't Vliegend Blaadje
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
1
No. 1982.
Zaterdag 13 Februari 1892.
Twintigste Jaargang,
kalender der week.
nieuwstijdingen"
„ontërfd".
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0.36;
Geïllustreerd Zondagsblad.
Inhoud van No. 7.
De Duitsehe Rijkskanselier, met portret
Vervallen grootheid. De cornet9peler, met
vijf illustraties. - - De grootste kerken in Eu
ropa. Liszt en Salamanca. Tegenwoor
digheid van geest. Een aardig stoombootje.
Een gewichtige reden, met illustratie.
Hoe Day en Martin ryk werden. Bal-
bouquetten. Reizen in vroeger tijd, met
elf illustraties. Een postkantoor in de
prairiën, met illustratie. Een voormalige
Nederlandsche nederzetting. Indische te
legrammen. Het verwijderen van vlekken.
Olifanten aan het toilet, metillustratie.
Lichaamslengte. Wijze voorzichtigheid, met
illustratie. Gelukkige inval. Altijd royaal.
Het hangt er van af, hoe men het ziet,
met illustratie. Een geweldige sprong, met
illustratte. Anecdoten. Schaakrubriek.
Medcdeelingen.
Opkomst der Zon 7 u. 22 m.
Onderg. 5 u. 8 m.
FEBRUARI, Sprokkelmaand, 29 dagen.
Zondag 14 Septuaqesima.
Maandag 15
Dinsdag 16
Woensdag 17
Donderdag 18
Vrydag 19
Zaterdag 20
HELDER, 12 Februari 1892.
Dinsdagavond had in Musis Sacrum 't
aangekondigde Groot Concert plaats, 't Staf
muziekkorps der K. Marine, onder directie
van den kapelmeester J. Koning, verleende
daarby belangeloos zijne medewerking,
Nadat de ouverture uit «Don Juan", van
Mozart was gespeeld, trad mevrouw Emilie
Wirth, alt-zangeres uit Aken, op met 't «Re-
citativ und Arie Orfeus und Enridice», van
Gliick. De zangeres bezit een fraaie altstem,
en dat die tevens krachtig is, bewees de voor
dracht van dit nummer. Toch vermeenen we
dat hare liederen nog beter indruk maakten,
wat wellicht aan hare gevoelvolle voordracht
is toe te schryven. Vooral bleek zulks in 't
lied //Die Uhr, von Lowe" in Pastorale van
Bizet en wel 't meest in 't slotnummer//Wie
genlied" van Mozart. Door een applaus na
elk nummer gaf 't publiek, dat intusschen niet
talrijk was opgekomen, zijne tevredenheid te
kennen. Mevr. Wirth was zoo welwillend
een extra nummer ten beste te geven. De staf-
muziek bracht nog 3 nummers ten gehoore
en daarenboven bewees de heer Koning door
zijn accompagnement uitstekende diensten.
We houden ons overtuigd dat 't optreden
van mevr. Wirth alhier een goeden indruk
heeft gemaakt en 't concert de aanwezigen
uitmuntend heeft voldaan.
Op Woensdag 17 dezer zal in het
lokaal Tivoli alhier de vijfde Volksbijeen
komst in dit seizoen gehouden worden
Dien avond zullen achtereenvolgens als
sprekers optreden de heeren C. Maalsteed
en J. R. Meijer. Door leden van de Ver-
eeniging «Helder's Dilettanten-Club" zal
ten slotte een tooneelstuk worden opge
voerd.
Naar wij vernemen heeft men hier
ter plaatse een vereeniging opgericht „de
Waarheid" die zich ten doel stelt door 't
houden van vergaderingen hare leden maat
schappelijk en zedelijk te ontwikkelen.
Naar buitenwerking op politiek terrein is
een der verboden zaken in haar reglement.
