't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1991 Woensdag 16 Maart 1892. Twintigste Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Propinma van let 94e Winter-Concert, „ONTÊRFD". Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 36. Atoonnomont p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent. p. 3 maanden franco p. post 75 Afzonderlijke nummers met Zondagsblad f 1,20. 2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN UitgeversBEEKHOUT Bureaux: SPOORSTRAAT ei VRIJDAGMIDDAG. Co., te Helder. i ZUIDSTRAAT. Advertenttên yan 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsroimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 15 Maart 1892. Door den Kerkeraad der Herv. gemeente alhier is het navolgend zestal geformeerd, ter voorziening in de bestaande predikants vacature Ds. W. Beekhuis, te UitgeestDs. G. van Duijl, de Rijp Dr L. A. van Lan- geraad, StolwijkDs. H. G Kist, Oost huizen Ds. J. D. C. Koch, Zuid-Zijpe en Dr. F. Pijper, Berkhout. Voor Bestuurderen van het te dezer plaatse bestaande Fonds tot het verleen en van ondersteuning ter aanmoediging van redders van schipbreukelingen" is 't zeker niet van belang ontbloot, het navolgende bericht te vernemen Bekend is reeds de electrisehe torpedo Sims-Edison, welke men van af den wal kan besturen door geleiddraden, die afge rold worden naarmate de torpedo verder gaat en waarlangs tevens de stroom gaat, die de beweging moet voortbrengen. Men zegt, dat de uitvinders thans bezig zijn, dit denkbeeld toe te passen op reddings booten, zoodat men bij noodweer den schip breukelingen hulp zou kunnen brengen, zonder nieuwe menschenlevens in gevaar te kunnen stellen." Mocht de vinding, waarvan in dit be richt wordt melding gemaakt, gevolg heb ben en voor toepassing vatbaar zijn, dan zou daardoor ongetwijfeld een ware om wenteling op het gebied van bet reddings wezen veroorzaakt worden. De zorg voor de manschappen, die in reddingsbooten plaats nemen en zich aan groote gevaren blootstellen, zou daardoor overbodig zijn. In ons vorig nummer vermeldden wij, dat het stoomschip Flamingo", be stemd voor de Gouvernements-Marine in Nederl. Oost-Indië, op reis van Rotterdam naar Java, den 9 dezer Gibraltar was ge passeerd. Even na het afdrukken van dit nummer, vernamen we, dat ook het an dere voor dien dienst bestemde stoomschip, de Pelikaan*, gezagvoerder de beer Kik kert, dien dag aldaar was voorbijgevaren. Mejuffr. W. M. E. Damave, te Heilo (vroeger alhier) is benoemd tot onderwij zeres aan de openbare lagere school in de Gijsbrecht van Amstelstraat, te Nieuwer- Arastel. Zaterdagavond vierde de Onderoffi- ciers-vereeniging »0. V." feest in Tivoli. De zaal maakte bij het binnentreden een aangenamen indruk. Door de bekwame hand van den hr. Maalsteed was de zaal keurig fijn gedecoreerd, waarbij de schilden van bloemen en sparregroen een goed effect maakten. De opkomst was zeer bevredigend. Men opende den avond met de opvoering van 't blijspelWie ben ik?" 't Stuk was onderhouden 1 en berustte op 't bekende verhaal van een man uit geringen stand, die gaarne rijk wilde zijn en wien men uit de grap, nadat hij zich een roes ge dronken had, in een deftig woonhuis over bracht. De verwondering van den man in zijn nieuwen toestand was werkelijk grap pig. In 't derde bedrijf wordt hij, nadat hij zich bedronken had, weer in zijn oor spronkelijke woning teruggebracht, hetgeen opnieuw tot kluchtige scènes aanleiding geeft. Met een voordracht en een klein nastukje werd de avond besloten. De ver- tooners hadden zich