't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT fOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL. "SLTT No 1994 Zaterdag 26 Maart 1892. Twintigste" Jaargang. KALENDER DEB WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. Ramp ia ie Meastraat le Amsterdam. „ONTERFD Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. Aan onze abbonné's buiten de "gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, le kwartaal 1892 te willen over maken per postwissel of in postzegels, vóór 5 April 1892, zullende anders daar over met 5 Cts. verhooging per post wor den beschikt. Aan onze geabonneerden in Amerika wordt beleefd verzocht 't verschuldigde te willen overmaken. DE UITGEVERS. Opkomst der Zon 5 u. 48 m. Onderg. 6 u. 24 m. MAART, Lentemaand, 31 dagen. Zondag 27 Maandag 28 Nieuwe Maan. Dinsdag 29 Woensdag 30 Donderdag 31 APRIL, Grasmaand, 30 dagen. Vrijdag 1 Zaterdag 2 HELDER, 25 Maart 1892. Dinsdagavond hield de Scherm- en Gym nastiek-Vereeniging «Oefening kweekt Kunst* hare jaarvergadering op de bovenzaal van •Grand Café Central." In een kort woord gaf de president, de hr. C. S. Jaring, een overzicht van de geschiede nis der Vereeniging, gedurende haar tienjarig bestaan, maakte de opmerking dat de hr. Slort alleen nog van de oprichters was overgebleven en bracht een woord van hulde aan hen, die veel in haar belang hadden gedaan. Een belangstellend schrijven, inhoudende gelukwensch, van de vereeniging//ProPatria", werd voorgelezen en zeer gewaardeerd. Uit de verslagen van den secretaris en penning meester bleek, dat 't ledental bedroeg 8 eere leden, 27 werkende en 64 kunstlievende leden dat de voorbereidingsklasse 16 en de adspi- rantenafdeeling 64 leden telt. De schietclub telt 13 en de meisjesafdeeling 10 leden. Tot commissie, belast met 't nazien der reke ning en verantwoording werden gekozen de heeren D. Grunwald, F. Schellinger en A. Korff. Uitgeloot werd de laatste serie aandeelen in de geldleening van f 500.en wel de nos. 83, 49, 97, 41, 89, 54, 6, 84, 34. De rekening en verantwoording over 't laatste halfjaar bedroeg in ontvangst f 588.26, in uit gaaf 587.55° en sloot dus met een batig saldo van 70° cent. Als president werd herkozen de hr. C. S. Jaring en als vice-penningm. de hr. K. Hart. De hoofdafdeeling heeft in 't afgeloopen jaar deelgenomen aan de gewestelijke uitvoering te Hilversum en aan de uitvoering te Alkmaar; verder heeft de vereeniging twee uitvoeringen gegeven en een soirée. Men stelde vast, 't tienjarig bestaan Zater dag a.s. feestelyk in Tivoli te vieren. Na afloop der vergadering amuseerden zich de leden met een biljart- en kaartwedstryd, om fraaie prijzen. Omtrent de stranding van de Ned. bark »Libra«, kapt. KrijDen, vernemen,we nader, dat het volk is gered en de op varenden hunne goederen hebben kunnen bergen. Het schip is echter geheel wrak en met de lading cokes verloren. Uit Haarlem meldt men Na afloop der Woensdag door den rech- ter-commissaris afgenomen verhooren heeft de officier van justitie alhier, overwegende dat de aanvankelijk tegen Alida Severs gerezen bezwaren door de nader ingewon nen informatiën niet voldoende bevestigd zijn om tegen haar eenigen rechtsingang te vragen, hare onmiddellijke invrijheids- stelling gelast. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de werkster, vrouw Oxener, aan de misdaad onschuldig is. {Aan onze geabonneerden in de gemeente reeds Woensdag per bulletin bekend gemaakt.) Aan het Handelsblad ontleenen we daar omtrent het volgende Een vreeselyk ongeluk heeft Dinsdagavond te Amsterdam plaats gehad. Te kwart voor achten werden de bewoners der Huidenstraat door een hevigen knal op geschrikt. In den drogistwinkel van den hr. Yan Eupen, perceel no. 33, het tweede huis van de Keizersgracht, had een ontploffing plaats, vermoedelijk door benzine veroorzaakt. Dadelyk daarop sloeg een vlammenzee