't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
/OOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL
No. 1983.
Woensdag 17 Februari 1892.
Twintigste Jaargang,
Pronraiffla m M 7de Winter-Concerl,
„ONTËRFD".
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn». 36.
Abonnement
p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent.
p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad f 1,20.
Afzonderlijke nnmmers2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk
des
DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10
uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 16 Februari 1892.
Hedenavond zal in den Stadschouw-
burg, Koningstraat, door 't Hollandsch
Tooueelgezelschap, directie A. van Lier,
worden opgevoerd 't groot sensatie-drama
•East Lynne, of een misstap uit jalousie*.
't Stuk is te Amsterdam reeds 34 malen
opgevoerd en had steeds een buitengewoon
succes. (Zie verder de in dit blad geplaat
ste annonce).
Vrijdagmiddag is de te Texel thuis-
behoorende blazerschuit TX 72, schipper
Vlaming, in de Noordzee door de vis-
schuit H.D. 68, schipper Korff, overzeild.
Het vaartuig, dat daardoor zwaar lek werd,
kon met pompen boven water gehouden
worden. Met adsistentie van opvarenden
van andere blazerschuiten werd het naar
de Texelsche haven gesleept. Persoonlijke
ongelukken hadden niet plaats.
De minister van marine brengt ter
algemeene kennis, dat hét Naaraboekje
der Koninklijke Nederlandsche Marine voor
1892, uitgegeven ten bate van het Fonds
voor oude en gebrekkige zeelieden, is ver
krijgbaar gesteld voor f 1 per exemplaar
bij het departement van marine te 's Gra-
venhage, bij de directiën der marine te
Willemsoord, Amsterdam en Hellevoetsluis
en bij den inspecteur van 't loodswezen enz.
te Vlissingen en tot eenigszins verhoogden
prijs bjj het departement van marine te
Batavia.
Men meldt uit Amsterdam
Vrijdagmorgen arriveerde voor onze stad,
gesleept door de stoomboot »Odin« een
groote walvisch in gezelschap van zijn
impresario en niet zonder de noodige lucht
jes bjj zich. Dit had de goede zijde, dat
de belangstellenden zonder veel moeite
direct wisten, waar aan de Handelskade
het monster te bezichtigen moest zijn.
Het lag aan den kopdaarheen gesleept
door het Noorsche stoomschip »Odin».
Zooals het beest daar lag (op den buik)
maakte het op de omstanders den indruk
van een groote omgeslagen sloep of van
een in 't water gevallen luchtballon, groen-
achtig-geel-wit van kleur.
Het dier is nu achttien dagen dood.
Het werd bij Tönsberg in het noorden
van Noorwegen gevangen met harpoenen,
uit een kanon geschoten. Het is 23 M.
lang, ruim 5 M. hoog en iets minder breed.
Het weegt 50.000 KG.
Zoowat een derde van het gevaarte stak
boven water.
Van den kop is niets te bespeuren Zeer
begrijpelijk laat de impresario voorloopig
het dier nog niet van zijn voordeeligste
zijde zien. Daar de ligplaats aan den kop
van de kade de scheepvaart eenigszins
belemmerde, werd het later naar de bin
nenhaven, tegenover de Maatschappij Ne
derland*, versleept. Hier zal het eenige
dagen een afwachtende houding aannemen
om dan vervoerd te worden naar den Am-
stel bjj de Blauwbrug, waar het beest tegen
entree te kijk zal zijn. De impressario is
slim genoeg om tot zoolang het beest
met zeildoek te overdekken. Het wachten
is nameljjk op het gereedkomen van een
soort van schuitenhuis, waarin het tentoon
gesteld zal worden.
Als dit getimmerte klaar is, zal het
dier weder naar zijn vorige ligplaats ge
sleept en met den grooten stoombok er in
geheschen worden. Dit zal waarschijnlijk
Woensdag gebeuren.
Na Amsterdam zullen Rotterdam, Ant
werpen en Brussel bezocht worden, om,
als 't dan nog bij 't beest uit te houden
is, er een eindje mede den Rijn op te
sjouwen.
