't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
*o. 1980.
Zaterdag 6 Februari 1892.
Twintigste Jaargang,
KALENDER DEK WEEK.
Gemeenteraad van Helder.
NIEUWSTIJDINGEN.
„ONTËRFD'
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 36.
Geïllustreerd Zondagsblad.
Inhond van No. 6.
De ommegang van den dood. met illustratie.
Onaangename huisgenooten in Indië. met
illustratie. Het gala-rytuig vsn den koning
van Dahomey, met illustratie. Kennis van
vreemde talen. De slag by den Isel-berg,
met illustratie. Een afgelegen Kontnkrijk,
Haiwai, met portret. Uit den verkiezingstrijd
in Engelaod, met illustratie.. Een kritiek
oogenblik, met illustratie. Suikerdronken-
schap. Een praatje over storm. Voor
dames. In het belang van de baronnesse.
met illustratie. Pijnstillende middelen.
Macht van het bijgeloof. De gelegenheid
maakt den dief, met illustratie. De muziek
der vogels. Een eigenaardig gebrnik.
Eenige recepten van hnishondelijken aard
De grens van den datum. Impressionisme
in de schilderkunst, met illustratie. Het
menu-grieksch. Hoe een landlooper zich
weet te vermaken met muziek en nog een
winstje weet te behalen, met negen illustraties.
Anecdoten. Schaakrubriek. Mede-
deelingen.
Opkomst der Zon 7 u. 35 m.
Onderg. 4 u. 54 m.
FEBRUARI, Sprokkelmaand, 29 dagen.
Zondag 7
Maandag 8
Dinsdag 9
Woensdag 10
Donderdag 11
Vrydag 12 Volle Maan.
Zaterdag 13
Zitting van Dinsdag 2 Februari 1892.
Voorzitter de heer C. A. Beukenkamp.
Tegenwoordig zijn 16 leden. De heeren
Franken, Oudenhoven en van Neck zijn af
wezig. De tribune bergt een vrij talrijk
publiek.
Na de opening der zitting, worden de no
tulen der vorige vergadering voorgelezen en
goedgekeurd. Aan de orde komt daarop
de vaststelling der vroeger verhandelde en
nader gewijzigde algemeene Politie-verorde-
ning, die volgens den Voorzitter, vooraf be
hoort te worden voorgelezen. De heer Hor
dijk acht dit niet noodig, omdat het publiek
bij de aanvankelijke behandeling met den in
houd heeft kunnen kennis maken. Een discussie
over het al- of niet noodzakelijke van het voor
lezen van deze omvangrijke verordening volgt,
eindigende met de aanneming, van 9 tegen 7
stemmen, van 't voorstel Hordijk, om de
voorlezing achterwege te laten. Tegen stemden
de heeren Maalsteed, Verfaille, Vos, Spruit,
Groen, Hoogenbosch en de Voorzitter. Vervol
gens wordt de Algemeene Politie-verordening
met algemeene stemmen goedgekeurd en vast
gesteld even als de verordening tot het regelen
van 't vorderen van persoonlyke diensten. By
de vaststelling van laatstgenoemde verordening
beveelt de heer Hordijk de rondzending van
zulke stukken bij de leden van den Raad aan.
De Wethouder, de heer Vos, leest daarop
voor een door B. en W. ontworpen Reglement
voor de alhier te stichten Zeevaartkundige
School, ten behoeve van jongelingen van 14
tot 17 jaren, die examen wenschen te doen
als stuurman of als loods. Na de voorlezing
van dit uitgebreide stuk, stelt de Voorzitter
voor de goedkeuring er van, om het ontwerp
daarop bij de Hooge Regeering intezenden.
Op zyne daartoe gedane vraag ontvangt de
heer Zur Mühlen de verzekering, dat by de
bewerking van dit ontwerp gebruik is gemaakt
van de bepalingen, die elders in werking zijn.
