't Vliegend Blaadje,
KLEINE COURANT
f OOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
No 1993
Woensdag 23 Maart 1892,
Twintigste Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
„ONTÊRFD".
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 42.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn». 36.
ADonnement
p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent.
p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad fl,20.
Afzonderlijke nummers2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureeux; SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advortentlëii
Groote lettere worden naar plaateruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk
des
DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10
uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 22 Maart 1892.
Het alhier tehuis behoorende bark
schip »Libra«, kapt Krijnen, geladen met
cokes, op reis van Rotterdam naar Gothen-
bnrg, is op de kust van Jutland, bij Lern-
vig, gestrand.
De scheepvaart op de Zuiderzee is
weder open. De stoombooten doen gere
geld dienst. Ofschoon de vaart voor zeil
schepen, ten zuiden van Enkhuizen, tenge
volge van het ijs, dat door den wind naar
de westkust is gedreven, nog altijd veel
belemmering ondervindt, zijn reeds eenige
tjalkschepen naar Arasterdam vertrokken
en vandaar te Enkhuizen aangekomen.
Ter zake van hun gedrag bij de krijgs
verrichtingen in Atjeh in het jaar 1891,
zijn bij kon. besluit de fuseliers G. Van-
derperren en E. R. J. van Dam benoemd
tot ridder 4de klasse der Militaire Willems
orde, terwijl ten aanzien van den kwar
tiermeester bij de Kon. Ned. Marine D. G.
Christiani is bepaald, dat hij bij afzonderlijke
dagorders, zoo in Indië als in Nederland,
eervol zal worden vermeld. (»Stct.«)
Men schrijft uit Haarlem
Vrijdagavond te 6 uren heeft de officier van
justitie requisitoir genomen tot verlenging der
voorloopige hechtenis van Alida Seeders, we
duwe Hendrik Oxener, en reeds dien avond
stond de arrondissementsrechtbank die verlen
ging voor zes dagen toe. Behoudens nadere
verlenging kan zij dus weder tot Donderdag
nacht 12 uren in bewaring worden gehouden.
Door een schipper werd uit den Raamsin-
gel een hemd opgevischt, en dadelijk liepen
er geruchten dat dit hemd als overkleed bij
den moord had gediend.
Hiervan is echter niets gebleken, want in
de eerste plaats werd het gevonden by de
Houtbrug, een plek ver van het moordtoo-
neel verwyderd en in de tweede plaats is het
hemd zoo oud en versleten, dat het meer dan
waarschijnlijk is, dat het door een schippers
vrouw als niet meer bruikbaar is weggewor
pen.
De justitie hecht dan ook aan het vinden
niet de minste waarde.
Ook heden werd de instructie in de zaak
weder voortgezet.
Naar men verzekert, bestaat er kans dat
men tot afdamming van het water in den
Raamsingel zal overgaan, om zoodoende even
tueel daarin geworpen voorwerpen, op den
moord betrekking hebbende, te vinden.
Vrijdagavond kwam het te Klaren-
dal (Arnhem) tot een botsing tusschen
de menigte en de politie. Te omstreeks
9 uur bewoog zich van de stad naar die
wijk een menigte volk, dat geschat wordt
op een 1000 man. Na eerst enkele stra
ten zingende te hebben doorkruist, waarbij
enkele lantarens en winkelruiten het moes
ten ontgelden, werd op de Klarendalsin-
gel een jongen door een politieagent be
trapt, toen hij een lantaren verbrijzelde-
De jongen werd gevat en nu wilde men hem
ontzetten, maar de politie behield de over
hand en bracht den knaap in bewaring,
waarbij gebruik gemaakt moest worden
van de sabels. Aangevoerd door den chef
dier afdeeling, den hoofdinspecteur Schui
tenmaker, werden door de politie een paar
charges gedaan, waardoor de menigte ver-
preid en de toestand weldra weder tot
kalmte werd gebracht.
