't Vliegend Blaadje. VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1959. Woensdag 25 November 1891. Negentiende Jaargang. KLEINE COURANT Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 36. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 24 Noy. 1891. Utt verslagen van Gemeenteraads-zit- tingen zal het onzen lezers bekend zijn, dat de Raad dezer gemeente besloten heeft om, met het oog op het tot stand komen van een afslaglokaal aan de Buitenhaven, den afslag van zeeviscb, zoo mógelijk, alleen en uttslui- tend te doen geschieden in genoemd lokaal. Zoo mogelijk schreven wij, omdat het verbod om op andere plaatsen, bv. op den Havensteiger den afslag te doen geschieden, afhankelijk is van de beslissing der Hooge Regeering. De Ministers van Watersfaat, Handel en Nijver heid en van Marine hebben in deze het recht den afslag aldaar te verbieden. Maandenlang wacht de Raad reeds op den uitslag zijner pogingen, om dat verbod te verkrijgen en steeds blyft het afslaglokaal nutteloos en renteloos.' Dezer dagen is naar wij vernemen, deze zaak behandeld in eene te 's Gravenhage gehouden zitting van het College voor de visscherijen. Deskundigen en belanghebbenden by den ▼ischhandel zijn gehoord en deze schijnen een parig in hun oordeel, dat ook voor dezen han del de noodige vrijheid behoort te worden gelaten, dat de vischhandel zich 'tbest ont wikkelt bij den bestaanden toestand en dat slechts verlangd wordt, dat het gebouw voor den afslag in zooverre zal dienen voor den verkoop van zeeviscb, als zulks met het oog op de weersgesteldheid noodig en wenschelijk is te achten. De verhuring van 't lokaal wordt door visschers en kooplieden eenparig aanbe volen. En algemeen blykt het gevoelen dat de voordeelen, die de gemeente van den visch handel kan genieten, niet moeten gezocht worden in directe uitkomsten, doch dat die indirect voortvloeien uit de welvaart der inge zetenen, die daardoor wordt teweeg gebracht. De beslissing over de vraag, of de Regee ring in liet toestaan van het verzoek van het Gemeentebestuur kan trsden, wordt inmiddels met verlangen te gemoet gezien. Het aantal onzer plaatselijke ver- eenigingen is weder met één vermeerderd. Wij bedoelen de zangvereeniging Onder ling Genoegen,'' die in de tuinzaal van Tivoli hare repetitiën zal houden. In aan merking nemende, dat den heer Gijswijt als directeur zal optreden, geiooven we, dat de toekomst dezer vereeniging verze kerd is. Gelegenheid tot toetreding als lid bestaat a.s. Maandag. (Zie verder de an nonce.) Drankwet. In de Memorie van antwoord op zijne begrooting wijst de Minister van Justitie er op, dat de drankwet een goede werking heeft ten opzichte van de bestrijding der openbare dronkenschap. Dit blijkt niet alleen uit het in geringere mate dan vroeger voorkomen van erger lijke tooneelen op straat, doch ook uit de vermindering der veroordeelingen wegens die overtreding. In de jaren 1882—1890 bedroeg het ge tal dier veroordeelingen bij de kantonge rechten 39.822, 35.978, 34.300, 30.593, 27.887, 28.701, 28 323, 26.046, 27.616. De vermeerdering in 1887 was een ge volg van de nieuwe strafwetgéving, die van de rechtbanken bij de .kantongerech ten ook de tweede en volgende herhalin gen van de overtreding overbracht. Deze cijfers, beschouwd in verband met de vermeerdering van bevolking sedert 31 December 1881 tot 31 December 1890 bijna een half millioen zielen bedragende getuigen, meent de Minister, zeker vóór onze wet, te eerder daar geen klachten worden vernomen over het in de latere jaren meer dan vroeger onvervolgd laten van openbare