't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL No. 1953. Woensdag 4 November 1891. Negentiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn0. 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 36. Uit het voorloopig verslag over de IVIarine-begrooting. Dezer dagen is verschenen het voorloopig verslag nopens het onderzoek, dat in de afdee- lingen der Tweede Kamer heeft plaats gehad over Hooofdstuk VI der Staats begrooting voor 1892 (Departement van Marine). We ontleenen daaraan de volgende regelen z/Men zou het op prijs stellen van den Mi nister te vernemen, welke wijze van aanbouw, van oorlogsschepen naar zijne meening in het algemeen de voorkeur verdientop 's Rijks werf, bij particulieren of iu het buitenland. Vau dezon bewindsman (den minister J. C. 1 Jansen), die door den aard zijner vorige be trekking geacht mag worden geheel op de hoogte van dit zoo gewichtige vraagstuk te zijn, mag men verwachten, dat hij te dien aanzien gevestigde denkbeelden heeft en men zou het daarom te meer op prijs stellen, dat hij zich daaromtrent onomwonden uitsprak. In verband met het voorgaande vroeg men, of de minister voornemens was de Rijkswerven in den bestaanden toestand te haudhaven, of dat bij daarin verandering wenschte te brengen, en zoo ja, in welken zin »Op de bekende gronden werd ook ditmaal door eenige leden teruggekomen op dc wen- schelijkheid, het onafgebroken verblijf in Indië in den regel op korter tijd dan drie jsren te itellen. Bestonden er bezwaren tegen, om daar- oe reeds dadelijk over te gaan, dan vertronw- len zij, dat de minister bij het beramen van naatregelen om in den toestand verbetering e brengen, ook aan dit punt zijne aandacht :ou schenken." z/Het kwam noodig voor, dc regel van hot >p non-activiteit stellen van zee-officieren, leden Ier Staten-Generaal, in overeenstemming te irengen met de bij de landmacht te dezer ;ake bestaande bepalingen." wNog vroeg men, of het niet meer overeen- ;omstig de bepalingen der wet op de bevor dering zou wezen, indien de kapitein ter zee, hef der afoeeling Personeel, die reeds tal an jaren aan het departement verbonden is, rerd vervangen. Dit laatste kan, naar men leende, zónder nadeel voor den goéden gang an zaken geschieden, daar toch kundigheden an specialen aard voor die betrekking niet jereiseht worden." //Vóór de nieuwe regeling waren de officie- én-machinist chefs van de torpedo-ateliers, raartoe hun werkkring hen meer in het by- pnder geschikt maakte. By de nieuwe rege- ng echter heeft men de betrekking aan luite- ^nts ter zee 1ste klasse opgedragen. Met het ig op den aard dér werkzaamheden achtte en dit niet gewenscht en het is dan ook >odig gebleken, hun de officieren-machinist »e te voegen, een maatregel die men nu be- endigd wenscht. Men vroeg of het niet meer or de hand lag, de officieren-machinist voor vervolg weder als chefs van de torpedo- eliers te doen optreden en den overeenkom- gen post van de luitenants ter zee van de grootiug af te nemen. Aangezien zich in elke reetie een commandant van den torpedodienst, 3t de noodige aan hem ondergeschikte officie- bevindt, zoo is er steeds technische kennis voorlichting, desgevorderd ook toezicht, voor nden, wanneer door het hoofd van 't vak n uitrusting daaraan behoefte wordt gevoeld komt het voor, dat daartoe geene afzonder de officieren bij de werven behoeven te wor- a gedetacheerd." «In den uitgewërkten en toelichtenden staat, k no. 3, wordt vermeld W1 hoofdingenieur, nister