't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT TEXEL. Ho. 1088. Zaterdag 5 Maart 1892. Twintigste' Jaargang, KALENDER DER WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. „ONTÈRFD". Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn». 36. Abonnement p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent. p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad fl,20. Afzonderlijke nummers 2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. UitgeversBERKHOUT Co., te Helder. Buraaux: SP00R8TRAAT an ZUIDSTRAAT. A.dverterLtLên van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Geïllustreerd Zondagsblad. Inlioud van No. 10. De eerste minister van Bulgarye, met portret. De Hand, geïllustreerde novelle naar het Fransch bewerkt, met zes illustraties.. De kampioen-schaatsenrijder J. Eden, met portret. Een nienwe brancard, met illustratie Overstrooming met illustratie. Het vertrek van den loods van boord, met illustratie. De vervolging der Joden in Rasland, met illuS' tralie. Datum-berekening II. Amateur- fotografen in Japan, met illustratie. De in tocht van den nieuwen Khedive in Cairo, met illustratie. Huwelykskosten. Vermenig vuldiging van dieren. Eigenaardige uur werken. Arrestatie van politieke samen zweerders. met illustratie. Een merkwaardige proefneming. Vrouwen logica, met illustratie Menecben en talen. Londen. Ondank baar. met illustratie. Forscbe lichaamsbouw, met illustratie. Toepassing van spreekwoor den. Anecdoten. Schaakrubriek Me- dedeelingen. Opkomst der Zon 6 u. 37 m. Onderg. 5 u. 47 m. MAART, Lentemaand, 31 dagen. Zondag Maandag 7 Dinsdag 8 Woensdag 9 Donderdag 10 Vrijdag 11 Zaterdag 12 6 Quadragesima. Quatertemper. id. id. HELDER, 4 Maart 1892. Woensdagavond werden onze plaats- genooten des avonds omstreeks half acht opgeschrikt door 't luiden der brandklok, hetgeen hier gelukkig tot de zeldzaam heden behoort. Ondanks 't gure weder, snelden velen naar den Helder, waar een perceel in de Kooisteeg in lichtelaaie vlam stond, 't Was 't huis van den slaapstee houder Rover. Weldra verschenen de brandspuiten de toegangen werden afge zet en 't blusschingswerk nam een aan vang. Na korten tjjd was men de vlam men meester, zoodat de brand zich tot dat eene perceel heeft beperkt. Ware 't onheil eenige uren later gebeurd, dan zou bij den feilen wind die er waaide, 't ge vaar in dit dicht opeengebouwde deel der gemeente niet gering geweest zijn. Dinsdagavond werd door 't Hollandsch t blijspel >Mij Chrispijn en mej. Cohen, die de hoofdrollen vervulden, hadden van hun spel veel suc ces. Daarna gaf men 't blijspel Pension Scholier" van Carl Laufs. De hoofdrol, Phi lip Klaproth werd vervuld door den hr. Bigot, we behoeven dus niet te verzekeren, dat die in goede handen was. Ook ae overige rollen werden vlug en goed afgespeeld, Is een stuk, dat voortdurend stof tot lachen geeft door de vergissingen, die elkander op volgen naar aanleidiug van een grap, die twee jongelieden met den oom van den eenen wilden hebben. In 't algemeen waren de bezoekers vrij wel tevreden. Naar wij vernemen, zal aan vele werklieden, werkzaam op 's rijkswerf te Willemsoord, Amsterdam en Hellevoetsluis, eerstdaags een verhooging van dagloon door den Minister worden toegekend. (»Avp.