De heer Hordijk pleit voor uitstel der be
handeling. Hij wil het ontwerp vooraf by de
leden ter beoordeeling rondzenden. De heer
Bakker is daarentegen voor onmiddellyke be
handeling, daar de zaak zoo lang reeds op af
doening wacht. Bij de verdere discussie ont
vangt de heer Korver van den Wethouder,
den heer Vos, de verzekering, dat het onder
wijs op de gewone lagere school, aangevuld
mét het onderwijs in de Fraosche taal, b. v.
aan de avondschool van school 7b, voldoende
is, om het toelatings-examen te kunnen doen
voor de zeevaartkundige school. Eenige dis
cussie wordt nog gevoerd over de bekwaam
heid, die van den Directeur gevorderd wordt
en nadat het ontwerp in dier voege is gewij
zigd, dat het Bestuur dier school wel door
maar niet bepaald uit den Raad moet samen
gesteld worden, wordt het met eenparige stem
men goedgekeurd. De heeren over de Linden
en Hordyk namen aan de stemming geen deel.
Op voorstel van het Dag. Bestuur, wordt
besloten opnieuw bij den Minister van Wa
terstaat, Handel en Nijverheid om vergunning
te vragen tot beplanting met boomen, gedu
rende 25 jaren, van bet terrein, gelegen bij
het Spoorweg-station. By de behandeling van
dit voorstel komt ter sprake de leelijke, zeer
in den weg staande schutting aan 't einde
der Stationstraat, waaromtrent door den Voor
zitter wordt verzekerd, dat het Dag. Best.
daaraan niets kan doen. Aan de orde komt
nu het adres van eigenaars van perceelen aan
de Loodsgracht, die den Raad verzoeken, tot
B. en W. de uitnoodiging te richten, om
de aanschrijving betreffende den aankoop van
gronden tegen f2 den M3 in te trekken, om
dat, naar hunne meening, het eigendomsrecht
der gemeente in den loop der jaren is verjaard.
Dit adres wordt voorgelezen, gevolgd door het
des betreffend advies van B. W. Deze laatsten
houden vol, dat de gemeente eigenares dier
gronden is en dat in de eigendoms-bewyzen
wel degelijk de gronden, waarover de eigenaars
te beschikken hebben, zijn aangewezen, 't Ge
meentebestuur heeft slechts gedoogd, dat van
de betwiste gronden door de eigenaars van
perceelen is gebrnik gemaakt. Seder 1845 heeft
de gemeente dan ook de lasten betaald, 't Slot
van het prae-advies luidtwij stellen voor, het
verzoek van adressanten te wijzen van de hand."
De heer Hordijk kan zich met dat voorstel
in 't geheel niet vereenigen. Hy toont, met het
Burgerl. Wetboek in de hand, aan, dat de ge
meente het recht van eigendom door het veel
jarig gebruik der eigenaren van perceelen ver
loren heeft. Ter ondersteuning van dit gevoelen,
wjjst de heer Oortgijsen op het tot stand ko
men der Brandsteeg achter en langs de erven
en op het bouwen van perceelen aldaar, niet
zonder toestemming van het Dag. Bestuur.
Naar aanleiding van eene vraag van den heer
Korver, toont de heer Hordijk aan, dat adres
santen op volkomen wettige wijze in 't bezit
der bedoelde gronden zyn gekomen, daar het
om bezitter van vaste goederen te zyn niet
beslist noodig is, dat men die gekocht en be
taald hebbe. Een veeljarig ongestoord gebruik
verschaft ook eigendomsrecht. De Wethou
der, de heer Groen, toont daarentegen aan,
dat hier geen sprake is van een verkregen
eigendoms-recht, doch dat het gebruik dier
gronden eenvoudig door het Gemeentebestuur
is gedoogd. Deze spreker herinnert nog aan
de lasten, die door de gemeente steeds werden
betaald. De Voorzitter herinnert den heer
Hordijk, dat door hem by den verkoop van
een huis aan de Loodsgracht blijkbaar reke
ning werd gehouden met het eigendoms-recht
der gemeente. De heer Hordyk doet echter
uitkomen, dat dit voorbeeld niet opgaat, omdat
een principaal daaromtrent een bepaalde over
tuiging kan hebben. Door den heer Zur-
Mühlen wordt aanbevolen om de zaak op
minnelijke wijze te schikken. De heer Over
de Linden herinnert aan den verkoop van
gronden aan de Oostslootstraat en wil, gelyk
toen, ook nu het recht der gemeente handha
ven en denzelfden prijs eischen. Op zijne
vraagwat zal er gebeuren als de eigenaars
ongezind zyn om te koopen ontvangt de hr.
