't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL Een Siriifl tecli Lieffla en Eer. No. 1954 Zaterdag ^7 November 1891. Negentiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn0. 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn». 36. KALENDER DER WENK. NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 7 u. 15 m. Onderg. 4 u. 14 m. Zondag 8 Maandag 9 Eerste Kwartier. Dinsdag 10 Woensdag 11 Donderdag 12 Vrijdag 13 Zaterdag 14 HELDER, 6 Nov. 1891. Bij kon. besluit is de beer C. M. Kooy, burgemeester der gemeente Texel, met ingang van 15 November 1891, be noemd tot burgemeester der gemeente Hen- geloo, (O), mettoekenning van eervol ontslag uit eerstgenoemde betrekking. Sequah is te Alkmaar en werkt daar. Niettegenstaande de dringende waarschu wing van het Maandblad tegen Kwak zalverij c en een advertentie van die ver- eeniging, geplaatst in de Alkmaarscbe couranten, stroomt bet volk naar liem. De entree, welke op 10 en 5 cent bepaald is, is bestemd voor de armen in Alkmaar, en Maandagavond werd een som van f 170 verdeeld tusscben de diaconie der herv. ge meente en de commissie voor spijsuitdeeling aan armen gedurende de wintermaanden. Om een staaltje mede te deelen hoezeer Sequab het volk op de band beeft, diene, dab Maandag bij gelegenheid der koemarkt toen een paar marskramers met onfeilbare middelen®, voor kiespijn hunne waar aan prezen met de kennisgeving »dat hunne waar geen kwakzalversmiddelen waren, ge lijk die van Sequah", het volk party koos voor den Engelschman, en hun een on gemakkelijk pak slaag toediende, hunne fleschjes met olie stuk sloeg en hen van de markt verdreefdit alles onder een liedje dat ter eere van Sequah was gecom poneerd. (»Hbl.«) Een leeiing; van 6o millioen. Een zeer belangrijk staatsstuk kan, vol gens den Haagschen correspondent der »N. Gr. Ct.,« dezer dag en worden tege- moetgezien, nl. het rapport der Staats commissie tot onderzoek naar den toestand van bet materieel onzer marine. Ben ik wèl ingelicht, dan zou die commissie een waar, doch daarom ook zeer treurig tafe reel over onze scheepsmacht opgehangen hebben en krachtige versterking van onze vloot aanbevelen binnen een niet al te ruimen termijn, ik meen van vijf jaren. Zij zou daarvoor een opzettelijke leening van 60 millioen willen sluiten. Met dit iuderdaad niet al te bescheiden, maar ook geenszins overdreven bedrag zou men dan een voldoende scheepsmacht kunnen ver krijgen voor de verdediging van kusten en zeegaten en tevens enkele groote vaar tuigen voor de bescherming onzer over- zeesche bezittingen. Yerder zou bet getal onzer kleine schepen en Torpedo-booten tot een voldoend cijfer worden opgevoerd, terwijl er mogelijkheid zou bestaan dat wij na een jaar of vijf een vloot zouden bezitten van schepen, die, zooal niet alle van de nieuwste typen, doch zeker door moderne constructie, snelle vaart en be wapening met 't beste, wat thans in Europa wordt aangetroffen, zouden kunnen wed- yveren. Men zegt, dat de nieuwe Minister van Marine, de voorstelieu der commissie grootendeels tot de zijne makende, met een zoodanig grootsch plan zal voor den dag komen. Brand aan de Broawersgr. te Amsterdam. Maandagmiddag even voor drie uur werd de brandweer gealarmeerd, omdat uit de pak huizen 174178 aan de Brouwersgracht bij de Prinsengracht van de bovenzolders, waar de heeren Frits Olie en Co. tabak hadden op geslagen, groote massa's rookwolken opstegen. Het bleek al zeer spoedig, dat er op de ge noemde zolders een geweldige brand was uit gebroken. Aan de ijverige pogingen van de brandweer is men verschuldigd, dat de brand tot genoemde zolders beperkt bleef. Er waren ten 5 ure reeds vier stoomspuiten en de stoomspuit de z/Jau van der Heijden* aan het werk. De ta bak smeulde geweldig dikke bruine gele rook wolken stegen voortdurend op vlammen ver toonden zich slechts een enkel oogenblik te