De heer Oscar Carré vertrok Vrijdag
met zijn rechtsgeleerden raadsman, mr
W. K. van der Breggen, naar Hanover,
om een laatste poging te doen tot minne
lijke schikking der zaak betreffende het
ongeval te Kirglangern. Mocht die poging
mislukken, dan vertrekken die heeren naar
Berlijn, ten einde een audiëntie voor te
bereiden bij den keizer van Duitschland,
om Z. M. op de hoogte te stellen van de
houding en de handelwijze van het spoor-
wegbestuur en in deze de tusschenkomst
van Z. M. in te roepen.
Ook in het diamantvak neemt de
werkeloosheid toeniet minder dan 2400
diamantwerkers zonden zonder arbeid zijn.
In een der gemeenten nabij Gennep
woont een zonderling, die met het idee
fixo rondloopt dat hij de grootste man
moet zijn. Ontmoet hij nu iemand, die
hem in lengte overtreft, dan spoed hij zich
huiswaarts, om onder de zolen van zijn
klompen, die met leer bekleed zijn, een
nieuwe of dubbele verhooging aan te bren
gen.
In het >Rott. Nieuwsblad* van 17
dezer kondigt een onbekende aan, dat hij
een middel heeft bedacht om een spoor-
wegverbingding tusschen Frankrijk en En
geland tot stand te brengen en wel door
het water, op welke diepte men verlangt,
zoowel over bergen als door dalen, klippen
en rotsenDaar hij onbemiddeld is,
vraagt hij geldelyken steun, slechts f 2500,
om met het Fransche en Engelsche gou
vernement te onderhandelen.
De Volendammers, die met hunne
botters reeds een veertien dagen in het ijs
van het Monnikendammergat bekneld zaten,
zijn Vrijdagmiddag, begunstigd door goeden
wind, weder vlot geraakt.
De in de vorige week te Utrecht
overleden gepensionneerde vice-adrairaal J.
M. I. Brutel de la Rivière was een hoogst
verdienstelijk zee-officier, die als luitenant
ter zee 2e klasse een zeer werkzaam deel
heeft genomen aan de expeditiën op Bali
in de jaren 1848 en 1849.
Op 14-jarigen leeftijd trad hij als adel
borst 8e klasse in dienst, werd 1 Oct. 1835
benoemd tot adelborst le klasse, 1 Juli
1889 tot luit. ter zee 2e klasse, 1 Oct.
1851 tot luit. ter zee le klasse, 19 Febr.
1859 tot kapitein-luitenant, 16 Jan. 1867
tot kapitein ter zee, 1 Mei 1874 tot schout
bij-nacht en 1 Mei 1876 tot vice-admiraal.
Den ln Juni 1880 werd hij wegens ge-
zondsheidsredenen gepensionneerd.
De overledene was ridder der orde van
den Nederiandschen Leeuw, commandeur
van de Eikenkroon, en was gerechtigd tot
het dragen van het eereteeken voor belang
rijke krijgsbedrijven en het onderscheidings-
teeken voor 40-jarigen officiersdienst. Hij
bereikte den leeftijd van 74 jaren.
De bekende millioenenjuffrouw No.
2, Trijntje De Jong, te Drachten, doet in
den laatsten tijd weer van zich spreken.
Tot overlast van de buren houdt zij des
nachts bras- en muziekpartijen in haar
woning, enz. Thans begint zij met de tram
uitstapjes te maken, bij welke gelegenheid
zij zich zoo vreemd mogelijk opdirkt. Haar
lievelingscostuura is eenstemmig, zwart
overkleed, witte klompen en witte voile.
Trijntje maakt veel misbruik van ver
gunning* en al zwaaiende beweegt zij zich
door de straten, gevolgd door een joelende
menigte Dezer dagen was zij- te Gorredijk
zoo beschonken, dat twee mannen haar
naar het tramstation moesten brengen.
Met de financiëele aangelegenheden schijnt
het bij de millioenenjuffrouw minder te
wordenzij heeft haar meubelen, huis,
enz. reeds verkocht om geld te maken,
dat zij thans verbrast.
Veenhuizen zal het eindje van het lied
wel worden. (»Zw. Ct.
Men is nog altijd bezig met 't onder
water zetten van de mijn te Anderlues
maar de brand neemt steeds toe, blijkens
de waarnemingen met den thermometer.
