't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL
No. 1953.
Woensdag 4 November 1891.
Negentiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 36.
Uit het voorloopig verslag
over de IVIarine-begrooting.
Dezer dagen is verschenen het voorloopig
verslag nopens het onderzoek, dat in de afdee-
lingen der Tweede Kamer heeft plaats gehad
over Hooofdstuk VI der Staats begrooting voor
1892 (Departement van Marine). We ontleenen
daaraan de volgende regelen
z/Men zou het op prijs stellen van den Mi
nister te vernemen, welke wijze van aanbouw,
van oorlogsschepen naar zijne meening in het
algemeen de voorkeur verdientop 's Rijks
werf, bij particulieren of iu het buitenland.
Vau dezon bewindsman (den minister J. C.
1 Jansen), die door den aard zijner vorige be
trekking geacht mag worden geheel op de
hoogte van dit zoo gewichtige vraagstuk te
zijn, mag men verwachten, dat hij te dien
aanzien gevestigde denkbeelden heeft en men
zou het daarom te meer op prijs stellen, dat
hij zich daaromtrent onomwonden uitsprak. In
verband met het voorgaande vroeg men, of de
minister voornemens was de Rijkswerven in
den bestaanden toestand te haudhaven, of dat
bij daarin verandering wenschte te brengen,
en zoo ja, in welken zin
»Op de bekende gronden werd ook ditmaal
door eenige leden teruggekomen op dc wen-
schelijkheid, het onafgebroken verblijf in Indië
in den regel op korter tijd dan drie jsren te
itellen. Bestonden er bezwaren tegen, om daar-
oe reeds dadelijk over te gaan, dan vertronw-
len zij, dat de minister bij het beramen van
naatregelen om in den toestand verbetering
e brengen, ook aan dit punt zijne aandacht
:ou schenken."
z/Het kwam noodig voor, dc regel van hot
>p non-activiteit stellen van zee-officieren, leden
Ier Staten-Generaal, in overeenstemming te
irengen met de bij de landmacht te dezer
;ake bestaande bepalingen."
wNog vroeg men, of het niet meer overeen-
;omstig de bepalingen der wet op de bevor
dering zou wezen, indien de kapitein ter zee,
hef der afoeeling Personeel, die reeds tal
an jaren aan het departement verbonden is,
rerd vervangen. Dit laatste kan, naar men
leende, zónder nadeel voor den goéden gang
an zaken geschieden, daar toch kundigheden
an specialen aard voor die betrekking niet
jereiseht worden."
//Vóór de nieuwe regeling waren de officie-
én-machinist chefs van de torpedo-ateliers,
raartoe hun werkkring hen meer in het by-
pnder geschikt maakte. By de nieuwe rege-
ng echter heeft men de betrekking aan luite-
^nts ter zee 1ste klasse opgedragen. Met het
ig op den aard dér werkzaamheden achtte
en dit niet gewenscht en het is dan ook
>odig gebleken, hun de officieren-machinist
»e te voegen, een maatregel die men nu be-
endigd wenscht. Men vroeg of het niet meer
or de hand lag, de officieren-machinist voor
vervolg weder als chefs van de torpedo-
eliers te doen optreden en den overeenkom-
gen post van de luitenants ter zee van de
grootiug af te nemen. Aangezien zich in elke
reetie een commandant van den torpedodienst,
3t de noodige aan hem ondergeschikte officie-
bevindt, zoo is er steeds technische kennis
voorlichting, desgevorderd ook toezicht, voor
nden, wanneer door het hoofd van 't vak
n uitrusting daaraan behoefte wordt gevoeld
komt het voor, dat daartoe geene afzonder
de officieren bij de werven behoeven te wor-
a gedetacheerd."
«In den uitgewërkten en toelichtenden staat,
k no. 3, wordt vermeld W1 hoofdingenieur,
nister van Marine Memorie." Deze
chrijving vond men vry zonderling. Men
in overweging, dien post, alsnog in ge-
smden staat te doen vervallen."