kwart voor vier uur. In de Yinkenstraat werden over de perceelen 7 en 9 de waterslangen heen gelegd en ook van dien kant werd veel water op de zolders geworpen. Gelukkig was de wind naar de zijde van de Prinsengracht, zoodat de huizen in de Vinken- straat slechts een oogenblik gevaar liepen. Op de plaats des onheils waren de eigenaars van de goederen, alsook de burgemeester, als ver tegenwoordiger van het Dagelijksch Bestuur der stad aanwezig. Na vijf uur werden de rookwolken spoedig vervangen door een hovige uitbarsting van vlammen. Overal zag men het vuur op de zol ders voortwoekeren en het volk, dat aan de overzijde en op de Prinsengracht wegens de rook 't niet had kunnen uithouden, kon weder naderbij komen, om het vreeselijk, maar fraaie spel der vlammen tegen den verduisterden hemel aan te staren. De brandweer deed al hetmogelijke, om den brand meester te worden, maar tevergeefs. Het personeel werd evenals de stoomspuiten vermeerderd en nog kon men den hardnekkigen brand niet blusschen. Ten 7 uur bleek de brand uitwendig uitge doofd te zijn. Toch moest men tot 10 uur doorwerken. Had men ten half zes vrees dat de gevels zouden instorten, of voorovervallen, na zeven uur was die verdwenen. Eerst laat in den avond kon het grootste deel der brandweer inrukken. Tegen 12 uur werd nog slechts uit 8 slangen water gegeven. Ten aanzien van assurantie verneemt men het volgende De tabak der firma Frits Olie Co. was opgeslagen in de pakhuizen Slagthuis A, B, C,« die alle als verloren is te beschouwen, in het pakhuis «De Wereld" dat weinig schade leed, en in het pakhuis »Het Schaap", dat aan de overzyde van de gracht staat, en dus niets leed. De verzekering liep over deze vijf pakhui zen voor een bedrag van f 1.200.000. Het bedrag is grootendeels hier verzekerd, maar ook loopen groote posten met buitenland- sche maatschappijen, zooals «Te Suna f 70,000, de "London Liverpool" f85,000, enz. De verzekering was naar wij vernemen, ge sloten zonder taxatie, dus tot de waarde van de ramp. Alleen de verkochte en niet afgele verde tabak tot de verkochte waarde. Het meel, behoorende aan de heeren Gebrs De Steenhoijzen en geborgen in het onderstuk van perceel 174 was voor f 10,000 verzekerd bij de Maatschappij «Urania" alhier. Het bedrag der schade, op de beide verze keringen uit te keeren, is nog niet te begrooten. De oorzaak van de ramp, die uit een gel delijk oogpunt tot de grootste behoort, waar door 'onze stad in jaren is getroffen, bleef on bekend. De Rijkscommissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als machi nist aan boord van koopvaardijschepen, zal, overeenkomstig het bij koninklijk besluit van 18 Maart 1891 (Staatsblad N°. 76) vastgesteld reglement voor die examens, aanvangende den* 24 Nov. a.s., te 972 uur voormiddags, zitting houden in-het Loge- gebouw te Rotterdam. Om tot een van die examens te worden toegelaten, zal de candidaat, onder over legging van eene geboorte-akte en met op gave van woonplaats en laatsfen werk kring, de aanvraag biertoe vóór 17 Nov. a.s. schriftelijk en portvrij bij den voor zitter der commissie, wonende in de Grens- straat te Nieuwer-Amstel, moeten inzen den, waaruit tevens dan moet blijken voor welk diploma hij geëxamineerd te worden. ("Men zie verder de »St.-Ct." van 3 dezer.) Hoewel smart eer doodt dan vroolyk- heid, komen toch nu en dan gevallen voor, dat uifbarstingen van vroolijkheid gevaar lijk voor het leven zijn. Dit is ook in den Maandagnacht gebleken bij een familiepar tijtje in de Noorderstraat, te Amsterdam, waar een vrouw zich onder een comische voordracht heeft doodgelachen. Bijzonder groot is het aantal per sonen die zich te Rotterdam aan de ver schillende politie-bureaux aanmelden om daar nachtverblijf te verkrijgen. Dinsdag nacht werd aan het politiebureau aan de Pauwensteeg aan niet minder dan acht personen nachtverblijf en voeding