Ruim twintig jaren geleden kwam de
jeugdige Eduard W. Bok, alhier geboren, met
zijne ouders in Amerika aan. Thans is die
voormalige Heldersche jongen uitgever van
het Amerikaansche tijdschrift «The Ladies
Home Journal", dat in 750.000 familiën wordt
gelezen. Dit tijdschrift heeft zyn toppunt ech
ter nog niet bereikt, en het laat zich aanzien,
dat het getal tot 1 millioen zal aangroeien.
Geen blad in Amerika is zóó verspreid; op
advertentiën, daarin geplaatst, komen vaak
6.000 tot 15.000 brieven.
Een Amerikaansch burger geeft eene eigen
aardige persoonsbeschrijving van den uitge
ver-redacteur van bovengenoemd tijdschrift in
de //Christian Intelligencer" een blad, dat te
New-York verschijnt. We lezen daarin het
volgende
Een groene Hollandsche Jongen.
Maar li ij is de meest beroemde
jonge man in Amerika geworden.
z/Van Hollanders gesproken", zeide onlangs
een heer in een salon te New-York, «ik
herinner mij nog zeer goed, dat Eduard W.
Bok hier in Amerika kwam, en hij was zoo
groen, als ik maar ooit een Hollandschen
jongen heb gezien. Hij was zes jaar oud en
bende geen woord Engelsch; ook kende hij
eigenlijk maar heel weinig Hollandsch. Geen
jongen was ooit zoo hulpeloos en ongelukkig,
toen hy voor het eerst naar eene openbare
school te Brooklyn werd gezonden. Alle leer
lingen maakten zich vroolyk over hem en de
eerste keer dat Eduard uit de school thuis
kwam, was hij diep bedroefd. Maar hij vol
hardde en na een poos begon hij wat En
gelsch te kennen. Ik weet nog, dat de jon
gens hem gewoonlijk «Dutchie" noemden en
Eduard had heel wat te vechten. Toen ik
hem eenige jaren later terugzag, was hij het
Engelsch volkomen meester, en toch was hij
op school geen vlug leerling geweest; maar
hij had verbazend veel Hollandsche wilskracht.
Hij was, geloof ik, dertien jaar oud, toen hij
in een zaak kwam, en hij legde er zich met
hart en ziel op toe. Wanneer ik zijn vader
'8 avonds kwam bezoeken, was Eduard aan
't schrijven of studeeren; hij liet nooit een
oogenblik verloren gaan, maar was altijd be
zig. Toch bestudeerde hij liever menschen
dan boeken. Wanneer andere jongens op par
tijtjes waren, was Eduard thuis aan 't schrij
ven. Het is nu tien jaar geleden, sedert ik
Eduard het laatst zag, maar welke Hollan
der in Amerika is niet trotsch op zyn succes
Als jongen hield hij altijd van boeken en het
verwondert my niet, dat hij zulk een verba-
zenden naam heeft gemaakt als uitgever.
Dezelfde jongens, die hem vyftier. jaar gele
den .Dutchie" noemden, zijn nu blij dat zij
er zich op kunnen beroepen, den uitgever van
»the Ladies' Home Journal" vroeger te heb
ben gekend. Ik hield den heer Bok aan jon
gens altijd als voorbeeld voor en ik wenschte,
dat de Intelligencer dat ook deed.
Geen jonge man, die ooit succes heeft ge
had, heeft zulk een hoogte bereikt als deze
jonge Hollander. Hij is een sieraad voor de
Amerikaansche litteratuur, maar een nog groo-
ter sieraad voor Holland) en de Hollanders".
Aan den oud-minister van marine, den
gep. schout-by-nacht Dyserinck, is toegestaan
dagelijks aan het departement aanwezig te zyn
tot het verzamelen van bouwstoffen en gege
vens voor een door hem saam te stellen
slachtslijst van de officieren der marine.
De minister van binnenlandsche za
ken, overwegende dat mr. W. van der
Kaay ingevolge art. 96 der grondwet van
rechtswege het lidmaatschap van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal heeft verlo
ren, en dat derhalve een verkiezing van
een lid dier Kamer moet plaats hebben
in het hoofdkiesdistrict Alkmaar, heeft
goedgevonden te bepalen dat die verkie
zing zal plaats hebben op Dinsdag 1 Maart,
en dat herstemming, is die noodig, zal
geschieden op Dinsdag 15 Maart.
