomen.
Volgens de verklaringen van de kinderen
der overledene hadden deze omstreeks één
uur in den nacht hun moeder hooren gil
len, en vonden zij haar in tegenwoordig
heid van hun vader achterover op den
grond liggen.
Aan het Ministerie van Justitie is
jl. Zaterdag aanbesteed het bonwen van
een rechtsgebouw te Alkmaar. Raming
3)
wHet is hard, maar wg moeten ons troosten.'
»Och, hadden ze je toch maar eens mogen
zien voor hun dood, Koert
Hij nam haar in zijn armen en kuste haar
op 't voorhoofd. Waar strandde het schip
vroeg hij.
z/Op een eilandje in den Stillen Oceaan.
Naar men zegt, bereikten twee scheepsbooten
met geredden den vasten wal, maar de wil
den overvielen hen o, Koert
Von Berghaupt begreep, dat hij zoo'n droe
vig gesprek niet kon voortzetten, zonder zijn
vrouw hevig te ontstellen. Hij wilde daarom
een rgtoertje naar Wiesbaden voorstellen, toen
Erik von Wambold hen juist kwam bezoeken.
«Je komt als geroepen, Erik," sprak Koert,
nu zullen wg weer vroolgk worden. Wij heb
ben zoo eren over onze schoonouders gespro
ken en zijn d&arbjj in een droevige stemming
geraakt."
Bij deze woorden dnidde hij op de betraande
oogen van zgn vrouw. Door eenige lachwek
kende bijzonderheden uit het leven van zijn
kameraden te vertellen, gelukte het "Von Wam
bold weldra, de droevige stemming bij me
vrouw Von Berghaupt te verdrijven.
Het avonduur, dat men gewoonlijk theedronk,
was gekomen. Mevrouw Von Berghaupt liet
nu de beide heeren op het terras alleen, om
haar plichten als huisvrouw te vervullen.
Vergenoegd zag Koert zijn vrouw na, toen
zij met lnchtigen tred door de vleugeldeuren
in de ontvangzaal verdween.
wWat een kinderlijk gemoed, wat een reine
zielriep hg opgetogen uit.
z/Je bent dus gelukkig, Koert
//Onuitsprekelijk gelukkigAls je eens wist,
hoe ik haar liefheb en vereer.
//Koert,sprak Wambold na een oogenblik
peinzen?, «weet je nog van dien stijven En-
gelschen heer, dien we eens met mevrouw Gray
en je tegenwoordige vrouw op de promenade
gezien hebben Op het eerste gezicht had
die man iets komieks over zichwij hebben
toen veel om hem gelachen."
Von Berghaupt kon zich daar weinig van
herinneren.
«Ik was dien man totaal kwijt nit mijn ge
heugen; wat je in mijn gelukkige omstandig
heden gemakkelijk zult kunnen begrijpen. Ver
moedelijk behoort die eerbiedwaardige man nu
tot mijn familiebetrekkingen. Hoe kom je
zoo op hem terug? Ik geloof dat wg hem
slechts eenmaal gezien hebbentoen is hij
weer verdwenen. In ieder geval zal hij geen
persoon van gewicht zijn, want dan zou mijn
vrouw reeds lang over hem gesproken hebben."
//Zoo denk ik er ook over. Hg maakte op
mij den indrnk van een huisknecht, die voor
zgn vrijen middag de kleeren van zgn heer
heeft aangetrokken. Je vrouw scheen ook
niet bijzonder gesticht te zgn wegens zijn
galante manieren zij behandelde hem in het
oog loopend koel. Maar je vraagt, hoe ik
zoo op hem terugkom. De reden daarvoor is
eenvoudig: ik zag dien gentleman in zijn En-
gelsche deftigheid op het Schillerplein te Mainz
wandelen.*
//Verduiveld, dan zal hij ons wel een bezoek
komen brengen. Erik, wat zal jij een pret
hebben als jij er bg bent, wanneer hg de ge
bruikelijke gelukwenschen komt aanbieden."
ffDie man maakt op m\j den indruk, alsof
hij niets goeds zal brengen liefst zag ik hem
nooit weer. Misschien gelukt het je, hem
spoedig weer kwgt te raken. Maar," voegde
hij er bedachtzaam bg, daat je vrouw niet
bemerken, hoe weinig ik met dien gentleman
op heb."