blijkbaar goed voor bereid en de toeschouwers amuseerden zich uitstekend. Een woord van lof hebben we gaarne over voor de muzikale opluistering door een deel van 't stafmuziekkorps, onder directie van den hr. L. A. Schouten. Een prettig bal volgde. Uit Texel wordt gemeld Voor ongeveer 15 jaren werd op de zand bank Onrust een reddingskaap geplaatst, die midden op de droge plaat werd ge bouwd. Bij eiken storm echter sloeg de zandbank in oostelijke richting over en is nu nog slechts door een smalle geul van van bet Texelsche strand gescheiden. Se dert bet vorig jaar beeft zich het zand van de bank in die mate verplaatst, dat de kaap nu reeds meer dan honderd voet in zee staat. Het is dus noodzakelijk'haar te verplaatsen, om te voorkomen dat zij bij stormweder door de branding wordt vernield. Bij den heer Alberti, secretaris der commissie voor de noodlijdenden te Beets, is ontvangen f 1000 van Hare Majesteit de Koningin en f 500 van H. M de Ko ningin-Regentes. Bij de commissie is ook uit Gouda een gift van f 500 ontvangen. De minister van oorlog heeft be paald, dat de miliciens der lichtingen van 1885, 1886 en 1887, wier diensttijd reeds is geëindigd of eerlang zal eindigen, voor eerst nog niet gepasporteerd zullen worden. Een en ander staat in verband met het aanhangige wetsontwerp (noodwet). Den 9n Februari is door bet leger bestuur uit Atjeb de telegraphische me- dedeeling ontvangen van een overvalling van de wacht der post Lamdjamoe, waarbij wij een doode en twee gewonden verloren, terwijl de vijand drie lijken op het terrein liet. Zaterdagochtend werd de kapitale boerenplaats, gelegen op de Mieden, onder Schagen, en bewoond door den beer D. Boekei, den bekroonden uitvinder der nieuwe kaasbereidingsmethode, geheel door brand vernield. De prachtige stal koeien, alle ingeschreven in het Ned. Rundveestamboek, en de meermalen bekroonde hengsten wer den gered. Omtrent de aanhouding van den con ducteur V., verdacht van betrokken te zijn in de zaak der uit een pakket vermiste diamanten, verneemt men, dat die aan houding is gevolgd, nadat was gebleken, dat het pakket was gebonden met een lint, gelijk aan dat waarmede beklaagde zijne schaatsen had vastgemaakt en hetwelk niet meer aan die schaatsen werd gevonden. Uit Amsterdam wordt bericht, dat de notaris D. Bonnerman aldaar in hech tenis is genomen onder beschuldiging van verduistering. De heer Bonnerman had verschillende kassen van publieke licha men tot aanzienlijke bedragen onder zijne berusting zoo onder anderen het kapitaal van het Nederlandsch Onderwijzersgenoot schap, ten bedrage van f 90.000, en van een andere vereeniging ad. f 25.000. Het hoog militair gerechtshof beeft bekrachtigd het vonnis van den krijgsraad te Leeuwarden, waarbij de korporaal F. H. B., van het le reg. infanterie aldaar, wegens het veroorzaken van den dood van een ander (den sergeant Elzer bij de schiet oefening) door schuld, is veroordeeld tot gevangenisstraf van een maand. Een drama op Zee Uit Soerabaja wordt van 6 Februari aan de „Soer. Ct." gemeld Toen het stoomschip «Soerabaja" (van de Rotterdamsche Lloyd) voor een paar dagen op weg herwaarts was, heeft kort voor het bereiken van Samarang's reede, daar een vreeselijk voorval plaats gehad. Makidin, een Iulandsche jongen uit de mess- room der machinisten, was verliefd geraakt op eene der nobele inlandsche jufferschap (van Samarang) die af en toe aan boord plegen te komen op de pleisterplaatsen aan Java's kust, om Janmaat en consorten bij tusschenpoozen te troosten in hun vrij vreugdeloos bestaan. Ongelukkig