't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Een Birijfl tusscta Liefde en Eer.
No. 1941.
Woensdag 23 September 1891.
Negentiende Jaargang.
Telefoonnummer
36.
Aljoniaement
AdLvertentaën
NIEUWSTIJDINGEN.
per 3 maanden binaen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT ft Ce., te Helder.
Buraaux: SPOORSTRAAT «n ZUIDSTRAAT.
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Adrertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 22 Sept. 1891.
Zondagmiddag trad in Tivoli als spre
ker op de hr. A. Heijcr, lid van den Arbei
dersraad te 's Hago, daartoe uitgenoodigd door
de Timmerlieden-Vereeniging „Door Eendracht
"Welvaart"'.
„Timmerlieden en Medeburgers", begon
spreker, „in onze organisatie ligt onze kracht
om vrouwen en kinderen een menschwaardig
bestaan te geven en die heeft geleid tot het
stichten van den Bond. Die bond is geen po
litieke vakvereeniging, maar tracht samenwer
king tusschen patroons en arbeiders te bevor
deren. Iu elke plaats moet men daartoe reke
ning houden met de omstandigheden. Timmer
lieden van Helder sluit u steeds nauwer aan
een en toont dat gij beseft „Eendracht maakt
machtDe landswetten drukken en klemmen
u en worden door de bezitters gemaakt om
over u den baas te spelenze bestaan niet
ten voordeele van don werkman, maar van de
bezittende klasse. Ik heb sympathie voor de
werkzaamheden der Timmerlieden-Vereeniging
alhier. Geen andere plaats kan wijzen op zulk
een goede verstandhouding tusschen bazen en
werklieden. Ge hebt een subsidie weten te
verkrijgen voor vakonderwijs, en zijt ge nog
niet aan 't doel van uw streven, ge hebt toch
een stap voorwaarts gedaan in goede richting,
die waardeering verdient. Maar nog velen
moeten zich aansluiten.
In 1890 werd te 's Gravenhage de Timmer
lieden-Vereeniging „Vooruitgang is ons stre
ven" opgericht, wier doel was loonsverbe-
ring. Een commissie van 3 leden werd be
noemd, die samenwerking zocht met twee an--
dere, dergelijke vereenigingen. Ook deze be
noemden elk drie leden als commissie en met
elkander stelden ze een program op dat de
volgende eischen bevatte
a. Een arbeidstijd van 10 uren daags mot
een loon van 22 cents per uur.
b. Afschaffing van stukwerk.
c. Loonsbetaling een uur na den werktijd,
doch niet in bier- of koffiehuizen.
d. Een arbeidsraad om onrecht, den werk
lieden aaugedaan, te onderzoeken.
e. Overwerk te betalen met 25%, nacht
werk met 100% verhooging.
f. Zorg voor geschikte privaten en goed
drinkwater in de werkplaatsen.
g. Verzekering tegen invalid. en ongelukken.
De werkgevers waren niet ongeneigd tot
schikkingen ea stonden een arbeidsdag van
11 uren toe, benevens een loon van 20 cent.
Men hoopte echter dat de eisch 't volgend
jaar geheel zou ingewilligd worden. Ook an
dere punten van 't verzoek werden althans
ten deele ingewilligd. Sommige bazen hudden
zelfs rekening gehouden met werkzaamheden
buiten de stad en daarvoor een zekeren tijd
van den arbeidsduur afgetrokken, 't Stukwerk
was volgens spreker, een nieuwerwetsche zweep,
door de kapitalisten uitgevonden. Meer en meer
zou men er toe moeten komen de eischen der
werklieden in te willigen, wanneer deze slechts
vast aaneengesloten staan. Ten bewijze, wat
eendracht vermag konden de Engelsche mijn
werkers dienen, die ruim 4 millioen poud st.
als reservekas hadden.