)/Het had de aandacht getrokken, dat het
Iroefstoomschip 1ste klasse Koningin Emma
f Nederlanden," na in Nederland voor een
jeningstocht in den Atlantischen Oceaan te
ste
ilen,
doek
[UID-
7 u 8
ninsté
op de
t pen-
S.
LJLL.
19)
jAls de poging niet mocht slagen, dan kun-
I wij ons toch troosten met de gedachte
wij aan de plichten der vriendschap ten
e voldaan hebben. In de eerste plaats zou
we taak moeten zijn gedurende het gesprek
onge vrouw terug te honden van een reis
r Parijs. Stellig handelt gy goed, met
e Gray het. adres te laten noteeren, maar
haar den brief in geen geval behouden,
grootste moeielijkheid aan uw zending
)ondcu, ia dat ge te doen hebt met een
irst geslepen vrouw. Zij verstaat de kunst
in de oogen de zwakheden des harten te
d, en van die zwakheden maakt zij dade-
gebruik tot haar eigen voordeel. Die vrouw
iit altijd achter het gevaarlijke masker van
jtogen zedigheid. Op wegsleepende wijze
t zij zich tegenover mannen voor te doen
'eene vrouw die bescherming noodig heeft,
dat middel mist nooit zyn uitwerking,
m alle middelen te zamen waarover de
iter van James Gray kan beschikken, en
J daarbij haar eigenaardige schoonheid als
iw, dan kunt ge eenigermate begrijpen,
t een gevaarlijke tegenpartij zij is.*
mijnheer Morris, ge maakt mij beangst
en buiten my zalve van verbazing. Ik
menig uur bij haar doorgebracht en hield
voor een goed opgevoede, zachtaardige,
zelfs naïve vrouw."
zijn gereed gemaakt, reeds acht dagen later,
d. i. in October 1890, voor betrekkelijk langen
tijd te Lissabon werd opgehouden, wegens
noodige herstellingen aan de werktuigen. Men
vroeg of die gebreken aan byzondere oorzaken
te wyten waren, dat wel aan mindere deug
delijkheid der in Nederland aangebrachte her
stellingen."
z/De som van f5000 wordt uitgetrokken
voor ketels, die de minister wenscht te laten
aanmaken op 's Rijks werf te Willemsoord.
Meu vroeg waarom die aanmaak niet aan de
particuliere nijverheid werd toevertrouwd."
z/Het had de aandacht getrokken, dat al de
torpedobooten worden bewaard in houten lood
sen. Men vroeg, of door deze wijze van be
waring de veiligheid dezer vaartuigen by brand
gevaar voldoende is gewaarborgd."
z/Er werd op gewezen, dat de tractementen
zijn uitgetrokken voor 7 officieren-machinist
der le klasse, terwijl er in de opgaaf van 't
personeel slechts 6 zijn vermeld. Men vroeg,
welke regels ten opzichte van de bevordering
van officieren-machinist der 2de tot de 1ste
klasse worden gevolgd."
//Ofschoon men met genoegen gezien had,
dat een verbeterd schaftingstarief is ingevoerd,
dat voorloopig uitstekend voldoet, meende men
toch in deze te moeten waarschuwen tegen
te hooge opdrijving. Reeds nu is de hooge
zeeschafting gemiddeld belangrijk duurder dan
volgens het oude tarief en kwam, bedroog men
zich niet, op de dagen dat verduurzaamde le
vensmiddelen werden verstrekt, elk middag
maal den lande op fl.09 per kop te staan".
z/In de Memorie van Beantwoording der
begrooting van het loopende jaar is een wij
ziging der pensioenwet voor het loodspersoneel
toegezegd. Men vroeg, of die wet spoedig kan
worden verwacht en daarbij ook zou worden
gelet op de belangen der oude loodsen.'*
«Het denkbeeld werd door sommigen geop
perd, om de zeilschepen bij het loodswezen
door stoomvaartuigen te vervangen. Zij wezen
er op, hoe de dienst daardoor ten zeerste ge
baat zou wezen, terwijl naar hun oordeel de
meerdere kosten vao dien maatregel niet bui
tensporig behoefden te zijn. Gaarne zouden
zij omtrent een en ander de meening des mi
nisters vernemen."