«) J.I. Dinsdagavond werd in het hotel Den Burg alhier de jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van de visscherij-maat- schappy „Den Helder*. De vergadering werd gepresideerd door den heer W. Thie Fz., die de vergadering met een gepast woord opende. Er waren 70 aandeelen vertegenwoordigd door 18 personen, die te zamen 60 stemmen uit brachten. Door den Directeur den heer S. W. Stooker, werden achtereenvolgens voorgelezen de notulen der vorige jaarvergadering en het verslag over het jaar 1891. Beide werden goedgekeurdlaatstgenoemd verslag behou dens de nader vast to stellen rekening en verantwoording. Uit het verslag bleek, dat in genoemd jaar bet bedrag der besommingen is geweest f 25.270.01, dat het voordeelig saldo bedraagt f 2632.53% en dat een dividend kan worden uitgekeerd van 4£ ten honderd, 't Jaar waarover 't verslag liep, was niet gunstig, vooral tengevolge van den strengen winter, die van December 1890 tot medio Februari 1891 de uitoefening der visacherij onmogelyk maakte. Ter voldoening aan art. 12 dor Statuten werd vervolgens de rekeniDg en ver antwoording over 1891 door HH. Commissa rissen aangeboden. Na onderzoek door eene Commissie en na toelichting, werd deze reke ning en verantwoording goedgekeurd en vast gesteld. Met algemeene stemmen werd daarop het dividend, over 1891 uit te keeren, op 4£ pCt. bepaald. Volgens art. 11 der Statuten treedt de Directeur om de vijf jaar af. Het tydstip voor die aftrediug was nu aangebroken. Op voorstel van een der leden werd de heer Stooker by acclamatie herkozen. Onder dankbetuiging voor het in hem gesteld vertrouwen, verklaarde de heer Stooker zich bereid zyne herbenoeming te aanvaarden. De vergadering verklaarde met handhaving van het vroeger genomen besluit om een be paald cyfer te bepalen voor de kosten der reparatie van 't materieel en er genoegen meê te nemen, dat dit cijfer in 1891 was over schreden. Aan 't einde der bijeenkomst bracht de voorzitter hulde aan de belangstel ling van H.H. aandeelhouders, die ondanks het zeer ongunstige weder, den tocht naar het vergaderlokaal hadden ondernomen. By de bespreking van de rioleering in het westelyk deel der gemeente, werd voor eenigen tyd door een der leden van den Raad de opmerking gemaakt, dat er bij gemis van eene goede mestverzameling, zooveel kostbare stoffen verloren gaan. Deze opmerking her innerden we ons dezer dagen bij lectuur van eene mededeeling in een onzer nieuwsbladen, waarin gewezen werd op de in den laatsten tijd aangebrachte verbeteringen op 't gebied van straatreiniging en van opzameling en ver koop van voor den landbonw nuttige stoffen. De schrijver van dat artikel sprak echter ook als zyne overtuiging uit, dat er in onze groo- tere en kleinere steden nog een groote hoe veelheid dier stoffen verloren gaan, tot groote schade voor de algemeene welvaart. Hij deelt, om dit aan tet oonen, mede, dat in de stad Edin- burg het gootwater, dat men elders nutteloos laat wegvloeien, geleidt wordt naar een kanaal, 't welk dienen moet om 300 H. A. vlakken grond, nabij de stad gelegen, te bemesten. De vruchtbaarheid van dien grond is daardoor zóó toegenomen, dat men het grasland zesmaal kan maaien, terwijl sommige gedeelten dezer uitgestrektheid gronds tegen f 360 per H. A. per jaar verhuurd worden. De schryver be rekent verder, dat jaarlijks door de goten eener stad van 1000 inwoners, een hoeveelheid mest wegvloeit, gelijkstaande met de kracht van 270 ton guano en hebbende eene waarde van eenige duizenden guldens. De materie in ons eigen land berekenende, merkt hij op, dat b. v. in de Groningsche veenkoloniën jaar- lyks nog een aanzienlijk bedrag aan zulke meststof te loor gaat eu wel als afval