Omstreeks 6 uur brak Vrijdagavond
bij de oude Sluis onder de gem. Zijpe een
felle brand uit in de boerenhofstede van
D. Waiboer. Het huis werd geheel door
de vlammen vernield. Alleen het vee heeft
men met groote moeite kunnen redden. De
brand moet ontstaan zijn in het hooi. Alles
was verzekerd.
In een schrijven aan de»Dord. Ct.«
deelt de heer J. Bossers, geneesheer te
's Gravendeel, mede. dat door zijn zoon,
den heer A. J. Bossers, candidaat-arts te
Leiden, bij een vrouw te 's Gravendeel,
die aan rheumatiek lijdende was, hetzelfde
succes is behaald met sla-olie en terpentijn
als bij Sequah wordt teweeggebracht door
middel van zjjne olie.
De bedoelde vrouw had zich. voorzien
van een volledig bewijs van onvermogen,
bij Sequah vervoegd met het verzoek door
hem gratis behandeld te mogen worden.
Dit werd haar geweigerd, waarop de ge
noemde heer A. J. Bossers haar in hare
woning opzocht en vroeg of hij haar mocht
wrijven met sla-olie en terpentijn. Dit
geschiedde. De vrouw kon voor het wrij
ven slechts met groote moeite langs en
met behulp van stoelen en tafels loopen
de beenen op een stoel leggen kon zij
onmogelijk. Ook had zij hare handen slechts
zeer gebrekkig tot haren dienst.
Na een uur wrijven aldus deelt de
heer B. mede zeide de vrouw zelve
»ik zou haast te hard loopen.* De heer
Bossers Sr. bezocht haar den volgenden
dag en zegt hij zjj kan even snel
de beenen op een stoel leggen als ik, en
liep »als een kip", geheel vrij in de kamer,
terwjjl zij de handen volkomen goed kan
bewegen en deze even snel toeknijpen en
openen als ik.*
De Hooge Raad heeft Vrijdag ont
zegd de vordering van de Berging-Maat
schappij te Rotterdam tegen den Staat der
Nederlanden, strekkende tot vergoeding
van kosten, schaden en interessen, gele
den tengevolge van het stranden eenigen
tijd geleden te Calantsoog van het stoom
schip »Ascania«, welk stranden volgens
eischeresse aan nalatigheid der ambtenaren
van gedaagde zou te wjjten zijn.
Door den heer'Fop Smit Jr., dezer
dagen te Rotterdam overleden, zijn de vol
gende legaten vermaaktaan de Maatschap
pij tot Nut der Zeevaart te Rotterdam
f 10.000Zuidholl. Maatschappij tot redding
van Drenkelingen f 5000 Prins Hendrik
Stichting te Egmond f 10.000; Maatschappij
tot Nut van 't algemeen f 5000 Inrich
ting voor Doofstorumen-onderwjjs te Rot
terdam f 5000 Vereeniging tot het ver-
leenen van hulp aan minvermogende oog
lijders in Zuidholland f 5000 Sophia-Kin-
derziekenhuis te Rotterdam f 5000 School
voor havelooze kinderen te Rotterdam
f 5000 Vereeniging tot verbetering van
armenzorg te Rotterdam f 5000 Vereeni
ging tot beseherming van dieren te Rot
terdam f2500; Maatschappij van Welda
digheid f 5000 Vereeniging voor de Am
bachtsschool te Rotterdam f 10,000 Werk
inrichting voor hulpbehoevende Blinden
f 5000.
De heer Fop Smit Jr., heeft ook zijn
bedienend personeel goed bedacht. Zijn
huishoudster, die ruim 30 jaren bij hem
in dienst was, kreeg een legaat van f 20000
terwijl aan de overigen een wekelijkscbe
uitkeering werd toegezegd van een bedrag
in guldens, gelijkstaande met bet aantal
dienstjaren, dat zij telden. Er zijn er
onder, die alzoo een wekelijksche uitkee
ring krijgen van f 18.