van Marine Memorie." Deze chrijving vond men vry zonderling. Men in overweging, dien post, alsnog in ge- smden staat te doen vervallen." )/Het had de aandacht getrokken, dat het Iroefstoomschip 1ste klasse Koningin Emma f Nederlanden," na in Nederland voor een jeningstocht in den Atlantischen Oceaan te ste ilen, doek [UID- 7 u 8 ninsté op de t pen- S. LJLL. 19) jAls de poging niet mocht slagen, dan kun- I wij ons toch troosten met de gedachte wij aan de plichten der vriendschap ten e voldaan hebben. In de eerste plaats zou we taak moeten zijn gedurende het gesprek onge vrouw terug te honden van een reis r Parijs. Stellig handelt gy goed, met e Gray het. adres te laten noteeren, maar haar den brief in geen geval behouden, grootste moeielijkheid aan uw zending )ondcu, ia dat ge te doen hebt met een irst geslepen vrouw. Zij verstaat de kunst in de oogen de zwakheden des harten te d, en van die zwakheden maakt zij dade- gebruik tot haar eigen voordeel. Die vrouw iit altijd achter het gevaarlijke masker van jtogen zedigheid. Op wegsleepende wijze t zij zich tegenover mannen voor te doen 'eene vrouw die bescherming noodig heeft, dat middel mist nooit zyn uitwerking, m alle middelen te zamen waarover de iter van James Gray kan beschikken, en J daarbij haar eigenaardige schoonheid als iw, dan kunt ge eenigermate begrijpen, t een gevaarlijke tegenpartij zij is.* mijnheer Morris, ge maakt mij beangst en buiten my zalve van verbazing. Ik menig uur bij haar doorgebracht en hield voor een goed opgevoede, zachtaardige, zelfs naïve vrouw." zijn gereed gemaakt, reeds acht dagen later, d. i. in October 1890, voor betrekkelijk langen tijd te Lissabon werd opgehouden, wegens noodige herstellingen aan de werktuigen. Men vroeg of die gebreken aan byzondere oorzaken te wyten waren, dat wel aan mindere deug delijkheid der in Nederland aangebrachte her stellingen." z/De som van f5000 wordt uitgetrokken voor ketels, die de minister wenscht te laten aanmaken op 's Rijks werf te Willemsoord. Meu vroeg waarom die aanmaak niet aan de particuliere nijverheid werd toevertrouwd." z/Het had de aandacht getrokken, dat al de torpedobooten worden bewaard in houten lood sen. Men vroeg, of door deze wijze van be waring de veiligheid dezer vaartuigen by brand gevaar voldoende is gewaarborgd." z/Er werd op gewezen, dat de tractementen zijn uitgetrokken voor 7 officieren-machinist der le klasse, terwijl er in de opgaaf van 't personeel slechts 6 zijn vermeld. Men vroeg, welke regels ten opzichte van de bevordering van officieren-machinist der 2de tot de 1ste klasse worden gevolgd." //Ofschoon men met genoegen gezien had, dat een verbeterd schaftingstarief is ingevoerd, dat voorloopig uitstekend voldoet, meende men toch in deze te moeten waarschuwen tegen te hooge opdrijving. Reeds nu is de hooge zeeschafting gemiddeld belangrijk duurder dan volgens het oude tarief en kwam, bedroog men zich niet, op de dagen dat verduurzaamde le vensmiddelen werden verstrekt, elk middag maal den lande op fl.09 per kop te staan". z/In de Memorie van Beantwoording der begrooting van het loopende jaar is een wij ziging der pensioenwet voor het loodspersoneel toegezegd. Men vroeg, of die wet spoedig kan worden verwacht en daarbij ook zou worden gelet op de belangen der oude loodsen.'