had ook de Europeesche slachter aan boord eeo begeerig oog laten vallen op dezelfde dame, en naar het schijnt bij het vorige oponthond ter reede voor een oogenblik hare gratie gewonnen, moyennant een extra ringgit of zoo. En Makidin zwoer wraak de nog steeds geliefde ontrouwe zou hg niet deeren, maar den verleider, wee hem. Vóór ze te Samaraug terugkeerden, zou hij weten dat de Madurees in 't algemeen en Makidin in 't bijzonder, niet vergeeft En bij het naderen van Samarangs reede, vliegt Makidin met het eigen slachtmes van zijn concurrent den slager te lgf en tracht dezen in den nek te treffen en den kop af te slaan. Maar onze Europeesche vriend pareerde den slag gedeeltelijk, dien hij nog juist bijtijds zag aankomen, zoodat zijn bedreigd hoofd op den romp bleef. Daarentegen bekwam hij een vreeselijke wond in het aangezicht, en zijn gansche kaak hing bovendien voor mirakel. En Makidin sprong over boord en verdronk. Daar lag onze slager, badend in zijn bloed, en er was geen dokter aan boord, want die was juist aan de «Drenthe" afgegeven ten behoeve der mekkagangers, die niet zonder geneeskundige hulp mogen big ven aan boord. En dus de stuurman verbond den ongelukkige, die vreeselijk bloedde en vreeselijk leed, en hij trachtte ook weer de kaak in orde, in 't gelid te brengen. Of dit volkomen naar de regelen der kunst is geweest, weet ik nietmaar iu allen gevalle, de man is genezen en loopt, zij het dan in een primitief verband, weer rond. Hij zal echter noodwendig een scheef gezicht behouden, als souvenir aan Makidin en aan de jonge dame, beider geliefde, thans nu Ma kidin dood is, als hij wil, de zijne alléén Smokkelaars zijn, zooals bekend is, zeer vindingrijk. Onlangs kwam er een wagen te Parijs binnen, welke door de dou ane-beambten als gewoonlijk werd aange houden. »Hebt ge iets aan te geven vroeg men aan den voerman. „Niets" was het antwoord, „tenzij de regeering belasting heft van grafkransen." En hij lichtte het deksel op van een der doozen, die zijne la ding uitmaakten er lag een prachtige ijzeren krans in. Maar er was toch iets buitengewoons aan den man. Zoo vindingrijk als smok kelaars zijn, zoo fijnen neus hebben de beambten. Een der beambten nam een krans op en vond dien verbazend zwaar. Men on derzocht het voorwerp het was bol en bevatte uitstekenden brandewijn. De an dere kransen enkruisen dienden voor het zelfde doel. Daar de ontduiking der belastingen zeer streng gestraft wordt, zal de slimme smok kelaar waarschijnlijk binnen de muren van Mazas ruimschoots gelegenheid krijgen om wat nieuws te bedenken. De ramp te Anderlnes. Een vreeselgke mijnontploffing heeft Vrjjdag te Anderlues in België, plaats gehad. Het Handelsblada ontving daaromtrent de volgende berichten We hebben een onvergetelijk hangen nacht doorleefd. De sneeuw had het doodskleed ge spreid en de maan overgoot met haar koud licht het tooneel der smart. Ondanks het nachtelijk uur was de menigte nog niet afge nomen. De uitingen van droefheid waren hartverscheurend. Telkens als de kooi naar boven kwam, werd de menigte wild van ang stige nieuwsgierigheid, dan begon zij te dringen en zich te verzetten tegen de gendarmes, die haar tegenhielden. Steenen en vervloekingen werden den gendarmes naar het hoofd geslin- gerd. Tegen éen uur werden de in stukken ge sneden lijken der paarden, die de gangen ver sperden, naar boven gebracht. Een ondrage lijke lucht verspreidde zich daarop. Het volk werd woedend, omdat zooals zij riepen,,/ het paardevleesch werd voorgetrokken boven de menscheljjke