Een aantal dooden kan nog boven ge
bracht worden 9 uit de mijngang ter diepte
van 370 meter; 28 uit die van 420 en 11
uit die van 500 meter.
Te St. Petersburg is een huis van
drie verdiepingen ingestort. Dertien werk
lieden werden onder het puin bedolven en
een dezer kwam om het leven.
Jack the Rijper?
Deeming, alias Lawson, alias Williams,
die gearresteerd is in West-Australië, zal
Vrijdag door de politie naar Perth over
gebracht worden. Na het verhoor zal hij
naar Melbourne vervoerd worden. Hij kan
daar niet dan over veertien dagen aankomen.
De politie heeft de broeders van Dee
ming in verhoor genomen.
Zij verklaarden dat Frederik, hun broe
der, altijd een ruw leven had geleid als
jongen liep hij al dikwijls van huis weg.
Met zyne vrouw leefde hij niet gelukkig,
maar de kinderen hielden zeer veel van
hem. Hij liet zijn gezin nooit gebrek lij
den. Waar hij zijn rijkdom echter van
daan haalde en wat hij buitenslands uit
richtte, was voor zijne familie ook altijd
een geheim geweest. Hij gaf zich nu eens
voor een civiel-ingenieur, dan weer voor
een mijn-ingenieur uitiD eerstgenoemde
betrekking hadden zijn broeders hem ge
kend.
Men beweert dat Deeming een mede
plichtige had en de justitie doet daarnaar
thans ijverig onderzoek. Zeker is, dat te
Raimhill zich een man ophield van het
gewone slag van boosdoeners, die op eens
verdween toen de politie sterke vermoedens
omtrent de moorden.
Verder herinnert men zich, dat Williams
aan boord van de »Aorangi", het schip
waarmede hij naar Australië reisde, ont
vangen werd door een vrouw, die tweede
klasse reisde en zich bij de inscheping te
Londen miss Wilson had opgegeven.
Te Bialystok (Russisch Polen) zijn
drie personen een welgestelde boer Kuli-
kowski, zijn vrouw en zijn broeder, een
soldaat, in hechtenis genomen, onder ver
denking van een reeks moorden. Zij moe
ten landverhuizers, die naar Brazilië wilde
gaan, in een bosch gelokt en hen daar
vermoord en beroofd hebben. In het bosch
Mouki heeft men ongeveer 20 vermoorde
landverhuizers gevonden. De moordenaars
gaven voor, dat zij hun slachtoffers ge
makkelijk over de grenzen wilden helpen.
Het hooger beroep van Anastay, den
moordenaar der Barones Dellard, tegen het
doodvonnis, door het Gerechtshof der Seine
over hem geveld, is verworpen.
In de gevangenis te Lucern is Za
terdag in alle stilte alleen de personen,
welke door de wet worden aangewezen,
waren tegenwoordig de anarchist Gatti
terechtgesteld. Sinds 1868 was in Zwitser
land de doodstraf niet toegepast.
In Engelsche bladen worden weer
klachten van een teleurgestelden landver
huizer naar Brazilië besproken. Ongeveer
140 personen, zoo verhaalt die emigrant,
vertrokken, verlokt door fraaie beloften
van grondbezit en werk, uit Liverpool naar
Rio de Janeiro, maar alleen om te ervaren,
dat men hen schandelijk bedrogen had.
Het schijnt dat zij erger dan beesten be
handeld zijn. Zy kregen voedsel, dat haast
niet te eten was, werden op elkaar gepakt
in vuile vervallen schuren of moesten hier
of daar in het open veld slapen, en zij
werden onder de treurigste omstandigheden
van het eene eind des lands naar het an
dere gedreven.
Ziekten en ontberingen richtten groote
slachting aan onder de ongelukkigen en
niet meer dan zeventig keerden huiswaarts,
om hunne droeve geschiedenis mee te dee-
len, welke voor andere landverhuizers een
aansporing tot voorzichtigheid en grondig
onderzoek moge zijn.