van de aardappelmeel-fabricage. Het bovenstaande is zeker voldoende om de aandacht op dit belangrijk onderwerp te ves tigen. Wellicht leidt het er toe om maatre gelen te nemen, die het productief maken der facaliën bevorderen. De zomerdienst op de spoorwegen zal dit jaar, in plaats van, zooals gewoonlijk met Juni, met 1 Mei beginnen. Tot lid van den raad der gemeente Texel is gekozen de heer A. P. Koorn. Een zeer geachte familie te Amster dam verkeert in groote ontsteltenis. Een paar jongens werden Dinsdagochtend op het gewone uur door de kinderjuffrouw naar de school van de schoolvereeniging op de Keizersgracht gebracht. Vlak bij het gebouw liet zij de jongens alleen hun weg vervolgen, maar lette er op dat zij zich bij hun kameraadjes voegden. Voor de school hebben de kinderen nog wat gespeeld, hetgeen door anderen is gezien, maar sedert ziju zij verdwenen. Des avonds was nog geen spoor7 'van hen te vinden. De gedachte aan moedwillig wegloopen scheen ook daardoor uitgesloten, dat het Dinsdag op school groot feest was, waar van de vermiste kinderen zich veel voor stelden. Ook een ander gezin is door een ge heimzinnige verdwijning in rouw gedom peld. De heer Veldhuis, sedert 13 jaar magazijnmeester aan het Binnengasthuis, is sedert Woensdag verdwenen. 'fcWas een in alle opzichten oppassend man en huisvader, zoodat men vreest dat hem een ongeluk is overkomen. Op den ochtend zijner verdwijning heeft hij in goe den welstand zijn huis verlaten, maar is niet in het gasthuis gekomen. Later meldt het Handelsblad De twee kleine jongens, die vermist wa ren, zijn terecht. Zij hadden gebruik ge maakt van den feestdag op school, om met hnn beiden een wandeltocht naar de duinen te ondernemen. Zij hebben den nacht bij de bittere koude in de open lucht geslapen en zijn 's morgens dicht bij Haar lem gevonden, van waar ze hongerig en koud maar wel terug zijn gekeerd. Zekere Bosman te Amsterdam ont ving in October '91 bericht uit Cardiff, dat zijn zoon bij het aan boord gaan van het schip was gevallen en verdronken. Het Engelsche consulaat te Amsterdam was zoo van den dood overtuigd, dat reeds de nagelaten goederen ter beschikking der ouders stonden. Wie schetst echter de vreugde der fa milie Bosman.toen Zaterdagmorgen de dood gewaande onverwacht voor haar verscheen en zijn treurende moeder in de armen drukte. De zieke vader, die daar in een der inrichtingen verpleegd wordt, zal ze ker niet minder aangenaam verrast zijn geweest. Hoe men bij het Engelsche consulaat zoo'n vergissing kon begaan! (»N. v. N.«) Dinsdagavond ontstond te Rotterdam brand aan boord van het stoomschip Euga- liac, van Antwerpen, liggende in de Spoor weghaven ter hoogte van de laatste loods op het terrein der Staatsspoorwegen, welk schip des morgens zyne bestemming naar Sunderland zou volgen. De brand, te ruim 8 uur door het omvallen van een petro leumlamp ontstaan in het voorruim, deelde zich aan de daarin geladen balen hooi mede en nam al spoedig een grooten om vang, waardoor ook de zich in het mid- denruim bevindende balen hooi vlam vat ten, zoodat tevergeefs door de equipage mét een eigen slang beproefd werd het vuur te blusschen. Niettegenstaande de massa water, die gedurende ruim 17a uur door vier bootjes van den havendienst, bijgestaan door een handbrandspuit, in het schip geworpen was, bleef de lading steeds smeulen, waarom men te ÏO1/* uur tot de lossing besloot over te gaan. Te 117a uur was het gevaar geweken, doch de lossing werd