naar buitenhet benedengedeelte van den voor gevel stortte in de straat en verbrijzelde in den val de zijramen van den banketbakkers winkel op den hoek der Keizersgracht. Nog grooter bleek weldra de ramp te zyn onder het brandende puin zag men een man vruchtelooze pogingen doen om zich uit het vuur te redden. Een gasfitter der «Imperiala, Joh. A. Reygbart, wierp zich met levensge vaar tusschen de balken en steenen en trok den ongelukkige te voorschijn. Zyn gelaat was geheel bebloed en zijn kleederen brandden. Spoedig trokken anderen hem het brandende goed van 'tlyf, waarna de man naar het gasthuis werd gebracht. Twee knaapjes, die op het oogenblik der ontploffing juist voorbij den winkel liepen, werden door het neerstortende puin tegen het pothuis van den banketbakkerswinkel geslingeid en voor dood weggedragen. Intusschen hadden de vlammen met onge looflijken spoed om zich heen gegrepen. Het belendende perceel, het hoekhuis, een sigaren winkel, stond in lichtelaaie. En ook naar het onderhuis van den banketbakkerswinkel aan de overzijde waren de vlammen overge slagen. De toestand werd met elk oogen blik ontzettender. Men had omtrent de be woners der brandende huizen niet de minste zekerheid, maar spoedig bleek, dat een tien tal personen gewond waren. Verscheidene werden zoo seoedig mogelijk per raderbaar naar het gasthuis vervoerd. Ook twee knechts van den banketbakker werden, voor het for nuis staande, verwond. Verder bekwamen verschillende personen wonden door het breken van ruiten. Te 10 uur miste men nog mej. Broekmans, een vrouw van 83 jaar, die een bovenkamer bij den drogist bewoonde, en een tweeden persoon, terwijl inmiddels bekend was gewor den, dat een der gewonden, een knaapje, overleden was. Zooveel was althans uit de verwarde ver halen der verschrikte buren op te maken. De een zocht zyn moeder, een ander miste zijn zuster, een derde rende naar het Gast huis om zich zekerheid te verschaffen. De raderbaren kwamen en gingen. Het was een tooneel van angst en radeloosheid, zooals men hier ter stede gelukkig nog nooit gezien hnd. Ongeveer 10 minuten na het uitbreken van den brand gaven reeds 4 stoomspuiten en 3 handspuiten water, terwijl bovendien een drietal brandkranen in gebruik werden ge nomen. De brandweer richtte dadelyk hare stralen op de belendende perceelen. Te kwart voor negenen kwam ook de Jan van der Heyde hulp brengen, maar toen was men den brand reeds in zoover meester, dat nog slechts nu en dan de vlammon opflikkerden. Het vuur in den banketbakkerswinkel, waar.groote schade was aangericht, had men reeds vroeger geheel overwonnen. Een half uur later begonnen de stoom- en handspuiten in te rukken en bleef alleen de Jan van der Heyden nog water geven. Thans kon men het tooneel der ramp beter overzien. Het hoekhuis was geheel uitgebrand, van het meubelmagazijn waren alle vensters ver brijzeld, en tusschen de beide huizen in hing nog het bovengedeelte van den gevel van het huis, waar de ramp was ontstaan ook de nok was nog aanwezig. Aan beide zy- den der straat waren tot vijftien huizen ver, de glasruiten gesprongen en de voorgevels beschadigd en in sommige woningen waren op het oogenblik der ontploffing de klokken blijven stilstaan. De knal was tot op de Westermarkt gehoord. De politie hield een groot gedeelte der Huidenstraat, de brug over de Keizersgracht en aan beide zijden een gedeelte der Keizers gracht afgezet, daar de brandweer met het omverhalen van het hooge stuk gevel en den nok begon. Vooraf werden op bevel der brandweer alle huizen aan de overzijde en naast het verwoeste perceel ontruimd, terwijl de gas kranen afgesloten moesten worden. Toen dit geschied was, ving de brandweer haar ge vaarvolle taak aan. Rappe gasten klommen op de daken der belendende perceelen, en sloegen eerst een lyn om den nok van het gebouw, welke na eenig rukken te 10 