In Amerika is een trein op deOre-
gonlijn ternauwernood aan een groot ge
vaar ontsnapt. De machinist werd op eens
stapelgek en wierp den stoker van de ma
chine. Toen opende hij de stoomklep en
de trein snorde al sneller en sneller voort,
zoodat er eindelijk 100 mijlen in het uur
bereikt werden (1 Eng. mijl 1609 M.)
Dit bleef zoo over een afstand van 45 mij
len. De passagiers, waarvan er een hon
derdtal in den trein waren, bevonden zich
in doodeljjken angst door het vreeselijk
slingeren van den trein, die station na
station voorbijvloog, over wissels en langs
bochten en elk oogenblik uit de rails ge
worpen kon worden. Eindelijk begrepen
de conducteur en de remmer dat de ma
chinist gek moest geworden zijn of het
beheer over zijne locomotief moest hebben
verloren. Voorzichtig kropen zij langs de
wagens naar de locomotief en zagen den
machinist blootshoofds, en vreemd uitziende;
zij bemerkten bovendien, dat de stoker
verdwenen was. Zij kwamen ongemerkt
achter hem en sloegen hem neer, waarna
de conducteur den stoom afsloot. De ma
chinist werd aan het volgende station in
verzekerde bewaring genomen.
Te Portsmouth zijn belangrijke proe
ven genomen met het gebruik van brief-
duiven op zee. Door een torpedoboot wer
den uit het duivenstation bij de kazerne
van Eastney een aantal briefduiven mede
genomen, en in serieën losgelaten, toen de
boot zich nagenoeg even ver van de En-
gelsche als van de Fransche kust bevond.
Bijna zonder uitzondering bereikten de dui
ven binnen korten tijd hun station. Eens
heerschte er aan de overzijde van het Ka
naal een zware mistde toen opgelaten
duiven vlogen eerst eenige minuten om
het schip heen, oriënteerden zich daarna
en bereikten Eastney zonder oponthoud.
Aan boord van het zeilschip »Orion<
zijn gedurende een reis van Leith naar
New-York een aantal gevallen van ver
giftiging voorgekomen. De een na den
ander van de bemanning werd ziek, zoodat
er geen handen genoeg overbleven, om
het schip behoorlijk te besturen. In het
ziekenhuis te Melbourne overleed een der
matrozen, en bij de lijkschouwing bleek,
dat hij aan loodvergiftiging gestorvan was.
Bij onderzoek der levensmiddelen aan boord
bevond men, dat de suiker een groote hoe
veelheid loodzuur bevatte. Al de nog voor
handen suiker werd nu verzegeld en naar
Leith gezonden ten onderzoek.
De suiker, door een koopman te üun-
dee geleverd, kwam oorspronkelijk uit
Amsterdam maar men gelooft dat het ver
gift eerst later er mee vermengd is, omdat
een gedeelte der A msterdamsche suiker te
Dundee verbruikt is zonder eenig nadeelig
gevolg.
Naar uit Algiers wordt bericht, is
aan boord van het Fransche troepen-trans
portschip Shamrock*, op reis van Ton
kin naar Suez, de cholera uitgebroken en
zijn daar aan boord 19 gevallen van cho
lera met doodelijken afloop voorgekomen.
Maceio, 16 Jan. Het stoomschip
Elstow*, dat den 9den Jan. bij Penedo
op een voor de rivier San Francisco ge
legene bank op strand voer, is hooger op
geschoven en ligt bij laag water grooten-
deels droog. De gezagvoerder beschouwt
dat het afbrengen van gemeld^stoomschip
geen kans van slagen heeft.