voortgezet. Het stoomschip »Eugalia«, waarvan de gezagvoerder, de heer J. Falck, op het oogenblik van den brand niet aan boord was, was geladen met 560 balen hooi en 352 balen turf, toebehoorende aan de heeren Kekem en Heusdens, Kooplieden te Rotterdam. In het „Handelsblad" van 25 Febr. l.L komt o. a. een beschryving voor over de eerste opvoering door de vereeniging »Het Nederl. Tooneel" in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam van het aan een roman ontleend tooneelstuk „Gier-Wally.» Aan die beschou wing ontleenen wy de volgende regelen, waarin een zeer waardeerend oordeel wordt uitgespro ken over een onzer vroegere plaatsgenooten, ir De hr. J. C. Maandag, die met zyn pen seel de landschappen ons voorgetooverd heeft, verdient eene eervolle vermelding. Dat ook het publiek zijn werk op prijs stelt, bewyst het applaus, waarmede de sneeuwbergen van Tyrol in het eerste bedrijf eiken avond worden be groet. Dat stukje koude, ouherbergzame Alpen wereld, waar Gier-Wally door haar wreeden vader verbannen werd, is dan ook zeer goed weergegeven. De hut op den voorgrond, het steile bergpad links, het bruggetje over de beek, het pad, dat tusschen de rotseu dalwaarts slingert, en de achtergrond van trotsche sneuw- spitsen en ijsvelden vormen een mooie illusie van het hooggebergte, voor zoover de majesteit van hemelhooge bergkruinen door decoraties kan weórgegeven worden. Zeer goed geslaagd was ook het onweder. Eerst joegen lichte nevels langs de bergen, weldra gevolgd door wolken, die al dikker en dikker werden en eindelijk de zon geheel verduisterden. Toen brak de storm los met sterk weêrlicht, blik semflitsen en ratelende donderslagen, tot de bui zich ontlastte in een „piekenregeD,* die den achtergrond geheel aan 't oog onttrok. De strijd der elementen vormde een indrukwek kend voorspel van den stryd der hartstoch ten, die in de Alpen hut werd voorbereid." Lentemaand in 1892. Foei lentemaand, wat dwaal je nu Gy doet ons schier bevriezen. Als gy niet dra iets anders geeft, Zult gy uw naam verliezen. Voor bloemen geeft ge sneeuw en ijs, Voor lentezuchtje, stormen, Gjj zijt wel deerlijk van de wijs, Of wilt ge u zelf hervormen Wie heeft U lentemaand genoemd O, 't is om van te beven Gy tooit U in het winterkleed Strooit sneeuw langs veld en dreven. Klaag niet te zeerik Maartmaand, ik Zou 't zelf wel anders wenschen. Men gaf me een naam, dien 'k niet verdien Dat deden eens de menschen. „Maar hoe 't ook ga met wind en weer Of 't dooit of hard moog vriezen Ga kalm je weg, en wil vooral Den moed toch nooit verliezen.* »De lente en zomer komen ook, 't Moog vroeg of laat gebeuren. Geen jaargetij, geen wind of weer Stoort zich aan menschlijk zeuren.* Burgerlijke Stand, gem. Helder, Van af 29 Februari tot en met 2 Maart. ONDERTROUWD:, GETROUWDöeenB- BEVALLENA. Menyn, geb: Kok, z. M. d. Berg, geb. v. d. Wulp, d. J. F. v. d. Plaat, geb Vink, d. J. Jonker, geb. Breen, d. J. E. Seheerboom, geb. Cornelisse, d. en z. A. RotgaDs, geb. van Zetten, z. T. Gauw, geb. vau Straten, z. A. Scbuurmaus, geb. de Wijn, d. A. de Vlugt, geb. Boendermaker, d. M. J. Sariemijn, geb. Putters, d. OVERLEDENW. C. Snel, echtgenoot van G. Kriek, 64 jaren. M. Gorter, echtgenoot van Cath. Corn. Bruin, 30 j. W. Dubbeld, echtgenoot van L. Schoonhoven, 37 jaar. Burgerlijke stand, gemeente Texel. van 24 Feb. tot 1 Maart. ONDERTROUWD; Jan Kikkert en Anna van Gurp. Dirk Keyzer Dz. en Cornelia Catha- rina Boon. GETROUWD.