Het bovenstaande uit het voorloopig verslag
mededeelende, herinneren we ons de artikelen
van de hand des heeren Mac Leod, directeur
en commandant der Marine te Hellevoetsluis,
voorkomende in het Dagblad van Z.-Holland
en 's Gravenhage van 22 en 23 Januari l.L,
onder den titel«Wat is er te doen voor de
Marine In die artikelen bespreekt de ge
noemde vlag-officier o. a. dc quaestie der ver
heffing van de machinisten der Marine tot
den rang van adelborsten der lste klasse. We
lezen daarin: //Is er zooveel onderscheid tus-
sclien de adelborsten op het Instituut en de
machinist-leerlingen op hunne school Toch
waarlijk niet veel. Maken ook de machines
zelfs van kleine schepen (moderne natuurlijk)
niet een zóó belangrijk onderdeel uit van het
krijgswezen, dat de zorg daarvoor aan een
officier mag toevertrouwd worden
HELDER, 3 Nov. 1891.
Zaterdagavond gaf de Scherm- en gym-
nastiek-Vereeniging Oefening kweekt Kunst"
een openbare uitvoering in Tivoli, onder
leiding van den directeur R. Oosterveld. Zel
den zagen we de zaal zoo vol als dien avond,
waaruit we afleiden dat belangstelling in li
chaamsoefeningen nog steeds schijnt toe te
nemen. De werkzaamheden, die we zagen
verrichten door kinderen, knapen en volwas
sen jongelingen waren dan ook van dien aard,
dat we ons de belangstelling gemakkelijk kun
nen verklaren. Oefeningen, waartoe kracht
en vlugheid worden vereischt, zagen we smaak
vol en bevallig uitvoeren naar de eischen, die
men voor eiken leeftijd mag stellen, terwijl
de bedrevenheid in 't hanteeren der wapenen,
soms op vrij jeugdigen leeftijd, met grond doet
verwachten dat 't opgroeiend geslacht eenmaal
als weerbare mannen zal optreden. De leven'
dige bijvalsbetuigingen, na afloop van elk num
mer hoorbaar, moeten den directeur Oosten-
veld, den president Jaring, den schermmeester
J. J. de Jong en de oprichters der Vereeniging
aangenaam in de ooren hebben geklonken,
vooral wanneer ze bedachten dat onder hunne
leiding 't spruitje in een tiental jaren tot een
krachtigen boom was opgegroeid, een boom
die nog vele goade vruchten kan afwerpen.
Afzonderlyk maken we gaarne melding vau
de beide laatste nummers, de "hoogstanden",
door de hoofdafdeeling uitgevoerd en de apo
theose, waarby alle klassen werkzaam waren.
Bij 't bal toonden de gymnasten dat ze,
ondanks hunne voortdurende krachtsinspanning,
nog onvermoeid waren.
De directeur Maalsteed, onvermoeid bezig
om zijne zaak aan de eischen dos tijds fe doen
beantwoorden, heeft een nieuw lokaal laten
bouwen, dat zeer goed voldoet. By een lengte
van 15 M. heeft het een breedte van 10 M.
en is voorzien van een goed ingericht buffet.
De zaal is goed verlicht en de dansende paren
schenen er zich naar hun genoegen te bevinden
By zulk een drukke opkomst als Zaterdag,
bleek 't nut der nieuwe zaal, die men uit de
groote zaal kan bereiken zonder vooraf in de
buitenlucht te treden, ten volle.
