't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1987
Woensdag 2 Maart 1892.
Twintigste" Jaargang,
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
NIEUWSTIJDINGEN.
Proiraim van lel 8ste Winler-Concert,
„ONTERFD".
17->
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn». 36.
A"bon n om ent
p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent.
p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad fl,20.
Afzonderlijke nummers2 Cent.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT
Ad.verteiitléii
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des
DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10
uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 1 Maart 1892.
Ongetwijfeld heeft 't velen onzer
plaatsgenooten smartelijk aangedaan, de
doodstijding te vernemen van den wel-
eerw. heer L. van 't Sant. Vroeger alhier
predikant bij de Ned. Herv. Gemeente,
was de overledene een paar jaren geleden
naar Neêrlandsch-Indië vertrokken en al
daar in die betrekking werkzaam. Door
zijne welsprekendheid zoowel als door hu-
manen omgang, had de heer van 't Sant
zich hier talrijke vrienden verworven, die
hem met leedwezen zagen vertrekken. Zijn
gestel was reeds bij zijn vertrek naar In-
-dië niet van de sterkste, maar toch heeft
de tijding van zijn overigden velen ver
rast. Alrust zijn stoffelijk overschot onder
de palmen van 't kerkhof te Padang, toch
gelooven we dat er hier nog velen zijn,
die hem betreuren en een traan aan zijne
nagedachtenis hebben gewijd.
Ds. Granpré Molière, alhier, komt
voor op het drietal bij de Herv. Gemeente
te Zaandijk.
De jongeheer G. S. Schellinger,
alhier, is geplaatst als klerk bij de Holl.
spoorweg-maatschappij.
Onder de vereenigingen, wier ont
staan ten volle onze sympathie mocht ver
werven, behoort ook de Timmerlieden-Ver-
eeniging «Door eendracht Welvaart". Ook
hare leden streven voor lotsverbetering,
maar op verstandige en gepaste wijze, daar
ze op den voorgrond stellen, dat van een
werkman, die hooger loon verlangt, gevor
derd mag worden bekwaamheid in 't vak,
dat hij uitoefent.
Door die gedachte bezield, richtte de ver-
eeniging bij den aanvang van dit winter
seizoen een teekenschool op, die door 15
leerlingen wordt bezocht. Onder bekwame
leiding oefenen zij zich daar twee avonden
in de week van 9 tot 11 uren. Ook hier
ondervond men, dat alle beginselen moeilijk
zijnmaar door goeden wil en eenige on
dersteuning werd 't mogelijk de school te
vestigen in 't bovenlokaal van den heer
Stavinga, Spoorstraat. Met April eindigt
de cursus, om zoo men zich heeft voorge
nomen, tegen den volgenden winter te
worden hervat.
Zal de inrichting intusschen aan haar
doel ten volle beantwoorden, dan is een
verbeterde lokaliteit hier een dringende
behoefte, daar reeds met dit kleine getal
leerlingen de beperkte ruimte bezet is.
Volgens onze meening verdienen werk
lieden, die op de beschreven wijze lotsver
betering zoeken en de avonduren na een
volbrachte vaak moeilijke dagtaak wijden
aan 't wetenschappelijk bestudeeren van
hun vak, niet alleen belangstelling van
autoriteiten en meer gefortuneerden, maar
hebben zelfs aanspraak op ondersteuning
bij hun loffelijk streven.
Dubbele moord te Haarlem.
Een afschuwelijk misdrijf is Vrijdag te
Haarlem gepleegd.
In een zeer klein huisje, Raamsingel No. 10,
tegenover het Wilsonsplein gelegen, werd te
9 uur brand ontdekt door een voorbijganger.
De brandweer drong naar binnen en vond de
beide bewoonsters, de weduwe Stokmans, oud
85 jaar en haar zuster, de weduwe Bekkers,
oud 83 jaar, vermoord. Het lyk der eene lag
half verbrand op den vloer, dat der andero
op een stoelvermoedelijk door een bijlslag
waren beider schedels gekloofd. Alle laden
en kasten waren opengebroken en geledigd
en de inhoud lag over den vloer verspreid.
De officier van justitie was dadelijk ter
plaatse en deed drie personen aanhouden, waar
onder de zoon der weduwe. Heden zijn ze
echter weder losgelaten.