Bij het departement van marine is
in bewerking het plan voor een vrijwil
lige marine-reserve. De minister heeft
daartoe, door tusschenkomst van de com
missarissen der Koningin, van de gemeen
tebesturen gevraagd een overzicht van het
personeel, uitmakende de bemanning der
talrijke stoomvaartuigen, die als passagiers-,
sleep- of vrachtboot de rivieren en bin
nenwateren van ons land bevaren.
Naar wij vernemen, is door den heer
A. J. H. Beeloo, hoofdingenieur-adviseur
der marine, chef van het korps ingenieurs,
eervol ontslag uit 's lands dienst aange
vraagd.
Volgens mededeeling van de N, A. S. M.,
bericht kapitein Bruinsma het navolgende om
trent het slepen van het Engelsche stoomschip
»Bracadaile" door het stoomschip «Edam", van
New-York te Amsterdam binnen
//Kregen den 29n Januari des ochtends 10
uur op 43° 38' N. B. en 43° 51' W. L. een
stoomschip in gezicht met noodsein HB, het
geen beteekende: //Want assistance immedia-
tely". Hoewel er een styve N. W. bries
woei met hooge zee, stuurden wy onmiddellijk
op hem af en waren te ongeveer 11 uur bij
bedoeld stoomschip, hetwelk bleek te zijn de
«Bracadaile», van Cardiff in ballast naar Sandy
Iook voor orders besterad. Op onze vraag,
wat hij wenschte, kregen wij ten antwoord
Will you take me in tow machine disabled."
Beseffende, dat het voor de «Bracadailea,
zooals het dwars zee lag, hevig slingerde en
overhaalde, onmogelijk was, zelf eene boot
uit te zetten, zetten wij een onzer redding
booten overboord, en ging de eerste officier
W. de Boer, met 4 man onder hare lij op
roeien. Hoewel met veel moeite en gevaar ge
paard, mocht het na krachtige inspanning, ten
slotte gelukken het s.s. «Bracadaile" te be
reiken. De le officier, opdracht hebbende te
onderzoeken, in hoeverre het ss. «Bracadaile*
werkelijk in gevaar verkeerde en het dus ge
wettigd was het s.s. «Edam" met zijn vele
passagiers en kostbare lading wellicht zelf in
gevaar te brengen, vernam van den kapitein,
dat na 14 dagen reis, met hevig stormweder
van het westen, de schroefas totaal gebroken
was, en zijn schip sedert 30 uren aan wind
en zee prijs gegeven was. Dat bovendien door
het breken van die as, de ballaststand defect
was geraakt, waardoor zooals aan genoemden
officier zelf bfeek, het water zich met de zand-
ballast vermengd had. Daar bijna al hare
zeilen verloren gegaan waren, zag de kapitein
geene mogelijkheid zich uit zijn benarden toe
stand te redden en verzocht dan ook dringend
adsistentie.
Bij terugkeer van de boot werd na gehouden
scheepsraad door den kapitein van de «Edam"
besloten, te trachten, het ontredderde stoom
schip zoo mogelyk naar Queenstown of in
allen gevalle meer in de lijn van de Atlanti
sche stoomers te brengen. Spoedig was door
de equipage van de //Edam" de manilla sleep
tros van de .Bracadaile* aan boord gehaald,
die echter bleek verstikt te zijn en reeds da
delijk brak hierna een 5 duim staaldraad tros
van de «Edam* uitgebracht hebbende, werd
te 6 uur namiddag de reis voortgezet. Het
slepen ging trots de nu en dan hooge zeeën
van het N. W. en het daardoor sterk gieren
van de //Bracadaile* vry goed en werd eene
gemiddelde vaart van pl. m. 8 mijl tot den 4n
Februari behouden. In den nacht van dien dag
was een hevige storm van het W. Z. W. uit-
uitgebroken, waardoor de//Bracadaile" dikwerf
geheel dwars zee werd geworpen, en hetgeen
ten slotte het brekeu der sleeptros tengevolge
had. Hoewel herhaaldelijk getracht werd, door
rond het stoomschip te stoomen, eene sleeplijn
door de //Bracadaile" te doen opvisschen en
waardoor eenige onzer reddingboeien en gor
dels verloren gingen, mocht dit door het hevige
stormweder en de hooge zee niet gelukken.