Dezer dagen is alhier in 71-jarigen ou
derdom overleden een man, die bij zijn heen
gaan van deze aarde een alleszins eervollen
naam heeft achtergelaten. De man, dien wij
bedoelen, heette Klaas Duithij woonde te
Huisduinen, waar hij jaren lang als licht-
wachter werkzaam was. Vervulde hij iu deze
betrekking, tot tevredenheid zijner superieuren,
zijn schuldigen plicht, een hoogst eervollen
naam verwierf hij zich in vroeger dagen, toen
hij, als bootsman der indertijd te Huisduinen
gestationneerde reddingsboot der Noord- &Zuid-
j&ollandsche Redding-Maatschappij, de meest
gevaarvolle tochten ondernam en bestuurde,
om tal van menschenlevens aan do klauwen
van den dood te ontrukken. In de geschiedenis
der reddingen, nabij deze kui?t ondernomen,
staat de naam van Klaas Duit opgeteekend
onder die der heldhaftige menschenredders,
nevens de beroemde namen van Martinus van
der Ham en Cornelis Dito. 's Mans onbetwist
baar groote verdiensten werden in vroeger
dagen, ook buiten de plaats onzer inwoning,
opgemerkt en gewaardeerd. Aan die waar
deering had hy, de eenvoudige sloeperman,
te danken zyne benoeming tot wachter bij de
kustverlichting alhier en zyn borst was
versierd met de reddingsmedaille. Zyne
nagedachtenis blijve onder ons voortleven en
zijn voorbeeld van moed en menschlievendheid
vinde steeds ijverige navolgers
In het laatstverschenen nummer van het
weekblad .Ons Bslang", komt een brief voor
van //Kobus van der Wiel, te Leiderdorp,
rustend metselaar, schoorsteenveger en aan
spreker", aan welk schrijven wij het volgende
ontleenen
z/Wie betaalt er graag belasting
De menschen raken hun geld kwijt en wat
hebben zij er voor?
Maar voor een twintigje in de Staats-loterij
'tgeld wel te vinden ik weet er zelfs
die 't uitsparen op hun eten.
En daarom, als ik zoo over belastingher
vorming én progressieve inkomstenbelasting
hoor spreken, en somtijds redevoeringen aan
hoor vau menschen die ons tot het besef wil
len brengen, dat de rijkdom veel te weinig
betaalt en in 't vervolg ook behoorlijk dient
te worden belast dan denk ik dikwijls
wat zijn de menschen toch dom
'tZou allemaal zoo gemakkelijk terecht te
brengen zijnLuister maar
Ik weet niet zeker of het waar is, dat al
léén de kleine man speelt in de Staatsloterij,
maar zeker weet ik dat er veel groote lui
spelen, niet in de Staatsloterij maar in ef
fecten. Ik weet niet precies hoe al die soorten
van papieren heeten, ik scheer ze daarom over
één kam, en noem ze allemaal maar effecten
alhoewel, ik heb altijd grooten eerbied voor
een ouden Rus.
Zoo wil ik maar zeggen spelen die groote
lui ook en verspelen dikwijls schandelijk
veel geld. Waar blijft dat?
Ik weet het niet maar in onze landskas
komt het niet de minister van financiën
heeft het nakijken, hij krijgt er geen cent van.
Als ze nu slim waren, dan moesten ze alle
belastingen, direct of' indirect afschaffen de
tegenwoordig gebruikelijke Staatsloterij laten
zooals zij is dan betaalt de kleine man ook
genoeg en dan inrichten een groote loterij
voor de groote lui met prijzen van een mil-
iioeu of wat, waar niets dan heele loten te
krijgen waren. Zoo bleef het geld, dat nu ver
loren wordt, in het land, en zouden de groote
lui genoeg betalen, en graag ook
En, vraagt gij nu, heer redacteur, waar
moet het dan met al die ontvangers en con
troleurs en inspecteurs, en al die kommiezen
naar toe dan zeg ik kunnen die heeren
met gemak collecteurs, splitserB, debiteurs of
zoo iets worden en behoeft er nooit weer een
arme zoutsmokkelaar veroordeeld te worden
tot een boete van vier ton".
Door de jongste stormen zijn te Sche-
veningen door enkele reeders belangrijke
verliezen geleden een hunner leed over
zijn verschillende vaartuigen een schade
van f 15,000, uitsluitend van netten en
toebehooren.
Te Breda vond een jongen op den
Haagdijk een portefeuille, inhoudende circa
f 500 aan bankpapier. Tot belooning voor
het terugbezorgen ontving de jongen
een dubbeltje.
Door bet kantongerecht te Apeldoorn
is J. S. J. (de voormalige millioenenjuf-
frouw,) thans te Apeldoorn wonende, we
gens het toedienen van sterken drank in
het klein in een voor het publiek toegan
kelijke localiteit, waarvoor geen vergunning
is verleend, veroordeeld tot een geldboete
van f20, subs. 14 dagen hechtenis.