Verfaille ten antwoord: publieke verkoop. En
de gebouwen dan, die er op staan? vraagt de
heer Verfaille. Die krijgt men er by, roept
men hem toe. - De aanschrijving aan de eigenaars
wordt voorgelezen en er wordt medegedeeld,
dat het aantal meters, die verkocht zullen
worden, ongeveer 400 bedraagt. Bij nadere
discussie wordt nog gewezen op het verschil
in waarde van de nu te verkoopen gronden
met die vroeger verkocht zijn aan de Oost
slootstraat. De Voorzitter geeft in overwe
ging om een rechtsgeleerd advies in te win
nen. Dit acht de beer Verfaille geheel en al
ongewenscht, daar hier reeds de deskundigen,
de heeren Hordyk en Groen een tegenoverge
stelde meening verkondigen. De hr. Over de
Linden handhaaft nog eens zijn gevoelen, dat
adressanten evenveel moeten betalen als de
vroegere koopers van grondende heer Zur-
Mühlen pleit nog eens voor minnelyke schik
king, de heer v. Twisk wil de gronden voor
50 Cts. de M2 verkoopen en de heer Korver
stelt voor, de bewering van adressanten, dat
rechten der gemeente verjaard zijn, van de
hand te wyzen en de gronden aan hen te ver
koopen tegen f 1.den vierkanten Meter. Dit
voorstel werd aangenomen met 10 tegen 5
stemmen. Tegen stemden de heeren over de
Linden, Hordijk, Klik, Oortgijsen en de Voor
zitter. De heer van Twisk hield zich buiten
stemming.
Na deze beslissing verlaat de heer Hordijk
vergadering.
Tengevolge van een vroeger uitgedrukten
wensch, wordt op voorstel van het Dag. Best.
besloten, de marktgelden ter gelegenheid van
de kermis voor te plaatsen caroussels derwijze
te verhoogen, dat dezulke, die door stoom, gas
of electriciteit worden gedreven, zullen hebben
te betalen een recht van f 20 voor iederen
meter langste middellijn, de overige f15, en
die van beneden 10 meter middellijn blijven
bepaald op f 5.
Gunstig wordt beschikt op het verzoek, door
den heer Granpré Molière, namens de Com
missie voor Godsdienst-onderwijs by de Her
vormde Gemeente gedaan, om ten dienste der
Zondagschool te mogen beschikken over de
gemeenteschool no. 3.
Voorlezing geschiedt van een adres van den
heer dr. I. F. F. Campbell, houdende verzoek
om, met ingang van 1 Maart e. k., te worden
ontslagen als gemeente-geneesheer, belast met
de armen-practjjk. Na korte discussie wordt
op voorstel van B. en W. het aangevraagde
ontslag eervol verleend, met dankbetuiging voor
bewezen diensten. Door den Wethouder,
den heer Vos, wordt daarop voorgelezen een
verzoek van den heer dr. J. E. Alberts, te
Aarlanderveen, die zich voor een benoeming
alhier aanbeveelt, onder verwyzing naar zijne
vroegere betrekkingen, zijne geschriften en
aanbevelingen. Met eenparige stemmen wordt
de heer Alberts benoemd, met ingang van 1
Maart e. k.
Het door het Dag. Best. aangeboden suppl.
kohier der belasting op de honden, dienst 1891,
ten bedrage van f100, wordt vastgesteld.
Als regentes van het Algemeen Weeshuis
wordt met 12 stemmen gekozen, mevr. de
Wed. Amons, geb. de Jong vu tot regent van
dat gesticht gekozen met 10 stemmen de he^r
J. C. J. Graat. Op den heer Korver werden
2 stemmen uitgebracht. Er waren 2 briefjes
in blanco.
Op een verzoek van N. D. Quant, om af
stand van een stukje gemeentegrond in de
Smidstraat, ter lengte van 16 en ter breedte
van 1.30 M., wordt gunstig beschikt. De koop
prijs wordt bepaald op f 2 per M3.
