't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1987 Woensdag 2 Maart 1892. Twintigste" Jaargang, VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. NIEUWSTIJDINGEN. Proiraim van lel 8ste Winler-Concert, „ONTERFD". 17-> Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn». 36. A"bon n om ent p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent. p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad fl,20. Afzonderlijke nummers2 Cent. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT Ad.verteiitléii Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 1 Maart 1892. Ongetwijfeld heeft 't velen onzer plaatsgenooten smartelijk aangedaan, de doodstijding te vernemen van den wel- eerw. heer L. van 't Sant. Vroeger alhier predikant bij de Ned. Herv. Gemeente, was de overledene een paar jaren geleden naar Neêrlandsch-Indië vertrokken en al daar in die betrekking werkzaam. Door zijne welsprekendheid zoowel als door hu- manen omgang, had de heer van 't Sant zich hier talrijke vrienden verworven, die hem met leedwezen zagen vertrekken. Zijn gestel was reeds bij zijn vertrek naar In- -dië niet van de sterkste, maar toch heeft de tijding van zijn overigden velen ver rast. Alrust zijn stoffelijk overschot onder de palmen van 't kerkhof te Padang, toch gelooven we dat er hier nog velen zijn, die hem betreuren en een traan aan zijne nagedachtenis hebben gewijd. Ds. Granpré Molière, alhier, komt voor op het drietal bij de Herv. Gemeente te Zaandijk. De jongeheer G. S. Schellinger, alhier, is geplaatst als klerk bij de Holl. spoorweg-maatschappij. Onder de vereenigingen, wier ont staan ten volle onze sympathie mocht ver werven, behoort ook de Timmerlieden-Ver- eeniging «Door eendracht Welvaart". Ook hare leden streven voor lotsverbetering, maar op verstandige en gepaste wijze, daar ze op den voorgrond stellen, dat van een werkman, die hooger loon verlangt, gevor derd mag worden bekwaamheid in 't vak, dat hij uitoefent. Door die gedachte bezield, richtte de ver- eeniging bij den aanvang van dit winter seizoen een teekenschool op, die door 15 leerlingen wordt bezocht. Onder bekwame leiding oefenen zij zich daar twee avonden in de week van 9 tot 11 uren. Ook hier ondervond men, dat alle beginselen moeilijk zijnmaar door goeden wil en eenige on dersteuning werd 't mogelijk de school te vestigen in 't bovenlokaal van den heer Stavinga, Spoorstraat. Met April eindigt de cursus, om zoo men zich heeft voorge nomen, tegen den volgenden winter te worden hervat. Zal de inrichting intusschen aan haar doel ten volle beantwoorden, dan is een verbeterde lokaliteit hier een dringende behoefte, daar reeds met dit kleine getal leerlingen de beperkte ruimte bezet is. Volgens onze meening verdienen werk lieden, die op de beschreven wijze lotsver betering zoeken en de avonduren na een volbrachte vaak moeilijke dagtaak wijden aan 't wetenschappelijk bestudeeren van hun vak, niet alleen belangstelling van autoriteiten en meer gefortuneerden, maar hebben zelfs aanspraak op ondersteuning bij hun loffelijk streven. Dubbele moord te Haarlem. Een afschuwelijk misdrijf is Vrijdag te Haarlem gepleegd. In een zeer klein huisje, Raamsingel No. 10, tegenover het Wilsonsplein gelegen, werd te 9 uur brand ontdekt door een voorbijganger. De brandweer drong naar binnen en vond de beide bewoonsters, de weduwe Stokmans, oud 85 jaar en haar zuster, de weduwe Bekkers, oud 83 jaar, vermoord. Het lyk der eene lag half verbrand op den vloer, dat der andero op een stoelvermoedelijk door een bijlslag waren beider schedels gekloofd. Alle laden en kasten waren opengebroken