Geld, waarop de misdadiger of de misda
digers waarschijnlijk geaasd hadden, was er
niet in huisde effecten, die een der slacht
offers bezat, werden te 's Gravenhage bewaard.
Een uur voor het ontdekken van den brand
was de woning der vermoorden door de werk
ster verlaten, zoodat het misdrijf weinig tyd
schijnt te hebben gekost. De buren hebben niets
gemerkt, alleen hadden zij gekerm van een kat
gehoord, die zooals gebleken is, ook gedood
werd. Een byl is in het tuintje gevonden. De
dader is waarschijnlijk door een achterdeur
verdwenen. Het huisje bestaat uit twee ver
trekken, een keukentje en den zolder. De lamp
werd afgerukt gevonden en de bedgordijnen
brandden toen de achterdeur door de brand
weer werd opengebroken.
Nader seint men nog uit Haarlem
Het tooneel van de misdaad is een zeer ar
moedige woning. De moordenaar heeft een
zijner slachtoffers overvallen, terwijl het in een
stoel zatalthans zoo werd het lijk gevon
den. Het tweede lijk lag in een hoek op den
grond. De moordenaar schynt na den moord
alles onderzocht te hebben, althans de laden
eener latafel waren geopend en alles lag daarin
dooreen. Toen dit onderzoek vruchteloos uitviel,
schijnt hy op het vermoeden te zijn gekomen,
dat de kleine bezitting der weduwe Bekkers
wellicht iu het bed geborgen was. Het voeren
bed althans was uit de slaapstede getrokken
en opengesneden; blijkbaar was het doorzocht,
want de veeren lagen door het kleiue vertrek
verspreid en dekten gedeeltelijk het op den
grond liggende lijk. Aan den anderen kant is
het niet onmogelijk, dat de moordenaar aldus
handelde om den brand spoedig grooten om
vang te doen krijgen, want de brand is ge
sticht nadat het bed gedeeltelijk met petroleum
was overgoten.
Oogenblikkelijk na de brandstichting heeft
de moordenaar het huis verlaten, naar men
zegt door een achterdeur.
In de hoop bij ontdekking van den brand
het blusschingswerk te bemoeilijken, heeft hij
de deuren geslotende vensters, welke zoo laag
zijn, dat men van de straat door het kozijn
de woning kan binnen stappen, waren van
groene luiken voorzien. Het blijkt, dat het slui
ten der deuren een tegengestelde werking had,
want door gebrek aan lucht, verstikte de brand
oogenblikkelijk, zoodat slechts een klein ge
deelte van het meubilair geschroeid is.
Men verdiept zich nog steeds in gissingen
over de vraag hoe de moordenaar het huisje
is binnengedrongen en het heeft verlaten.
De voordeur was, zooals ik reeds seinde,
gesloten, en de oudjes waren steeds huiverig
's avonds open te doen. De mogelijkheid be
staat dat de moordenaar zich reeds vroeg op
den zolder verborgen had, maar het is evenmin
uitgesloten, dat hij door op den regenton te
klimmen, de dakgoot van het omstreeks 2^ of
3 M. hooge huisje bereikt heeft. In het dak
ontbreken eenige pannen, maar het is moeielijk
te weten te komen of deze door den moorde
naar, dan wel door de brandblusschers zijn
weggenomen.
Het gat in het dak is in elk geval groot
genoeg om een man door te laten.
De moordenaar schijnt veel tijd te hebben
gehad. Ten miuste, na het onderzoek van de
kasten en het bed, heeft hij zelfs de klceren
der vermoorde weduwe Bekkers opengesneden
kennelijk met het doel te trachten in het lijf
goed de begeerde waarden te vinden.
De //Haarl. Ct.a bevestigt het bij geruchte
bekend geworden feit, dat de zoon van de
weduwe Stokman, meer bekend als «Barend
de Neus,« vroeger een veroordeeling heeft on
dergaan wegens verwonding van den directeur
van het Armen- en Ziekenhuis.
Volgens hetzelfde blad was het beursje der
vermoorde geopend en leeg. Naar wij verne
men, kan het hoogstens eenige guldens bevat
hebben.
Verder meldt het blad, dat Zaterdagmiddag
door de justitie vele voorwerpen in beslag zijn
genomen.