Aan den heer S. Visser, geëxamineerd leer-
aar in de Zeevaartkunde, te Vlieland, wordt
tot wederopzegging een subsidie verleend ten
bedrage van f 400 's jaars, voor het geven van
onderwijs in genoemd vak alhier, totdat de
Zeevaartk. school alhier geopend wordt. Het
bedrag der subsidie had de heer Visser op
f 500 gesteld willen zien. Omtrent de geschikt
heid en bekwaamheid van den heer Visser
geeft de heer Vos de gewenschte inlichting.
Het besluit tot het verleenen der subsidie
wordt aangeraomen met 10 tegen 4 stemmen.
Tegen stemden de heeren Vos, Spruit, Bak
ker en Oortgijsen. De heer Zurmuhlen hield
zich buiten stemming.
Voor kennisgeving werden aangenomen de
raededeelingena. dat door de Wetgevende
Macht de wet is aangenomen tot afwijking,
zoo noodig gedurende 5 jaren, van de by de
wet gestelde regelen omtrent de heffing van
belastingen b. dat de rek. en verantw. over
1890 en de begrooting voor 1892 door H.H.
Gedep. Staten zijn goedgekeurdc. dat de
noodige toestemming is verkregen tot heffing in
1892 van een hoofd, omslag en van een plaatsel.
belasting op het gedistilleerd"; d. dat bij de
jongstgehouden verificatie van de boeken en
de kas van den gemeente-ontvanger een en
ander in orde en in kas bevonden is de som
van f 18054.09 en e. dat brieven zijn inge
komen van de herren Bron, dr. Hoek, Brou
wer, v. Voornveld, Goedkoop, Verhey en
Bethlehem, dat zy bereid zijn de betrekkin
gen, waartoe zy in de vorige zitting zyn be
noemd te aanvaarden en van den brugwachter
K. Bregman, die dank betuigt voor zijne be
noeming tot die functie.
Op voorstel van den Voorzitter, wordt be
paald, dat een voorstel van de heeren Korver
c. s. betreffende verlaging van den gasprijs
zal behandeld worden in een volgende zitting
in comité-generaal.
Voorlezing geschiedt van een adres van
eenige bewoners van het dorp Huisduinen,
houdende verzoek, voor gemeente-rekening,
een rytuig ter beschikking te stellen van den
geneesheer, belast met de armen-praetyk, in
't belang der behoeftigen aldaar. De behande
ling van dit adres wordt mede verdaagd.
Er wordt gelezen een schrijven vau den heer
Commissaris der Koningin, houdende mede-
deeliug van het voorstel, 't welk een gevolg
is van een overleg met het College voor de
Zeevisscherijen, om, den afslag buiten het
daarvoor ingericht gebouw volkomen vrij la
tende, dien afslag te doen geschieden uitslui
tend door beambten der gemeente, en daar
voor een betaling te vorderen van Ys pCt.
van do opbrengst. Door het Dag. Best.
wordt voorgesteld, met het voorstel van den
Commissaris der Koningin mede te gaan. Na
oenige diseussie, waarbij de vrees wordt geuit,
dat de kosten voor de verkoopers hierdoor
grooter zullen worden, wordt met algemeene
stemmen op 1 na die van den heer Zur
muhlen overeenkomstig het prae-advies
van B. en W. besloten.
By de gewone rondvraag klaagt de heer
Zurmuhlen over de onbegaanbaarheid van den
openbaren weg in de Poststeeg en over de
onzindelijkheid, die aan den Dijkweg, tenge
volge van 't ontbreken van groote ijzeren
vuilnisbakken, valt op te merken. Hij dringt
op scherper toezicht en op verbetering van
den toestand aan.
De heer Korver spreekt over de aanwezig
heid op vele erven van modder- en beerput
ten, die hij nadeelig acht, omdat ze vaak den
bodem verontreinigen. In navolging van andere
plaatsen, o. a. van Haarlem, zou hij willen
een- belasting heffen van allen, die er zulke
putten op na houden. De Voorzitter wijst
op bezwaren, die tegen zulk een maatregel
zouden rijzen, doch zegt overweging toe en
belooft den heer Zurmuhlen, dat de Poststeeg,
zoo mogelijk een verbetering zal ondergaan.