en geledigd en de inhoud lag over den vloer verspreid. De officier van justitie was dadelijk ter plaatse en deed drie personen aanhouden, waar onder de zoon der weduwe. Heden zijn ze echter weder losgelaten. Geld, waarop de misdadiger of de misda digers waarschijnlijk geaasd hadden, was er niet in huisde effecten, die een der slacht offers bezat, werden te 's Gravenhage bewaard. Een uur voor het ontdekken van den brand was de woning der vermoorden door de werk ster verlaten, zoodat het misdrijf weinig tyd schijnt te hebben gekost. De buren hebben niets gemerkt, alleen hadden zij gekerm van een kat gehoord, die zooals gebleken is, ook gedood werd. Een byl is in het tuintje gevonden. De dader is waarschijnlijk door een achterdeur verdwenen. Het huisje bestaat uit twee ver trekken, een keukentje en den zolder. De lamp werd afgerukt gevonden en de bedgordijnen brandden toen de achterdeur door de brand weer werd opengebroken. Nader seint men nog uit Haarlem Het tooneel van de misdaad is een zeer ar moedige woning. De moordenaar heeft een zijner slachtoffers overvallen, terwijl het in een stoel zatalthans zoo werd het lijk gevon den. Het tweede lijk lag in een hoek op den grond. De moordenaar schynt na den moord alles onderzocht te hebben, althans de laden eener latafel waren geopend en alles lag daarin dooreen. Toen dit onderzoek vruchteloos uitviel, schijnt hy op het vermoeden te zijn gekomen, dat de kleine bezitting der weduwe Bekkers wellicht iu het bed geborgen was. Het voeren bed althans was uit de slaapstede getrokken en opengesneden; blijkbaar was het doorzocht, want de veeren lagen door het kleiue vertrek verspreid en dekten gedeeltelijk het op den grond liggende lijk. Aan den anderen kant is het niet onmogelijk, dat de moordenaar aldus handelde om den brand spoedig grooten om vang te doen krijgen, want de brand is ge sticht nadat het bed gedeeltelijk met petroleum was overgoten. Oogenblikkelijk na de brandstichting heeft de moordenaar het huis verlaten, naar men zegt door een achterdeur. In de hoop bij ontdekking van den brand het blusschingswerk te bemoeilijken, heeft hij de deuren geslotende vensters, welke zoo laag zijn, dat men van de straat door het kozijn de woning kan binnen stappen, waren van groene luiken voorzien. Het blijkt, dat het slui ten der deuren een tegengestelde werking had, want door gebrek aan lucht, verstikte de brand oogenblikkelijk, zoodat slechts een klein ge deelte van het meubilair geschroeid is. Men verdiept zich nog steeds in gissingen over de vraag hoe de moordenaar het huisje is binnengedrongen en het heeft verlaten. De voordeur was, zooals ik reeds seinde, gesloten, en de oudjes waren steeds huiverig 's avonds open te doen. De mogelijkheid be staat dat de moordenaar zich reeds vroeg op den zolder verborgen had, maar het is evenmin uitgesloten, dat hij door op den regenton te klimmen, de dakgoot van het omstreeks 2^ of 3 M. hooge huisje bereikt heeft. In het dak ontbreken eenige pannen, maar het is moeielijk te weten te komen of deze door den moorde naar, dan wel door de brandblusschers zijn weggenomen. Het gat in het dak is in elk geval groot genoeg om een man door te laten. De moordenaar schijnt veel tijd te hebben gehad. Ten miuste, na het onderzoek van de kasten en het bed, heeft hij zelfs de klceren der vermoorde weduwe Bekkers opengesneden kennelijk met het doel te trachten in het lijf goed de begeerde waarden te vinden. De //Haarl. Ct.a bevestigt het bij geruchte bekend geworden feit, dat de zoon van de weduwe Stokman, meer bekend als «Barend de Neus,« vroeger een veroordeeling heeft on dergaan