Na de pauze werden de statuten van den
Nederlandschen Timmerliedenbond voorgelezen
en toegelicht, die den werktijd van achturen
eischen, en tot voorbeeld aangevoerd, dat die
reeds voor staatswerken en werken bij contract
door de Vereenigde Staten en Columbia is
aangenomen. Ook werd aangevoerd, dat dit
niet alleen in 't belang der werklieden, maar
ook in dat der bazen en niet minder in 't be
lang van den kleinhandel, daar de koopkracht
der werklieden alzoo wordt versterkt. Spreker
wenschte daarbij 't gebruik van jenever te zien
afnemen en zoo 't kon geheel te doen verdwij
nen. Ook begeerde hij dat Arbeidsraden in
Arbeidsrechtbanken mochten veranderd worden
met geldende rechtsspraak en ijverde voor Al
gemeen Kies- en Stemrecht. Uit een vergelij
kenden staat van verschillende landen toonde
hij aan dat Nederland op elke 100 slechts 4
kiezers heeft. Ook raadde hij scheepstimmer
lieden en andere houtbewerkers aan zich bij
een Timmerlieden-Vereeniging aan te sluiten.
Van de gelegenheid tot debat werd gebruik
gemaakt door de hh. M. J. Korving, E. Haak
en D. Grunwald.
Do hr. Korving voerde aan dat spreker niet
goed op de hoogte was, toen hy zeide dat al
hier geen gelegenheid voor werklieden bestond
om zich te bekwamen en wees op de Industrie
school.
De hr. Haak betoogde, dat de loonen geen
gelijken tred gehouden hadden met deu stij
genden prijs der levensbehoeften, wees op 't
schadelijke van 't drankmisbruik en achtte 't
kiesrecht voor vrouwen niet wensehelijk.
De hr. Grunwald vond den eisch van een
achtuurs-werkdag overdreven en vreesde dat
de vrye tijd tot 't bezoeken van herbergen zou
besteed worden.
Nadat spreker genoemde heeren had be
antwoord en met eenige dichtregelen zijne
toespraak had besloten, trad de president van
D. E. W., de heer de Wijn, op en verklaarde
de statuten zijner vereeniging.
Na den spreker en de toehoorders bedankt
te hebben, verzocht hij den leden nog eenigen
tijd te blijven, wees op de gelegenheid tot toe
treding en beval de beide bussen aan, die aan
den uitgang der zaal gereed waren de gaven
te ontvangen tot tegemoetkoming der gemaakte
kosten.
Van de hand van onzen geachten plaats
genoot, den heer E. Franken, contróleur der
directe belastingen, invoerrechten en accijn
zen, is dezer dagen in 't licht verschonen
wDe algemeene wet van den 26n Augustus
1822, Staatsbl. no. 88, over de heffing eu ver
zekering der invoerrechten en accijnzen, met
de latere wetten en koninklijke besluiten, be
nevens de wet op de zeebrieven. Toegelicht
uit de. rechtspraak, de administratieve beslis
singen en voorschriften, enz." In het jongst-
verschenen nummer van «De Fiscus», Orgaan
voor de ambtenaren van de directe belastin
gen, het kadaster, de invoerrechten en accijn
zen, komt «en uitgebreide aankondiging voor
van dit omvangrijk werk, waaraan groote lof
wordt toegezwaaid. Aan het slot dier boekbe-
oordeeling lezen we o. ju *We willen hem
(den schrijver) gelukwenschen met den zoo
wèlgeslaagden, zeer omvangrijken arbeid en
de ambtenaren en aanstaande ambtenaren van
het belastingvak met dezen nieuwen en kun-
digen gids in den doolhof der bepalingen be
trekkelijk in-, uit-, door- en vervoer, neder
lagen, borgtochten, enz. enz. Aan een gunstig
onthaal van dit boekwerk twijfelen we schier
niet, want wij verwachten, dat weldra de
Algemeene wet van Franken" in veler han
den zal zijn en een waardige plaats zal in
nemen op de tafel van den belangstellenden
belastin g-ambtenaar
Het laatstverschenen nummer van het //Week
blad voor de administratie der directe belas
tingen, invoerrechten en accijnzen" bevat mede
in een boekaankondiging een aanbeveling van
het boekwerk van den lieer FrankeD. We ont-
leenen daaraan het volgende«De heer Fran
ken heeft zijn taak breed opgevat en geeft
ons een werk, zoowel geschikt voor degelijke
studie als voor de praktyk. Voor stu-
decrende jongelieden is het een uitnemend boek.
't Is een standaardwerk on zal dit blijven ook
wanneer de tegenwoordige algemeene wet door
een nieuwe vervangen is. 't Werk heeft een
blijvende waarde."