De zitting wordt hierop gesloten.
't Verdient vermelding, dat de Raadszaal,
wat de plaatsing der leden betreft, een groote
verandering had ondergaan, sinds de vorige
zitting. Zaten vroeger de leden aan een groote,
lange tafel, nu waren ze, drie aan drie, aan
kleine tafeltjes gezeten, terwyl het Dag. Best.
aan 't einde aan een tafel had plaats geno
men. De leden zitten nu niet zoo opéénge
drongen als vroeger, doch het gebeurt op deze
wjjze vele malen, dat de een tot den ander
spreekt zonder hem te kunnen zien. En vreemd
is het ook, dat de Voorzitter, tegenover het
middenpad gezeten, eigenlijk niemand vóór
zich ziet. Voor de bezoekers op de tribune
is het er niet gemakkelijker op geworden de
sprekers, die met den rug naar hen toestaan,
te volgen.
HELDER, 5 Februari 1892.
De heer P. W. Akkerman, onder
wijzer aan een der gemeentescholen alhier,
is als zoodanig beroepen te 's Gravenhage.
De hier bestaande Scliaakvereeniging
H. S. ontwikkelt, sedert haar jeugdig bestaan,
zekere bedrijvigheid, welke haar tot een vor-
eeniging stempelt van nuttige strekking. Reeds
het vestigen van de club alhier beoogde het
doel, de verspreide schaakspelers te veree
nigen niet alleen, maar ook aan zich te ver
binden hen, die het edele spel slechts in de
beginselen kenden en die daardoor tot beter
spelers konden gevormd worden dat doel is
aanvankelijk bereikt en daardoor mag deze
vreedzame vereeniging, zoo geheel onderschei
den van de talrijke hier bestaande gezelschap
pen, zeker nuttig geacht worden. De avonden,
welke aan dit denkende kampspel gewjjd wor
den, bepalen zich tot één per weekvooraf
wordt een half uur bestemd voor theorie, waar
mede bestuursleden zich bereidwillig belasten.
Thans zal, naar wy vernemen, een ondor-
linge schaakwedstrijd plaats hebbendit is
het begin van een richting, welke er toe kan
leiden dat de Vereeniging H. S. van Helder,
een kampstrijd aangaande met een schaakver-
eeniging elders, eervol dien strijd beëindigt.
Het kan niet anders, of zulks zal medewerken
tot verhoogde inspanning, maar ook om den on-
derlingen band te versterken.
Wy geven deze mededeelingen ten beste aan
hen, die schaakspelers zyn en niet tot lid
zijn toegetreden alsook aan hen, die het schoone
ipel willen leeren kennen. Beiden vinden daar
een welkom entrée.
In de eerste dagen van dit jaar wa
ren de Ned. oorlogsschepen «Van Galen,
Koningin Emma« en «Johan Willem
Friso« aan de Kaap de Goede Hoop. De
redacteur van »De Zuid-Afrikaanbracht
een bezoek aan de »Friso,« waar hij door
een adelborst werd rondgeleid en vooral
de torpedo's zyn opmerkzaamheid trokken.
In Kaapstad zag men overal Hollandsche
matrozen, die naar De Zuid-Afrikaan
opmerkt onder gewoonte zichmetpaard-
ryden vermaakten, dikwijls tot veel ver
maak der Kapenaars. Intusschen is een
der zeelieden te Kaapstad vermoord, naar
uit het volgende bericht in genoemd blad
(nommer van 5 Januari) blijkt. „Een ma
troos van het kolenschip «Brynhildac,
Frank Miller genaamd, is voor den ma
gistraat geweest wegens het toebrengen
van een messteek aan den Hollandschen
matroos Van der Heer, die, volgens een
der getuigen, geweigerd had hem op een
bottel bier te tracteeren, terwyl volgens
een ander, hy een stok wilde, dien Van
der Heer in de hand had. Van der Heer
is overleden en het verhoor is tot morgen
uitgesteld."
By kon. besluit is ben^j^ot-raftds-
heer in het gerechtshof te 's Gravenhage
mr. W. van der Kaay, kantonrechter te
Leiden.