wegens verwonding van den directeur van het Armen- en Ziekenhuis. Volgens hetzelfde blad was het beursje der vermoorde geopend en leeg. Naar wij verne men, kan het hoogstens eenige guldens bevat hebben. Verder meldt het blad, dat Zaterdagmiddag door de justitie vele voorwerpen in beslag zijn genomen. Aan het «Haarl. Dagblada ontleenen wij nog de volgende beschrijving van den aanblik, dien de plaats der misdaad Zaterdagochtend bood z,Het schouwspel was afschuwelijk. Vlak bij het raam lag op den grond een der beide vrouwen, de borst ontbloot, de kleederen half van 't lijf gescheurd, de handen en de borst geschroeid, en aan den middelvinger nog den vingerhoed. Het gezicht is als 't ware in eengeschrompeld, verkleind en geel als een wassen masker, de haren hangen er overheen, vermengd met geronnen bloed. De eene voet is geslagen om den poot der tafel, blijkbaar om zich te verweren.» In de woning is bijna niet te zien dat er brand heeft plaats gehad. De ontsteltenis in de stad is natuurlijk groot zoowel op de plaats der misdaad als voor het politiebureau staan vele nieuwsgierigen. Voor eenige jaren is, tijdens afwezigheid der bewoonsters, in het stulpje ingebroken. Toen werd echter niets vermist, terwijl de dader nooit ontdekt werd. Hieruit blijkt iu elk geval, dat de bewoonsters als niet onbe middeld bekend stonden. De ,,Raad van Tucht" deed Donder dagavond uitspraak in zake de stranding van het Ned. schip «Rust en Werk", in den nacht van 28 op 29 Dec. 11. bij Zand- voort. Overwegende dat de gezagvoerder H.J. Raad, die zelf verklaarde niet geheel met den aard en den loop der stroomingen aan de kust op de hoogte te zijn, in plaats van in den donkeren nacht, zonder loods op het lood af te trachten IJmuiden te bereiken, zee had moeten houden en den dag afwachten alvorens de kust te naderen, was de «Raad van Tucht" van oordeel dat de schuld der stranding moet worden geweten aan roekeloosheid van den gezag voerder, weshalve deze voor den tyd van 3 maanden in zijne betrekking als gezag voerder van een Ned. schip werd geschorst. Nu we van tijd tot tijd een paar schoone voorjaarsdagen doorleven en de lust ontwaakt om eens een tochtje naar buiten te maken, herinnert menigeen zich voorzeker het vóór eenige maanden ontworpen en toen veelbe sproken plan tot aanleg van een paardentram van het Molenplein naar Huisduinen. De behandeling van de aan den ondernemer te stellen voorwaarden, in den Raad der gemeente, gaf aanleiding, dat de aandacht in groote mate op deze zaak gevestigd werd en dat menigeen zich voorspiegelde weldra een rit te maken in de tram, ten einde zich aan het strand der Noordzee te verpoozen. Men heeft gewacht en naar de volvoering van 't plan uitgezien, doch 'l is bij wachten en uitzien gebleven. De tijd moet ons leeren, of nog ooit een trambaan zal gelegd worden, die de kom der gemeente met het nabijgelegen zeedorp verbindt. Inmid dels zullen onze stalhouders er werk van blij ven maken om ons tegen billijken prijs per as tot aan het duin te vervoeren, of als we ons moegewandeld hebben, in hunne rijtuigen naar huis te brengen. Heeft de tram-ondernemer ons teleurgesteld met de voorspiegeling van een modern vervoermiddel, niet alzoo de heer Pot van Alkmaar met de voorgestelde tele foon-verbinding in deze gemeente. De aanleg is geschied 'en een aantal ingezetenen profi- teeren sedert maanden van dit gemakkelijk en tijdwinnend middel, om op afstanden met an deren te spreken, bestellingen en aanbiedingen te doen, enz. Het aantal aangeslotenen is sedert den eersten aanleg van lieverlede toe genomen. Toch zou dat aantal zeker nog grooter