«Ik zal met Jane niet over dien raadsel-
achtigen Engelschman spreken, vóórdat zg
den tijd gekomen acht, om er zelf over te
beginnen".
De beide vrienden gingen naar binnen. Nu
eerst herinnerde Erik zich, dat dien avond
de beroemde kapel van Bilse haar eerste con
cert in de Knrzaal gaf. Onder het theedrin
ken vestigde Von Wambold de aandacht hierop
hg stelde voor, het concert te gaan bijwonen.
Een half uur later was het gezelschap op
weg naar Wiesbaden. Men stapte uit aan de
groote kolonnaden en liep het fraaie plein
over naar den ingang van den Kurtuin. Nau
welijks daarbinnen getreden, bemerkten zij den
Engelschen heer, waarvan Wambold gespro
ken had. Zijn Schotsche kleeding was nu
voltooid met een wit gestreepte reismuts, die
zijn ooren geheol bedekte. Zijn linnengoed
was hangelwit en onberispelijk gestreken.
Een gouden pincenez klemde op zgn neus en
diende om met aandacht dc badgasten te be
gluren, die op de schaduwrijke kiezelpaden
heen en weer liepen.
Koert en zgn vrouw bemerkten den En
gelschman heteerst. Hij wilde juist zijn vrouw
op den vreemden man opmerkzaam maken,
toen hij zag dat zij verbleekte. In haar groote
blauwe oogen spiegelde zich een groote onge
rustheid af. «Wat moet dat beduiden?» vroeg
hg in zich zeiven.
Jaloersch was Koert volstrekt niet, trou
wens, de gentleman was volstrekt niet de ge
schikte persoon om het hart eener vrouw in
vlam te zetten, maar hg wonschto de reden
te weten waarom zijn teedergeliefde vrouw
ontstelde bij het zien van dien man, alleen
om haar zorg te helpen kunnen dragen.
Alsof Jano de gedachten van haar echtge
noot geraden had, bleef zij eensklaps staan
en keek hem smeekend aan.
//Laten wij hier dit zijpad inslaan, Koert,"
verzocht zijjuist nu zou ik dien heer niet
gaarne ontmoeten," en zij wees bij deze woor
den met haar parasol naar mijnheer Morris.
«De aanblik van dien heer schijnt je te
ontstellen.
z/Wordt niet jaloersch, Koert," antwoordde
zij nu schertsend. Het zou mij vreeselijk spjj-
ten als mijnheer Morris uit Londen je daartoe
reden gaf, en dat zal hg zeker niet doen. Ik
ben echter vandaag in zoo'n vreemde stem
ming, dat ik niet gaarne iemand zou ontrnoo-
ten, die mij aan papa en mama herinnert."
Koert begreep nu de ontsteltenis van zgne
vrouw en sloeg dadelijk een
//Misschien ben ik ondankbaar jegens mijn
heer Morris,* vervolgde zij, «maar waarom
komt hij ons ook vandaag in den weg?»
»Ik veronderstel, dat mjjnheer Morris in
nauwe betrekking stond tot uw papa."
«Hg genoot papa's achting en vertrouwen.
Mijnheer Morris is een bekwaam en zelfs be
roemd advocaat. Hg heeft met veel overleg
eenige zaken voor papa in orde gebrachthg
was papa's gemachtigde te Londen en bleef
zijn vriend tot aan zijn dood. Tante heeft
ook veel achting voor hem. Ik alleen ben on
dankbaar jegens hem."
De bruisende toonen eener ouverture- van
Wagner klonken door de lucht. Het publiek
drong in menigte het jonge echtpaar voorbjj
naar de muziektent, zoodat Koert en zgne
vrouw van het goede kiezelpad op het gras
moesten uitwijken. Op het laatste oogenblik
nog was besloten het concert in de open lncht
te geven zoodoende viel aan velen een kunst
genot ten deel, dat men bg ongunstig weder
had moeten missen. Onder deze omstandig
heden viel aan het voortzetten van een ge
sprek niet te denken.
Nu eerst bemerkte Koert, dat zijn vriend
Wambold verdwenen was. Hij stelt bijzon
der veel belang in den gentleman,' sprak hij
tot zjjn vrouw wij mogen ons er wel op voor
bereid houden, dat hg den heer Morris bij
ons brengt."
Wordt vervolgd.