* «Het denkbeeld werd door sommigen geop perd, om de zeilschepen bij het loodswezen door stoomvaartuigen te vervangen. Zij wezen er op, hoe de dienst daardoor ten zeerste ge baat zou wezen, terwijl naar hun oordeel de meerdere kosten vao dien maatregel niet bui tensporig behoefden te zijn. Gaarne zouden zij omtrent een en ander de meening des mi nisters vernemen." Het bovenstaande uit het voorloopig verslag mededeelende, herinneren we ons de artikelen van de hand des heeren Mac Leod, directeur en commandant der Marine te Hellevoetsluis, voorkomende in het Dagblad van Z.-Holland en 's Gravenhage van 22 en 23 Januari l.L, onder den titel«Wat is er te doen voor de Marine In die artikelen bespreekt de ge noemde vlag-officier o. a. dc quaestie der ver heffing van de machinisten der Marine tot den rang van adelborsten der lste klasse. We lezen daarin: //Is er zooveel onderscheid tus- sclien de adelborsten op het Instituut en de machinist-leerlingen op hunne school Toch waarlijk niet veel. Maken ook de machines zelfs van kleine schepen (moderne natuurlijk) niet een zóó belangrijk onderdeel uit van het krijgswezen, dat de zorg daarvoor aan een officier mag toevertrouwd worden HELDER, 3 Nov. 1891. Zaterdagavond gaf de Scherm- en gym- nastiek-Vereeniging Oefening kweekt Kunst" een openbare uitvoering in Tivoli, onder leiding van den directeur R. Oosterveld. Zel den zagen we de zaal zoo vol als dien avond, waaruit we afleiden dat belangstelling in li chaamsoefeningen nog steeds schijnt toe te nemen. De werkzaamheden, die we zagen verrichten door kinderen, knapen en volwas sen jongelingen waren dan ook van dien aard, dat we ons de belangstelling gemakkelijk kun nen verklaren. Oefeningen, waartoe kracht en vlugheid worden vereischt, zagen we smaak vol en bevallig uitvoeren naar de eischen, die men voor eiken leeftijd mag stellen, terwijl de bedrevenheid in 't hanteeren der wapenen, soms op vrij jeugdigen leeftijd, met grond doet verwachten dat 't opgroeiend geslacht eenmaal als weerbare mannen zal optreden. De leven' dige bijvalsbetuigingen, na afloop van elk num mer hoorbaar, moeten den directeur Oosten- veld, den president Jaring, den schermmeester J. J. de Jong en de oprichters der Vereeniging aangenaam in de ooren hebben geklonken, vooral wanneer ze bedachten dat onder hunne leiding 't spruitje in een tiental jaren tot een krachtigen boom was opgegroeid, een boom die nog vele goade vruchten kan afwerpen. Afzonderlyk maken we gaarne melding vau de beide laatste nummers, de "hoogstanden", door de hoofdafdeeling uitgevoerd en de apo theose, waarby alle klassen werkzaam waren. Bij 't bal toonden de gymnasten dat ze, ondanks hunne voortdurende krachtsinspanning, nog onvermoeid waren. De directeur Maalsteed, onvermoeid bezig om zijne zaak aan de eischen dos tijds fe doen beantwoorden, heeft een nieuw lokaal laten bouwen, dat zeer goed voldoet. By een lengte van 15 M. heeft het een breedte van 10 M. en is voorzien van een goed ingericht buffet. De zaal is goed verlicht en de dansende paren schenen er zich naar hun genoegen te bevinden By zulk een drukke opkomst als Zaterdag, bleek 't nut der nieuwe zaal, die men uit de groote zaal kan bereiken zonder vooraf in de buitenlucht te treden, ten volle. Dezer dagen is alhier in 71-jarigen ou derdom overleden een man, die bij zijn heen gaan van deze aarde een alleszins eervollen naam heeft achtergelaten. De man, dien wij bedoelen, heette Klaas Duithij woonde te Huisduinen, waar hij jaren lang als licht- wachter werkzaam was. Vervulde hij iu deze betrekking, tot tevredenheid zijner superieuren, zijn schuldigen plicht, een