By de laatste poging te ongeveer 12 uur mid
dag kwam een zware zee over ons achterschip,
waardoor eenige dekschade aan de //Edam"
ontstond, verscheidene manschappen van de
been geraakten en de bootsman over boord
sloeg. De machine werd onmiddellijk gestopt
en hoewel nog een der over boord gespoelde
voorwerpen in de nabijheid werden gezien,
was van den bootsmau niets meer te bespeu
ren. Daar de storm in hevigheid toenam, de
barometer geen gunstige verandering deed ver
wachten, en onze kolenvoorraad sterk vermin
derd was, werd na gehouden scheepsraad be
sloten in belang van eigen passagiers, opva
renden, schip en lading de reis te vervolgen.
Daartoe gingen wy te eerder over, daar het
ss. .Bracadaile" zich alstoen in goede positie
en op 50° N. B. en 20° 53' W. L., dus in
de route van de Noordatlautische stoomschepen
bevond en de kapitein op ons sein //Zijt gy
in gevaar," //ontkennend» antwoordde.*
In de woning van den auditeur-ge
neraal, dus meldt de Transvaalsche Volks
stem", verborg zich eenigen tijd geleden
een kaffer onder een bed in een kamer
waar een paar dames sliepen. Daar er ge
zelschap was dien avond, gingen de dames
later te bed dan anders en ten laatste be
gon het den dief zoo te vervelen, dat hij
in slaap viel. Toen de dames eindelijk naar
bed gingen, lag hij zoo hard te snorken
onder het bed, dat hij gehoord werd en
spoedig daarna veilig opgesloten zat in
een cel van het politiestation achter het
postkantoor. Wij bedoelen „veilig" voor
hem, want den volgenden morgen ont
dekte men dat hij een gat in de deur ge
sneden had, waardoor hij ontkomen was.
Ingeasoncieii.
Om de knikkers,
of om 't recht van 't spelP
In do jongstgehouden zitting van den Raad
dezer gemeente is een beslissing genomen ten
aanzien van het adres van eigenaren van per-
ceelen a; n de Loodsgracht-, 't verzoek inhou
dende, dat de Raad tot het Dag. Best. de
uitnoodiging zou willen richten om de tot hen
gerichte aanschrijving van 17 December 1891
in te trekken. Is dat nu echter een beslissing
Men had, m.i. moeten beslissen of de Raad bedoel
de uitnoodiging zou doen, ja dan neen. In de plaats
daarvan wordt bepaald, dat bij overneming
van het betwiste terrein, in plaats van f2.-
slechts fl.per M2. zal moeten betaald wor
den. Maar dat vroegen adressanten niet. Zij
gingen uit van de gedachte de bedoelde gt on-
den zijn, door verjaring, het eigendom der
gemeente niet meerdus, heeren van den
Raad, vraagt s. v. p. aan het Dag. Best. of
dat College de goedheid wil hebben om de
aanschrijving eenvoudig als ongedaan te be-
schouweh. Men kon op die vraag een beves
tigend of een ontkennend antwoord geven
maar modderenzoo a!s men nu doet, dat ging
dunkt mij, niet aan.
En dan nog de vraagWie heeft bet Dag.
Best. gemachtigd om den onderhaudschen ver
koop tegen f 2 den M2. te doen geschieden
Onze anders zoo schrandere Raadsleden had
den, naar 't mij voorkomt, moeten zeggen
wij willen den verkoop niet, want wij zyn
daarbij in 't geheel niet geraadpleegd. Er is
inderdaad geen openbare zitting geweest,'
aar in tot den verkoop der bedoelde gronden
is besloten. De gehee'e zaak valt, dunkt mij,
daarmeé in 't water. Nu, daaraan zyn de be
doelde gronden door de eigenaars in der tyd
met zorg en vlijt ontwoekerdB.