Aan het «Haarl. Dagblada ontleenen wij
nog de volgende beschrijving van den aanblik,
dien de plaats der misdaad Zaterdagochtend
bood
z,Het schouwspel was afschuwelijk. Vlak
bij het raam lag op den grond een der beide
vrouwen, de borst ontbloot, de kleederen half
van 't lijf gescheurd, de handen en de borst
geschroeid, en aan den middelvinger nog den
vingerhoed. Het gezicht is als 't ware in
eengeschrompeld, verkleind en geel als een
wassen masker, de haren hangen er overheen,
vermengd met geronnen bloed. De eene voet
is geslagen om den poot der tafel, blijkbaar
om zich te verweren.»
In de woning is bijna niet te zien dat er
brand heeft plaats gehad.
De ontsteltenis in de stad is natuurlijk groot
zoowel op de plaats der misdaad als voor het
politiebureau staan vele nieuwsgierigen.
Voor eenige jaren is, tijdens afwezigheid
der bewoonsters, in het stulpje ingebroken.
Toen werd echter niets vermist, terwijl de
dader nooit ontdekt werd. Hieruit blijkt iu
elk geval, dat de bewoonsters als niet onbe
middeld bekend stonden.
De ,,Raad van Tucht" deed Donder
dagavond uitspraak in zake de stranding
van het Ned. schip «Rust en Werk", in
den nacht van 28 op 29 Dec. 11. bij Zand-
voort.
Overwegende dat de gezagvoerder H.J.
Raad, die zelf verklaarde niet geheel met
den aard en den loop der stroomingen aan
de kust op de hoogte te zijn, in plaats
van in den donkeren nacht, zonder loods
op het lood af te trachten IJmuiden te
bereiken, zee had moeten houden en den
dag afwachten alvorens de kust te naderen,
was de «Raad van Tucht" van oordeel
dat de schuld der stranding moet worden
geweten aan roekeloosheid van den gezag
voerder, weshalve deze voor den tyd van
3 maanden in zijne betrekking als gezag
voerder van een Ned. schip werd geschorst.
Nu we van tijd tot tijd een paar schoone
voorjaarsdagen doorleven en de lust ontwaakt
om eens een tochtje naar buiten te maken,
herinnert menigeen zich voorzeker het vóór
eenige maanden ontworpen en toen veelbe
sproken plan tot aanleg van een paardentram
van het Molenplein naar Huisduinen. De
behandeling van de aan den ondernemer te
stellen voorwaarden, in den Raad der gemeente,
gaf aanleiding, dat de aandacht in groote mate
op deze zaak gevestigd werd en dat menigeen
zich voorspiegelde weldra een rit te maken in
de tram, ten einde zich aan het strand der
Noordzee te verpoozen. Men heeft gewacht en
naar de volvoering van 't plan uitgezien, doch
'l is bij wachten en uitzien gebleven. De tijd
moet ons leeren, of nog ooit een trambaan
zal gelegd worden, die de kom der gemeente
met het nabijgelegen zeedorp verbindt. Inmid
dels zullen onze stalhouders er werk van blij
ven maken om ons tegen billijken prijs per as
tot aan het duin te vervoeren, of als we ons
moegewandeld hebben, in hunne rijtuigen naar
huis te brengen. Heeft de tram-ondernemer
ons teleurgesteld met de voorspiegeling van
een modern vervoermiddel, niet alzoo de heer
Pot van Alkmaar met de voorgestelde tele
foon-verbinding in deze gemeente. De aanleg
is geschied 'en een aantal ingezetenen profi-
teeren sedert maanden van dit gemakkelijk en
tijdwinnend middel, om op afstanden met an
deren te spreken, bestellingen en aanbiedingen
te doen, enz. Het aantal aangeslotenen is
sedert den eersten aanleg van lieverlede toe
genomen. Toch zou dat aantal zeker nog
grooter zijn, als het nut en het geraak van
die verbinding meer werden ingezien. Tot
dat inzicht zal men echter door den tijd wel
komen, vooral wanneer 't sommigen duidelijk
wordt, dat zij door «jg^-aausluiting schade lijden.
Wij meenen wèl te doen, door nog eens te
wijzen op het middel van gemeenschap, dat in
het dagelijksch leven aan menigeen groote
diensten bewijst.