zijn, als het nut en het geraak van die verbinding meer werden ingezien. Tot dat inzicht zal men echter door den tijd wel komen, vooral wanneer 't sommigen duidelijk wordt, dat zij door «jg^-aausluiting schade lijden. Wij meenen wèl te doen, door nog eens te wijzen op het middel van gemeenschap, dat in het dagelijksch leven aan menigeen groote diensten bewijst. Aan de door de administratie van het Bureau Veritas uitgegeven statistiek der ongevaHen die gedurende het jaar 1891 op zee hebben plaats gehad, is het vol gende ontleend Totaal verloren zeilschepen62 Duit- sche, 140 Amerikaansche, 329 Engelsche, 1 Argentijnsek, 7 Oostenrijksche, 1 Belgisch, 3 Chileensche, 24 Deensche, 5 Spaansche, 88 Fransche, 7 Grieksche, 1 Haïtisch, 2 Hawaïsche, 31 Italiaansche, 1 Mexicaansch, 163 Noorsche, 12 Nederlandsche, 2 Por- tugesche, 19 Russische, 35 Zweedsche, to taal 937 schepen, metende 350,196 ton, Totaal verloren stoomschepen 16 Duit- sche, 6 Amerikaansche, 140 Engelsche, 2 Braziliaansche, 2 Deensche, 4 Spaansche, 5 Fransche, 2 Grieksche, 3 Italiaansche, 2 Japanneesche, 16 Noorsche, 3 Neder landsche, 2 Portugeesche, 3 Russische, 2 Zweedsche, totaal 208, metende 173,862 ton. Uit Oleh-leh wordt 18 Jan. aan de Deli Ct.het volgende gemeld Gisteren (Zondag) werd wederom voor de zooveelste maal eene bijdrage geleverd van de verregaande brutaliteit, waarmede in den laatsten tijd door de Atjehers werd opgetreden. Omstreeks 9 uur in den morgen kwam een Atjeher de poort te Pendetie binnen. Voor het wachthuis, in de onmiddellijke nabij heid van genoemde poort, zaten op een bank 2 in- landsche fuseliers, 1 Europeesch fuselier en 1 inlandsch politie-oppasser, terwijl op een paar passen afstands van bedoeld viertal de Euro- peesche sergeant-wachtcommandant op een stoel had plaats genomen. Als naar gewoonte werd door den inl. politie-oppasser aan den Atjeher verzocht zijn pas te vertoonende man tastte in zijn gordel, doch in stede van een pas kwam daaruit con rentjong te voor schijn, waarmede hij bliksemsnel een der in- landsche fuseliers, vervolgens ook den twee den en daarna den Europeeschen sergeant- wachtcommandant, die inmiddels was ter hulpe gesneld, zwaar verwonddo. Laatstgenoemde rolde, worstelende met den aanvaller, in de greppel achter het wachthuis, zoodat de schild wacht in het verhoogde echilderhuis pl. m. 15 passen van het wachthuis verwijderd niet durfde schieten, uit vrees den sergeant te zullen treffen. Twee niet-gewonde fuseliers namen daarop hunne geweren en vatten ach ter het wachthuis post, en zoodra de Atjeher eenigszins van den sergeant vrijkwam en het hazepad wilde kiezen, werd hy door hen ra, juist op het oogenblik dat hij het hek weder wilde uittreden. Een schot in de hersenpan maakte hem voorgoed onscha delijk. De Atjeher behoorde tot eene bevriende kampong binnen de linie Zooeven hoor ik dat de 2 inlandsche fuse liers eenige kans op genezing hebben, doch dat voor den Europeeschen sergeant, die, be halve dat een zijner polsen doorgesneden is, ook nog een steek in de long ontving, niet veel hoop op behoud van zyn leven bestaat. op DINSDAG 1 MAART 1892, 's avonds 8 unr. 1. „Heimathsklange", Marsch, E. Simon. 2. Ouverture zur Oper„Die Hochzeit de» Figaro", W. A. Mozart. 3. Musik aus dom Drama: „Rosamunde", Franz Schubert. a. Entre-acte No. 1. b. Balletmusik No. 1. 4. Czardas aus der Oper: „Der Geist des Woyc- woden", Louis Grossraan. PAUZE. 5. Ouverture„La Sirène", D. F. E. Auber. 6. a, Celebre Menuetto graciaso, L. C. Bacherini. b. Loin du Bal, Morceau caraetéristique, Er- nest Gillet. 7. „Ein Abend bei Bilse in Ber- lin", Potpourri, Ernst Seherz. 