verstrekt, zoodat allé beschikbare ruimte was inge nomen en er eenigen, die dezelfde gunst kwamen' vragen, moesten worden wegge zonden. („N. R. C.") Te Rotterdam bracht een vrouw haar 12jarig zoontje aan het politiebureau aan de Pauwensteeg omdat hij, thuis ko mende, een nieuw pak kleederen en nieuwe schoenen aan had, wat aan de moeder erg verdacht voorkwam. Hij verhaalde een en ander te hebben gekocht voor geld, dat hij van een onbekenden Engelschman had gekregen. Bij onderzoek bleek, dat hij in vereeniging met andere jongens de lade had gelicht bij een tapper en voor het daarvan afkomstige geld (een bedrag van ongeveer f 12) zich in het nieuw had ge stoken. De jeugdige dief bleef op het po litiebureau in voorloopige bewaring. Correspondentie. Advertentiën waarvan de naam van den in zender ons niet bekend is, worden niet opge nomen. 25 ct. kan aan 't Bureau Spoorstraat worden teruggehaald. Red. In het vorige nommor werd door ons eene onjuiste mededeeling gedaan omtrent het blijk van waardeering, dat wijlen Klaas Duit, in de vorige week alhier overleden, in zijn leven te beurt was gevallen. Ten onrechte had men ons medegedeeld, dat hij Broeder was van den Nederl. Leeuw. De medaille, die in zijn leven zijn borst versierde, was de reddings medaille. Burgerlijke Stand, gein. Heider. van 2 tot 4 Nov. ONDERTROUWD; Geene. GETROUWD: G. Kiljan en A. Bakker. BEVALLEN M. R. Muller, geb. Schra- ver, d. M. van Otteren, geb. Blikkenhorst, d. A. M. S. Schreuder, geb. de Ruijter, d. G. I. de la Fonteijne, geb. v. d. Wolt, d. J. de Boer, geb. Keur, z. H. M. H. van Hees, geb. Hul sebosch, z. A. P. Dierendonck, geb. Boll, d. M. C. Grooff, geb. de Graaf, d. I. H. Reuman, geb. Willemse, d. OVERLEDENJ. Jansen, 3 md. C. Ma- bieu, 63 jaren. F. Putman, 16 jaren, C. Noord- berg, 1 week. J. Kos, 3 weken. Burgerlijke stand, gemeente Texel. van 28 Oct. tot 3 Nov. ONDERTROUWD Arie Ellen en Geertje Visman. GETROUWD Leendert Griek en Willemp- je Bakker. Willem Hendrik Donkersloot en Harmina Former. Jacob Buis Jbz. en Frouwtje Mets. GEBOREN Joost, zoon van Willem Spier dijk en Grietje Zuidscberwoude. Jan Isaac, zoon van Frederik Adolf van Scbaick en Her- mina Hendrika Steeneker. Hendrik, zoon van Jan Blom Cz. en Hendrikje Zegel. Tetje Hermina, dochter zan Ritskc Jansma en Ger- ritje Kok. OVERLEDENPiotor Heijstra, 23 jaren. Gemeenteraad van Helder. Zitting van Woensdag 4 November 1891. Voorzitter, de heer C. A. Beukenkamp. Tegenwoordig alle leden de heer Groen kwam echter eerst later ter vergadering en de beer Hordyk zag zich verplicht de zitting gedurende de beraadslaging te verlaten. De tribune is vrij talrijk bezet. Na de opening der zitting worden de no tulen der vorige vergadering voorgelezen en goedgekeurd. Op uituoodiging van den Voorzitter wordt bet nieuw-benoomde lid, de heer Spruit, bin nengeleid. Hij legt in handen des Voorzitters de bij de wet gevorderde eeden af, wordt na mens de vergadering geluk gewensebt en neemt zitting. Aan de orde wordt gesteld de benoeming van een Wethouder. Gekozen wordt de heer Groen, met 9 stemmen. Op den heer Vos werden 3, op den heer Zur Mühlen 2 stem men uitgebracht. De heeren - Hordijk, Fran ken en Hoogenbosch verkregen ieder 1 stem. Volgens art. 79 der Gemeentewet moet, met het oog op het vermeerderd ledental, thans beslist worden of het Dag. Bestuur met 1 of 2 leden zal worden uitgebreid. Met 15 tegen 3 stemmen wordt besloten, nóg eene Wethou der te benoemen. Vóór de benoeming van twee Wethouders stemden de heeren Ouden hoven, Van Neck en de Voorzitter. Tot Wet houder wordt daarop gekozen de heer Vos. De heeren Hoogenbosch en Bakker verkregen ieder 2 stemmen en op de heer Hordijk was 1 stem uitgebracht. De heer Vos en Groen, welke laatste inmiddels ter vergadering was gekomen, verklaren zich bereid de benoeming te aanvaarden en betuigen hunnen medeleden dank voor