dronkenschap. Ook het aantal drankgelegenheden is aanzienlijk kleiner geworden. Kort vóór de invoering van de wet bestonden er 43.985 tappers, kroeghouders en slijters die sterken drank in het klein verkochten, terwijl op 31 Decembee 1890 voor 25,911 localiteiten vergunningen waren uitgereikt. De marinier 2e kl. J. C. S., laatst dienende aan boord Hr. Ms. fregat »Evert- sen", is wegens desertie en diefstal ver oordeeld tot 3 en 9 maanden gevangenis straf ..en ontzegging van het recht voor 5 jaar, om bij de gewapende macht of als militair te dienen. Uit het Rejceerings-antwoord op het verslag van 't onderzoek in de afdeo- lingen der Tweede Kamer betreffende de begrooting voor Marine voor 'tjaar 1892. De minister verdedigt het eindcijfer der be grooting, dat hooger is dan het gemiddelde der laatste 10 jaren, doch ruim f 270.000 min der is dan dat voor het loopende jaar. Hij doet daarbij opmerken, dat alleen voor de voort zetting van den nieuwen aanbouw, die hij bij zijn optreden onderhanden vond, ruim 17 ton is aangevraagd. Hij verzekert, dat hij zijne voorstellen tot verbetering van 't materieel der zeemacht ten spoedigste in gereedheid zal brengen. Omtrent de blijvende vereeniging der be'.rekking van commandant der zeemacht en chef van het departement der marine in Nederlandsch Indië, zal de minister de voor stellen der commissie voor de Indische marine- aangelegenheden in overweging nemen. Omtrent de verbetering der bewapening van de defensie-schepen zijn voorstellen in over weging. Inmiddels erkent de minister, dat de aanwezige schepen in dusdanigen toestand moeten worden onderhouden, dat er vooralsnog in overhoopte gevallen over kan beschikt wor den. De aanbouw van schepen op eene rijkswerf acht de minister aanbevelenswaardig. Het ligt in het voornemen van den minister om de rijkswerven, zoo mogelijk, in den be staanden toestand te handhaven. Alleen zal hij in overweging nemen, om de rijks werf te Hellevoetsluis, meer nog dan tot uu toe, voor conservatie te bestemmen. Hoewel in den regel de gunning aan deD minsten inschrijver zal geschieden, kunnen byzondere omstandig heden, zooals b.v. een kortere leverings-termijn, voorwaarden van de zijde der inschrijvers, be treffende keuring of korting voor te late le vering, enz., het in 's lands belang doen zyn, het werk aan een anderen dan den nminsten in schrijver optedragen. Aan beperking van een 3jarig verblijf in Indië, tot een 2jarigzal de minister zijne aandacht blijven schenken. De noodzakelijkheid om de regeling van het op non-activiteit stellen van zee-officieren, le den van de Staten-Generaal in overeenstem ming te brengen met die bij de landmacht te dezer zake bestaande bepalingen, wordt door den Minister voor het tegenwoordige niet in gezien. Deze aangelegenheid kan intussehen in overweging worden genomen bij eene even tueel® herziening van de wet op bevordering, enz. van de militaire officieren der zeemacht. De Minister acht de vormiDg als practisch machinist deugdelyk genoeg. Verbetering van het pensioen der machinisten, wat betreft de toekenning van een hooger bedrag voor elk jaar in de koloniën doorgebracht dan thans volgens de wet op de pensioneering wordt ver leend, komt hem niet noodig voor. En even min kan hij inzien, dat het waarborgen van weduwen-pensioenen uitsluitend voor de ma chinisten aanbeveling verdient. Ook de tegen woordige regeling der opleiding van de ma chinisten acht hy voldoende. De Minister handhaaft zijne meening omtrent de overbren ging van de standplaats van den chef van den torpedo-dienst van Amsterdam naar 's Graven