8. Entschwun- denes Glück, Walzer, Erail Waldteufel. No. 1 en 8, Eerste uitvoering. Burgerlijke Stand, getn. Helder, Van af 25 tot en met 27 Februari 1892. ONDERTROUWD: A. de Vroome, zeeman en K. J. Strikker. J. C. L. van der Salm, zonder beroep en T. Kooger. C. v. d. Vlies, zeilmaker en P. Hendrikse. J. D. Tabeling, torpedist en L. Lut. H. Korff, schilder en A. J. Duinker. GETROUWD J. Dienaar en M. de Bunje, D. Sturk en G. Kraft. K. Kramer en E. Bak ker. N. W. Born en II. J. Vlam. M. G. Jansen en M. de Vlugt. P. C. de Ruijter en P. Kry- nen. P. J. ter Burg en T. de la Court. BEVALLENJ. E. Stecher, geb. Kramer, d. N. Kikkert, geb. Buisman, z. J. Uitvlugt, geb. Stroomer, z. J. Diedenoven, geb. Last drager, d. M. Drijver, geb. Troost, z. C. J. W. Liphuijsen, geb. van Geenhuijsen, z. A. Hendriks, geb. Dekker, d. A. Hendriks, geb. Dekker, z. OVERLEDENV. Soesdorp, 23"jaren. 1 levenloos aangegeven. Nagelaten roman van EWALD AUGUST KöNIG. Misschien dat hij hier op zijn neef gewacht heeft, alle donders, ik zou wel eens bij de ontmoeting tegenwoordig hebben willen zyn." Hij laciite andermaal, doch het was de hee- sche lach van een schurk, die zich over het gelukken van een boevenstuk verheugt. «Men zegt, dat de baron verloofd is», her- vatto hy na een poos weder zijn alleenspraak, terwijl zyn blik op het slot rustte, dat hy steeds naderbij kwam, «de bruid moet een gravin zijn, en toch kan ik mij niet voorstel len, dat hy tronwen zal. Hoe vaak heeft hij zijn getrouwde vrienden niet uitgelachen En nu zou hij zich zelf in de banden van den echt begeven Enfin, mogelijk ware het dat hij nu als rijke grondbezitter vadsig en solide is, maar wat hij ook doen moge, ik wil niet tevergeefs gewerkt hebben." Hij had nu weldra het kasteel bereikt, het was inderdaad, gelijk hy het verwachtte en wenschte, inmiddels donker geworden. Resi kwam juist uit de dienstbodeakamer by den aanblik van den vreemde, dim zij in de gang zoo eensklaps voor zich zag, ontsnapte haar een uitroep van schrik, zij droeg een brandende lamp in de hand en het schynsel dezer lamp nu viel vol op haar lief gezichtje, waarop de blik van Holter vol bewondering rustte. wIk ben geen menscheneter, maak u maar niet angstig,zeide hij spottend, //doch een kusje zou ik u wel willen geven, sshoonste aller schoonen //Onbeschaamde,antwoordde Resi veront waardigd, die schielijk, met zichtbare teekenen van vrees teruggedeinsd was. «Wat moet je hier Jakob was thans ook uit de dienstboden kamer gekomen, hy stond achter haar, zijn loerende oogen namen den vreemde met een scherpen, vorschenden blik op. z/Nachtlogies geven wij niet, maar een stuk brood kun je krijgen," zeide hij schielyk op barschen toon. „Wanneer het daarop aankomt, heb ik wel licht meer geld op zak dan gij", spotte Hol ter. //Ik ben geen bedelaar, de livrei, die ge daar draagt, heb ik vóór den oorlog ook ge dragen. Dien mij aan bij den baron, zeg hem maar, dat zijn vroegere knecht er is, en dan zal wel blijken, of ik hier nachtlogies en bij het brood nog een stuk vleesch krijgen kan,« «Deze verklaring scheen den kamerdienaar onaangenaam te verrassen, zijn vaal gelaat toonde een verlegen uitdrukking. //Zoo, zoo, nu, dat hadt go wel terstond kunnen zeggen,» antwoordde hij gemelijk. «In deze lompen kan men bezwaarlijk den kamer dienaar vhd een baron vermoeden. Volg my maar," wendde hij zich weder tot Holter en ging toen langzaam de trap op. «Wat moet ge hier hebben?» vroeg hij op gedempten toon, »Hoop maar niet, mij uit dit huis te kunnen verdringen, mocht het u gelukken, dan zou ik doodeenvoudig alles verraden «Begint ge nu al bang