uur 20 min. omlaag stortte. Vyf-en-twintig minu ten later lag ook het laatste stuk van den gevel in de straat en begon men het puin op te ruimen. Onder dezen arbeid bleek eerst hoe vreese lyk de ramp was geweest. In het voorhuis werden achtereenvolgens gevonden de lyken van de echtgenoote van den heer Van Eupen, van de 83-jarige bewoonster der le verdieping juffrouw Broekmans, en van de vrouw van den kruier Van Wyle (in het pothuis van den banketbakkerswinkel gevestigd) wier bij stand eenige oogenblikken voor de ramp was ingeroepen. De heer van Eupcu was tijdens de ramp afwezig en vond zijn geheel gezin omgeko men. Een kind van een paar jaar ligt Dog onder de puinhoopen, in het achtergedeelte van het gebouw, waar de brandweer nog niet kon doordringen. Ook schynt 't dat een vrouwelijk familielid, sedert eenige dagen bij den heer Van Eupen gelogeerd, is omgeko men. De dienstbode is door de ontploffing op straat geworpen en zwaar gekwetst on der het puin vandaan gehaald. Het wegbrengen van de te voorschijn ge brachte lijken, in daartoe vroeger aange voerde gasthuismanden, veroorzaakte een groote ontsteltenis onder het talrijk publiek, dat tot in den nacht aanwezig was. De ontploffiug was zoo krachtig, dat de ge- heele balklaag en vloer boven den winkel ver brijzeld en in stukken op de straat werden geworpen. In winkels in de Huidenstraat zijn zelfs de ruiten en roeden der vensters tusschen voor- en achterkamer vernield. De meest waarschijnlijke lezing van de oor zaak is deze, dat een vat met benzine lekte, althans de hulp van Juffrouw Van Wijle werd ingeroepen om te helpen bij het schoonmaken van den winkel. Naar men zegt, is de dienstbode toen met een licht gekomen om bij te lichten, waardoor de ontploffing ont stond. De snelle uitbreiding van den brand is daaraan te wijten, dat in den gemeenscliap- pelijken muur tusschen den drogistwinkel en den sigarenwinkel een gat van omstreeks zes vierkanten meter geslagen werd. Het puin viel in de huiskamer achter den winkel, welke kamer in een oogwenk in vlam stond. Gelukkig was de vrouw des huizes juist af wezig, anders ware het aantal slachtoffers nog grooter geweest. Ter aanvulling van het bovenstaande diene nog het volgende: De spoedige beperking van den brand is aan een gelukkig toeval te wijten geweest. In de Passeerderstraat had een kleine bin nenbrand plaats gehad, en de daarvan terug- keerende spuit was juist op de brug voor de Runstiaat, toen het onheil plaats had, zoodat oogenblikkelyk hulp aanwezig was, terstond het onheil aan politie geseind kon worden, en het materieel veel vroeger ter plaatse was, dan bij gewone melding per brandschel mo- ;elijk zou zijn geweest. De eerst aankomende spuit werd terstond gebruikt om den brand in den banketwinkel te blu8schen. Nu is alleen de achterkamer zoo goed als uitgebrand en de winkel weinig be schadigd. Ware de brandweer iets later ge komen en ook dit huis geheel in vlammen gezet, dan ware het onheil niet te overzien geweest. Thans is de brand beperkt tot de drogis terij en den sigarenwinkel, no. 35, welke ge heel zijn uitgebrand. Van het huis no. 31 (een raeubelmagazyn) en Keizersgracht 359, een kapperswinkel, zijn het dak en een zol derkamer afgebrand. Vooral van de naburige huizen had men een treffend gezicht op de verwoesting. De muur tusschen den sigaren winkel en den kapperswinkel, is geheel uit gezet, ener schoof een houten beschot wel 30 cM. op zy. Het omtrekken der muren enz. kostte veel moeite, maar omstreeks 10 uur waren ook de balklagen en vloer, benevens het daarop rustende puin omlaag. Terstond daarop begon men met het rui men der puinhoopen, waaronder nog veel artikelen van waarde gevonden werden. In den sigarenwinkel vond de eigenaar zyn licht besc badigden effectentrommel, met de door- weckte stukken. In de puinhoopen van het huis van don heer Van Eupen werd een