hage. Zijns inziens behoort de chef van den torpedo-dienst als adviseur van den Minister in zake het torpedo-wezen werkzaam te zijn bij het Departement. Omtrent den werk kring van den chef van den marine-staf deelt de Minister de noodige bijzonderheden mede. Het ligt in de bedoeling den gewezen in specteur van den Stoomvaartdienst, nadat hij aan de bepalingen op de bevordering zal heb ben voldaan, weder fn zijne votige betrekking aan het Departement te plaatsen. Aange zien de tegenwoordige chef der afdeeling Per soneel aan het Departement zelf zijn verlan gen heeft te kennen gegeven om met 1 Mei a. s. wanneer hij 6 jaren in die betrekking zal zijn werkzaam geweest, te worden vervan gen, zal zijne detacheeriug bij het Departe ment tegen dat tijdstip worden ingetrokken. De vraag of hot wenschelijk is de by 's Rijks werven geplaatste officieren-machinist, die thans belast zijn met. do technische uit voering in liet torpedo-atelier, te belasten met de betrekking van chef van het atelier, stelt de Minister zich voor in overweging te nemen, nadat de rapporten van do betrokken autori teiten omtrent dat punt zullen zijn ingekomen. Bestemming van de mariniers voor de be zetting der koloniën Suriname en Curacao met jaarlijksche aflossing zou '.naar 's Ministers overtuiging leiden tot desorganisatie van het korps mariniers. Het schroefstoomschip z/Sommelsdijk" zal in 1892 een reis maken naar Buenos-Ayres, naar de Kaap-kolonie en naar Afrika's Zuidoostkust tot vlagvertoon en bevordering der Nedcrlandsche handelsbelan gen. Op de terugreis zal het schip de Kongo- kust aandoen. Het vervangen van de zeil- vaartuigen bij het Loodswezen door stoom- vaartuigen is, naar de meeuing van den Mi nister, niet aan te bevelen, omdat de vervan ging zeer belangrijke en jaarlijks terugkee- rendc meerdere uitgaven tengevolge zou heb ben, terwijl de loodsdienst zeer goed met min der kosten door zeilvaartuigeu kan worden verricht. Voor het oogenblik kan niet wor den opgegeven wanneer de herziening der mi litaire pensioenwetten de Kamer zal bereiken. Daartoe zal overleg met den Minister van Oorlog noodig zijn. Een honderdjarige gedenkdag. Een zeldzaam voorrecht vHlt den 24en dezer den eigenaren der Bierbrouwerij en Azijnmakerij „De Gekroonde Valk", te Amsterdam, ten deel' Het u op dien datum honderd jaar, dat deze fa briek onder dezelfde firma is gedreven geworden, alhoewel zij, volgens de historische oorkonden, reeds 60 jaar vroeger bestond. Den 24 Novem ber 1791 werd zij door den heer Jan MesBchert van Vollenhoven, den over groot-vader der tegen woordige firmanten gekocht. Echter had zij toen een geheel ander aanzien, en heeft zij, na verloop van tijden, door voortdurende uitbreiding en aan koop der aangrenzende terreinen den omvang ge kregen, dien zij nu heeft. Het merkwaardige is evenwel, dat zij niet is veronderd, doch steeds naar de eischen des tijds is getransformeerd. Hij, die eenigszins op de hoogte is van de gansche omwenteling, welke in de laalste 25 jaren in de bierbereiding heeft plaats gehad, zal gevoelen wat dit beteekent, zoodat van deze fabriek gezegd kan worden, dat wel het terrein is gebleven, doch verder ook bijna geen steen van het oude m«er bestaat. De firmanten hebben den moed en het vertrouwen in hnn fabrikaat gehad, om de groote moeilijkheden en kosten, die daaraan verbonden waren niet te ontzien, en smaken dan ook thans de voldoening, dat hunne brouwerij naar de eischen des tijds is ingericht. De firma Van Vollenhoven en Co., van ouds zoo vermaard door haar Princesse Bier voor het bin nenland, en Valken