In den Eilandspolder (Noordholland)
is opgehaald het lijk van een raan, wiens
handen met een doek waren vastgebonden
en om wiens beenen een ketting zat. Een
onderzoek is ingesteld.
Nagelaten roman van
EWALD AUGUST KöNIG.
10.) v
Graaf Waldringen beweert, dat ook nu in die pyn-
lijke stonden baron Wernerje party opgevat en al
het mogelijke gedaan heeft om je vertoornden
vader tot bedaren te brengen, doch baron Kurt
was over de schande van zijn zoon te zeer
verontwaardigd geweest. Een feit is het, dat
nog dienzelfden dag een bode afgezonden werd,
die een rechterljjk ambtenaar halen moest, en
en dat baron Kurt dezen ambtenaar zijn laat
sten wil dicteerde. Deze laatste wil zelf bleef
een geheim, 't welk alleen de slotheer en de
beambte kenden, de inhoud daarvan liet zich
echter met tamelijke zekerheid raden, en ik
achtte het nu mijn plicht om den afwezige
te verdedigen, en den ouden heer op de mo
gelijkheid van een bedrog opmerkzaam te ma
ken Want nadat wy van onze eerste ontstel
tenis bekomen waren, klemden wy, Roosje en
ik, ons vast aan de gedachte, dat je het offer
van een schandelijke belastering geworden
waart, en daaromtrent meende ik mij in het
slot zekerheid te verschaffen. Baron Werner
ontving mij met de verklaring, dat zyn oom
niemand wilde zien, derhalve moest ik hem
mijn vermoeden mededeelen. Hy hoorde my
geduldig aan en toonde my den briefik moest,
nadat ik dit schry ven gelezen, onderteekening
en zegel onderzocht had, de echtheid daarvan
erkenneD, en daarmede was ons onderhoud
geëindigd.*
«De echtheid stoof Egon op. «Dit schrij
ven kan slechts een schandelijke vervalsching
zijn, ik sta op dit oogenblik zelfs nog op vriend-
schappelyken voet met den regimentscomman
dant."
.Dan heeft een doortrapte schurk de ver
valsching begaan, want ik zeg je nogmaals,
dat zelfs myn scherp onderzoekende blik haar
niet ontdekte. In den nacht na myn bezoek
stierf je vader, volgens de verklaring van den
dokter had een beroerte aan zijn leven een
smartelijk einde gemaakt. En toen na zijn dood
het testament geopend werd, was Werner von
Eichenfels de universeele erfgenaam. Zoo staan
de zaken thans, mijn arme zoon, je bent ver-
stooten en onterfd, en ik vrees dat het je nu
zwaar zal vallen, te bewijzen, dat je neef door
bedrog, vervalsching en belastering het erfdeel
heeft weten meester te worden."
En toch wil en moet ik dezen strijd aan
binden", zeide Egon vastberaden, «zulks ben
ik myn eigen eer en mijn bruid verschuldigd."
«Zeker," knikte de opperhoutvester, wiens
voorhoofd zich thans ook omwolkt had. ,Je
eer eischt het, en in dezen stryd zul je mij
aan je zjjde vinden."
En graaf Waldringen vroeg Egon.
«Reken niet op hemzijn dochter is de
bruid van je neef
«Zal hij zyn dochter aan een schurk willen
toevertrouwen
«Begin met te bewyzen, dat baron Werner
een schurk is, dan eerst mag je deze vraag
opwerpen. Sinds het aanvaarden der rijke er
fenis moet baron Werner, zooais men zegt, zijn
bruid zeer verwaarloosd hebben, wellicht is hy
thans eerst te weten gekomen, hoe diep zijn
toekomstige schoonvader in de schulden zit,
maar voor graaf Waldringen is dit een reden
te meer om aan de verloving vast te houden."
Dus het huwelijk zal zeker wel spoedig
gevierd worden
«Het feest zou reeds plaats gehad hebben,
wanneer niet baron Werner om den overleden
oom rouwde," antwoordde de opperhoutvester,
en zyn stem klonk nueenigazinsspottend, "hij
acht het zijn plicht, om het rouwjaar te moeten
afwachten en noemt baron Kurt daarbij steeds
zijn tweede vader. Mij schijnt het toe, alsof
hy vrij en ongebonden wilde blijven, alleen om
het vroegere leven in de residentie weder te
kunnen hervatten."