Tegen den stelregel, dat het eten
van oudbakken brood gezond is, kan ookal
op grond van bacteriologische onderzoe
kingen het een en ander ingebracht wor
den. De Fransche geneesheer Maljean
heeft namelijk bevonden, dat kommiesbrood
bacterievrij uit den oven gekomen, na
eenige dagen in de kazerne bewaard te
zyn, levende bacteriën bevatte, niet alleen
den buitenkant maar ook van binnen. Die
bacteriën, door het stof uit de zalen daar
gekomen, blijven in het kruim van het
brood geruimen tijd leven de typhus-
bacil ongeveer 20 dagen maar zij ver
menigvuldigen zich er niet, zelfs niet onder
de gunstigste omstandigheden.
Volgens het Journal d'hygiène«
heeft zich in Amerika een maatschappij
gevormd tot vervoer van reizigers door
pneumatische buizen.
De cilinder, waardoor de reizigers zul
len passeeren, zal een meter diameter heb
ben en gesloten worden onmiddellijk nadat
de reizigers daarin zullen hebben plaats
genomen. De noodige versche lucht zal
door een reservoir verschaft worden.
Men gelooft door dit stelsel een snel
heid van 110 kilometer per uur te ver
krijgen, terwijl de reizigers weinig van de
beweging zullen ontwaren.
Tentoonstelling te Chicago, Hls.
Behalve byna alle staten van Noord-Amerika,
zullen 39 vreemde natiën en 24 koloniën met
een daartoe gezamenlijk kapitaal van 4 millioen
dollars op de tentoonstelling in 1893 vertegen
woordigd zijn.
Van de Europeesche mogendheden zullen
Engeland, Duitschland en Frankrijk de grootste
inzendingen doen, terwijl ook Italië, Zweden,
Noorwegen, Hongarije en Zwitserland aanvraag
om plaatsruimte hebben ingezonden.
Japan heeft een grooter kapitaal f630.000
dollars) beschikbaar gesteld dan eenige andere
vreemde natie.
De oppervlakte, die ingenomen wordt door
aanbouw zijnde gebouwen, bedraagt reeds
6.3 millioen vierkante voet of 155 akkers, ter
ijl de geheele oppervlakte der terreinen 663
akkers groot is, waarvan 2 mijlen aan het
Michigan-meer grenzen.
De gronden, waarop men de tentoonstelling
bouwt, zijn uitstekend geschikt om zware ge
bouwen te dragen, en het bericht, als zouden
deze wegzinken in het Michigan-meer, dat die
gronden zou ondermijnen, is geheel uit de lucht
gegrepen.
Het aantal werklieden, dat dagelijks naar
Chicago toestroomt, ten einde werk te vindeD,
bij het bouwen van de tentoonstelling, is zoo
overmate groot, dat men zich genoodzaakt zag
eene algemeene kennisgeving daarvan naar
buiten to zenden.
Burgerlijke Stand, gem. Helder,
Van af 17 Maart tot en met 19 Maart.
ONDERTROUWDH. van Meurs, man
denmaker en J. Vlas. J. Lunet, winkelhouder
en M. de la Haussaije.
GETROUWD: J. Kuiper en H. Steijaart.
C. Kramer en A. Jongkees. J. Kwinkelenberg
en A. Wilner. H. vaG Braam en J. Kruk.
BEVALLEN: N. A. Schouten, geb. Bontes,
z. J. Reyers, geb. de HaaD, zM. C. C. Ba-
rentsen, geb. van Nuijsenburg, z. A. Kerse
boom, geb. Zwaan, d. S. Berrevoets, geb. Zwaan,
d. L. Lour, geb. Kaij, z. L. de Leeuw, geb.
Zaatman, z. N. Tol, geb. Conijn, z.
OVERLEDENM. Dry ver, weduwe S.
Jonker, 71 jaren. E. Romraers, echtgonoote
van K. Kalf, 47 jaren. F. de Zee, weduwe
M. Heyselaar, 58 jaren.
Marine en Leger.
Ingevolge Kon. machtiging wordt Hr. Ma.
schroefetoomsckip 4e kl. „Sumbawa", liggende te
Ylissingen met bestemming voor de Indische
militaire Marine, met 1 April a.s. in dienst ge
steld en het bevel daarover opgedragen aan
den lnitenant ter zee le kl. W. Souman.