Bier voor de Koloniën, fabri ceert nu daarenboven vele andere ssorten, die meer de aandacht der tegenwoordige verbruikers trekken. Wij behoeven slechts te wijzen op het Van Vollenhoven's Stout, dat iedereen, zoo hier te lande als in de Koloniën kent, waardoor niet alleen vroeger uitheemsch fabrikaat inheemsch is geworden, doch tevens een drank onder het pu bliek is gebracht, die werkelijk een uitnemende mag genoemd worden, wegens zijn kostelijke eigenschap pen. Verder hebben de Vollenhoven's Beierach en Lager-Bieren mede reeds lang het burgerrecht gekregen, en zijn deze geliefkoosde dranken ge worden. Terwijl vele andere industriën eer kwij nen dan bloeien, is het ons aangenaam hier te mogen wijzen op eene nijverheidsonderneming, die, ofschoon een honderdjarige, nog jong en frisch mag word genoemd. Het werklieden personeel bestaat uit circa 200 man, voor wie door de firma een blok arbeiders woningen werden gebouwd, in de nabijheid der fabriek, Hollandsche werklieden in Trans vaal, het leven aldaar, beschrijving van land en volk. 2) Komatiepoort, Oct. 1891. Schrikkelijk vol ongedierte zitten hier de ossen iu den zomer, het is of zy bezaaid zijn met kleine knikkers, (boschluizen.) De koeien geven hier zoowat 2l/z liter molk per dag en dan moet men het kalf er by laten. De slager heeft er soms een paar loopen. Van klein ontuig wemelt het hier, vooreerst drie soorten miereu, waarvan de witte wel de sloehtste is hout schijnt hare geliefkoosde kost te zijn als is het ook gekiauiseerd, tenminste als wij van de keeten een stuk eenigen tijd op den grond laten liggen, was het ook spoedig uitgevreten de bruine mieren zyn onze tafelgastenwij hebben daarvoor de pooten van de tafel in blikjes met water staanverder hebben wij hier voor huisdieren een legio vlooien, kak kerlakken, muizeD, muskieten en vliegen, waar onder ook een groene vlieg, die er behagen in schijnt te vinden bare eieren in het men- schelijk lichaam te leggen; daar heb ik hier drie voorbeelden van gezien. Mijn kameraad H. was ook een van de gelukkigen, hij kreeg een paar zweertjes op het been en kneep daar uit, na een paar dagen, een paar flinke maden. In de houten keeten heeft men nog wandluizen toe. Sprinkhanen zijn hier in een menigte soor ten van heel klein tot exemplaren van 10 cen timeter lengte, hagedissen en padden ook veel, cameleons en slangen weinigwy hebben hier in 17 maandeu een twintigtal gedood, de langste was 1.5 Meter. Vogels zijn hier ook weinig, men ziet hier wel veel soorten, maar niet veel ln aantalde nuttigste daarvan is wel de aas gier. Als hier af daar een cadaver ligt, is dit in ongelooflijk korten tijd verslonden zij wor- daarom ook door de wet beschermdeene soort als onze spreeuw vreet hot ongedierte van het vee, verder is de kwikstaart hier wel het grootst in aantal. Voor het ongedierte is het wel jammer dat hier zoo weinig vogels zijn. Tegenwoordig zien wij des avonds boven de rivier de lichtgevende vliegen zweven, wat als men een paar by elkaar ziet, een aardig gezicht is. Van wilde dieren zyn hier in den omtrek geschoten: een leeuw, twee leeuwinnen en twee jongen, 3 nijlpaarden in de Komati- en 4 krokodillen in de Krokodilrivier de groot ste was ruim 4 Meter lang en had nog een kafferarmband in zyn maag. Op onze wande ling hebben wij eens een partij wilde bokken ontmoet, wel 40 stuks en een partij apen op het Lebombo-gebergte. Dikwyls zagen wij een enkele bok of baas en eens een zebra, ande ren hier kort bij hebben nog een kudde giraf fen gezien. Nu iets over het leven; Van Mei tot De cember kan men hier best zijumen