- Jan Barhorst. en Barbera Halsema. GEBORENJan, zoon van Jacob Salm en Niesje Vlaming. Martje, dochter van Jonas Schagen en Martje Visser. OVERLEDEN Jannetje Lely, 78 jaren, weduwe van Willem Bakker. Jan Maas, 47 jaren, geh. met Jantje Huijsman. Marine en Leger. De kapitein ter zee W. baron van Hogendorp, adjudant van H. M. de Koningin, keert per par- Nagelaten roman van EWALD AUGUST KöNIG. 18.) „Thans toch zeker wel niet meer?* spotte Holter, die naderby getreden was en meteen loerenden blik iedere beweging van den baron gadesloeg. „Ge zyt universeele erfgenaam ge worden, en ik herinner my nog zeer goed de schitterende beschryving, die ge me vroeger eens van dit groote, rijke goed gaaft. Ge kunt me thans niet meer vertellen, dat ge een arme, door uw schuldeischers in het nauw gedreven heer zyt het gebrek heeft thans een einde genomen „Nog niet geheel," viel de baron hem met een afwerend gebaar in derede. sMetjoukan ik daarover wel praten, je hebt mijn vroegere omstandigheden gekend en alle zorgen met my gedeeld. Het heeft my moeite genoeg gekost, myn schuldeischers zoolang tot geduld te be wegen, tot ik het erfdeel bezat, maar toen ook stormden allen te gelyk op mij in, en hot be drag van myn eersten oogst verhuisde in hunne handen. De schulden zyn nog niet geheel en al betaald, en nu kun je ook wel begrypen, dat ik je geen comptanteu geven kan. Overi gens heb ik je destyds rykelijk van al het noodige voorzien, je hadt als markecenter je eea klein vermogen kannen verwerven, en on getwijfeld heeft het aan jou gelegen, dat je dat niet gelukte." „Daar vergist ge u in, baron*, antwoordde hij schouderophalend»wat ik zoo zuur ver diend had, dat stalen mij de soldaten weer af, geloof me, men wordt op de slagvelden niet rijk. Ge moet mij helpen, want door mijn hulp zijt ge ryk geworden ■Geen bedreigingen, als je blieft,* stoof de baron op, die voor den vagebond stil was blij ven staan en hem vast en doordringend aan keek, zoodat Holter de oogen neer moest slaan. »Ik sta niet zoo vast, als je wel denkt, Jozef, myn neef is eveneens teruggekeerd, hy dreigt my met een proces, en niemand kan vooraf weten, hoe dit afloopt.* Wanneer het testament in den wettelijken vorm opgemaakt is, dan kan geen sterveling u wat maken», zeide Holter op geruststellen den toon. Laat mij het testament maar eens zien, baron, ge weet, ik heb van zulke zaken een weinigje verstand." Het berust in Breslau bij het gerecht!" »Is het gerecht in naam van den afwezige er niet tegen opgekomen, dan hebt ge ook niets te vreezen.a Komt de vervalsching van den brief aan het daglicht dan »Hoe zou dat mogelijk zijn Ge hebt hem toch veruietigd ?a „Neen, dat heb ik juist niet.« „Doe het dan nu.» v Ja, dat is nu juist het ongelukkige zeide de baron gemelijk. »De brief bevindt zich in handen van myn neef." „Hebt ge hem dien dan gegeven?» vroeg Holter ontsteld. „Hoe kondet ge ook zóó on verstandig handeleD, baron „Ik heb er niet bij nagedacht.» ging baron Werner voort, „het was een dwaze streek, dat geef ik toe, maar ongedaan laat hij zich, he- aas, niet meer maken. Ik moest hem den brief toonen, om hem te bewijzen, waarom hij ont erfd was geworden, hij nam hem mede en aan deze mogelijkheid had ik niet gedacht.» „Dan zullen wij maar weer op Dieuw aan het werk dienen te gaan," herpam Holter.de wenkbrauwen samentrekkend, „want den brief' moeten wij in elk geval terughebben. Uw neef logeert zeker niet hier op het kasteel?" Neen, ginds in de herberg." „Het beste zou wezen, wanneer