het in hen gesteld vertrouwen. Aan de orde wordt gesteld de begrooting van iukomsten en uitgaven der gemeente voor den dienst 1892. De commissie van rapporteurs, bestaande uit de heeren Bakker, van Neck en Vos, brengt by monde van laatsgenoemde ver slag uit van bet onderzoek, dat in de afdee- lingen heeft plaats gehad. Na de opsomming van een aantal opmerkingen, wenken en voor stellen tot wijziging, eindigt het rapport met het voorstel om de begrooting der gemeente, zoo mede die van het Burgerlijk Armbestuur, van bet Algemeen Weesbuis en van de dd. Artillerie Schutterij goed te keuren en vast te stellen. Namens de vergadering betuigt de Voorzitter dank aan HH. rapporteurs en in 't bijzonder aan den beer Vos. De begrootin gen worden nu artikelsgewijze behandeld en bij posten, die aanleiding hebben gegeven tot het maken van opmerkingen, enz., wordt ge legenheid gegeven van gedachten te wisselen. Door den Voorzitter wordt daarbij verze kerd, dat steeds een grondig onderzoek plaats vindt, omtrent oninvorderbare posten bij de invordering der plaatselijke directe belasting; dat bij het Dag. Best. het voornemen bestaat om van de eigenaars van caroussels by gele genbeid der kermis een hooger marktgeld te heffen dat B. en W. een niet te hooge ra ming hebben gemaakt ten aanzien van de op brengst der haardasch en van het vuilnis, omdat de opbrengst daarvan afhankelyk is van verschillende omstandigheden. Een uit voerige discussie ontspint zich naar aanleiding van het voorstel, in de afdeelingen gedaan, om de jaarwedde van den Secretaris te ver- hoogen met f 500 's jaars, doch dien titularis daarentegen te doen ontlasten van andere be trekkingen, die hy thans bovendien vervult. Aan' 't einde der bespreking herinnert de beer over de Linden er aan, dat een poging, vroe ger aangewend om bet tractement van den Secretaris te verbeteren, afstuitte op een wei gering van Gedep. Staten. De Voorzitter doet verder uitkomen, dat het niet aangaat, te ba- palen boe de Secretaris zijn vrijen tijd zal be steden en meer dan één lid bepleit de wen- 8chelijkheid, dat een adjunct-secretaris of een boofd-ambtenaar zal worden aangesteld, met het oog op den uitgebreiden arbeid ter Sec retarie. 't Voorstel om tractementa-verhooging aan te nemen, blijft, op verzoek van den voor steller, den heer Korver, buiten verdere be handeling. Met eenparige stemmen de heeren Kor ver en Spruit namen echter aan de stemming geen deel wordt besloten aan den bediende ter Secretarie den titel van dea 2den bode toe- tekennen. Een poging van den heer Korver in 't belang van ambtenaren ter Secretarie om hunne bezoldigingen, niet een volgend jaar, doch onmiddellyk te verboogen, blijft zonder gevolg. Vernieuwing vander ter Secretarie aanwezige plans van het kadaster wordt in uitzicht gesteld, en het besluit wordt genomen, om aan eene Commissie op te dragen, metB. en W. te overwegen de verbetering der jaar wedden van de gemeente-ambtenaren, van de onderwijzers aan de gemeente-scholen en vaa de politie-beambten. De jaarwedde van de benoemde brugwachter bij de brug tegenover de Keizerstraat, wordt, met het oog op de by- zondere diensten, van dien persoon te vorderen, op f400 'sjaars bepaald. Dit besluit wordt ge nomen met 12 tegen 5 stemmen. Vóór de be paling op f300 'sjaars, stemden de heeren Govers, Over de Linden, Korver, KlikenVer- faille. De heer Spruit hield zich buiten stem ming. Vermeerdering van het aantal urinoirs wordt door B. en W. toegezegd. Een klacht over te hooge kosten van 't onderhoud van uurwerken had geen verder gevolg, evenmin als de wenscb naar vermeerdering van 't aantal waaklantaarns, omdat de straten, die men op bet oog had, nog geen eigendom der gemeente zijnen als een wensch om een som van f 500 voor toelagen enz. aan de politie met f 100 te vermindoren. Besloten wordt vervolgens, om een opzichter te benoemen bij den