lichamen." Eerst tegen drie uur, toen onheilspellende onderaardsche geluiden gehoord werden, die deden vreezen dat de grond zou ineenzakken, werden de gemoederen ernstiger en kalmer. In allergl klommen zij, die met het reddings werk waren belast, naar boven. Eenige mi nuten later sprong een straal van vonken uit de ventilatiekoker. Een onbeschrijfegk angst verwekkend schouwspel volgt. Het vuur barst uit de mijn, grijpt om zich heen, de vlammen verheffen zich torenhoog; het schjjnt of het geheele land in lichte laaie staat. Het volk staat stom en verlamd van ontzetting. Drie gebouwen boven den put smelten weg in de vuurzee, de muren vallen in. De spuiten worden gehaald, doch de overmacht is te groot. Naar alle omliggende plaatsen wordt om hulp gevraagd. Door het gat, dat het vuur heeft gemaakt, wordt een stroom water in de mijn gelateD. (Later telegram.) Ondanks de krachtigste pogingen breidt de brand zich uit. Drie mijn gangen staan in vlammen. Het reddingswerk is nu volkomen gestaakt, zoodat de ramp aan 200 mijnwerkers het leven zal hebben gekost. De dagbladen doen een warm beroep op de weldadigheid en openen lijsten ter inschrijving. Door de hulpkas voor slachtoffers van onge lukken bij den arbeid werd Zaterdagmorgen 10,000 francs gezonden. In den namiddag werd nog het volgende aan het »Hbl." gemeld: Het juiste aantal der slachtoffers is nog niot op te geven. De volgende cijfers zullen echter niet ver van de waarheid zgn 238 mijnwerkers waren in de mijn afgedaald. Daarvan zijn er 30 dood en 9 gewond te voorschijn gehaald 25 hebben kunnen vluchten door een andere mijngang. Er blijven dus over 174, waarvan er 90 zich bevonden in de diepste gang, waar de ontploffing moet hebben plaats gehad. Het is nog niet te zeggen, wanneer de slachtoffers voor den dag worden gehaald. Alleen het onder water zetten der mgngangen waar het vuur thans woedt, zal op zgn minst een week in beslag nemen, en om de lijken naar boven te brengen moeten de mgngangen eerst weer drooggemalen worden, Men kan zich voor stellen hoe dit oponthoud de gezinnen teleur stelt, die wachten op diebare betrekkingen, welke in de mgngangen werkzaam waren. De schade der mijn is belangrijk. De inge nieurs verklaren, dat het mijngas in de Belgische mijnen nog nooit zulk een uitwerking heeft gehad. In de middengang heeft van morgen een tweede ontploffing plaats gehad. Men was jnist bezig de plaats waar de brand was uit gebroken onder water te zetten, toen een tweede uitbarsting nieuwe schade kwam aan brengen. Elke trein brengt een groot aantal nieuws gierigen, die met verbazing kijken naar de hooge zuilen lichtblauwe damp, die uit de ventilatorkokers ontsnappen. Die zuilen worden gevormd door het water dat in de brandende mijn verdampt. op DINSDAG 15 MAART 1892, '8 avonds 8 unr. 1. „Abschied von dem Vaterlande", Mili taire Marsch, G. Döring. 2. „Friedensfeier", Fest-Ouverture, Carl Reinecke. 3. Andante, W. A. Mozart. Transcriptie für Violino Solo. 4. Suite, C. H. Coster. a. Prélude, b. Scherzo. c. Intermezzo, d. Marcia pomposa. - Pauze. - 5. Ouverture de 1' opéra„Le Barbier de Se- villa", G. Rossini. 6. Serenata, Morits Mosz- kowski. 7. „Humoristische Fantasie über die Kntschke-Polka", Louis Stasny. 