De veroordeelde heeft van dit vonnis
appèl aangeteekend.
Uit Middelburg wordt gemeld
In de moordgeschiedenis van Meliskerke is"
nog niet bijzonder veel licht opgegaan. By
het onderzoek der kleederen van den verdachte
A. K. zouden geen sporen van bloed gevon
den zijn. Bovendien is gebleken, dat aan de
gevonden knoop zich wel een bruine doch geen
bloedvlek bevindt. Ten opzichte van de over
eenkomst der gevonden knoop aan het kleed
van den verdachte wordt gemeld, dat de kleer
maker, die dit kleed vervaardigd had, er wel
tien had gomaakt alle met dezelfde knoopen
buitendien ontbraken er aan het kleed van
den verdachte niet éen maar meer knoopen.
Ook wordt er verzekerd, dat hij kan bewij
zen waar hij den avond van den moord is
geweest.
Kempe is heden op vrije voeten gesteld.
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur!
Wij verzoeken UEd. beleefd of onderstaande
regelen in uw geacht blad een plaatsje kun
nen vinden. UEd. daarvoor bij voorbaat dank
zeggende.
Ofschoon de visschery-beschermers op de
Noordzee door verschillende personen dikwijls
gelaakt zijn geworden aangaande hunne werk
zaamheden dienaangaande en door vele ver
dacht zijn, kunnen wij ondanks die bewerin
gen, feiten vermelden,^ die het tegenover
gestelde bewijzen doch dan wil ik UEd.
ten eerste onder het oog brengen, dat al
leen aan de haringvisscherij 485 schepen
deelnemen, welke wijd en zijd door de geheele
Noordzee verspreid zyn, aan sloepen of beu-
gers, aan do groote vloot en de kleine visschery;
dus het is onmogelijk dat twee schepen allen
in het oog kunnen houden en zoodoende ge
beurt het wel eens dat de een of ander die
afgedwaald is, in geen dagen wat ziet van
een beschermergebeurt nu dat er EDgelschen
of Franschen of Belgen zyn, die zien er dan
in den regel niets geen bezwaar in om met hun
vischtuig door den haringvisscher zijn netten
te gaan, 't welk dan meestal tengevolge heeft
dat deze geheel of gedeeltelijk zijne netten
verspeelt zouder dathy den minsten weerstand
kan bieden.
Onze bom K. W. 68, schipper Jb. van Duijn,
constateert dat hij achtereenvolgens viermaal
door de .Dolfijn" en de .Argus" gepraaid of ge
zien is en dat met hun bijzijn het geen vreemde
wagen zal om schade aan de netten toe te
brengen, dus zijn 'zij ook nooit in de gelegen
heid om den een of ander te snappen.
Doch terwijl bovenstaande bom de lading
had en huiswaarts keerde, stak er een ge
duchte storm op, welke zoo he vig was, dat
zijn groote zeil totaal aan flarden waaide en
geheel onbruikbaar was; met de overige kleine
zeiltjes trachtte hij nu zooveel mogelijk te avan
ceeren, doch vorderde zeer weinig de span
ning werd dientengevolge zeer groot, welke
nog verhoogde, toen het bleek dat zij haast
geen water meer hadden. Doch wat gebeurt
na enkele dagen? Zij zagen H. M. //Dolfijn".
Do commandant schijnt onmiddellijk ons op
gemerkt te hebben en wendde zich naar de
bom. Op mijn verzoek of hij mij niet van de
zee af kon brengen, was hij spoedig bereid
en na korten tijd (want het ging zeer vlug),
kwamen wij, na vele dagen in angstige span
ning verkeerd te hebben, behouden ter reede
van Texel.
Wij kunnen niet nalaten om ons bijzonder
genoegen over deze en meer andere gevallen
te kennen te gevenmaar alle lof voor de be
manning dier schepen, die zich nie.t alleen met
mooi maar ook met stormweer op zee bevindt.
Zeer dankbaar voor de verleende plaatsruimte,
UEd. dw. dienaren,
J. VAN HOLST Co.,
Reeders.