Het oudste lid in jaren der Neder
landsche kolonie te Parijs, mevrouw De
Haan, geboren baronnes Tengnagell de
Raad, vierde 9 Februari haar lol sten ver
jaardag. De consul-generaal der Nederlan
den, de voorzitter en de vice-voorzitter
der Nederlandsche Vereeniging aldaar, en
een groot aantal harer vrienden kwamen
haar in hare woning te Passy bezoeken
om haar te wenschen, dat zij nog lang
voort zal gaan een krachtig bewijs te zijn,
hoe goed de Hollanders in Parijs kunnen
aarden. Dat haar langdurig buitenlandsch
verblijf de banden met het vaderlaad niet
verbroken heeft, bewezen de talrijke feli
citaties en telegrammen, dien dag uit Ne
derland ontvangen. Jammer genoeg was
onze waardige doyenne niet in staat zelve
al deze bewijzen van symphatie in ont
vangst te nemen, daar zij aan de heer-
schende ziekte, de influenza, lijdende is,
en deze zelfs een begin van pneumonie
heeft doen ontstaan, dat met het oog op
haar zeer hoogen leeftijd niet zonder ge
vaar is.
De vuurspuwende berg van Tongairo,
op het Noorder Eiland van Nieuw Zee
land, is in werking. In vele gedeelten van
bevingen gevoeld.
Een later bericht zegt, dat de rook en
vlammen uit den vulkaan buitengewoon
hoog stijgen en vooral des nachts een ver
bazend grootsch schouwspel opleveren.
Waarom toch?
Waarom toch doet liet winterwee
Zoo vele scheps'len lijden
Waarom de menschen en het vee
Met koude en honger streden
Waarom toch tuist'ren sneeuw en ijs
Het menschdom op zoo barre wys?
Waarom toch wel de storm zijn lied
Zoo woest en bar doet hooren,
Waardoor op 't wijde zeegebied
Veel levens gaan verloren
Waarom toch wordt zyn wilde kracht
Niet eer getemd door Hooger macht r
Waarom toch heerscht een ziekte in 't rond
Die menigeen doet sneven
Hoe menigeen heeft zy gewond
Wat vroeg zy menig leven.
Waarom toch grijpt zij ons zoo aan,
En eischt zoo menig bitt're traan
Waarom toch staak uw klacht, o mensch
Geen antwoord zult gy hooren.
Al gaat het u ook niet naar wensch,
Geef nooit den moed verloren.
Vraag nietsberust in Hooger wil,
En streef steeds voorwaarts, kalm en stil.
op DINSDAG 16 FEBRUARI 1892,
's avonds 8 unr.
1. „Hohenzollern-Morsch," F. Wieprecht. 2.
Ouverture de 1'opéra: Les Huguenots,aGiacomo
Meyerbeer. 3. «Maurerische-Tranermusik»,
W. A. Mozart. 4. «Souvenir de Frédéric Cho-
pin Fantasie", Adolphe Schreiner. Pauze. 5.
wWiener Jubel Ouverture», Franz von Suppé.
6. a. «Melodie», Moritz Moszkowskib. «Au
Moulin", Erneat Gillet. 7. «Aus meinem Stam-
buch," Grosses Tongemalde, Carl Faust. 8.
z/Carmen Sylva«, Walzer, I. Ivanovici. Nos.
1, 3, 5, 6 en 8, eerste uitvoering.
Burgerlijke Stand, gem. Helder,
Van af 11 tot en met 13 Febr. 1892.
ONDERTROUWD: M. G. Jansen, boots-
maat b/d Marine en M. de Vlugt. N. W.
Bom, brievenbesteller en H. J. Vlam. J. Die
naar, werkman en M. de Bunje. P. J. ter
Burg, stoker b/d Marine en T. de la Court.
D. Öturk, stoker b/d Marine en G. Kraft.
GETROUWD: Geene.
BEVALLEN M. Rynhart, geb. Warten-
horst, z. J. Boniing, geb. Schouten, z. A. Stoll,
geb. Harder d. H. Lastdrager geb. Thomas d.
A. M. Hendrikse geb. van der Hoeven, d. V.
Blankman geb. Hopman z. F. Klok geb. de
Graaf. D. M. Lastdrager geb. de Vlugt, d.
OVERLEDENU. Hoekstra, echtgenoot
van J. H. S. Schooneman 50 jaar. T. Kik
kert, weduwnaar van Cath. Roodt, 40 jaar.
Ingezonden.
Zeer geachte Redacteur!