reinigings dienst, dien beambte een salaris van f 700 's jaars toe te kennen, benevens 3% van óe opbrengst bij verkoop der faccaliëD. Tot die be- trekkiug wordt benoemd de heer P. Bos, met 16 stemmen, 2 blanco-briefjes. Bij de behandeling van den post van sub sidie voor de Zeevaartk. School wordt bepaald, dat de subsidie niet meer zal worden verleend, als door den onderwijzer niet binnen den be paalden tijd het vereischte examen wordt af gelegd. Aan den wensch, om hl de ge meente-gebouwen bij een of twee Brandver zekering Maatschappijen te doen verzekereo, kon geen gevolg worden gegeven. De oude quaestie vergoeding aan de kerkgenoot schappen voor vrije zitplaatsen der officieren van zee- en landmacht in de kerken wordt nu zoodanig gewyzigd, dat, in de plaats van offi cieren, voortaan zal gelezen worden militairen. Met 11 tegen 6 stemmen de heer Spruit houdt zich buiten stemming wordt tot be houd van den begrootingspost besloten. Tegen stemden de heeren Franken, Govers, Korver, 30) Staande ontving Jane de boodschappen van den advocaat. Met een zwaarmoedig pyn- lijk glimlachje naderde zij de jongedame en wilde haar de hand geven, maar deze ver meed met zichtbaren angst de hand van Jane aan te raken. Zij gruwde er blijkbaar van, de band van de dochter eens moordenaars aan te raken. Als een schoone zondares stond 'zij nn voor de jonkvrouw von Lauterer. «Ik kom eigenlijk namens mevrouw Von Reidcrsdorf en de mama van Koert Von Berg- haupt," sprak de jonkvrouw, die bij de deur bleef staan. »Ik ben de dames zeer dankbaar, dat zij nog aan mij denken." «Heeft u aan die beide dames geschreven »Ik achtte het myn plicht, de brieven van de dames te beantwoorden. Een poosje zwegen beiden. Toen begon de jonkvrouw Von Lauterer weer »In uw schrijven heeft u den wensch uit gesproken, een onderhoud te hebben met den heer Von Bergbaupt. Noch nevr. Von Rcidersdorf, noch mevrouw Von Bergbaupt kunnen echter een ontmoeting mogelyk maken, daar beide dames niet weteo waar Koert verblijf houdt. Ik ben echter zoo gelukkig u op dit pnnt inlichting te kunnen geven." Onder het spreken haalde zy den briet van Koert uit haar mantelzak te voorschijn. Mijnheer Von Bergbaupt, die mij tusschen- beide met zijn vertrouwen vereert, bericht mij in dezen brief dat hij te Parys vertoeft. Ik meende het mijn plicht, u dit mede te deelen. Wellicht wil u zijn adres noteeren om hem te kunnen schryven." Zij reikte den brief over en voegde er by «Uit het feit, dat mijn neef alleen aan mij geschreven heeft, meen ik te mogen afleiden dat hy de door u gewenschte ontmoeting wenscht te vermyden. Ik ben overtuigd, dat een schriftelijke opheldering hem wenschelijk voorkomt." Jane antwoordde niet maar zag den brief in, noteerde met bevende band het voorge wende adres en gaf toen het schrijven aan de jonkvrouw terag. «Ik dank u van ganscber harte, mejonkvrouw Von Lauterer, voor de groote goedheid, mij door uwe mededeeling betoond. Ik ver oorloof mij niet, naar de redenen te zoe ken, waarom u mij zoo ongewoon koel bejegent. Maar ik zal die redenen respecteeren Indien u evenals ik gehuwd was, zou mij dit niet terughonden om voor u mijn zwaar be proefd hart te openen, u mijn nood te klagen en niet te rusten voordat ik die ijzige koelte overwonnen en u in een vriendin veranderd had die my zou begrypen. Velerlei redenen houden mij daarvan nu terug. Ook begrijp ik u volkomen, en ik vind het loffelyk, dat u leeft in de overtuiging, dat de verdeeldheid tusscheu twee echtgenooten alleen door hen beiden uit den weg geruimd kan worden." Jane zweeg hier en keek de jonkvrouw aan. Blijkbaar verwachtte zij eenig antwoord maar de jonkvrouw scheen in verwarring te geraken en sloeg de oogen neer. «Zal u aan Koert von Bergbaupt schrijven «Ik zal mijn zoet geheim niet aan een blad papier toevertrouwen ik begrijp, dat het myn heilige plicht is, mijn afgedwaaldcn