«Dit zou men ook opmaken uit de vele open
plekken in ons bosch, die ik onder het voor
bijreden heb ontdekt," antwoordde Egon ver
ontwaardigd. «Hij schynt tot iederen prijs geld
te willen maken."
«Zoo lang hy onbetwist bezitter van het goed
is, kan niemand hem dat beletten," ging de
opperhoutvester schouderophalend voort, «hy
zal uit vroeger tyd nog schulden hebben, die
nu betaald moeten worden, en waarschijnlijk
ligt het ook in zyn bedoeling om met volle
beurs naar Berlijn terug te koeren, hier biedt
het leven hem immers niets. Maar onder het
praten is het laat geworden, Egon, Roosje zal
reeds lang op my wachten, laat ons dus voor
heden scheiden. Wat denk je nu te doen
«Ik zal naar myn neef toegaan," antwoordde
Egon »en hem rekenschap vragen, eischen dat
hy van het erfdeel afziet, dat mij toebehoort."
«Je verwacht zeker wel niet dat hy dezen
wensch zal vervullen
«Neen, maar dan zal hy toch weten, dat ik
den stryd met hem opneem, en dat ik dezen
stryd zal doorzetten tot de overwinning, of
wel tot aan de nederlaag."
.Doe niets zonder mijn raad, Egon", ver
zocht de opperhoutvester. «Wanneer je met
hem hebt gesproken, kom dan bij mij.
«Dat was toch mijn bedoeling, en het liefst
zou ik terstond met u medegaan, om in de
armen van Roosje te snellen."
.Laat mij haar eerst voorbereiden, ook een
plotselinge vreugde kan gevaarlijk worden.
Roosje waande je dood, daar er geen brieven
van je kwamen."
.Wee dengeen, die ze onderschept heeft."
.Ook daar zal men moeielijk achter kunnen
komen, want het laat zich verwachten, dat de
schuldige hardnekkig loochent, en alleen een
toeval kan ons het bewys in handen leveren.
Het goud van je vader is daarenboven een
macht, waartegen men met eerlyke wapens
niets kan uitrichten, want van ieder plekje,
dat je aan je zeiven blootgeeft, zal door je
tegenstander gebruik gemaakt worden. En nu,
goeden nacht, Egon, laat den storm in je bin
nenste uitwoeden en treed je neef eerst ouder
de oogen, wanneer je je volle kalmte herkre
gen hebt. Later willen wy dan beraadslagen
over de stappen, die verder gedaan moeten
worden."
De oude heer had by de laatste woorden
zyn pyp weder aangestoken en zijn glas leeg
gedronken, hy reikte den ritmeester beide han
den en keek hem langen tyd vol hartelyke
deelneming en liefde in de van toorn fonkelende
oogen.
«Goeden nacht!" zeide hy nog eenmaal en
verliet toen schielyk de kamer. Egon nam de
kaars van tafel en begeleidde hem tot aan de
trap, hy gaf hem de grooten mede voor zyn
bruid en beloofde den volgenden dag reeds
vóór den middag bij hem te zullen zijn. Ver
volgens keerde hij in zyn kamer terug, waarin
hij nog lang rusteloos op en neer bleef loopen,
eer hy zijn legerstede opzocht.
DERDE HOOFDSTUK.
In het ouderlijke huis.
Ouderwetsch als het uiterlijk voorkomen,
was ook de inwendige inrichting en meubi
leering van het kasteel Eichenfels.
De kleuren der tapijten en behangsels waren
verfletst, de treden der trappen afgeloopen, de
meubels waren plomp, massief en zwart go-
worden door ouderdom, terwijl hot daglicht
slechts spaarzaam door de groenachtige ven
sterruiten naar binnen drong. En toch maakte
aKes een indruk van soliditeit, men bemerkte
terstond dat men zich in de woning van een
rijke, aristocratische familie bevond, die ver
sheiden geslachten achtereen deze vertrekken
bewoond en zich met conservatieve strengheid
aan het ouderwetsche vastgehouden had.
(Wordt vervolgd.)