hoogst eervollen naam verwierf hij zich in vroeger dagen, toen hij, als bootsman der indertijd te Huisduinen gestationneerde reddingsboot der Noord- &Zuid- j&ollandsche Redding-Maatschappij, de meest gevaarvolle tochten ondernam en bestuurde, om tal van menschenlevens aan do klauwen van den dood te ontrukken. In de geschiedenis der reddingen, nabij deze kui?t ondernomen, staat de naam van Klaas Duit opgeteekend onder die der heldhaftige menschenredders, nevens de beroemde namen van Martinus van der Ham en Cornelis Dito. 's Mans onbetwist baar groote verdiensten werden in vroeger dagen, ook buiten de plaats onzer inwoning, opgemerkt en gewaardeerd. Aan die waar deering had hy, de eenvoudige sloeperman, te danken zyne benoeming tot wachter bij de kustverlichting alhier en zyn borst was versierd met de reddingsmedaille. Zyne nagedachtenis blijve onder ons voortleven en zijn voorbeeld van moed en menschlievendheid vinde steeds ijverige navolgers In het laatstverschenen nummer van het weekblad .Ons Bslang", komt een brief voor van //Kobus van der Wiel, te Leiderdorp, rustend metselaar, schoorsteenveger en aan spreker", aan welk schrijven wij het volgende ontleenen z/Wie betaalt er graag belasting De menschen raken hun geld kwijt en wat hebben zij er voor? Maar voor een twintigje in de Staats-loterij 'tgeld wel te vinden ik weet er zelfs die 't uitsparen op hun eten. En daarom, als ik zoo over belastingher vorming én progressieve inkomstenbelasting hoor spreken, en somtijds redevoeringen aan hoor vau menschen die ons tot het besef wil len brengen, dat de rijkdom veel te weinig betaalt en in 't vervolg ook behoorlijk dient te worden belast dan denk ik dikwijls wat zijn de menschen toch dom 'tZou allemaal zoo gemakkelijk terecht te brengen zijnLuister maar Ik weet niet zeker of het waar is, dat al léén de kleine man speelt in de Staatsloterij, maar zeker weet ik dat er veel groote lui spelen, niet in de Staatsloterij maar in ef fecten. Ik weet niet precies hoe al die soorten van papieren heeten, ik scheer ze daarom over één kam, en noem ze allemaal maar effecten alhoewel, ik heb altijd grooten eerbied voor een ouden Rus. Zoo wil ik maar zeggen spelen die groote lui ook en verspelen dikwijls schandelijk veel geld. Waar blijft dat? Ik weet het niet maar in onze landskas komt het niet de minister van financiën heeft het nakijken, hij krijgt er geen cent van. Als ze nu slim waren, dan moesten ze alle belastingen, direct of' indirect afschaffen de tegenwoordig gebruikelijke Staatsloterij laten zooals zij is dan betaalt de kleine man ook genoeg en dan inrichten een groote loterij voor de groote lui met prijzen van een mil- iioeu of wat, waar niets dan heele loten te krijgen waren. Zoo bleef het geld, dat nu ver loren wordt, in het land, en zouden de groote lui genoeg betalen, en graag ook En, vraagt gij nu, heer redacteur, waar moet het dan met al die ontvangers en con troleurs en inspecteurs, en al die kommiezen naar toe dan zeg ik kunnen die heeren met gemak collecteurs, splitserB, debiteurs of zoo iets worden en behoeft er nooit weer een arme zoutsmokkelaar veroordeeld te worden tot een boete van vier ton". Door de jongste stormen zijn te Sche- veningen door enkele reeders belangrijke verliezen geleden een hunner leed over zijn verschillende vaartuigen een schade van f 15,000, uitsluitend van netten en toebehooren. Te Breda vond een jongen op den Haagdijk een portefeuille, inhoudende circa f 500 