man zelf in Parys te gaan opzoeken. Dat is zoo ver nietik heb wel grooter reizen gedaan. Ik veees niet voor Koerts bekentenis, dat ik zijn liefde heb verloren, want ik weet dat spoedig een ander wezen, aan ons beiden toebehoorende, zijn liefde stormenderhand zal heroveren. Ik verbeug my in het vooruitzicht, dat mijn man mij de hand zal reikoa met de woorden »Laat het vrede tusschen ons zyn En dat zal gebeuren zoodra ik hem te gemoet treed. Ik heb daarom grooten kaast jonkvrouw! Van avond ben ik in Frankfort, om met den sneltrein naar Parijs te vertrekken. Morgen zal ik mijn man wederzienO, ik gevoel hoe ik hem dan weder zal toebohoorenhij zal mij dankbaar zijn omdat ik hem nagereisd ben om hem van den dwaalweg terug te brengen □aar onzen huiselyken baard en ons echtelijk geluk Janes woorden maakten een zeer diepen indruk op de jonkvrouw. Zij gevoelde be rouw en waagde het niet de oogen naar de bekoorlijke jonge vrouw op te slaan. Zij wist zich ten laatste niet ander3 uit haar positie te redden dan door, tot groote ver wondering vun Jane, op eens een buiging te maken en zonder een woord te zeggen de kamer te verlaten, Jane wilde baar echter minstens tot aan de vestibule uitgeleide doen. Door haar gevoel overmeesterd, keerde de jonkvrouw zich hier om, greep Janes band, bedekte die met kussen en zeide snikkend «O, God dat u tot zulk een familie hehoort!" Jane begreep haar niet. Bedoelde zij de familie van Koert, waartoe zij nu ook behoorde Voordat zij echter een verklaring kon vragen, was de jonkvrouw het huis uitgesneld. Door nieuwe verontrustende vragen gekweld, keerde Jane in haar kamer terng. Op den straatweg reed een koets langzaam heen en weer. Toen de koetsier de jonkvrouw bemerkte, sprong hij van den bok en opende bet portier. Op dat oogenblik stak een heer zijn met een witten hoed gedekt hoofd naar buiten en begroette haardat was niemand auders dan mynheer Morris. «O, mynheerfluisterde zij, toen zij naast hem in het rijtuig zat, «dat was een verschrik kelijke taakIk zou mij niet ten tweeden male wagen in de nabyheid vao de ongeluk kigste aller vrouwenZij droogde hu ar tranen waarbij de Engelschman haar oplettend gade sloeg. Blykbaar wilde hy haar gedachten den vrijen loop laten. «Ik begrijp volkomen, hoe Koert moet lij den onder de scheiding van deze vrouw. Mijn- lieer, ik ben te moede of ik een misdaad be gaan heb. Hoe stond zy voor mij; hoe sprak zij hoe edel droeg zy haar lot. Ik gevoelde my vernietigd. Ik zou naar bet einde der wereld willen vluchten, om haar niet weder te ontmoeten. O, dat zy zulk een vader moest hebbenZy gaat nog heden naar Frankfort om met den sneltrein naar Parys te vertrek ken. Zij denkt er niet aan zich van Koert te scheidenik geloof dat zy het ook niet kan." Hier zweeg de jonkvrouw en kleurde. Ge komt van uw ontmoeting met de doch ter van James Gray juist terug zooals ik dat verwacht had, jonkvrouwOf neen, pardon, ik zal uwe diensten in deze goede, maar pijn lijke zaak niet vergallen ik moet bekennen dat ge minder ontroerd teruggekeerd zijt, dan ik verwachtte. Jane Gray is een uiterst geslepen vrouw «Neen, mijnbeer Morris.Ge vergist u hier kan geen sprake zijn van veinzery «Dan moet ik aannemen, dat Jane Gray een zwak oogenblik gehad heeft, waarin zy de gevoelens van haar hart niet heeft kunnen onderdrukken. En waarom zou dat onmoge lijk zijn In de eenzaamheid zullen haar verkeerde daden haar voor den geest gekomen zijn en baar tot verantwoording geroepen heb ben. Des te slimmer voor Jane Gray, als zy tot de erkentenis moet komen, dat zij den man liefheeft, over wiens hoofd zij zooveel onheil heeft gebracht. Eerlijk gezegd ik zou mij ver heugen over zulk een gemoedsaandoening bij die schoone vrouw, al was ik overtuigd dat die aandoening slechts van voorbijgaanden aard is. (Wordt vervolgd.) i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1