klein geldkoffertje, een bundeltje half verbrande effecten mot familiepapieren van juffrouw Broekmans en een pak bankpapier gevonden, benevens eenige portemonnaies met specie. De bewoonster van het bovenhuis op den hoek (sigarenwinkel) is tusschen de vlammen door naar buiten gedragen. Woensdagmiddag te kwart over eenen zag men de brandwachts, die in de puinhoopen aan het werk waren, plotseling ophouden. Men had het lijkje van het kind van den heer Van Eupen gevonden. De kleine was in zittende houding en het gezicht ongedeerd. Een breede streep boven de slapen bewees, dat het neer vallende puin de kleine gedood had. Ondanks deze treurige ontdekking moest het onderzoek nog voortgezet worden, want het lijk van mejuffrouw Brederode uit Edara, die bij mej. Broekman logeerde, werd nog steeds vermist. De brandweer groef al dieper en dieper, tot wel een meter beneden het peil der straat maar hoe men zocht, het lijk werd niet ge vonden. Reeds was er aan gedacht den treu- rigen arbeid te staken, toen te half vijf mid den in den kelder het onherkenbare lichaam diep onder het puin gevonden werd. Ook dat lijk werd evenals dat van het kind per gast- huismand weggevoerd. Het vreeselijk onheil heeft dus zes menschen het leven gekost. De Woensdagavond gevonden lijken zijn die van Sophia Maria Elisabeth Wijle, oud 61 iaar, Jansjo Van Eupen, oud 32 jaar, en Maria Louisa Scheffer, wed. Broekmans, oud 80jaar. Ook omtrent de oorzaak der ontploffing heeft men thans meer zekerheid gekregen. De drogist de hr. Van Eupen, had een vat petroleum in den winkel staan. Het vat was lek geworden. De tir. van Eupen had steed3 zijn vrouw voor oogen gehoudeD, dat zy, mocht er iets in den winkel gebeuren, onmiddellijk het gas moest uitdraaien. Toen het vat lek bleek te zijn, handelde juffrouw Van Eupen ook volgens dat voorschrift, maar toen zij later aan juffrouw Wijle, de vrouw van den kruier aan de overzijde, opdroeg den uitgelekten petroleum op te dwylen was daarbij licht noo- dig. Men gebruikte daartoe noodlottigerwijzo een petroleumlamp. Daarmede echter eindigt wat men als zeker weet. Of de petroleumlamp is omgevallen, en daardoor de petroleum op den grond en in het vat zijn ontvlamd, en het vuur daarna zijn werking heeft ge oefend op de in den winkel aanwezige ont plofbare stoffen, kan slechts gegist worden. De heer Van Eupen trof bij zijn thuiskomst den toestand aan, zooals wij dien beschreven en was den geheelen nacht niet te overreden de plek des onheils te verlaten. EerBt te 10 uur in den morgen liet hy zich naar zijn bloedverwanten brengen op den Kadyk. Gemeenteraad van Wieringen. Vergadering van 88 Maart 1898. Voorzitter de Burgemeester. De vergadering wordt geopendde notulen worden na voorlezing vastgesteld. De Voorzitter deelt mede dat de beer J. de Weerdt voor zijne benoeming als onderwijzer te Oosterland heeft bedankt en noodigt den Raad uit om uit de bestaande voordracht een nieuwe keuze te doen, waarop met algemeene stemmen wordt benoemd de hr. J. Oosterhof te Hoogezand. De Voorzitter stelt voor om Mej. Wijn, die aan de school te Oosterland tijdelijk het onderwijs waarneemt, over het eerste kwartaal van dit dienstjaar een gratificatie toe te kennen van f 50, te betalen uit de gelden die anders voor het trac- tement van den onderwijzer zouden bestemd zijn geweest, waartoe met algemeene stemmen wordt besloten. Alsnu komt opnieuw ter sprake de behoefte aan een veearts. Nadat de vergadering daarover van gedachte heeft gewisseld, wordt met alge meene stemmen besloten om een veearts te be noemen op een jaarlijksche bezoldiging van f 600 en aan de Provinciale 8taten te verzoeken om daarin de helft als subsidie van de Provincie bij te dragen. Bet aanvullingskohier van den Hoofdelijken Omslag, waarop enkele personen zijn vermeld die op het kohier niet waren aangeslagen, wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Bij