krijgt dan wel eenige enkele warme dagen, maar men hoort dan niet zoo erg van do koorts. Maar in den zomer (menschen die niet den geheelen dag buiten behoeven te zijn laat ik er buiten) krijgt een ieder hier koorts. Ik kan zeggen dat dezen zomer allen die hier gehad hebben, de een meer de ander minderzware koortsen zijn het zekermen verzwakt er direct erg van. Ik heb een timmerman gezien, die hier Een Slrl tecbei Liefde en Eer. 35) wPardon, mijnheer als ik het vertrouwen van uw onvergetelijke echtgenoote niet mochts verwerven, dan heb ik daaraan alleen schuld. Al heb ik haar genoeg oplettendheid betoond, dan miste ik toch de gave om dat te doen in de vormen, die vrouwen gaarne zien. De arme Morris verdiepte zich te veel in zyn boeken en verzuimde daardoor zich de noodzakelijke beleefdheidsvormen in goed gezelschap eigen te maken." irDat vond ik juist prijzenswaardig. Gehadt een moeielyke taak, maar ge hebt die met eere ten einde gebracht. In het proces van Uriah James Gray hebt ge een schitterende proef ▼an uw kennis en wetenschap gegeven. Ik ben daar trotsch op, want in zekeren zin heb ik deel aan uw succes, daar ik het eerst uw talent heb opgemerkt en geen moeite spaarde om het tot ontwikkeling te doen ko men." i»Ik ben u daarvoor ten hoogste dankbaar," antwoordde de advocaat op een toon, alsof hem die woorden uit het hart kwamen. //Als God gewild had, dat mijn vrouw op het oogenblik nog leefde, dan zou haar afkeer zeker in welwillendheid jegens u zyn veran derd, myn beste MorrisMaar laten wij de dooden laten rusten hier helpt geen klagen meer. Myn dierbare vrouw heeft mij een heerlijken troost nagelaten mijn dochter, mijn geliefd eenig kind." Op dit oogenblik vertrok de stoomboot van de steiger, om de reis voort te zetten. Mijn heer Morris dronk een tweede glas wijn en zeide toen //Mijnheer, ik geloof niet dat er nog een dochter te vinden zou zijn, die om het treurig lot van haar ouders zooveel tranen heeft ver goten als miss Janepardon, ik bedoel me vrouw Yon Berghaupt. Al het een verdienste genoemd mag worden, dat ik de edelaardige jongedame in die droevige dagen met troost en goeden raad gesteund heb, dan zou ik durven beweren dat ik mij jegens haar ver dienstelijk heb gemaakt." De consul drukte den advocaat met warmte de hand. //Ik dank u, mijnheer Morris. Eerlyk gezegd gedurende mijn Robinsons-leven op het een zame eiland ben ik dikwijls getroost door de •gedachte, dat ge myn kind zoudt troosten en besehermen. Nu, ik heb mij niet vergist. Dank, nogmaals dank, waarde Morris!" «Uw dank maakt my verlegen mijnheer, ik heb niets gedaan dan myn plicht mijn plicht jegens een familie, aan wie ik te danken heb wat ik ben //Hoe gaat het met mijn dochter?" »Zij is zoo gelukkig als een jonggehuwde vrouw slechts zijn kan!' De oogen van den consul glinsterden van vrengde, //Wanneer hebt ge haar het laatst gezien, mijnheer Morris? //Gisteren, mijnheer, aan de zijde van haar man, die haar zeer lief schynt te hebben. Naar my toescheen," vervolgde de advocaat langzaam, terwyl hy nauwkeurig op den con sul lette, had zij nog geen bericht ontvangen van de terugkomst van haar papa." -Zeer juist, mijnheer Morris. Mijn dochter ontving nog geenerlei bericht, aangezien ik vreesde dat een bericht haar in een spanning zou brengen, die haar gezondheid zou kunnen benadeelen. Het is veel beter haar voor een feit te stellen dan haar in een toestand van gespannen verwachting te stellen." De advocaat werd nadenkend, waarom de consul vroeg of hy soms zijn inzichten niet goedkeurde. wNeen, mijnheer, volstrekt nietLaat ik u