De minister van Marine brengt ter
kennis van zeevarenden, dat van^21 Sep
tember a.s, af tot nadere aankondiging
het gedeelte der Noordzee, grenzende aan
de kuststrook van Noord-Holland tusschen
het zuidelijk uiteinde van de Hondsbossche
zeewering en Egmoud aan zee onveilig is,
tengevolge van te nemen proeven met gra
naten, gevuld met schietkatoen, in de
Schoorlsche en Berger duinen.
Tijdens de proeven zal een roode vlag
op den top van een der duinen aldaar
worden geplaatst. Het onveilige terrein
strekt zich uit tot op 7000 M. van boven
genoemde vlag.
Men schrijft uit Wouw (N.-B.)
Heden vervoegden zich bij de ingezete
nen alhier twee Haagsche kooplieden, die
oude parapluies met baleinen te koop vroe
gen. Menig huismoedertje haalde haar oud
model te voorschijn en werd niet weinig
verrast, daarvoor een nieuwe parapluie en
nog geld bovendien te ontvangen. De ba
leinen, voor een Fransche corsettenfabriek
bestemd, werden alleen medegenomen.
Waarvoor een oude parapluie al niet
kan dienen
Uit Amsterdam m'eldt men
Sequah heeft Zaterdagavond in een zo
mertent van den Parktuin zijne kunstena
rijen alhier aangevangen. In de verte
klonken de schelle tonen van zes trom
petten ons tegen, die wel bestand bleken
tegen de verwarde stemmen, welke onder
het publiek over de vreeselijke hitte in de
zaal opgingen. Evenals Sequah waren de
muzikanten in Mexicaansch kostuum. De
wonderdokter ving aan met een scherpe
philippica over den tegenstand, dien hij
hier van de Vereeniging tegen de kwak
zalverij, voornamelijk van haren voorzitter
mr. Zegers Veeckens, ondervond. Over
hetgeen deze in een strooibiljet van hem
(Sequah) had gezegd, zou hij zich voor
den rechter hebben te verantwoorden. Hij
verzekerde geen kwakzalver te zijn, geen
bedrieger of oplichter, maar een medicijn
man, wat dan ook Sequah beteekende,
welk woord niet de naam van een plant vras.
Hierna verscheen zekere Trakzel, een
knecht van de duinwaterleiding-maatschap
pij, ten tooneele, die verklaarde in 14
weken niet te hebben kunnen werken, als
lijdende aan rheumatiek door een drietal
werklieden werd zjjne indentiteit bevestigd,
alsmede zijne langdurige ongesteldheid,
welke verklaringen echter .herhaaldelijk
door luide teekenen van afkeuring uit het
publiek werden onderbroken.
Wat nu volgde was weerzinwekkend.
Den wouldbe patiënt, die er tamelijk on-
noozel uitzag, werden allerlei vragen ge
daan, en niettegenstaande hij tamelijk vlug
de estrade beklom en, naar wij vernemen
ook heden ochtend nog een wandeling had
gedaan van huis naar de bureau 's der
genoemde maatschappij, trok hij onder het
strijken met de hand over de knie een
pijnlijk gezicht. Met behulp van een paar
knechts, werd de lange lederen bank,
waarop de patiënt zat, achter een gordijn
gerold, en na voor het publiek van de
Sequahdrank gedronken te hebben, werd
hij door den zoogenaamden wonderdokter
met de Sequaholie ingewreven.
Volkomen hersteld, in een danspas
en dit maakte de geheele séance verdacht
verscheen Trakzel voor 't publiek. Een
oorverdoovend geschreeuw ontstond nu in
de zaal. Het was er tot stikkens toe heet.
«Maak de zaal open Laat ons niet ster
ven en dergelijke uitroepen werden ver
nomen.
Sequah poogde herhaalde malen, doch
te vergeefs, zich verstaanbaar te maken.
Dit gelukte hem eerst toen er lucht kwam
en hij aan Trakzel 15 galden aanbood om
zijne huishuur te betalen, het publiek uit-
noodigende zijn voorbeeld ie volgen.
De muzikanten speelden het «Wien
Neerlandsch bloede en hiermede was de
vertooning geëindigd, die nu voortaan ge
durende een maand tweemaal daags zal
herhaald worden.