Fonds tot het verleenen van onder
steuning ter aanmoediging van red
ders van schipbreukelingen
te Helder.
Verslag over 1891.
Weder ligt een jaar achter ons. Grootsche
gebeurtenissen hebben voor deze instelling in
den loop dier twaalf maanden niet plaats
gehad. Toch valt er een feit te vermelden,
dat met den tijd gewichtige gevolgen kan
hebben. Van het ontstaan, het doel en de
werkzaamheid van dit Fonds is door het Be
stuur een overzicht opgemaakt, in druk uit
gegeven en in grooten getale verspreid.
Exernpl. daarvan zijn aangeboden aan H. M.
de Koningin-Regentes, aan de Ministers, aan
de leden der beide Kamers der Staten-Gene
raal, aan een aantal personen die met het
Reddingswezen in betrekking staan en aan de
Contribuanten. Blijkens een aantal ontvangen
dankbetuigingen, ook van hooggeplaatste per
sonen, is van dit Overzicht met veel belang
stelling kennis genomen. En nu weldra van
dit geschrift zal worden gebruik gemaakt, om
opnieuw pogingen aan te wenden om de Hooge
Regeering te bewegen, de zaak van het Red
dingswezen langs de Nederl. kust ernstig ter
hand te nemen, mag men verwachten, dat te
eeniger tijd het streven van Bestuurdereu, om
deze plaatselijke in een Vaderlandsche Ver
eeniging te herscheppen, of om de zaak van
het Reddingswezen tot eene Rijkszaak te ma
ken, met guDStigen uitslag zal worden be
kroond.
In den loop des jaars werd van 't Bestuur
der Maatschappij tot redding van drenkelingen
te Amsterdam de belangryke som van f 100
ontvangen. Dat deze gLft met dankbaarheid
werd aanvaard, zal wel niet behoeven verzekerd
te worden.
Sedert de laatstgehouden algemeene verga
dering op 30 April 1891, waren de ontvaug-
sten en uitgaven als volgt:
Batig saldo vorige rekening f 50.64
Ontvangst f 543.28
Uitgaaf13.95 529.33
f 579.97
1880.76
f 1960.73
Totaal
Belegd kapitaal met interest
Kapitaal van het Fonds
Door den Penningmeester, den heer W.
Bakker Wz., werd de rekening en verantwoor
ding over het tijdvak, sinds de vorige jaar
vergadering vt-.rloopen, ter tafel gebracht. Na
onderzoek, hechtte de vergadering daaraan
hare goedkeuring. Tot leden der Commissie
van beheer werden gekozon de heeren D. A.
G. Vastenou en P. A. Bierstekerherkozen
werden als leden van het Dagclijksch Be
stuur, do heeren C. D. Zur Mühlen en W.
J. C. Ten Harmsen. Op voorstel van het
Dag. Best., werd, met eenparige stemmen be
sloten, aan J. Minneboo, die zich bij tal van
reddingen heeft onderscheiden en op een der
reddingstochten eene ongesteldheid heeft op
gedaan, eene gratificatie verleend, ad f25.
De vergadering ontving mededeeling, dat door
het Dag. Best. informatiën zijn ingewonnen
omtrent de mogelykheid, dat redders van schip
breukelingen tegen ongevallen by eene assu
rantie-maatschappij kunnen worden verzekerd.
In Engeland heeft zulks, blijkens mededcelingen
in de nieuwsbladen, plaats. Bedoeld Bestuur
zou aan de vergadering willen vooratellen, dat
voorbeeld ook hier te volgen, doch wenscht daar-
Nagelaten roman van
EWALD AUGUST KöNIG.