Aan boord van genoemden bodem worden ver
der met gemelden datum geplaatst: de luits.ter
zee 2e kl. F. Smit, A. H. C. Heydeman en F.
C. W. Moorres, eerstgenoemde als oudste officier
Nagelaten roman van
EWALD AUGUST KöNIG.
22.)
Bovendien zullen wy spoedig nauwer met hem
verbonden zijn," ging hy voort, terwijl hy mes
en vork neerlegde en zich met het servet den
knevel afveegde. Werner heeft namelijk het
besluit opgevat, om zyn bruiloft nog vóór
Kerstmis te willen vieren."
„Dat kan niet gebeuren," antwoordde Sabine,
wier verbleekend gelaat de grootste ontstelte
nis verried.
„Waarom zou het niet gebeuren kunnen
ging hy met scherpen nadruk voort. »Werner
komt met dit besluit slechts myn eigen wensch
te gemoet en ik voor my, zie volstrekt geen
hinderpaal."
„Het rouwjaar dient toch afgewacht te wor
den, bracht gravin Natalie in het midden, die
door een heimelijken, waarschuwenden blik
Sabine tot voorzichtigheid had aangemaand.
//Wy rouwen immers niet.»
„Maar baron Werner dan
»Kom, gekheid, 't is immers zyn oom maar,
en niet zyn vader, om wien hij rouwt," her-
Graaf Waldringen schouderophalend, ter
wijl hij opstond, „ik voor mij ben blij, dat aan
die bruidsdagen nu eindelijk een einde komt.
De redenen ken je immers, Natalie, wees dus
zoo goed om my ni^ts in den weg te leggeD,
je zoudt daarmede niets anders bereiken, dan
dat je me boos maaktet."
De tijd is te kort,n antwoordde de oude
dame knorrig, wij kunnen onmogelijk met het
uitzet klaar komen."
„Dat is een motief, 't welk ik niet kan aan
nemen, men kan alles, wanneer men maar
wil. Er zijn leege handen genoeg, neem er
zooveel in 't werk als je noodig hebt, laat
naaisters ui* Breslau komen, op de kosten zal
ik niet zien. Hedenmiddag bepalen wij den
trouwdag, en ik verwacht stellig, dat tegen
dien tijd alles in orde is.«
Graaf Waldringen verliet na deze woorden
de kamer. Sabine legde haar hand met vasten
druk op den arm harer tante, verontwaardi
ging en onverwrikbare vastberadenheid schit
terden uit hare oogen. „Ik kan niet, zelfs al
moest bet mijn dood wezen,» zeide zij met
beklemde stem.
„Kalm maar, mijn kind," stelde de oude
dame haar gerust, «we zijn nog niet zoo ver.
Je kent de eigenzinnigheid van je vader, en
weet ook, wat er voor hem van dit huwelijk
afhangt, hij verwacht gehoorzaamheid van je,
zijn vloek zou je treffen, wanneer
„Ik weet dat alles lieve tante, en toch kan
ik niet gehoorzamen,klaagde Sabine. «Had
ik mij destyds vóór de verloving maar krachtig
tegen het bevel verzet. Ik was echter te moe
deloos daartoe.a
„Het zou je destijds evenmin gehaat hebben
als thans," ging gravin Natalie voort, terwijl
zy haar arm om het middel van het jooge
meisje sloeg en met haar in eon aangrenzende
kamer ging, die kleiner en gezelliger was in
gericht. »Eq goed en wel beschouwd, kindlief
is baron Werner von Eichenfels geen kwad
partij, je moet toch zelf verlangen, dunkt ir
dat wij eindelijk eens uit onze benarde, armoe
dige omstandigheden geraken.
„Liever wil ik van alles afstand doeD, dan
mijn wenschen vervuld te zien door een man,
dien ik niet achten kan. Dat is mij vroeger
nooit zoo duidelijk geweest als op dit oogen-
blik. Ik deel volkomen uw zienswijze is die
brief vervalscht, dan moet ook Werner van
deze vervalsching afweten, het is immers slechts
het middel tot het doel."