Aan de door de administratie van
het Bureau Veritas uitgegeven statistiek
der ongevaHen die gedurende het jaar 1891
op zee hebben plaats gehad, is het vol
gende ontleend
Totaal verloren zeilschepen62 Duit-
sche, 140 Amerikaansche, 329 Engelsche, 1
Argentijnsek, 7 Oostenrijksche, 1 Belgisch,
3 Chileensche, 24 Deensche, 5 Spaansche,
88 Fransche, 7 Grieksche, 1 Haïtisch, 2
Hawaïsche, 31 Italiaansche, 1 Mexicaansch,
163 Noorsche, 12 Nederlandsche, 2 Por-
tugesche, 19 Russische, 35 Zweedsche, to
taal 937 schepen, metende 350,196 ton,
Totaal verloren stoomschepen 16 Duit-
sche, 6 Amerikaansche, 140 Engelsche, 2
Braziliaansche, 2 Deensche, 4 Spaansche,
5 Fransche, 2 Grieksche, 3 Italiaansche,
2 Japanneesche, 16 Noorsche, 3 Neder
landsche, 2 Portugeesche, 3 Russische, 2
Zweedsche, totaal 208, metende 173,862 ton.
Uit Oleh-leh wordt 18 Jan. aan de
Deli Ct.het volgende gemeld
Gisteren (Zondag) werd wederom voor de
zooveelste maal eene bijdrage geleverd van
de verregaande brutaliteit, waarmede in den
laatsten tijd door de Atjehers werd opgetreden.
Omstreeks 9 uur in den morgen kwam een
Atjeher de poort te Pendetie binnen. Voor
het wachthuis, in de onmiddellijke nabij heid
van genoemde poort, zaten op een bank 2 in-
landsche fuseliers, 1 Europeesch fuselier en 1
inlandsch politie-oppasser, terwijl op een paar
passen afstands van bedoeld viertal de Euro-
peesche sergeant-wachtcommandant op een
stoel had plaats genomen. Als naar gewoonte
werd door den inl. politie-oppasser aan den
Atjeher verzocht zijn pas te vertoonende
man tastte in zijn gordel, doch in stede van
een pas kwam daaruit con rentjong te voor
schijn, waarmede hij bliksemsnel een der in-
landsche fuseliers, vervolgens ook den twee
den en daarna den Europeeschen sergeant-
wachtcommandant, die inmiddels was ter hulpe
gesneld, zwaar verwonddo. Laatstgenoemde
rolde, worstelende met den aanvaller, in de
greppel achter het wachthuis, zoodat de schild
wacht in het verhoogde echilderhuis pl. m.
15 passen van het wachthuis verwijderd
niet durfde schieten, uit vrees den sergeant te
zullen treffen. Twee niet-gewonde fuseliers
namen daarop hunne geweren en vatten ach
ter het wachthuis post, en zoodra de Atjeher
eenigszins van den sergeant vrijkwam en het
hazepad wilde kiezen, werd hy door hen
ra, juist op het oogenblik dat hij
het hek weder wilde uittreden. Een schot in
de hersenpan maakte hem voorgoed onscha
delijk.
De Atjeher behoorde tot eene bevriende
kampong binnen de linie
Zooeven hoor ik dat de 2 inlandsche fuse
liers eenige kans op genezing hebben, doch
dat voor den Europeeschen sergeant, die, be
halve dat een zijner polsen doorgesneden is,
ook nog een steek in de long ontving, niet
veel hoop op behoud van zyn leven bestaat.
op DINSDAG 1 MAART 1892,
's avonds 8 unr.
1. „Heimathsklange", Marsch, E. Simon.
2. Ouverture zur Oper„Die Hochzeit de»
Figaro", W. A. Mozart. 3. Musik aus dom
Drama: „Rosamunde", Franz Schubert. a.
Entre-acte No. 1. b. Balletmusik No. 1. 4.
Czardas aus der Oper: „Der Geist des Woyc-
woden", Louis Grossraan. PAUZE. 5.
Ouverture„La Sirène", D. F. E. Auber. 6.
a, Celebre Menuetto graciaso, L. C. Bacherini.
b. Loin du Bal, Morceau caraetéristique, Er-
nest Gillet. 7. „Ein Abend bei Bilse in Ber-
lin", Potpourri, Ernst Seherz. 8. Entschwun-
denes Glück, Walzer, Erail Waldteufel.
No. 1 en 8, Eerste uitvoering.
Burgerlijke Stand, getn. Helder,
Van af 25 tot en met 27 Februari 1892.
ONDERTROUWD: A. de Vroome, zeeman
en K. J. Strikker. J. C. L. van der Salm,
zonder beroep en T. Kooger. C. v. d. Vlies,
zeilmaker en P. Hendrikse. J. D. Tabeling,
torpedist en L. Lut. H. Korff, schilder en A.