12.)
z/Egon", stoof baron Werner verontwaardigd
op, «hoe komt zulk een beschuldiging in je
hoofd op Ik begrijp zeer wel, dat je op my
je wrok werpt en ik moet my dat laten wel
gevallen, doch ik kom met een zuiver gewe
ten tegen die beschuldiging op, want er rast
niets op my, dat ik daarvoor niet zou kunnen
verantwoorden. Ik ben destijds hier heen ge
komen met het vaste en eerlijke plan, om je
vader met je te verzoenen, ik heb je zelfs het
offer gebracht om aanzoek te doen om de hand
van gravin Von Waldringen, wijl ik hoopte
dat de vervalling van zijn vurigsten wensch
je vader wat toegevender zou stemmen de
brug over de klove was dan ook ora zoo te
zeggen reeds geslagen, toen opeens die ramp
zalige brief van je regiment kwam
«Waar is deze brief?" onderbrak Egon hem
ruw, den kamerdienaar, die op een zilveren
blad een flesch wyn en twee bokalen bracht,
met geen enkelen blik verwaardigende.
Baron Werner trad naar het schrijfbureau
en opende een schuiflade, hij zocht la.ig onder
de papieren, die daarin lagen, en hialde er
eindelyk hetzelfde schriftnur uit te voorschyn,
dat hij kort vóór de binnenkomst van zijn neef
in handen had gehad.
Egon ontvouwde haastig het schrijven en las
het, het papier ritselde in zijne bevende han
den, de woede, die in zyn binnenste raasde,
gaf zich in een verwensching lucht.
z/Deze brief is vervalscht,* riep hij. «Zou je
dat Diet bekend zijn geweest?"
In Werner's oogen vertoonde zich thans ook
een schittering, hij sloeg de wimpers echter
niet neer voor den fonkelenden blik van Egon.
«Vervalscht!" antwoordde hij. «Datzou my
dan toch eerst bewezen moeten zijn, voor ik
het geloofde. Zegel en onderteekening zijn
echt, de brief is door de post hier in huis ge
bracht, en daarom bestaat er by mij geen
de minste twijfel aan de echtheid. En wanneer
dit schrijven vervalscht ware, hoe zou ik daar
van dan kennis hebben moeten krijgen Ik
moet je nogmaals verzoeken die beschuldiging
achterwegen te laten, zy kan slechts verbit
tering wekken, en ik wensch van harte, dat
de vrede tusschen ons bewaard blyve.«
«Wil je het door onderkruiping en list ver
kregen erfdeel weder afstaan vroeg Egon,
die op de leuning van een stoel gesteund,
tegenover zijn neef stond met een gelaat, dat
een onverwrikbare vastberadenheid verried.
z/Thans is het genoeg!" stoof Werner op.
«Ik heb niets door onderkruiping verkregen,
niet eens geëischt of gewenscht heb ik het
erfdeel, uit eigen beweging en buiten myn
medeweten heeft je vader mij tot zijn univer-
seelen erfgenaam benoemd. En nadat dit ge
schied was, gevoelde ik hoegenaamd geen ver
plichting, om afstand te doen van myn eerlyk
verworven eigendom, mijn schuld is het toch
immers niet, dat je in tweedracht vau je vader
gescheiden bent. Laat mij uitspreken", ging
hij voort, toen Egon, wiens gelaat nog rooder
geworden was, een antwoord geven wilde. ;/Je
moogt mij myn woorden niet euvel duiden,
je'"dwingt me immers om je onverbloemd de
volle waarheid te zeggen. Mijn wil was het
niet, om hier universeele erfgenaam te wor
den, ik schrikte zelfs, toen het testament my
werd voorgelezen, thans heb ik mij gewend
aan de gedachte, om een rijk man te zijn, en
ik zou wel stapelgek moeten wezen, indien ik
daar afstand van deed. Anderzyds erken ik
bereidwillig, dat deze onterving een harde slag
voor je is, ik wil je dan ook gaarne schade
loosstellen, noem me je wenschen slechte. Je
kunt hier wonen, totdat je een besluit genomen
hebt omtrent je toekomst, heb je een som gelds
noodig, ik zal ze je geven, doch vooraf moet
ik je erkenning van het testament eischen."