»Dat is, zooals je vader reeds zeide, nog
niet bewezen," antwoordde tante Natalie hoofd
schuddend. „Wanneer deze bewijzen gevonden
worden, dan kun je er met volkomen zeker
heid op rekenen, dat je vader oogenblikkelijk
het engagement verbreekt."
„Gelooft u dat werkelijk vroeg Sabine
twyfelend.
«Zeker geloof ik dat, want de eer gaat bij
je vader boven al het andere.*
„Welnu, dan moeten we de bewijzen zoeken."
„Wij vroeg de oude dame glimlachend,
terwijl hare magere hand met de bruine krul
len van Sabine speelde, die aan hare voeten
op een tabouret zat. «Dat is de zaak van Egon,
wat zouden wy hier kannen uitrichten
„Ik weet het niet, maar wat gedaan kan
worden, om baron Werner te ontmaskeren,
dat moet ook gedaan worden.
„Altijd in de veronderstelling, dat baron
Werner door bedrog in 't bezit der erfenis is
komen.
tik twyfel daar niet meer aan. Baron Egon
moge wegens zijn hartstochtelijk temperament
veroordeeld worden, maar openhartig en oprecht
is hij altijd geweest en wanneer hy nu ver
klaart dat de beschuldiging tegen hem valsch
ia, dan is dit ook zoo. Niet ik heb het eerste
vermoeden uitgesproken, u deedt het, en uw
scherpe blik heeft u zelden in den steek ge
laten."
De gravin liet zich achterover vallen in
den ouderwet3chen, hoogen leuningstoel, de
uitdrukking van haar trouwhartig gelaat ver
ried een ernstig nadenken.
Wanneer baron Egon ons bezoekt, dan zal
ik daarover met hem spreken,» zeide zij na een
korte rustpoos. „Opgehelderd moet die zaak
vóór je huwelijk worden, dat zal ik je vader
en wanneer het wezen moet ook je verloofde
aan het verstand brengen don man, in wiens
handen je je lief en jo leed legt, moet je bo
venal kunnen achten."
»En ik ga Roza von Winterfeld een bezoek
brengen en spreek met haar," antwoordde
Sabine vastberaden, „wat zij weet, moet zij
mij zeggen.
„Dit voornemen kan ik niet goedkeuren,"
onderbrak Natalie haar schielijk met een af
werend gebaar," „men zon je met recht het
verwijt voor de voeten kannen werpen, datje
heuldet met de vijanden van je verloofde.a
«Om óf hen óf' hem te ontmaskeren Doe
ik daar verkeerd aan? Dwingt niet myn eigen
belang mij tot dezen stap Het ligt volstrekt
i niet in myn plan my met hen te verbinden,
doch ik zal het zonder bedenken doen, zoodra
men mij van de schnld van Werner overtuigt.
Kunt u gelooven, dat het liefde is, die er Wer
ner aanleiding toe geeft om het huwelijk te
bespoedigen Hebt u ooit gezien, dat hij mij
ware, innige liefde betoond heeft? Hij wil
door het huwelijk alleen vader vaster aan zich
ketenen, om op zyn bijstand in alle gevallen
te kunnen rekenen."
Zoo denk ik er ook over," antwoordde de
oude dame. Baron Werner is een sluwe re
kenaar, zulks heeft hij ons vaak genoeg be
wezen. Maar je zoudt toch niet zoo spreken,
je verloofde niet zóó spoedig veroordeolen,
wanneer niet het beeld van een anderen man
nog steeds je ziel bezighield als je eerlijk
wilt zyn, dan zul je dat moeten erkennen.*
Sabine sloeg de wimpers neerhaar zoo
even nog bleek gelaat had zich plotseling don-
keider gekleurd.
Waarom zou ik het loochenen? zeide zij
zacht. „Sinds ik Reinhard von Tiefenthal
leerde kennen, kan ik hem niet meer vergeten.»
»Ja, ja, het was in Breslau, kort vóór den
oorlog," ging tanto Natalie peinzend voort,
ak beken gaarne dat hy ook op my een zeer
gunstigen indruk maakte. Doch het was toch
maar een vluchtige ontmoeting en na dien
lijd hebben wij van dezen heer niets meer
gehoord. Hij kan in den slag gevallen zijn.»
(Wordt vervolgd.)