Holter brak af, scherp rustte zyn blik op den baron, die in gespannen verwachting voor hem stond. >Het ware beter geweest, wanneer wij hem hier niet weergezien hadden," antwoordde baron Werner zacht, „in dit geval zou ik jou het geld gegeven hebben. Je kondet daarmede naar Berlyn gegaan zijn en had tdaar een ge zeten burger kunnen worden, terwyl wy thans beiden als op een vulkaan staan. „Wat niet is, kan nog worden, daarover spreken wy later," zeide Holter eveneens op gedempten toon, terwyl hy een snellen, vor- sehenden blik op de deur wierp, achter welke hij waarschijnlijk een luisteraar vermoedde. .Wanneer ik by voorbeeld weer uw kamer dienaar zou kunnen worden „Dat kan onmogelyk!* »Of uw rentmeester „Dank je wel, ik zal maar liever zelf myn vermogen beheeren.* „Wanneer ik u van nut wil zijn, moet ik toch in uwe nabijheid blijven.» „Ik zou je tot boschwachter kunnen aan stellen,» zeide de baron, na even nagedacht te hebben, die betrekking is nog open. Je hebt wel is waar je woning in het bosch, maar ik kom daar dikwyls been en we kunnen daar beter beraadslagen dan hier.* En bet loon Je zult tevreden zyn. Tegenover het andere dienstpersoneel geef je je als houtvester uit, niemand behoeft te weten, dat jo vroeger al in myn dienst bent geweest. Mijn kamerdie naar zal zwijgen, hij moet dit wel, want zijn eigen toekomst hangt er van af. Ik zal zeggen dat ik je uit medelijden in dienst genomen heb, en niemand kan daar iets bevreemdends in vinden. Natuurlijk iB 't datje je voor je blikken en woorden in acht zult moeten nemen, opdat ieder kwa^d vermoeden vermeden worde." „Ik zal myn rol wel weten te spelen, ant woordde Holter hoofdknikkend. »Maar ik zal toch een kleeding dienen te hebben.?* „Een houtvesterspak zal er nog wel voor je in het kasteel zyn. Van nacht kun je hier blyven slapen, morgen breng ik je naar je woning, en alles, wat je daar noodig hebt, zal Jakob je bezorgen. Je taak zal wezen om het opzicht te houden over de houthakkers, en af en toe wat wildbraad in de keuken te leveren. Ik zelf ga zelden op de jacht. Neem je ook in acht voor den koninklijken opperhoutvester, want met de dochter van dezen heer is myn neef verloofd doch dat alles kan ik je mor gen nog zeggen.» De baron had bij de laatste woorden aan het schelkoord getrokken, waarop Jakob na eenige seconden binnentrad. alk heb dezen persoon als houtvester in dienst genomen", zeide baron Werner opkal- men, bevelenden toon, „zou er nog een costuum voor hem op het kasteel zyn?" „Met buks en hartsvanger*, antwoordde Ja kob, zonder met een mine te laten blijken, hoe hy over deze indienstneming dacht. „Goed, Jozef zal in de bodenkamer eten en op het kasteel overnachten terstond na het ontbyt ga ik met hem mede, om hem den weg naar de houtvestery te wyzende knecht, die tot dusver daar gewoond heeft, keert in het kasteel terug, we zullen hem andere bezighe den geven." Zooals de genadige heer beveelt.* „En dan nog ietsDat Jozef vroeger al mijn bediende is geweest, gaat niemand iets aan, begrepen „Zeer wel, baron." Een handgebaar gaf beiden te kennen, dat zij heen konden gaan, baron Werner keek triumfeerend naar de deur, waarachter zy ver dwenen waren, een boosaardige, duivelachtige trek lag er om zijn mondhoek. „Dat was een goed denkbeeld !a mompelde hij. „Heeft het werktuig zyn plicht gedaan, dan moet het ook van den aardbodem verdwynen, het zou mij gevaarlijk kannen worden (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1892 | | pagina 1