//Werkelijk?» zeide Egon spottend, wien
het onbeschrijflijk zwaar viel om zyne kalmte
te bewaren. «Waar is dit testament Vermoe
delijk zal het mij toch wel vergund zijn, den
woordelijken inhoud er van te kennen
wHet document berust bij het gerecht te
Breslau," antwoordde Werner, die de beide
bokalen gevuld had. «Wil je niet een g'
gebruiken
wDe wijn, dien jou hand mij schenkt, ware
gift voor my," riep Egon met een energiek
afwijzende handbeweging. //Zoolang jij hier
onder dit dak vertoeft, woon ik niet hier, je
adem verpest hier de lacht. Je waagt het om
my een aalmoes aan te biedenJa, wind je
maar op en krom je maar, onderkruiper, die je
bent, myn voet zal je hier toch wel uit dit
kasteel trappen. Met je zoete beleefdheid zal
je niemand, die je kent, om den tuin leiden,
slechts door de laagste vervalsching gelukte
het je mijn vader te verblinden. Wist ik niet
dat je een lafaard waart, dan zou ik je dwin
gen om met mij te vechten, hoe weinig eervol
dat duel ook voor mij ware, maar je ellendig
leven is voor jou te kostbaar, bijgevolg moet
ik wel van deze voldoening afzien."
Baron W.erner had de hand naar de schel
uitgestrekt, al de valschheid en boosaardig
heid van zijn karakter straalden uit zyn
hatelyke oogen.
«Je zult mij dwingen mijn bedienden te
roepen," zeide hij op heeschen toon. «Hier
ben ik thans heer en meester, vergeet dat
vooral niet. Vier je woede op andere plaatsen
bot, ik word hier door de wet beschermd, en
nogmaals zeg ik je, je verwijten treffen mij
niet. Wie van ons beiden met de meeste ge
rustheid voor den rechterstoel van zyn gewe
ten staat, daar wil ik verder maar niet over
spreken, ik gevoel mij zuiver van iedere schuld
en om je zwetserij lach ik".
z/Schcl maar", antwoordde Egon, «met het
plat van myn sabel zal ik den rug van een
ieder bewerken, die het. waagt mij aan te
raken. Ik zeg het je in je gezicht dat jc een
schurk bent, een uitbraaksel der hel, die onder
de mom van een schijnheiligen huichelaar God
en de wereld tracht te bedriegen. Dezen brief
neem ik mede, ik zal hem mijn regimentscom
mandant toezenden en dezen verzoeken hem
Zyne Majesteit voor te leggen. De leugen en
de vervalsching znllen openlijk aan den dag
komen, de schurk, die de vervalsching gepleegd
heeft, moet opgespoord worden, en alsdan vin
den wij misschien ook wel dengeen, die den
vervalscher heeft omgekocht."
«Doe het voor mijn part," hernam Werner
schouderophalend. «Ik zal mij niet meer kwaad
maken over je woede, doe, wat je niet laten
kunt, tusschen ons houdt natuurlyk iedere be
trekking op."
»Zoodra ik den inhoud van het testament
ken, zal ik het proces over de erfenis beginnoh."
«Ga gerust je gang, alleen zou ik wel wil
len verzoeken, ons gesprek thans geëindigd te
beschouwen," onderbrak Werner hem koel,
«den strijd, dien je me aanbiedt, zie ik met
de grootste gemoedskalmte te gemoet."
Egon stond reeds aan de deur, nog eenmaal
richtten zich zijne bliksemende oogen met een
dreigenden blik op zyn neef, wiens honende
glimlach zijn haat nog slechts te meer prik
kelde.
«Jc rekent op den duivel, die je tot dusver
trouw geholpen heeft," zcido hij, «ik echter
bouw op God's gerechtigheid, en nu willen
wij eens zien wie de overwinning behaion zal.
Moet ik het onderspit dolven, welnu dan ben
ik slechts een hoop te armer, en myn geweten
blijft rein, bezwijk jij, dan verzwelgt je een
afgrortfl van sehande, waaruit geen rcddiDg
meer voor je mogelyk is."
(Wordt vervolgd.)