Onder het talrijke publiek heerscht groote
verdeeldheid van meening over het won
der c, door den vreemdeling verricht.
Bij het vorstelijk gezin moet het
voornemen bestaan in den loop van den
maand November van het Loo naar de
residentie terug te keeren en er tot het
voorjaar te verblijven.
Te ongeveer 8 uur woedde Donder
dag buiten Zwartsluis een hevige windhoos,
die een opgeladen voer hooi van F.
Zeilmaker opnam en een heel eind weg
voerde, zoodat het gedeeltelijk in een sloot
terecht kwam. Twee meisjes in 't hooi
land bekwamen door dezelfde oorzaak een
nat pak een boer werd met zijn melk
emmers van den dijk tegen een hoorn ge
worpen een hek sloeg van 't land weg en
hooischoppers en andere zaken werden op
gezogen en weggeworpen, Eenige men-
schen, die onder een afdak schuilden, keken
vreemd op, toen ze onverwachts van hun
beschutting werden beroofd.
De twee personen, die jl. Donderdag
in 't Meppelerdiep te Meppel met de vlet
geladen met aardappelen, in de diepte weg
zonken en voor de oogen van eenige toe
schouwers, wier pogingen tot redding niets
baatten, verdronken, zijn de gebroeders
Oosterhof uit Zuidveen, nabij Steen wijk,
zoons eener weduwe, wier kostwinners
zij waren. De oudste (33 jaren) zon a.s.
Zaterdag in ondertrouw worden opgeno
men. Zijn jongere broeder was eerst 16
jaar oud.
afgedrukt,
Samensmelting van Afgescheidenen
en Doleerenden.
De Doleerenden (Ned. Ger. Gem.) en de
Afgescheidenen (Chr. Ger. Gem.) hebben
in beginsel besloten tot samensmelting van
één kerkgenootschap.
Het besluit, in „De Heraut"
luidt aldus
„De Voorloopige Synode van Nederduit-
sehe Gereformeerde Kerken brengt ter ken-
nisse van de Kerken, dat de voorslag, door
Deputaten van de Synode der Christelijk
Gereformeerde Kerk, onlangs te Leeuwar
den gehouden, op 9 September bij haar
ingediend en verder toegelicht, in hare
zitting van 15 September jl. met algemeene
stemmen, op het eenparig advies van de
adriseerende leden, is aangenomen, by een
besluit, dat hieronder is afgedrukt, door op
neming van het daarbij behoorende Rap
port en de Bijlagen.
„Voorts noodigt de Synode de Kerken
uit op aanstaanden Zondag, den 20sten
September 1891, in de Bediening des
Woords en der Gebeden den Heere te dan
ken voor zijn dusver verleende genade en
▼an Hem af te smeeken, dat de verdere
regeling der nu in beginsel aanvaarde ver
eeniging voorspoedig tot stand kome.
„De Synode voorn.
„Kutpbr, Praes. Syn.
„Van Goor, Ars. Syn.
„Wagenaar, Scriba Syn.
„Feringa, Scriba Syn.
,,'s Gravenhage, 15 September 1891."
Tot onderwijzeres aan de openbare
school te Hypolitushoef op Wieringen is
benoemd mejuff. H. G. M. Spit te Enkhui
zen, met wie op de voordracht stonden de
dames A. Wijn te Wieringerwaard en T.
Dijkstra te Utrecht.
Brussel, 19 September. Tengevolge
der ontploffing van een scheikundig mengsel
zijn twee huizen in de Agneessens-straat
alhier ingestort. Er werden verscheidene
personen gewond. Een oud man die juist
voorbijkwam, werd gedood. Het was iemand
van goeden naam, Van Gappellen geheeten,
die twee zonen, officieren in het leger, ten
gevolge van een ongeluk verloren had. De
bouwvallen van het huis worden opgeruimd;
men vreest daaronder nog andere slachtof
fers te vinden.
Een liefdesdrama. Een 19jarige jonge
dame te Berlijn meende door haar minnaar
te zijn verlatenin haar wanhoop sprong
zij in de Spree. Een jong koopman, die
uit de verte het ongeluk zag, spoedde er
zich heen, sprong in het water en redde
haar. Thuis gebracht, werd zij ontvangen
door den onschuldig verdachten minnaar.