J. Duinker.
GETROUWD J. Dienaar en M. de Bunje,
D. Sturk en G. Kraft. K. Kramer en E. Bak
ker. N. W. Born en II. J. Vlam. M. G. Jansen
en M. de Vlugt. P. C. de Ruijter en P. Kry-
nen. P. J. ter Burg en T. de la Court.
BEVALLENJ. E. Stecher, geb. Kramer,
d. N. Kikkert, geb. Buisman, z. J. Uitvlugt,
geb. Stroomer, z. J. Diedenoven, geb. Last
drager, d. M. Drijver, geb. Troost, z. C. J.
W. Liphuijsen, geb. van Geenhuijsen, z. A.
Hendriks, geb. Dekker, d. A. Hendriks, geb.
Dekker, z.
OVERLEDENV. Soesdorp, 23"jaren.
1 levenloos aangegeven.
Nagelaten roman van
EWALD AUGUST KöNIG.
Misschien dat hij hier op zijn neef gewacht
heeft, alle donders, ik zou wel eens bij de
ontmoeting tegenwoordig hebben willen zyn."
Hij laciite andermaal, doch het was de hee-
sche lach van een schurk, die zich over het
gelukken van een boevenstuk verheugt.
«Men zegt, dat de baron verloofd is», her-
vatto hy na een poos weder zijn alleenspraak,
terwijl zyn blik op het slot rustte, dat hy
steeds naderbij kwam, «de bruid moet een
gravin zijn, en toch kan ik mij niet voorstel
len, dat hy tronwen zal. Hoe vaak heeft hij
zijn getrouwde vrienden niet uitgelachen En
nu zou hij zich zelf in de banden van den
echt begeven Enfin, mogelijk ware het dat
hij nu als rijke grondbezitter vadsig en solide
is, maar wat hij ook doen moge, ik wil niet
tevergeefs gewerkt hebben."
Hij had nu weldra het kasteel bereikt, het
was inderdaad, gelijk hy het verwachtte en
wenschte, inmiddels donker geworden.
Resi kwam juist uit de dienstbodeakamer
by den aanblik van den vreemde, dim zij in
de gang zoo eensklaps voor zich zag, ontsnapte
haar een uitroep van schrik, zij droeg een
brandende lamp in de hand en het schynsel
dezer lamp nu viel vol op haar lief gezichtje,
waarop de blik van Holter vol bewondering
rustte.
wIk ben geen menscheneter, maak u maar
niet angstig,zeide hij spottend, //doch een
kusje zou ik u wel willen geven, sshoonste
aller schoonen
//Onbeschaamde,antwoordde Resi veront
waardigd, die schielijk, met zichtbare teekenen
van vrees teruggedeinsd was. «Wat moet je
hier
Jakob was thans ook uit de dienstboden
kamer gekomen, hy stond achter haar, zijn
loerende oogen namen den vreemde met een
scherpen, vorschenden blik op.
z/Nachtlogies geven wij niet, maar een stuk
brood kun je krijgen," zeide hij schielyk op
barschen toon.
„Wanneer het daarop aankomt, heb ik wel
licht meer geld op zak dan gij", spotte Hol
ter. //Ik ben geen bedelaar, de livrei, die ge
daar draagt, heb ik vóór den oorlog ook ge
dragen. Dien mij aan bij den baron, zeg hem
maar, dat zijn vroegere knecht er is, en dan
zal wel blijken, of ik hier nachtlogies en bij
het brood nog een stuk vleesch krijgen kan,«
«Deze verklaring scheen den kamerdienaar
onaangenaam te verrassen, zijn vaal gelaat
toonde een verlegen uitdrukking.
//Zoo, zoo, nu, dat hadt go wel terstond
kunnen zeggen,» antwoordde hij gemelijk. «In
deze lompen kan men bezwaarlijk den kamer
dienaar vhd een baron vermoeden. Volg my
maar," wendde hij zich weder tot Holter en
ging toen langzaam de trap op. «Wat moet
ge hier hebben?» vroeg hij op gedempten toon,
»Hoop maar niet, mij uit dit huis te kunnen
verdringen, mocht het u gelukken, dan zou ik
doodeenvoudig alles verraden
«Begint ge nu al bang te worden?' spotte
Holter. //Weet ge dan, wat ik voor den baron
gedaan heb
wik weet het
«Dan zult ge ook wel weten, dat ik thans
mijn belooning mag eischen."