Katwijk a/Z., 26 Oct. 1891.
Wij geven aan dit schrijven gaarne eon
plaats omdat het een mededeeling is, zoo ge
heel afwijkende van de gewone berichten, die
alleen van schade melden en daarbij niet weinig
doen uitkomen dat te weinig toezicht daarvan
de oorzaak is. Hoewel het niets te kort do9t
aan de feiten die gebeurd zijn, blijkt uit dit
schrijven, dat niet het onachtzaam zijn van
de Marine-schepen daarvan hoofdzakelijk de
oorzaak is, maar wel het te gering aantal,
dat voor die groote vloot op zulk uitgebreid
terrein daarvoor bestemd is. Het werkzaam
zijn van H. M. „Dolfyn", komt in dit schrijven
uitstekend tot zyn recht.
RED.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
van 28 tot 31 Oct.
ONDERTROUWD P. C. de Ruijter, zee
man en P. Krijnen. J. Gomes, ernstvuurwer-
ker en J. Morssink. H. C. Moorman en M.
C. Hoogerwerf.
GETROUWD: C. A. B. Steenhorst en J.
A. Peekstok. J. Heshof en W. Schong. F. P.
van Boxcel en B. Mol .J. Duiuker en J. Swen-
nen.
BEVALLENM. Veentjer geb.-Darphorn,
z. H. R. v. d. Starre geb. Schram, z.
A. W. Snethlage geb. van Erpers Roijaards,
d. D. Jacobs geb. Bremer, d. A. Schip
per geb. Funk, d.
.Uit deze woorden' blijkt, dat ge nog geen
gelegenheid hebt gehad om in de eigenaar
digheden van haar bestaan door te dringen.
Het zit iu Janes eigenaardig karakter, dat zij
altijd het tegendeel doet van wat haar intiem
ste vriendinnen haar aanraden. Als ge haar
tracht terug te houden van naar Parijs te gaan,
als ge haar onder het oog brengt dat het in
de gegeven omstandigheden beter is een echt
scheiding te bewilligen, dan zal zij uw raad
niet opvolgen; integendeel, dan vertrekt zij
onmiddellyk naar Parijs daarvoor sta ik borg.a
Op deze wijze onderrichtte mijnheer Mor
ris de jonge dame nog eenigen tijd vorder en
verliet haar toen in de vaste overtuiging, dat
het succes verzokerd was en Jane onmiddel
lijk naar Parys zou vertrekken, zoodra zy
Koerts adres zou weten.
Alvorens naar Wiesbaden terug te keeren,
wilde do advocaat nog een bezoek brengen
aan den heer Von Wambold. Aan diens wo
ning gekomen, vernam hij van den oppasser
dat zyn meester een uur geleden met den
spoortrein naar Wiesbaden was vertrokken.
Thans wandelde hij naar het station en keerde
met den trein naar Wiesbaden terug.
Den avond van dezen dag besteedde Mor
ris aan het schrijven van cenige brieven.
Den eersten brief richtte hij aan zijn ge
machtigde te LondeD. Hij deelde daarin mede
dat zijn gezondheidstoestand bedenkelijk was
en dat hij zich op bevel vau den dokter van
alle beroepsbezigheden moest onthouden. Hij
had den raad gekregen verandering van lucht
te zoeken en was daarom voornemens naar
Frankrijk te gaan, en wel naar Parijs.
Waarschijnlijk zon hij daarom zijn volgenden
brief uit die stad dateeren, enz.
De tweede brief was bestemd voor Koert.
Kort en bondig schreef hij daarin, dat hy we
gens dringende zaken te Londen zijn reis geen
minuut langer kon uitstellen. Aan het slot
van dit beknopte sohrijven drukte hy den
wensch uit, dat de heer Von Berghanpt een
vriendelijk aandenken aan hem mocht behouden-
enz.
Een derden brief richtte hij aan Jane Gray.
Hij nam van haar formeel afscheid voor eeu
wig. Uit de weinige regelen sprak geen zweem
van bitterheid of wrok. Hij wenschte haar
geluk en zegen op haar verderen levensweg
en vroeg vergiffenis als hy haar soms ooit
gekrenkt mocht hebben.