Met veel genoegen heb ik in uw zoo geacht
blad gelezen, dat alhier zal worden opgericht
eene vereeniging, die zich zal noemen «de
Waarheid.»
Nagelaten roman van
EWALD AUGUST KöNIG.
18.)
Na deze woorden ging hy heen, maar nog
had hy de deur niet achter zich gesloten of
hy vernam een heesch, honend gelach, dat
hem tot onder aan de trap volgde.
Jakob ontving hem in den corridor, ook op
zijn gelaat spiegelde zich de honende triomf
over de nederlaag van den onterfde, waarvan
hy als luistervink aan de deur getuige was
geweest. Jochem wachtte zyn heer op dezelfde
plaats op, waar de ritmeester hem verlaten
had. Hij stond met een jong, aardig meisje te
praten, dat Egon met een diepe uijging be
groette.
«Ben jij ook nog hier, Resi vroeg de rit
meester.
«Zooals u ziet, mijnheer de baron," ant
woordde de kamenier.
«Zyn de bedienden van vroeger nog allen
hier in huis
«Niet allen. Onze houtvester en de oude
inspecteur zyn weg."
»Die twee waren dus de eenige eerlyken
van de geheele kliek", zeide Egon verachtelijk.
«Van degenen, die hier in dienst zijn jgebleven,
vertrouw ik er geen enkele
«Een ieder heeft zyn eigen zieaswyze,'
'antwoordde de kamerdienaar spottend, terwyl
Resi gekrenkt de bovenlip opwierp. «Ge zult
ons wel moeten veroorloven
Houd je mond zoolang je niets gevraagd
wordt", stoof Egon op. «Je bent een onbe
schaamde schoft. Pas er op, dat je niet met
mijn karwats kennis maakt."
Dit grove antwoord scheen Jakob niet ver
wacht te hebben, en dat hij, de veelvermo
gende, gevreesde kamerdienaar zóó ruw be
handeld werd, moest hem wel de gal in het
bloed dry ven, zijn gezicht werd vaal, een on-
beschryfelyke haat schitterde uit zyn loensche
oogen, doch hij was niet in staat een antwoord
terug te geven, en Egon liet hem trouwens
den tyd ook niet om daarover na te denken.
«Ga naar de herberg terug en zeg tegen
den kastelein, dat wy voor onbepaalden tijd
bij hem onzen intrek nemen," wendde de rit
meester zich nu tot zyn oppasser«ik ga naar
den opperhoutvester en zal denkelijk eerst
tegen den avond terugkomen."
.Wat moet jij hier nog? snauwde Jakob
den oppasser toe, toen Egon het slot verlaten
had. .Scheer je naar je heer en moge de
duivel jelui beiden halen."
«Dat was een vrome wensch," lachte Jochem.
«'t Is maar een geluk, dat niet alle wenschen
vervuld worden, anders zou jy al lang in de
hel braden."
.Wanneer je niet maakt, dat je wegkomt
en wel terstond, laat ik je de deur uitgooien,'
riep de kamerdienaar.
Houd je geraak, waarde heer, houd je ge
mak," spotte Jochem, tegen zijn sabel slaande.
.Wanneer je trek hebt kennis te maken met
het plat van mijn sabel, dan behoefje slechts
den arm naar mij uit te strekken, de vingers
jeuken mij toch al om je oude knokken in
tweeën te slaan, vooral nu ik weet, dat het
een goed werk zou zijn, waaraan de engelen
in den Hemel zich zouden moeten verheugen."
Na deze woorden ging hy lachend heen,
Resi, die hy een veelbeteekenenden afscheids-
blik had toegeworpen, volgde hem over het
slotplein tot aan de ophaalbrug, die over de
waterrijke gracht voerde, maar sinds menschen-
heugenis niet meer werd opgehaald.
«Blyf nog een poosje", zeide zij op verzoe
kenden toon, «hier heeft de kamerdienaar ons
niets te bevelen."
.Mij beeft deze schoft trouwens nergens
wat te commandeeren," antwoordde Jochem,
doch aangezien recht altijd recht moet blij vod,
zoo verheug ik mij nu al op den dag, waarop
wij hier met vliegende vendels binnen zullen
trekken, en dat verzeker ik u, die dag zal
den kamerheer heugen."