8. „Klaoge- aus Schlesien", Walzer, Benjamin Bilse. No. 2, 3 en 8, Eerste Uitvoering. Burgerlijke Stand, gem. Helder, Van af 10 Maart tot en met 12 Maart. ONDERTROUWD: Geene. GETROUWDJ. C. L. v. d. Salm en T. Koger. J. D. Tabeling en L. Lut. C. van der Vlies en P. Hendrikse. P. Swart en H. Maas. BEVALLENM. Klein, geb. Qaast, d. J. M. Schühman, geb. Labrand, d. A. v. Leeuwen, geb. Kraak, z. J. M. Hieronimus, geb. Siegers, d. N. Kater, geb. Smit, d. P. Kipperman, geb. Rieuwerts, d. H. E. v. Vleuten, geb. Visser, z. S. W. E. Bruin, geb. Verdoorn, d. H. E. van Zujjlen, geb. van Twisk, z. A. Lammers, geb. Kunst, d. OVERLEDENG. Noot, echtgenooto van J. Bakker, 56 jaren. J. G. Mens, 6 maanden. B. Weber, echtgenoote van P. Kindt. Nagelaten roman van EWALD AUGUST KöNIG. 20.) Bewgzen Geloof daar toch niet aanOf wilt ge er mij soms verantwoordelijk voor stellen, dat baron Kurt von Eichenfels zijn zoon ten mijnen gunste onterfd heeft? Ge weet toch zeer goed, dat die beiden al lang in onmin leefden, moest er dus een ander het goed erven, dan was ik toch zeker wel de naaste bloedverwant. «Daar valt zeker niets tegen te zeggen." „En daarom willen wjj ook maar Gever de dingen nemen, zooals zij zijn. Gg zult het ongetwgfeld wel met mg eens zijn, dat ik mijn rechten met alle kracht verdedigen moet. De schnld daaraan, dat hij onterfd is, kan mijn neef slechts zichzelven toerekenen, de brief, deze moge echt of vervalscht zijn, heeft de zaak slechts bespoedigd, de breuk was reeds lang een feit, dat niet meer veranderd kon worden." „Dat geloof ik ook," zeide graaf Waldrin- gen hoofdknikkend, wiens mager gelaat nog steeds een peinzende uitkrukking vertoonde »dit belet echter niet, dat het eeu onaange naam geval voor u is." Dit geef ik toe, doch ik kan er riets aan doen, ik moet dit proces wel over rag laten koïnen." „Och, het proces zelf is zoo erg niet, als het oordeel der openbare meening, dat het zal uitlokken." Praatjes, waarde graaf. Ze zullen ook wel verstommen, en des te spoediger, naarmate ik duidelgker bewijs hoe onverschillig het mg is. Ik zal, als het uwe goedkeuring wegdraagt, nog voor Kerstmis mijn huwelijk met Sabine vieren, bet moet een groot luisterrijk feest zijd. UitBerlgn en Breslau zullen er gasten komen, ik wil aan de wereld toonen, dat ik geen reden heb om dezen strgd mgn neef eenigszins te duchten." „Goed, zeer goed," antwoordde graaf Wal- dringen, wiens oogen van blijdschap begonnen te schitteren. „Ge hecht daaraan dus uwe goedkeuring «Natuurlgk, mijn waarde baron." „En Sabine •Zij zal er zeker ook niets tegen hebben." „Nu weet ik nog al niet of ge dat met volle zekerheid beweren kunt. Gravin Natalie schijnt mij nog altijd niet bjjzonder genegen te zgn—," •Mijn zuster Gekheid, die heeft geen stem in te brengen." Maar zij oefent invloed op Sabine." Maak u maar niet noodeloos bezorgd, zeide de graaf met een geringschattend schou derophalen, »in mijn huis geldt alleen dat, wat ik wil, dit moest ge, dunkt me, reeds lang weteD. Ge hebt slechts den trouwdag te be palen, het overige kunt ge met volkomen ge rustheid aan mij overlaten.' •Na de bruiloft ga ik met mgn vrouw op reis naar Berlijn," ging baron Werner op lossen toon voort, *ik weet niet, hoe lang ik in de residentie blijven zal, ik heb daar vele be vriende families, de eene partg zal er op de andere volgen en bovendien wil ik mijn vrouw ook aan het hof voorstellen." „Dat moogt ge zeer zeker niet nalaten, de gunst van Zijne Majesteit kan u in het erfe- uisproces van groot voordeel zijn.