aan bankpapier. Tot belooning voor het terugbezorgen ontving de jongen een dubbeltje. Door bet kantongerecht te Apeldoorn is J. S. J. (de voormalige millioenenjuf- frouw,) thans te Apeldoorn wonende, we gens het toedienen van sterken drank in het klein in een voor het publiek toegan kelijke localiteit, waarvoor geen vergunning is verleend, veroordeeld tot een geldboete van f20, subs. 14 dagen hechtenis. De veroordeelde heeft van dit vonnis appèl aangeteekend. Uit Middelburg wordt gemeld In de moordgeschiedenis van Meliskerke is" nog niet bijzonder veel licht opgegaan. By het onderzoek der kleederen van den verdachte A. K. zouden geen sporen van bloed gevon den zijn. Bovendien is gebleken, dat aan de gevonden knoop zich wel een bruine doch geen bloedvlek bevindt. Ten opzichte van de over eenkomst der gevonden knoop aan het kleed van den verdachte wordt gemeld, dat de kleer maker, die dit kleed vervaardigd had, er wel tien had gomaakt alle met dezelfde knoopen buitendien ontbraken er aan het kleed van den verdachte niet éen maar meer knoopen. Ook wordt er verzekerd, dat hij kan bewij zen waar hij den avond van den moord is geweest. Kempe is heden op vrije voeten gesteld. Ingezonden. Mijnheer de Redacteur! Wij verzoeken UEd. beleefd of onderstaande regelen in uw geacht blad een plaatsje kun nen vinden. UEd. daarvoor bij voorbaat dank zeggende. Ofschoon de visschery-beschermers op de Noordzee door verschillende personen dikwijls gelaakt zijn geworden aangaande hunne werk zaamheden dienaangaande en door vele ver dacht zijn, kunnen wij ondanks die bewerin gen, feiten vermelden,^ die het tegenover gestelde bewijzen doch dan wil ik UEd. ten eerste onder het oog brengen, dat al leen aan de haringvisscherij 485 schepen deelnemen, welke wijd en zijd door de geheele Noordzee verspreid zyn, aan sloepen of beu- gers, aan do groote vloot en de kleine visschery; dus het is onmogelijk dat twee schepen allen in het oog kunnen houden en zoodoende ge beurt het wel eens dat de een of ander die afgedwaald is, in geen dagen wat ziet van een beschermergebeurt nu dat er EDgelschen of Franschen of Belgen zyn, die zien er dan in den regel niets geen bezwaar in om met hun vischtuig door den haringvisscher zijn netten te gaan, 't welk dan meestal tengevolge heeft dat deze geheel of gedeeltelijk zijne netten verspeelt zouder dathy den minsten weerstand kan bieden. Onze bom K. W. 68, schipper Jb. van Duijn, constateert dat hij achtereenvolgens viermaal door de .Dolfijn" en de .Argus" gepraaid of ge zien is en dat met hun bijzijn het geen vreemde wagen zal om schade aan de netten toe te brengen, dus zijn 'zij ook nooit in de gelegen heid om den een of ander te snappen. Doch terwijl bovenstaande bom de lading had en huiswaarts keerde, stak er een ge duchte storm op, welke zoo he vig was, dat zijn groote zeil totaal aan flarden waaide en geheel onbruikbaar was; met de overige kleine zeiltjes trachtte hij nu zooveel mogelijk te avan ceeren, doch vorderde zeer weinig de span ning werd dientengevolge zeer groot, welke nog verhoogde, toen het bleek dat zij haast geen water meer hadden. Doch wat gebeurt na enkele dagen? Zij zagen H. M. //Dolfijn". Do commandant schijnt onmiddellijk ons op gemerkt te hebben en wendde zich naar de bom. Op mijn verzoek of hij mij niet van de zee af kon brengen, was hij spoedig bereid en na korten tijd (want het ging zeer vlug), kwamen wij, na vele dagen in angstige span ning verkeerd te hebben, behouden