Thans legde hy de pen neder en zat een
poos te peinzen. Op eens stond hij op. opende
een grooten koffer en nam daaruit een fraaie
brochure. Het boekje was niet meer of min
der dan het prospectus van het particuliere
krankzinnigengesticht van profeesor Fran<;ois
Gispert, in de Rue St. Martin, te Parijs. Aan
deze professor schreef Morris den vierden
brief, luidende
Den hooggeleerden heer
Prof. Dr. Frarxjois Gispert,
Parijs.
//Hoogedele Heer
.De toestand van mijn teedergeliefde
z/Vrouw, geboren Jane Gray uit Londen,
.brengt mij in de treurige noodzakelijk-
wheid, haar eenigen tyd ter behandeling
#in uw beroemd gesticht te plaatsen. Te-
vergeefs heb ik elders genezing gezocht
nvoor het lijden van mijn geliefde vrouw.
z/In haar gekrenkt gemoed heeft zich een
z/nieuw idéo fixe geworteld, waarvan zij
.zich met al het vuur van haar levendig
«temperament vasthecht. Op eens ge-
looft zij nu gehuwd te zijn met een Duit-
«schen officier, zij verafschuwt mij, enz.
«Naar ik hoop, zal het mij gelukken,
«mijn dierbare echtgenoote op zachte ma-
mier naar Parijs te brengen. Zoodra
.mogelijk vertrek ik van hier. Verdere
.tijdingen volgen per telegram.
«Met verschuldigde hoogachting,
z/F. Morris, advocaat,
//Londen."
Toen hij dezen brief gereed had, maakte hij
toebereidselen voor de reis naar Parijs.
XI.
Bij het lezen van den kalm gestelden af
scheidsbrief van mijnbeer Morris gevoelde
Jane medelijden met den advocaat. Zij zag
in zyn onderwerping met zyn lot Iets groots.
Na eeoig peinzen meende de fijngevoelige
jonge vrouw dat hij haar een goed voorbeeld
wilde geven, om zich ook in haar lot tc schik
ken. Zij dacht aan Koert. Mocht zij van
hem afzien Kon zy dat doen Neen, nooit
luidde het antwoord in haar binnenste. Al
is Koert-, in don diepsteu zedelijkon afgrond
gevallen, dan zal ik tot hem afdalen om hem
te troosten, te redden, hem weder c p te rich
ten maar hem verlaten, neen, dat nooit.
De jonge vrouw dacht er over, of zij den
advocaat na hetgeen er tusschen hen was
voorgevallen nog zou antwoorden op zyn af
scheidsbrief. Jazij zou hem een brief zenden
en daarin uiteenzetten hoe zy haar heilige
verplichtingen jegens haar echtgenoot opvatte.
Nauwelijks had zij echter de pen in de hand
genomen, of zij verviel in zwaarmoedige ge
dachten en liet de pen rusten. De oppasser
had haar alles medegedeeld wat de advocaat
gezegd had toen hy bij haar toegelaten wenschte
te worden.
Zij bleef kalm, toen zij vernam dat» de ad
vocaat beweerd had dat Koert te Parijs ver
toefde. Misschien omdat zy aan alles twijfelde
wat mijnbeer Morris baar zeide of liot zeggen.
Nu dacht zij weer aan die bewering.
Een Duitsch officier te Parijs Dat scheen
haar iets onmogelijks. Maar had Koert haar
dan niet geleerd, aan het onmogelijke te gc-
looven
Daar kwam de kamenier binnen en zeide
dat de jonkvrouw Von Lauterer baar wenschte
te spreken*
//De dame wacht in de voorkamer, mevrouw."
Jane kleurde vluchtig, toen zij dit hoorde
Zij trad voor den spiegel, om haar toiiet na
te zien, on zeide toen
«Ik heb het voorkomen van een treurende
vrouw, maar ik heb geen reden om mijn droe
fenis voor de menschen te verbergen, en al
lerminst voor de bloedverwanten van Koert.
Laat de jonkvrouw binnenkomen.»
(Wordt vervolgd.)