de gewone rondvraag deelt een der leden mede, dat aan de onderwijzerswoning op Ooster land, volgens opgaaf van den onderwijzer, eenige reparatiën benoodigd zijn, waarop de Voorzitter bedoeld Raadslid uitnoodigt dit nader te onder zoeken en er zooveel noodig in te voorzien. Een ander lid vraagt wat of er is gebleken van de f 200 der gemeente, die volgens informatie indertijd in de Plattelands Bankvereeniging te Barsingerhorn zouden zijn geplaatst. De Voor zitter zegt een officieus onderzoek betreffende deze uangelegenheid toe, waarop de vergadering wordt gesloten. Burgerlijke Stand, gem. Helder, Van af 21 Maart tot en met 23 Maart. ONDERTROUWD (20 Maart): S. Bu- walda, matroos en A. Groot. C. Dekker, zee man en N. Byl. GETROUWD: Geene. BEVALLEN: J. Buisman, geb. Bakker, d. E. de Vries, geb. Lynsvelt, z. A. C. Goed koop. geb. Kloos, z. M. Fleur, geb. Maat, z. G. Groen, geb. Barteling, d. T. Moor, geb. Schagen, d. W. H. de Broek, geb. de Boer, z. A. H. Tronchet, geb. Schifflers, d. E. Bes, geb. Bypost, d. Nagelaten roman van EWALD AUGUST KöNIG. 99 23.) «Daaromtrent zullen wij wel zekerheid be komen kunnen, wanneer wij in Breslau inlich tingen naar hem wilden inwinnen onderbrak Sabioe haar levendig en op een verzoekenden toon. «Er wonen daar toch immers eenige families, met wie ge bevriend zyt." «Waartoe zon dat dienen?» antwoordde de oude dame, afkeurend het hoofd schuddend, «Wanneer mynheer von Tiefenthal nog onder de levenden is, dan denkt hij wellicht niet eens meer aan ons.« ■Dat geloof ik alleen dan, wanneer hy het my zelf zegt," zeide Sabine, met een schitte renden blik naar haar tante opziende. «Evenmin als ik onze ontmoeting vergeten kan, evenmin kan hy dat ook, zulks is myn vaste overtuiging." «En wanneer dat al eens zoo ware, mijn lief, arm kind, wat zou je er dan nog van heb ben Slechts spyt en verdriet, want het woord en de wil van je vader binden je toch aan een anderen man." •Deze banden zyn toch immers niet onver breekbaar I« «Wil je dan, om ze te verbreken, den vloek van je vader trotaeeren «Daarvoor beware mij de hemel.» «Je kent de hardnekkigheid van je vader, wat hy nu eenmaal wil, dat moet gebeuren, hij verlangt van jou blinde gehoorzaamheid. Je kunt hem niet bewijzen, dat je aan de zy de van Werner ongelukkig wordt, hij noemt zulke klachten kinderachtige praatjes en heeft er het eenige antwoord op, dat hij als man van on dervinding alles beter kan beoordeelen." •Dat een woordenstrijd met hem op dit punt vruchteloos zou zijn,dat week ik antwoordde Sabine en thans sprak er weder onverwrikbare vastberadenheid uit iederen trek van haar schoon gelaat"wy moeten de bewijzen zoeken, die hem overtuigen kannen, dat Werner een eer- looze bedrieger is. En gelukt ons dit niet vóór den dag, waarop het huwelyk plaats moet vinden, dan wend ik ziekte voor, om den trouwdag nog langer te verschuiven. Wederom schudde tante Natalie het hoofd, terwijl hare hand zacht over het haar van het jonge meisje gleed. «Dat is een gevaarlyk spel", zeide zy waar schuwend. «Je vader zou het wel eeDs kunnen doorzien en alsdan maakt één enkel beslissend woord van hem er een einde aan." «Ik zal er wel voor zorgen, dat hij niet achter het masker kykt,n antwoordde Sabine «onze oude huisdokter helpt my gaarne, en u zult me toch zeker ook wel wat in deze co- medie willen bijstaan Wanneer ik er een zonde mede bega, dan zal de goede God mij die zeker wel vergeven, want ik heb er im mers geen kwade bedoeling by.* «Daarover zal je geweten je wel geen ver wijt kunnen maken, maar o Hoor eens tantetjelief, of u nn praat of niet, ik zie geen anderen uitweg. Door een openlyk verzet zou ik vader boos maken en ons allen hier het leven verbitteren, en dat wil ik ver mijden zoolang ik kan. Dus niet waar, u schrijft naar Breslau •Waartoe moet dat dienen «Ik wil slechts zekerhéid hebben, ofRein- hard von Tiefenthal nog leeft.