«Hebt ge die dan nog niet ontvangen
«Hoe zon dat mogelijk geweest zyn? Geld
is mij niet gestuurd geworden. Ik heb tot dus
ver ook niets geëischt, men kan zulke zaken
mondeling beter en grondiger afdoen, dan
schriftelijk.
«En wat komt ge nu vragen vroeg Jakob,
die boven aan de trap op den corridor was
blyven staan.
«Dat weet ik zelf nog niet, ik wil eerst
eens hooren, wat de baron mij zoo al voorstelt."
«Weet ge ook reeds, dat die ander weer
hier is
«Ik heb hem een poos geleden gezieD,"
knikte Holler. «Maar wat zou dat geven Hy
is onterfd en een testament kan niet omge-
stooten worden. Ik heb van zulke zaken ook
een beetje verstand, daar ik vroeger schrijver
by een advocaat ben geweest.»
«Dat wist ik ook al," antwoordde de kamer
dienaar «voor my heeft de baron geen gehei
men, hij moest mij de kaarten wel bloot leggen,
eer ik aan het spel deelnam. In elk geval ware
het toch maar beter geweest, wanneer we dien
ander niet weergezien hadden, ik begrijp me
waarachtig niet, dat ge daar ook niet aan dacht."
«Ge zoudt het best kunnen radon, wanneer
go uw scherpzinnigheid maar wat wilde inpan-
nen. Maar nu is het daarvoor te laat, het had
eerder moeten gebeuren. Wacht hier, tot ik
terugkom
De kamerdienaar ging nu de kamer zijns
meesters binnen en plaatste de lamp op tafel,
vervolgens stak hij de armluchters aan, die op
den schoorsteen stonden.
«De vroegere bediende van den genadigen
heer is daar, hij vraagt belet,» zoide hij met
een loerenden blik op den baron, die met een
peinzend gelaat rusteloos op en neer liep, doch
nu plotseling staan bleef.
«Jozef vroeg de baron, zijn factotum strak
aanziende.
«Zijn naam heeft hij niet genoemd, hij zeide
alleen dat hij de vroegere bediende was en nu
zijn loon kwam vorderen
Met zichtbare afschuw beschouwde do baron
het niterlijk voorkomen van Holter, die met
een onbeschaamd gelaat aan de deur stond en
een vriendelijker ontvangst verwacht scheen
te hebben.
«Kom je zoo als vagebond terug ?o vroeg
hy barsch. «Kon je niet voor je bezoek een
betere jas aantrekken ?a
«Ik zou het wel gedaan hebben, als ik er
een gehad had," antwoorde Holter spottend.
«Overigens is deze jas beter dan ieder andere;
'8 konings uniform eert een ieder, die haar
draagt.»
«Wil je dus soldaat blijven Het ware zeker
het beste besluit
«Ik ben het nooit geweest, baron, en ik zou
een groote ezel zyn, als ik het werd.»
■Zoo, zoo, en wat wil je nu hier doen In
mijn dienst kan je niet treden, je hebt gezien
dat ik een anderen kamerdienaar heb, en zult
begrypen, dat ik hem onmogelyk den dienst
kan opzeggen.a
«Dan zal de baron mij zeker wel op eenige
andere wijze schadeloosstellen," zeide Holter
op dreigenden toon«ge hebt het mij beloofd,
toen ge me destijds in dienst liet gaan. Ik heb
alles gedaan, wat ge wcnschtet, en myn taak
tot uw volle tevredenheid vervuld, thans mag
ik ook zeker wel myn belooning eischen.a
«Ik wil je eisch aanhooren», antwoordde de
baron, die de afgebroken wandeling weer had
hervat, alleen mag deze niet onbescheiden zyn."
«Wil ik naar Berlyn terugkeeren, dah dien
ik in de eerste plaats geld te hebben, baron.
Een kleine som mag het ook niet wezen, want
ik wil in dit geval een zaak opzetten en my
een eigen huishouden oprichten.»
«Hoeveel zou het dan wel moeten wezen
«Eenige duizenden thaler minstens.»
«Die kan ik je onmogelyk geven," antwoordde
de baron, «de comptanten zitten by my maar
zeer krap.»
(Wordt vervolgd.)