«Ik ben bang, dat die dag nimmer komen
zal, antwoordde Resi, uit wier oogen een was
send misnoegen sprak. «Ge kunt uw heer wel
eens vertellen, dat hy er niet goed aan doet,
wanneer hij zich hier een ieder tot vijand
maakt. Ge hebt zelf gehoord, wat hij mij ver
weten heeft, hy noemt my slecht en eerloos,
alleen wijl ik hier in dienst ben gebleven.
Ja, waar was hy dan, toen baron Werner
hier het gezag waarnam Kon baron Egon
mij destijds een anderen dienst aanbieden
En waarom zou ik dit huis hebben moeten
verlaten
•Doodeenvoudig, wijl een eerlyk mensch
geen schurk dienen mag," zeide Jochem ver
ontwaardigd.
•Zeg dat niet zoo luid, ge kunt niets be
wijzen, en het is gevaarlijk om met groote
heeren kersen te eten, want zy gooien met de
pitten. En wie zegt u, dat ik hier zoo graag
gebleven ben? Laat uw heer my maar eens
een andere betrekking aanbieden, dan
rNu, dat hij dat nog niet kan, weet ge
evengoed als ik, Resi," viel Jochem haar in
dere, terwijl hij den arm om haar slanke taille
sloeg en met een verliefden blik haar in de
oogen keek, .weet ge, wat ik geloof?"
«Nu, wat dan
«Dat ge myn heer een grooten dienst bewij
zen kunt, wanneer ge wilt."
.Waarmede 1"
«Nu, ge zijt altyd hier geweest en hebt
goede oogen en ooren, ge weet bygevolg veel,
wat mijn genadige heer van groot nut en aan
genaam zou zijn. En dat vertel ik u, het zou
hier een heel ander leven op dit edele slot
worden, wanneer baron Yon Eichenfels hier
kwam te wonen."
.Dat geloof ik ook," knikte Resi, peinzend
in het verschiet starend, «en ik ben zekerde
eerste, die uw heer het erfdeel gunnen zou,
dat men hem afgetroggeld heeft. Maar al weet
ik ook al veel, dan heb ik er toch geen be
wijzen voor
•Ge zult ze vinden, wanneer ge ze maar
zoeken wilt,"
•Neen, neen", antwoordde zy haastig, «ze
zouden my slaan, wanneer zy mij betrapten,
ik durf het niet."
«Wanneer wij u eens in bescherming namen
«Ge kunt dat niet. Er is hier in dit slot
een gevangenis, waarin lucht noch licht dringt,
daarin sluiten zy my op, en niemand zou te
weten komen waar ik ben. Niemand bekom
mert zich om my
«Ik wel, Resi 1" verzekerde Jochem.
.Wat zoudt gij alleen uitrichten? In het
slot komt gij toch niet, ge kunt rac geen hulp
brengen. Hoe gaarne ik ook helpen wilde, ik
ben er niet toe in staat, uw heer moet zich
zeiven maar helpen, op mij mag hy niot reke
nen. Maar hy mag ook geen kwaad van my
denken, ik heb hem niet belasterd by den
baron zaliger, en ik ben hier alleen gebleven,
wyl ik hier eenmaal een onderkomen had.
Vaarwel, ik mag niet langer by u blyven,zy
zullen nu al reeds achterdocht opvatten."
Zij wilde wegsnellen, doch Jochem hield haar
terug.
«Wanneer zie ik u weer?" vroeg hy.
•Ik weet het niet."
»Wy logeeren in «De ster der hoop", wilt
ge daarheeu komen, wanneer ge iets hoort,
dat mijn meester van nut kan wezen
«Ik kan het niet beloven," zeide zy en zich
met geweid losrukkende, snelde zy naar het
slot terug.
De kamerdienaar wachtte haar aan den
ingang op, zijn booze blik beloofde haar geen
beste ontvangst.
(Wordt vervolgd.)