ter reede van Texel. Wij kunnen niet nalaten om ons bijzonder genoegen over deze en meer andere gevallen te kennen te gevenmaar alle lof voor de be manning dier schepen, die zich nie.t alleen met mooi maar ook met stormweer op zee bevindt. Zeer dankbaar voor de verleende plaatsruimte, UEd. dw. dienaren, J. VAN HOLST Co., Reeders. Katwijk a/Z., 26 Oct. 1891. Wij geven aan dit schrijven gaarne eon plaats omdat het een mededeeling is, zoo ge heel afwijkende van de gewone berichten, die alleen van schade melden en daarbij niet weinig doen uitkomen dat te weinig toezicht daarvan de oorzaak is. Hoewel het niets te kort do9t aan de feiten die gebeurd zijn, blijkt uit dit schrijven, dat niet het onachtzaam zijn van de Marine-schepen daarvan hoofdzakelijk de oorzaak is, maar wel het te gering aantal, dat voor die groote vloot op zulk uitgebreid terrein daarvoor bestemd is. Het werkzaam zijn van H. M. „Dolfyn", komt in dit schrijven uitstekend tot zyn recht. RED. Burgerlijke Stand, gem. Helder. van 28 tot 31 Oct. ONDERTROUWD P. C. de Ruijter, zee man en P. Krijnen. J. Gomes, ernstvuurwer- ker en J. Morssink. H. C. Moorman en M. C. Hoogerwerf. GETROUWD: C. A. B. Steenhorst en J. A. Peekstok. J. Heshof en W. Schong. F. P. van Boxcel en B. Mol .J. Duiuker en J. Swen- nen. BEVALLENM. Veentjer geb.-Darphorn, z. H. R. v. d. Starre geb. Schram, z. A. W. Snethlage geb. van Erpers Roijaards, d. D. Jacobs geb. Bremer, d. A. Schip per geb. Funk, d. .Uit deze woorden' blijkt, dat ge nog geen gelegenheid hebt gehad om in de eigenaar digheden van haar bestaan door te dringen. Het zit iu Janes eigenaardig karakter, dat zij altijd het tegendeel doet van wat haar intiem ste vriendinnen haar aanraden. Als ge haar tracht terug te houden van naar Parijs te gaan, als ge haar onder het oog brengt dat het in de gegeven omstandigheden beter is een echt scheiding te bewilligen, dan zal zij uw raad niet opvolgen; integendeel, dan vertrekt zij onmiddellyk naar Parijs daarvoor sta ik borg.a Op deze wijze onderrichtte mijnheer Mor ris de jonge dame nog eenigen tijd vorder en verliet haar toen in de vaste overtuiging, dat het succes verzokerd was en Jane onmiddel lijk naar Parys zou vertrekken, zoodra zy Koerts adres zou weten. Alvorens naar Wiesbaden terug te keeren, wilde do advocaat nog een bezoek brengen aan den heer Von Wambold. Aan diens wo ning gekomen, vernam hij van den oppasser dat zyn meester een uur geleden met den spoortrein naar Wiesbaden was vertrokken. Thans wandelde hij naar het station en keerde met den trein naar Wiesbaden terug. Den avond van dezen dag besteedde Mor ris aan het schrijven van cenige brieven. Den eersten brief richtte hij aan zijn ge machtigde te LondeD. Hij deelde daarin mede dat zijn gezondheidstoestand bedenkelijk was en dat hij zich op bevel vau den dokter van alle beroepsbezigheden moest onthouden. Hij had den raad gekregen verandering van lucht te zoeken en was daarom voornemens naar Frankrijk te gaan, en wel naar Parijs. Waarschijnlijk zon hij daarom zijn volgenden brief uit die stad dateeren, enz. De tweede brief was bestemd voor Koert. Kort en bondig schreef hij daarin, dat hy we gens dringende zaken te Londen zijn reis geen minuut langer kon uitstellen. Aan het slot van dit beknopte sohrijven drukte hy den wensch uit, dat de heer Von Berghanpt een vriendelijk aandenken aan hem mocht behouden- enz. Een derden brief richtte hij aan Jane Gray. Hij nam van haar formeel afscheid voor