daarvoor mijn redenen zeggen. Ge weet, mijnheer, dat de gezondheid van mevrouw Yon Berghaupt altijd nog al gevoelig was en steeds de grootste voorzichtigheid 'gebiedt. Ik kan slecht met myn geweten overeen brengen, dat u het edele echt vaderlijke plan ten uitvoer brengt en haar onverwachts onder de oogen komtik voorzie daarvan noodlottige gevolgen. Eon man die door zyn dochter maandenlang als een doode beweend is, kan haar niet zoo plotseling te gemoet treden. Dat zou haar het leven kunnen kostendaar van zijn voorbeelden genoeg aan te halen." De consul verbleekte. z,Ik geloof dat ge gelijk hebt, mijnheer Morris! Ik zal myn dochter op mijn komst moeten voorbereiden. Ge zult dat het best in Mei van Pretoria kwamhy kreeg slechts tweemaal de koorts, was nooit ziek geweest, en toen hij van bed af wilde loopen moest hij zich van steun bedienen om staande te bly ven. Half Februari lagen wy met ons drieën, die samen woonden, gelijk er aan. Ik heb thuis- moeten blijven om weer op streek te komen Wij zijn hier van ons transport (47 man) nog met 16 man, 8 zijn wegens voortdurende ziekte afgekeurd, en do rest is in 't laatst van Dec. vrijwillig vertrokken, om rede er gezegd was, dat hier in den ongezonden tyd niet ge werkt zou worden en het volk naar eene ge zonde streek gezonden zou worden maar dat zeggen bleef hangen tot half Jan. Toen is dan ook de rest, die hier niet wilde blijven, voor 5 maanden naar Holland vertrokken wij ble ven hier slechts met ons drieën van ons trans port, allen timmerlieden. Nu is het niet alles om hier een zomer door te brengen, hoewel er tot heden nog maar drie personen van do firma van Hattem gestorven zyn. Als het re gent is het schrikkelijk heet, het warmste van den zomer was 108° Fahrenheit, altyd in de schaduw, want toen wij den thermometer in Januari 's middags om twee uur in onze tent hingen, wees hy daar 124°. Het was ons toen onmogelijk om over dag in de tent te zijn wij aten en dronken toen maar in onze werk plaats, die voor luchtigheid aan drie van de vier zijden open is. Wy, H. en ik, hebben 7 maanden in zoo'n linnen tent gewoond, maar dat geef ik weg. Overdag kan men er niet blyr ven van de hitte; als er een beetje wind was stikten wij van de stof en regende het veel, doorlekken, zoodat wij wel eens ia rare boch ten gelegen hebben, om droog te blijven. Wij wonen nu al een halfjaar in een rieten huis, wat wij zelf met een paar kaffers gemaakt hebben dit is een betere woning en wel de verkiesselijkste soort voor deze streek. Onze werktijd is van half zeven tot negen, van tien tot een en van half drie tot zes uur met heete dagen wordt onze schafttijd verlengd, wat noodzakelijk is, daar de kaffers het dan zelfs in de zon niet kunnen uithouden. Wy hebben een kaffer om eten te koken, wasschen, bedopmaken, enz.; dat gaat redelijk wel als men ze een tijdje heeft, maar in 'teerst is 't een gesukkel om ze dat te leeren. Onze levenswijze is deze 's morgens bij het opstaan een k<>P koffie, om negen uur havermeel ge kookt in melk of wyn en thee, om één uur een kop cacao, brood met kaas of iets anders De kaas, die wij hier koopen is zeer slecht en drooghet kaasje, ons van huis gezonden, was veel beter). Om zes uur soep, erwtesoep of aardappelen, vleesch en groenten, altijd in blikjes. Vleeseh is hier dikwyls zeer taai en wij zijn best geholpen met een gehaktmachine, ons door moeder gezonden. Schapenvleesch vind ik beter dan in Holland. Zoo'n manier kost ons per hoofd en per maand pound, daar is niets extra's bij. Ging men hier als in Holland zijn potje bier drinken en sigaren