* „Gedurende mijn afwezigheid zult ge u toch zeker wel met het beheer van mijn goed wil len belasten „Volgaarne Welnu, dan is ook dat in orde,« zeide de baron. „Ik kom heden namiddag bij u om den dag te bepalen." Zg waren blijven staan, de wegen scheid den zich hier, graaf Waldringen reikte den baron de hand en wierp nog eenmaal een onderzoekenden blik op den houtvester, die hen op korten afstand gevolgd was. »Ik wil u thans niet langer ophouden,* ant woordde hij. »Ge hebt nog een tamelijk eind te loopen tot aan de houtvesterij. Ik moet u nogmaals voor dezen man waarschuwen, stel geen al te groot vertrouwen in hem, ik heb alle respect voor roode haren. Tot van middag dus." Terstond na tafel kom ik naar n toe. Wees zoo goed de dames mijn groeten over te bren gen ik zou dolgraag met u medegaan, maar zaken gaan boven genoegen.* „Natuurlijk,* knikte de graaf, en met de hand nog eenmaal vriendelijk wenkend, sloeg hg den weg naar huis in. Ook voor hem was de terugkeer van Egon allesbehalve gewenscht't geen hij van den opperhoutvester vernomen had, stemde hem zeer nadenkend, on de verklaringen van zgn aanstaanden schoonzoon konden zijne beden kingen niet geheel en al uit den weg ruimen. Hij was er echter verre van af om te ge- looven of ook slechts te vermoeden, dat zijn schoonzoon door bedrog of vervalsching in het bezit van het erfdeel gekomen kon zgn, hij hield baron Werner von Eichenfels voor een man van eer, daarenboven kende hij ook de vijandige verhouding, die jaren lang tusschen vader en zoon had bestaan. Hg was zelfs eenigszins verbitterd op Egon, want wanneer hg oprecht wilde zgn, dan moest hg erkennen, dat deze hem als schoonzoon liever ware geweest en alleen reeds om deze reden stapte hij over diens onterving lichter heen, die wellicht onder andere omstandighe den zgn verontwaardiging opgewekt zou hebben. Zijn belangen vorderden dat hg Werner's zijde koos, zijn scbuldeischers wachtten met ongednld op het huwelijk van Sabine, de beide groote goederen zouden alsdan ineengesmolten en de daarop rustende schulden gedelgd worden. Dit delgingsplan was reeds kant en klaar en door de scbuldeischers goedgekeurd geworden, een groot gedeelte der bosschen zou geveld worden, thans na den oorlog kon men het hout tegen een goeden prjjs verkoopen, en de op brengst zou voldoende zijn om de ongeduldigste scbuldeischers te bevredigen. Dit schoone plan dreigde nu door den terug keer van Egon verjjdeld te worden, en niemand kon het das den graaf kwaljjk nemen, dat hij de partg van zgn schoonzoon koos. Terwgl hij zgn weg vervolgde, dacht hg hierover na in zijn verbeelding zag hg zich zeiven reeds als rentenier der beide goederen de gedachte was te heerlijk, dan dat hij haar zou hebben kannen laten varen. Na een tamelijk lange wandeling had hg eindelijk zgn woning bereikt. Het was geen groot kasteel, zooals Eichen fels, maar slechts een lang en smal, laag ge bouw, waaraan zijwaarts éenige bijgebouwen grensden, die allen de vrg duidelijke sporen van verval droegen. Achter deze gebouwen lag een moes- en oofttuin, die wellicht in den zomer aan het geheel iets vriendelijks gaf, doch thans met zgn bijna kale boomen het geheele beeld nog droefgeestiger maakte. Een oude bediende met kaal hoofd wachtte den terugkeerenden meester op en nam hem de buks af, terwijl de graaf een groote, maar lage kamer binnentrad, waarin hg de tafel voor het middagmaal reeds gedekt vond. Sabine, een slanke, aanvallige brunette, zat voor het borduurraam aan het venster, gravin Natalie, de zuster van den graaf, een reeds vergrijsde dame, hield zich met de verzor ging van eenige planten onledig, die, een kommerlijk bestaan leidend, op de bloemen tafel stonden. Nadat graaf Waldringen de dames had be groet, liep hg eenige malen op en neer en bleef toen naast zgn zuster staan, om naar haar arbeid te kijken. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1892 | | pagina 1