eeu wig. Uit de weinige regelen sprak geen zweem van bitterheid of wrok. Hij wenschte haar geluk en zegen op haar verderen levensweg en vroeg vergiffenis als hy haar soms ooit gekrenkt mocht hebben. Thans legde hy de pen neder en zat een poos te peinzen. Op eens stond hij op. opende een grooten koffer en nam daaruit een fraaie brochure. Het boekje was niet meer of min der dan het prospectus van het particuliere krankzinnigengesticht van profeesor Fran<;ois Gispert, in de Rue St. Martin, te Parijs. Aan deze professor schreef Morris den vierden brief, luidende Den hooggeleerden heer Prof. Dr. Frarxjois Gispert, Parijs. //Hoogedele Heer .De toestand van mijn teedergeliefde z/Vrouw, geboren Jane Gray uit Londen, .brengt mij in de treurige noodzakelijk- wheid, haar eenigen tyd ter behandeling #in uw beroemd gesticht te plaatsen. Te- vergeefs heb ik elders genezing gezocht nvoor het lijden van mijn geliefde vrouw. z/In haar gekrenkt gemoed heeft zich een z/nieuw idéo fixe geworteld, waarvan zij .zich met al het vuur van haar levendig «temperament vasthecht. Op eens ge- looft zij nu gehuwd te zijn met een Duit- «schen officier, zij verafschuwt mij, enz. «Naar ik hoop, zal het mij gelukken, «mijn dierbare echtgenoote op zachte ma- mier naar Parijs te brengen. Zoodra .mogelijk vertrek ik van hier. Verdere .tijdingen volgen per telegram. «Met verschuldigde hoogachting, z/F. Morris, advocaat, //Londen." Toen hij dezen brief gereed had, maakte hij toebereidselen voor de reis naar Parijs. XI. Bij het lezen van den kalm gestelden af scheidsbrief van mijnbeer Morris gevoelde Jane medelijden met den advocaat. Zij zag in zyn onderwerping met zyn lot Iets groots. Na eeoig peinzen meende de fijngevoelige jonge vrouw dat hij haar een goed voorbeeld wilde geven, om zich ook in haar lot tc schik ken. Zij dacht aan Koert. Mocht zij van hem afzien Kon zy dat doen Neen, nooit luidde het antwoord in haar binnenste. Al is Koert-, in don diepsteu zedelijkon afgrond gevallen, dan zal ik tot hem afdalen om hem te troosten, te redden, hem weder c p te rich ten maar hem verlaten, neen, dat nooit. De jonge vrouw dacht er over, of zij den advocaat na hetgeen er tusschen hen was voorgevallen nog zou antwoorden op zyn af scheidsbrief. Jazij zou hem een brief zenden en daarin uiteenzetten hoe zy haar heilige verplichtingen jegens haar echtgenoot opvatte. Nauwelijks had zij echter de pen in de hand genomen, of zij verviel in zwaarmoedige ge dachten en liet de pen rusten. De oppasser had haar alles medegedeeld wat de advocaat gezegd had toen hy bij haar toegelaten wenschte te worden. Zij bleef kalm, toen zij vernam dat» de ad vocaat beweerd had dat Koert te Parijs ver toefde. Misschien omdat zy aan alles twijfelde wat mijnbeer Morris baar zeide of liot zeggen. Nu dacht zij weer aan die bewering. Een Duitsch officier te Parijs Dat scheen haar iets onmogelijks. Maar had Koert haar dan niet geleerd, aan het onmogelijke te gc- looven Daar kwam de kamenier binnen en zeide dat de jonkvrouw Von Lauterer baar wenschte te spreken* //De dame wacht in de voorkamer, mevrouw." Jane kleurde vluchtig, toen zij dit hoorde Zij trad voor den spiegel, om haar toiiet na te zien, on zeide toen «Ik heb het voorkomen van een treurende vrouw, maar ik heb geen reden om mijn droe fenis voor de menschen te verbergen, en al lerminst voor de bloedverwanten van Koert. Laat de jonkvrouw binnenkomen.» (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1