« »En zich jou nog herinnert vroeg de oude dame, een vroolijken toon aanslaande, die echter nu min of meer gedrongen klonk. «Kind, kind, ik raad het je ernstig af, je bereid je zelve slechts folteringen, die je geen vroolyk uur meer gunnen zullen.» iiWees maar niet bang, tantelief,* antwoordde Sabine, die opgestaan was, ik wenschte alleen zekerheid of hy nog leeft, al het overige laat ik aan het noodlot over.« «Welnu, dan zal ik heden nog schryven, maar daarvoor eisch ik ook van jou, dat je je verloofde vriendelijk ontvangt en van ons ver moeden niets laat blijken." •Heb maar geen zorg, ik ga nu naar myn kamer, om over de comedie na te denken, die heden reeds een aanvang zal nemen." Sabine knikte haar tante nog eenmaal glim lachend toe en snelde de kamer uit, terwyl de oude dame geruimen tijd den blik liet rusten op de deur, waarachter het meisje verdwenen was. «De goede God bescherme dit huis voor de sombere wolken, die er dreigend boven han gen," zeide zij zachtjes, waarop zij het gryze hoofd in den stoel achterover liet vallen en de oogen sloot om haar middagdutje te doen. ZESDE HOOFDSTUK. Een Schot. In den Schweitnitzer Kelder te Breslau ont moetten de vrienden elkander weder door een bode was Reinhard verwittigd geworden, dat Egon in de stad was en hem dien avond in den bierkelder zon opwachten. «Zoo spoedig bad ik dit weerzien niet ver wacht," zeide Reinhard, zijn vriend de hand schuddend en hem met een onderzoekenden blik in het bezorgde gelaat kijkende. »Naar het mij toeschijnt, is het geen aangename aan leiding, die je hier heen voert." Egon greep de bierkruik, die een kellner gebracht had, en deed een lange teug, ver volgens streek hy het schuim uit den knevel. «Je weet dus nog niet, dat myn vader het tijdelijke met het eeuwige verwisseld en mij onterfd heeft vroeg hij. «Daar weet ik geen syllabel van," ant woordde Reinhard ontsteld. »Myn eigen aan gelegenheden hielden mij zeo zeer bezig, dat ik tot heden toe geen tijd heb gevonden, om naar je omstandigheden te informeeren, ook heb ik nog geen enkelen onzer vrienden ont moet, dien ik er naar had kunnen vragen.a Egon had zijn uniformjas opengeknoopt en zijn portefeuille voor den dag gebaald, hij nam er den regimentsbrief uit en overreikte hem aan zijn vriend. «Lees dit eens," zeide hij met een met moeite afgedwongen kalmte. »Op dit vod steunt het testament mijus vaders." Een vloek, die teven 8 een uitroep van de hoogste verontwaardiging was, ontsnapte aan de lippen van Reinhard, toen hy het schryven had gelezen. •Hoe is dat mogelijk zeide hy. »Hoe kan en mag de regimentscommandant zulk een leugen in de wereld sturen?" «De brief is vervalscht!" «Wat zeg je, en wie is nu erfgenaam?" «Mijn hoogst achtenswaardige neef, baron Werner von Eichenfels." •Maar dan is hy ook de vervalscher «Zeg dat niet zoo luid," spotte Egon, «ook een schurk kan in de oogen der wereld nog een man van eer zyn, wanneer hy het masker slechts goed weet te dragen. De vervalsching is bedriegelijk, de brief is uit Frankrijk ver zonden, er kon wel geen twijfel in de ziel van mijn vader opryzen, zijn toorn over mijn desertie moet onbeschrijflijk geweest zyn, het vermoeden ligt voor de hand, dat deze de oor zaak van zijn plotselingen dood geweest is. Al heeft mijn neef de vervalsching ook al niet zelf gepleegd, dan heeft hy deze toch ontwor pen en bevolen, en dat heb ik hem dan ook in zijn gezicht gezegd. «En welk antwoord kreeg je?" «In den beginne kronkelde de sluwe diplo maat zich als een aal, hij ODtkende allo schuld, maar eindelijk toen ik hem de vreeselijke be schuldiging in het aangezicht slingerde, wees hy my ruw de deur." En wat nu vroeg Reinhard, uit wiens oogen de toorn flikkerde. «Wil je nu van de erfenis voor goed afstand doen (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1892 | | pagina 1