Met een vreugdekreet wierp zij zich in
zijn armen, zakte ineen en stierf.
Brussel, 19 Sept. In den afgeloopen
nacht heeft er een ontploffing plaats gehad
in een der schachten van de Forchies
(Charleroi).
Zevenentwintig mijnwerkers zijn daarbij
omgekomen.
17)
irDie mijnheer Morris schijnt bijzonder groo-
ten invloed op mijn zoon verkregen te hebben",
merkte Koerts mama op. ffIk beb de eer niet
dien heer te kennen, maar ik moet zeggen
dat hij zijn dankbaarheid jegens de familie
van wijlen den consul op zeer vreemde wijze
toont. Zyn verschijning hier in buis brengt
ons allen niets dan angst en zorg. Koert is
geheel veranderd sedert mijnbeer Morris in
vloed op hem uitoefent. En wat moet men er
van denkon, dat bij door zijn invloed mijn zoon
op onbegrijpelijke wyze verwijderd houdt van
zijn jonge vrouw, de eenige dochter van den
man, aan wien hij zooveel te danken heeft.'
Met echt vrouwelijk instinct stelde de oude
mevrouw Von Berghaupt den Engelschen ad
vocaat voor al het gebeurde verantwoordelijk.
De fijnvoelige Jane meende echter den af
wezigen mijnheer Morris te moeten verdedigen.
Met roerende welsprekendheid verzekerde zy
haar schoonmama, dat mijnheer Morris een
edel karakter bezat en alle vertrouwen ver
diende. Wambold had intusschen in den loop
van het gesprek begrepou, dat de verandering
bij Koerc slechts den heer Morris te wijten
was. Toen die onderstelling door Jane beves
tigd was, zeide hy
//Er is veel duisters en onbegrijpelijks in
deze zaak. Alleen door flink optreden kunnen
wij den sluier opheffenik heb eenigen tyd
verlof bekomen en ben besloten Koert te Wies-
baden op te zoeken. Zoowel met mynheer Mor
ris als met mijn vriend zal ik een ernstig
woord spreken, en ik hoop spoedig met Koert
terug te keeren."
Beide dames waren in haar schik met dit
besluit van Wambold. Jane was wel gaarne
met hem meegegaan, maar zij waagde 't niet
daarvan te spreken. Erik was weldra op weg
naar Wiesbaden. Van de beide brieven van
James en Gray aan den heer Morris had Jane
niet kunnen scheiden, en Wambold had geen
reden om ze beslist van haar terug te eischen.
z/Ik zal alles wel weer in orde brengen*,
sprak hij by zich zeiven, terwyl hij vol zelf
vertrouwen op den straatweg van Bibrich naar
Wiesbaden vooruitstapte.
Op dienzelfden tijd drentelde voor het post
kantoor te Wiesbaden een jonge man, die vol
ongeduld wachttehet was Koert Von Berg
haupt. Hij was by den dageraad in een lichten,
onrustigen sluimer gevallen en droomde dat Jane
het handschrift niet herkend had als dat van
haar vader. Hierop snelde hy naar mynheer
Morris en ontmaskerde hemtoen viel hij
schreiende zyn vrouw om den hals. Zijn geest
scheen in verwarring geraakt door dien aan
grijpenden droom. Hij kleedde zich aan en
haastte zich naar het postkantoor, om naar
Wambolds antwoord te vragen. Hij dacht er
niet aan, dat dit onmogelijk nog kon ontvan
gen zijn. Toen de beambte aan het loket het
betreurde, hem geen brief te kunnen overhan
digen, doch hem troostte met het vooruitzicht
op de volgende post, besloot Koert daarop te
wachten en zoolang by het kantoor heen en
weer te loopen. Hij vermoedde volstrekt niet,
dat Wambold zelf zou komen. Erik had immers
dienst Hij keek op zijn horloge. Het uur van
wachten was eindelyk voorbij. Hy keerde naar
het loket terug en vroeg weer naar een brief.
Alweer nietsMistroostig keerde hij zich om
endaar stond Wambold voor hem.
//Koert, ik denk dat je van mij geen schrif
telijk antwoord op je vreemdsoortigen brief
zult verwacht hebben."