rooken, enz., men zou aan het loon tekort ko men. Dat moet men zich hier ontzeggen wil men iets besparen. Ik zal hier eenige pryzen laten volgen, de goedkoopste hierzooals wij het krijgen van de O.A. Compagnie, niet gecon- tracteerden, betalen wij meereen flesch bier 1 shilling 6 pence een kruik jenever 4 sh. een flesch wijn 2 sh.een flesch cognac 7 sh. 6 penceeen flesch azijn 1 sh.sigaren 1 pound 10 ah. per kistje of 6 pence per stuk, een pak lucifers 6 pencetabak 4 sh.aard appelen, uien, suiker en havermeel 4 pence en rijst en zout 3 pencevleesch 1 sh. por Eng. pond een Edammer kaasje 5 sh.een Goudsche kaas 12 sh.koffie en boter 5 sh. per Kilogramals men ze kan koopen, betaalt men voor een kip 2 shilling en voor eieren 5 a 1 sh., hoewel ik al eens een six- pence per stuk gegeven heb. Uit deze gegevens kan men wel opmaken, dat het hier voor een huishouden geen leven is. Al verdient men dan 20 pound 's maands, lijdt men toch feitelyk armoede, getuige hier kunnen beoordeelen, daar ge haar gisteren nog gezien hebt." Ik dank u voor het vereerende vertrouwen dat u in myn zienswyzo stelt. Ik heb juist een dag en nacht geen stoomboot laten voor bijgaan zonder naar mijn weldoener te zoeken, alleen om zulk een ontmoeting te voorkomen. Onmiddellijk na ontvangst van het telegram van mijn gemachtigde begaf ik mij naar me vrouw Von Berghaupt. Toen ik gedurende het gesprek bemerkte, dat zij nog geen be richt had ontvangen omtrent het geluk, dat haar wachtte, begreep ik dat 't uwe bedoeling zou zLin haar te verrassen. Daar ik geen ge legenheid had om u per brief dien stap af te raden, welke noodlottige gevolgen zou kunnen hebben, moest ik u te gemoet reizen ik dank het gelukkige toeval, dat mij u deed ontmoe ten." z/Dat zal ik niet spoedig vergeten mijn waarde Morris voorloopig mijn hartelyken dank. Ge hebt gehandeld zooals ik dat van u mocht verwachten," //Pardon, mijnheer! De voormalige blad schrijver Morris heeft niets gedaan dan zijn plicht* Verlang meer van my, verlang mijn leven en ik zal liet met vreugde geven. Ik vreesde dat u myne bedenkingen overdreven zoudt noemen. Als u echter in aanmerking wilt nemen hoezeer de familie van mijn wel doener mij ter harte gaat, zal u myn bezorgd heid wel verschoonbaar vinden.» //Verontschuldig u niet verder, miju waarde Morriswij begrijpen elkanderGy hadt my niet meer kunnen verplichten dan door uw bezorgdheid, die bewyst hoe na wij u aan het hart liggen.Maar blijf nu niet halverwege staan geef my thans ook goeden raad Het zou het best zijn, mynheer als ge het verlangen naar uw dochter eenigszins koudot matigen en te Rüddesheim of te Bingen in een hotel bleeft, terwyl ik alleen mevrouw Von Berghaupt ging opzoeken, om haar op uwe komst voor te bereiden.* //Afgesprokenriep de consul vergenoegd uit, terwijl hij den heer Morris de hand drukte //Ik zal te Bingen'eenige uren in een hotel, toeven. Hoe ver zijn wij nu nog van de villa mijner kinderen verwijderd?" wMet de stoomboot bereiken wij Bibrich i,n een klein uur. Vandaar bereikt men de villa in een half uur* Beide heeren zwegen een poos. De consul dacht aan zijn geliefde dochter, die altijd zijn trots en vreugde was geweest, terwyl de ad vocaat peinsde over het vergif, dat hy van mijnheer Toubier gekocht had en dat hij thans in zyn portefeuille by Janes portret had liggen. Om zich ongestoord met zijn slechte gedach ten te kunnen bezighouden, verzocht hy den consul verlof om zich te mogen terugtrekken hij was zeer vermoeid. De consul stond dit volgaarne toe. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1891 | | pagina 1