te worden?' spotte Holter. //Weet ge dan, wat ik voor den baron gedaan heb wik weet het «Dan zult ge ook wel weten, dat ik thans mijn belooning mag eischen." «Hebt ge die dan nog niet ontvangen «Hoe zon dat mogelijk geweest zyn? Geld is mij niet gestuurd geworden. Ik heb tot dus ver ook niets geëischt, men kan zulke zaken mondeling beter en grondiger afdoen, dan schriftelijk. «En wat komt ge nu vragen vroeg Jakob, die boven aan de trap op den corridor was blyven staan. «Dat weet ik zelf nog niet, ik wil eerst eens hooren, wat de baron mij zoo al voorstelt." «Weet ge ook reeds, dat die ander weer hier is «Ik heb hem een poos geleden gezieD," knikte Holler. «Maar wat zou dat geven Hy is onterfd en een testament kan niet omge- stooten worden. Ik heb van zulke zaken ook een beetje verstand, daar ik vroeger schrijver by een advocaat ben geweest.» «Dat wist ik ook al," antwoordde de kamer dienaar «voor my heeft de baron geen gehei men, hij moest mij de kaarten wel bloot leggen, eer ik aan het spel deelnam. In elk geval ware het toch maar beter geweest, wanneer we dien ander niet weergezien hadden, ik begrijp me waarachtig niet, dat ge daar ook niet aan dacht." «Ge zoudt het best kunnen radon, wanneer go uw scherpzinnigheid maar wat wilde inpan- nen. Maar nu is het daarvoor te laat, het had eerder moeten gebeuren. Wacht hier, tot ik terugkom De kamerdienaar ging nu de kamer zijns meesters binnen en plaatste de lamp op tafel, vervolgens stak hij de armluchters aan, die op den schoorsteen stonden. «De vroegere bediende van den genadigen heer is daar, hij vraagt belet,» zoide hij met een loerenden blik op den baron, die met een peinzend gelaat rusteloos op en neer liep, doch nu plotseling staan bleef. «Jozef vroeg de baron, zijn factotum strak aanziende. «Zijn naam heeft hij niet genoemd, hij zeide alleen dat hij de vroegere bediende was en nu zijn loon kwam vorderen Met zichtbare afschuw beschouwde do baron het niterlijk voorkomen van Holter, die met een onbeschaamd gelaat aan de deur stond en een vriendelijker ontvangst verwacht scheen te hebben. «Kom je zoo als vagebond terug ?o vroeg hy barsch. «Kon je niet voor je bezoek een betere jas aantrekken ?a «Ik zou het wel gedaan hebben, als ik er een gehad had," antwoorde Holter spottend. «Overigens is deze jas beter dan ieder andere; '8 konings uniform eert een ieder, die haar draagt.» «Wil je dus soldaat blijven Het ware zeker het beste besluit «Ik ben het nooit geweest, baron, en ik zou een groote ezel zyn, als ik het werd.» ■Zoo, zoo, en wat wil je nu hier doen In mijn dienst kan je niet treden, je hebt gezien dat ik een anderen kamerdienaar heb, en zult begrypen, dat ik hem onmogelyk den dienst kan opzeggen.a «Dan zal de baron mij zeker wel op eenige andere wijze schadeloosstellen," zeide Holter op dreigenden toon«ge hebt het mij beloofd, toen ge me destijds in dienst liet gaan. Ik heb alles gedaan, wat ge wcnschtet, en myn taak tot uw volle tevredenheid vervuld, thans mag ik ook zeker wel myn belooning eischen.a «Ik wil je eisch aanhooren», antwoordde de baron, die de afgebroken wandeling weer had hervat, alleen mag deze niet onbescheiden zyn." «Wil ik naar Berlyn terugkeeren, dah dien ik in de eerste plaats geld te hebben, baron. Een kleine som mag het ook niet wezen, want ik wil in dit geval een zaak opzetten en my een eigen huishouden oprichten.» «Hoeveel zou het dan wel moeten wezen «Eenige duizenden thaler minstens.» «Die kan ik je onmogelyk geven," antwoordde de baron, «de comptanten zitten by my maar zeer krap.» (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1892 | | pagina 1