De aangesprokene keek schuw in het rond
en stond verlegen.
«Laten wij hier over niet spreken. Hartelijk
dank ik je, dat je gekomen bent."
Hij bood zyn vriend den arm en voerde hem
weg.
«Waar wil je mij brengen, Koert
//Naar mijn woningdaar kunnen wij onge
stoord spreken."
,In je woning?*
Von Wambold rukte zyn arm los en keek
zyn vriend in het bleeke gelaat.
z/Ik zie, dat je in staat zou zyn hier een
scène te maken, Erik. Ik bid je, wee3 ver
standig. Wij zijn hier niet onbekend, zooals je
misschien meent.»
ii Woon je misschien bij mijnheer Morris
vroeg Von Wambold spottend.
Koert keek zyn vriend weemoedig aan en
antwoordde na eenig peinzen
»Ik zie, dat ik je aan mijn zorgen zal moeten
laten deelnemen, om een noodlottig misverstand
tusschen ons te voorkomen. Daar je myn beste
en edelste vriend bent, wilde ik je elke droe
fenis in deze aangelegenheid besparen, doch
nu zie ik dat dit niet mogelijk is."
Zwijgend stapten de beide vrienden op het
drukbeloopen trottoir naast elkander voort. Zij
bereikten het hotel en Koert geleidde zyn gast
naar zyn eenvoudige kamer.
«Ik zal je alles ophelderen,» sprak Koert,
terwijl by zijn vriend den eenigen stoel in het
vertrek aanbood. «Ik moet dit wel doen, om
geen gevaar te loopen, als waanzinnig te wor-
beschouwd. Hier op dit ellendige bed heb ik
den nacht doorgebracht, maar mijn gedachten
waren voortdurend bij mijne vrouw en mijn
vriend. Nu bid ik je, bij alles wat heilig is,
beantwoord mij deze vraagHeeft mijn vrouw
de beide brieven herkend aL door haarvader
geschreven
«Je arme vrouw laat je hartelijk dank zeg
gen voor de toezending der beide brieven. Je
hebt haar daarmede onuitsprekelijk veel ge
noegen verschaft. De brieven zijn door uw
schoonpapa geschreven aan den heer Morris.*
Koert drukte de hand tegen het voorhoofd
en zette zich op den rand van het bed.
ffDat schreit ten hemelriep hij op eens
uit. //O, Erik, nooit werd er schandelijker spel
gespeeld met een eerlyk man!'
Von Wambold, keek zijn vriend een oogen-
blik vragend aan en zeide toen koel:
«De jammerklachten en tranen van je arme
vrouw heb ik begrepen, maar je vergist je
deerlijk, als je meent dat ik daarom ook uw
gejammer begrijp."
z/Von Wambold spreek niet zoo tegen my.
Veroordeel my niet, voordat je my gehoord
hebt.»
«Wat verhindert je te spreken Voor den
dag met de zaak Wie kon je zóó verleiden,
dat je ontrouw werd aan je zei ven Vermoe
delijk is je heden minder gelegen aan mij dan
aan dien Engelschman, wiens naam ik niet
eens wil noemen. In dat geval zou je vriend
schap minder waarde hebben dan ik er altijd
aan heb toegekend.
//Spreek je van mijnheer Morris Nu, laat
ik je dan zeggen, dat het antwoord van myn
vrouw omtrent die twee brieven hem in myn
oogen tot een eerlijk man maakt. O, God had
ik hem slechts vóór mijn huwelijk gekend
Koert opende een nachtkastje, dat by het
bed stond, en nam er de ongelukkige akten
uit.
z/Erik, denk niet dat ik ondankbaar ben. Je
zoudt myn leed vergrooten, als je eraantwy-
felde dat ik iets anders dan toegenegenheid
en dankbaarheid jegens je koester. Vergeef my,
als ik de rechte woorden niet weet te vinden
om je mijn ongeluk af te schilderen. Zeg zelf,
myn waardste vriend, kon ik op den dag van
mijn huwelijk vermoeden, dat ooit de rampza
lige ure zou komen, waarop ik als aanklager
tegen myn vrouw zou optreden?"
//Koert 1«
(Wordt vervolgd.)
itAAT 34.